aanstaan, vooral in gladde wegom-
standigheden. Maar u kunt TCS
uitzetten indien dit nodig is.
Wanneer de auto wordt gestart en
begint te rijden, voert het systeem
verschillende diagnosecontroles uit
om te controleren of er geen
problemen zijn.
Het is mogelijk dat u het systeem
hoort of voelt wanneer het werkt. Dit
is normaal en duidt niet op een
probleem met de auto. Het systeem
moet ingeschakeld zijn voordat de
auto een snelheid van 32 km/h (20
mph) bereikt. In sommige gevallen
kan het ongeveer 3,2 km (2 mi)
duren voordat het systeem gestart
wordt.
TCS kan worden geactiveerd op
droge of oneffen wegen of bij
bepaalde omstandigheden zoals
zwaar accelereren in bochten of bij
plotselinge veranderingen in output
van de elektrische aandrijving.
Wanneer dit gebeurt, merkt u
mogelijk een vermindering van de
versnelling op of hoort u een geluid
of trilling. Dit is normaal.
knippert om aan te geven dat
TCS actief is. Zie Traction Control-
systeem (TCS)/StabiliTrak
pagina 5 23.
Als er een probleem is gedetecteerd
met TCS, wordt de melding
SERVICE TRACTION CONTROL
(onderhoud voor tractieregelsys-
teem) getoond op het Driver Infor-
mation Center (DIC). Zie Berichten
van het rijregelsysteem op
pagina 5 50. Wanneer dit bericht
verschijnt en
gaat branden en
blijft branden, kunt u veilig met de
auto rijden, maar werkt het systeem
niet. De rijstijl moet dienovereen-
komstig worden aangepast.
Als
aangaat en blijft branden,
moet u het systeem opnieuw
instellen.
Voor het resetten:
1. Breng de auto tot stilstand.
Rijden en bedienen
2. Zet de motor af en wacht 15
seconden.
3. Start de motor.
Als
nog steeds aangaat en blijft
branden, heeft de auto onderhoud
®
-lamp op
nodig.
Let op!: Rem niet herhaaldelijk of
versnel niet te fel wanneer TCS
uitstaat. Hierdoor kan de aandrij-
ving van het voertuig beschadigd
worden.
9-27