Airbagsysteem
De auto heeft de volgende airbags:
Een frontairbag voor de
bestuurder.
Een frontairbag voor de voorpas-
sagier.
Een knieairbag voor de
bestuurder.
Een knieairbag voor de voorpas-
sagier.
Een zijairbag in de stoel voor de
bestuurder.
Een zijairbag in de stoel voor de
voorpassagier.
Een gordijnairbag voor de
bestuurder en de passagier vlak
achter de bestuurder.
Een gordijnairbag voor de
voorpassagier en de passagier
vlak achter de voorpassagier.
Alle airbags in de auto hebben het
woord AIRBAG in de bekleding
staan of er is een label bevestigd
nabij de uitgangsopening.
Stoelen en veiligheidssystemen
Bij frontairbags staat het woord
AIRBAG midden op het stuurwiel
voor de bestuurder en op het instru-
mentenpaneel voor de voorpas-
sagier.
Bij knieairbags staat het woord
AIRBAG op het onderste deel van
het instrumentenpaneel.
Bij de zijairbags in de stoelen staat
het woord AIRBAG op de zijkant
van de rugleuning, aan de kant van
het portier.
Bij gordijnairbags staat het woord
AIRBAG op het plafond of de
bekleding.
Airbags zijn ontworpen als aanvul-
ling op de bescherming door de
veiligheidsgordels. Ofschoon
moderne airbags ook zijn ontworpen
om de kans op letsel door het
opblazen van de airbag te vermin-
deren, moeten alle airbags zeer snel
worden opgeblazen om hun werk
te doen.
Dit is het belangrijkste wat u over
het airbagsysteem moet weten:
Het airbagsysteem bestaat uit een
aantal afzonderlijke systemen
afhankelijk van de omvang van de
apparatuur.
Wanneer de airbags geactiveerd
worden, worden ze in milliseconden
opgeblazen. De lucht loopt ook zo
snel weg dat dit tijdens een botsing
niet opgemerkt wordt.
WAARSCHUWING
Als de airbagsystemen niet naar
behoren worden geactiveerd,
kunnen ze ontploffen.
Let op: De elektronica van het
airbagsysteem en de voorspanner-
regeling bevinden zich in de
middenconsole. Leg geen magneti-
sche voorwerpen op deze plaats.
Bevestig niets op de airbagafdek-
king en bedek ze niet met andere
materialen.
3-13