modus of de verlengingsmodus
actieradius. De motor stopt met
draaien als de zelftest is voltooid,
op basis van de huidige bedrijfs-
modus. Zie Berichten van het brand-
stofsysteem op pagina 5 47 en
Boordinformatie voor onderhoud op
pagina 5 51.
Onderhoudsmodi
Onderhoudsmodus motor (EMM)
De Onderhoudsmodus motor (EMM)
laat de motor draaien zodat deze in
goede conditie blijft als de motor
zes weken niet of beperkt heeft
gewerkt. EMM laat de motor gefor-
ceerd draaien, ook als er een
mogelijkheid is om de auto te
voeden. Als EMM nodig is, wordt
het scherm EMM Request (verzoek
EMM) weergegeven op het display
van de middenconsole bij het
starten van de auto.
Als Yes (ja) is geselecteerd, begint
EMM. De motor draait gedurende
de ingestelde tijd zonder uitscha-
kelen. Tijdens EMM wordt er een
DIC-bericht weergegeven om het
voltooiingspercentage voor EMM te
laten zien.
Als No (nee) is geselecteerd, wordt
het scherm EMM Request (verzoek
EMM) weergegeven als de auto de
volgende keer wordt gestart. Het
verzoek voor EMM kan slechts één
dag worden uitgesteld.
Als het verzoek voor EMM één dag
is uitgesteld, start EMM de motor
automatisch als de auto de
volgende keer wordt gestart. Het
Rijden en bedienen
scherm EMM Notification (melding
EMM) wordt op het display van de
middenconsole weergegeven.
Als de auto tijdens EMM wordt
uitgeschakeld, wordt de functie weer
gestart de volgende keer dat er met
de auto wordt gereden. In een
bericht wordt aangegeven dat EMM
actief is.
Als EMM nodig is en het brandstof-
peil laag is, kan EMM ervoor zorgen
dat de brandstoftank leeg raakt als
er geen brandstof wordt getankt.
Hierdoor wordt het vermogen
beperkt of geblokkeerd. Het brand-
stofpeil van de auto moet voldoende
9-19