Gebruik de bergmodus voordat u op
lange, steile hellingen in bergachtig
gebied gaat rijden. Schakel de
bergmodus in voordat u met
klimmen begint. In de bergmodus
nemen de elektrische radius en het
vermogen af, maar deze stand kan
nodig zijn om snelheden van meer
dan 96 km/h (60 mph) te handhaven
als de hellingsgraad 5% of meer is.
Gebruik L (laag) bij langzaam
rijdend verkeer of als u een heuvel
af rijdt. Bij L (laag) hoeft u het
rempedaal minder vaak te gebruiken
en in deze stand kunt u de auto
gecontroleerd en efficiënt
afremmen.
Klimaatinstelling
Als u de verwarmings- en airconditi-
oningssystemen gebruikt, is er
minder energie beschikbaar voor
elektrisch rijden.
Het energierendement is optimaal
als de verwarming, airco en venti-
lator zijn uitgeschakeld.
Er wordt minder energie verbruikt bij
lage ventilatorsnelheden. Bij het
gebruik van de ventilator:
Fan only (alleen ventilator) (
/MIN) is de meest energieren-
dabele instelling van de klimaat-
0
regeling zolang
niet is
geselecteerd.
#
ECO (
/
/ECO) is voor
gemiddeld gebruik van de airco
en verwarming, en het is de
tweede energierendabele stand
0
zolang
niet is geselecteerd.
#
Comfort (
/
/MAX) biedt het
meeste comfort, maar is ook het
minst energierendabel.
Gebruik de stoelverwarming in
plaats van de instellingen van de
klimaatregeling. Het kost minder
energie om de stoel te verwarmen
dan het interieur van de auto.
Gebruik starten op afstand om het
interieur te verwarmen of af te
koelen als de stekker van de auto in
het stopcontact zit, om de elektri-
Rijden en bedienen
sche radius te maximaliseren door
gebruik van elektriciteit uit het
stopcontact.
#
De functie voor de motoronders-
/
teunde verwarming kan, waar
aanwezig, worden aangepast. Zie
Voertuig personaliseren op
pagina 5 53 voor meer informatie.
Zet de auto bij warm weer niet in de
zon of gebruik zonneschermen in
de auto.
Schakel de ontwaseming van de
voor- en achterruit uit als deze
functie niet meer nodig is.
Rijd niet op de snelweg met de
ruiten geopend.
De auto opladen/onderhouden
Opladen
Laat de stekker van de auto in het
stopcontact, ook als de accu
volledig is opgeladen, zodat de accu
klaar is voor de volgende rit. Dat is
belangrijk als de buitentemperatuur
zeer hoog of laag is.
9-3