Inhoudsopgave
Advertenties
• Ventricular Tachycardia (ventriculaire tachycardie) (VT): Een ventriculaire
frequentie die een bepaalde drempel overschrijdt, wordt als ventriculaire
tachycardie beschouwd. Met behulp van de OMNI Smart Programmer-
applicatie kan de frequentie voor de ventriculaire tachycardiedrempel
worden ingesteld op een van 19 mogelijke waarden tussen 62 bpm en
110 bpm. De afgifte van CCM™-signalen wordt altijd geblokkeerd
wanneer er ventriculaire tachycardie wordt gedetecteerd.
NB: Deze parameter is uitsluitend actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG
zich in de modus Active OVO-LS-CCM (actieve OVO-LS-CCM) bevindt.
• Atriale en ventriculaire ruis: Ondanks diverse methoden voor het detecteren
en filteren van ruissignalen die bij de OPTIMIZER Smart IPG optreden,
kunnen ruis van sterke elektromagnetische bronnen (bijv. draagbare telefoons,
radiozenders) en ruis van fysiologische voorvallen (bijv. myopotentialen)
storing opleveren bij de detectie van cardiale voorvallen.
Telkens wanneer signalen van een hogere frequentie (meer dan 11,6 Hz)
worden gedetecteerd op het atriale of ventriculaire kanaal, gaat de
besturingslogica van de OPTIMIZER Smart IPG uit van de aanwezigheid
van ruis en doet melding van een A/V-ruisomstandigheid. De afgifte van
CCM™-signalen wordt altijd geblokkeerd als er atriale of ventriculaire
ruis wordt gedetecteerd.
9.7
Local Sensing (het gebruik van local sense)
De lokale elektrische activiteit van het ventriculaire myocard wordt gedetecteerd via de
Local Sense (LS)-geleider. De gevoeligheid van het LS-kanaal kan met de OMNI Smart
Programmer-applicatie worden ingesteld op een van 18 waarden tussen 0,1 mV en 10,0 mV.
NB: Wanneer de OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active OVO-LS-CCM (actieve
OVO-LS-CCM) staat, is de minimaal toelaatbare instelling voor deze parameter 1,0 mV.
9.8
Triggering van CCM™ op basis van Local Sense-voorvallen
De afgifte van treinen van CCM™-signalen wordt gesynchroniseerd met de intrinsieke
elektrische activiteit in de nabijheid van de Local Sense (LS)-elektrode. Het LS-kanaal is
geconfigureerd om de elektrische activiteit van een klein, gelokaliseerd gebied van het
hart (dicht bij de fixatieplaats van de LS-elektrode) te detecteren. In respons op deze
gedetecteerde activiteit evalueert de OPTIMIZER Smart IPG het myocardiale elektrische
signaal om te bepalen of het voldoet aan de criteria die gedefinieerd zijn door de groep
LS-parameterwaarden die in het apparaat zijn geprogrammeerd. Als aan de criteria wordt
voldaan, geeft het apparaat de CCM™-stimulus af. De timing van het door het LS-kanaal
binnen een cardiale cyclus gedetecteerde signaal, vooral met betrekking tot de R-golf,
is het belangrijkste criterium op basis waarvan de OPTIMIZER Smart IPG de cyclus als
normaal of abnormaal classificeert. CCM™-signalen worden niet afgegeven tijdens cycli
die als abnormaal worden geclassificeerd.
35
Advertenties
Inhoudsopgave
