Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hantering; Bewaring En Hantering - Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

de atria rechtstreeks stimuleren. Als de toediening van CCM™ atriale activering
via een van deze mechanismen veroorzaakt en het atriale signaal vervolgens naar
de ventrikels wordt geleid, kan de cyclus ontwikkelen tot een situatie die te
vergelijken is met pacemakergemedieerde tachycardie (PMT).
De belangrijkste variabelen die een impact kunnen hebben op CCM™-voorvallen
die tot atriale activering leiden, zijn de locatie van de plaatsing van de geleider op
het rechterventriculaire tussenschot, de CCM™-amplitude en de CCM™-vertraging.
Om het optreden van atriale hartritmestoornissen als gevolg van de afgifte van
CCM™-signalen te voorkomen, verdient het aanbeveling basale implantatielocaties
van geleiders te vermijden. De kans op rechtstreekse atriale activering door
CCM™-signalen kan tijdens de implantatie worden getest door het sterkst
mogelijke CCM™-signaal af te geven dat 20 tot 30 ms langer is dan de LS-CCM-
vertraging waarmee de IPG uiteindelijk wordt geprogrammeerd, mits deze
vertraging het CCM™-signaal, met inbegrip van de balancerende fase van 40 ms,
volledig binnen de ventriculaire absolute refractaire periode plaatst en door te
monitoren of zich atriale activeringen voordoen. In een dergelijk geval moet de
vertraging op een langere waarde worden geprogrammeerd en moet het ontbreken
van atriale activering worden bevestigd. Naast de juiste plaatsing van de geleiders
en het programmeren van de CCM™-parameters moet de 'atriale tachycardie-
frequentie' op een waarde worden geprogrammeerd die laag genoeg is als
beschermende maatregel tegen atriale hartritmestoornissen die door de afgifte van
CCM™-signalen kunnen worden geïnduceerd.
4.2

Hantering

Implanteer de OPTIMIZER Smart IPG niet als de verpakking is beschadigd of als het
apparaat op een hard oppervlak is gevallen van een hoogte van 30 cm of meer terwijl het
zich nog in de verzenddoos bevond. Implanteer het apparaat niet als het na het uitpakken
op een hard oppervlak is gevallen. Beschadigde verpakkingen of gevallen apparaten
moeten naar Impulse Dynamics worden geretourneerd.
4.3

Bewaring en hantering

Het aanbevolen temperatuurbereik tijdens bewaring van de OPTIMIZER Smart IPG is
0 °C tot 40 °C. De atmosferische druk en relatieve luchtvochtigheid hebben geen effect
op de OPTIMIZER Smart IPG.
12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ccm x10

Inhoudsopgave