Er is geen bepaalde plaatsing van de paddles die dergelijke schade kan voorkomen.
Om het risico te verminderen, verdient het aanbeveling om de paddles zo ver mogelijk
van de OPTIMIZER Smart IPG vandaan te plaatsen. Voorts moet worden voorkomen dat
de paddles zodanig worden geplaatst dat de OPTIMIZER Smart IPG in de directe baan
van de defibrillatiestroom wordt gebracht.
Na defibrillatie moet de werking van de OPTIMIZER Smart IPG nauwlettend worden
gemonitord. In het onwaarschijnlijke geval van een abnormale werking kan het nodig zijn
de geleiders te verplaatsen (of te vervangen) of de IPG opnieuw te programmeren.
Als blijkt dat het apparaat op de 'DOWN'-modus (UITGESCHAKELDE modus) is
overgegaan, moet het worden gereset.
Inwendige defibrillatie beschadigt het apparaat niet.
5.6
Stralingstherapie
Waarschuwing: Therapeutische apparatuur die ioniserende straling voortbrengt,
zoals lineaire versnellers en kobaltmachines die voor de behandeling
van kwaadaardige ziekten worden gebruikt, kunnen beschadiging
toebrengen aan de circuits die in de meeste actieve implanteerbare
hulpmiddelen worden gebruikt. Omdat het effect cumulatief is, bepaalt
zowel de dosering als de totale dosis of er beschadiging zal optreden en
wat de mogelijke omvang daarvan zal zijn. Houd er rekening mee dat
bepaalde soorten beschadiging mogelijk niet onmiddellijk merkbaar
zullen zijn. Voorts kunnen de elektromagnetische velden die door
sommige soorten stralingsapparatuur worden gegenereerd voor de
doeleinden van het 'sturen' van de laserstraal invloed uitoefenen op
de werking van de OPTIMIZER Smart IPG.
Stralingstherapie kan leiden tot een breed spectrum aan effecten, variërend van
voorbijgaande storing tot permanente beschadiging. Daarom verdient het aanbeveling bij
gebruik van stralingstherapie de OPTIMIZER Smart IPG tegen straling af te schermen.
Tijdens een stralingsbehandeling en daarna moet de werking van de IPG worden
gemonitord. Als weefsel in de nabijheid van het implantaat moet worden bestraald,
kan het raadzaam zijn om de IPG te verplaatsen.
5.7
Nucleaire
kernspinresonantie (MRI)
De OPTIMIZER Smart IPG is MR-Conditional (veilig bij magnetische kernspinresonantie
onder bepaalde voorwaarden) en patiënten met dit apparaat kunnen veilig met
MRI-apparatuur (apparatuur voor magnetische kernspinresonantie) worden gescand
als aan alle voorwaarden voor de geïmplanteerde componenten en voor het scannen
is voldaan.
Het MR-Conditional OPTIMIZER Smart CCM System bestaat uit de OPTIMIZER
Smart IPG en de MR-Conditional geleiders
waarvan de voorwaarden voor veilig gebruik
magnetische
resonantie
die geschikt zijn voor toediening van CCM en
16
(NMR),
in de 1,5 T MRI-omgeving
magnetische
vastgelegd
zijn.