o Sluit de als 'LS-geleider' geïmplanteerde geleider aan op de
krokodillenbekklemmen met de GELE (tip) en GROENE (ring)
kleurlabels.
o Als er een atriale geleider zal worden gebruikt, sluit dan de als
'RA-geleider' geïmplanteerde geleider aan op de krokodillenbek-
klemmen met de BLAUWE (tip) en WITTE (ring) kleur.
Afbeelding 3: Krokodillenbekklem van de verlengdraad voor de geleider
• De steunverlenende laborant moet nu in staat zijn het OPTIMIZER-
testapparaat te ondervragen en de markers van alle 2 (3) geïmplanteerde
geleiders te zien.
NB: Een uiteindelijke beslissing over welke geleider als RV of LS moet
worden bestempeld, moet gebaseerd zijn op welke geleider aangemerkt
wordt om het elektrische signaal van het ventrikel eerder waar te nemen.
In het algemeen moet de RV-geleider het signaal van het ventrikel eerder
waarnemen dan de LS-geleider.
• Vraag de persoon die de Programmer (buiten het steriele veld) gebruikt
om de Programmer Wand boven het OPTIMIZER-testapparaat te
plaatsen en het te ondervragen.
• Meet de detectiewaarden van de geleiders en controleer of deze
toereikend zijn.
aangesloten op de geleiders
23