Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

OPTIMIZER
Smart
®
Implantable Pulse Generator
GEBRUIKSAANWIJZING
Onderdeelnr.: 13-290-008-nl rev. 12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart

  • Pagina 1 OPTIMIZER Smart ® Implantable Pulse Generator GEBRUIKSAANWIJZING Onderdeelnr.: 13-290-008-nl rev. 12...
  • Pagina 2 60549 Frankfurt am Main, Germany OPTIMIZER ® is een in de Verenigde Staten gedeponeerd handelsmerk in eigendom van Impulse Dynamics. CCM™ is een handelsmerk van Impulse Dynamics. De in dit document verstrekte informatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Geen enkel deel van deze handleiding mag in welke vorm of op welke wijze dan ook worden gereproduceerd of overgebracht, inclusief elektronisch en mechanisch, zonder de voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Impulse Dynamics.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Beschrijving van de OPTIMIZER Smart IPG ................... 4 Connectors voor OPTIMIZER Smart IPG-geleiders ................. 5 Fysieke eigenschappen van de OPTIMIZER Smart IPG ................5 Batterij van de OPTIMIZER Smart IPG ....................6 Gedrag van de oplaadbare batterij van de OPTIMIZER IPG ..............6 Geëxtrapoleerde levensduur van de batterij ....................
  • Pagina 4 Algemene overwegingen ..........................20 Openen van de verpakking(en) met steriele geleiders ................21 Openen van de steriele verpakking van de OPTIMIZER Smart IPG ............21 Verificatie van de plaatsing van de geleiders ...................22 7.4.1 Bij gebruik van de verlengdraad voor de geleider en het OPTIMIZER-testapparaat ....22 7.4.2 Zonder gebruik te maken van de verlengdraad voor de geleiders ..........24...
  • Pagina 5 SERVICE EN GARANTIE ..........................38 10.1 Informatie over de beperkte garantie ....................... 38 10.2 Verplicht opladen van de batterij ......................39 BIJLAGE I ................................. 40 Fysieke eigenschappen ............................40 Batterij ................................40 Stroomverbruik ..............................41 Veilige modus ..............................41 Programmeerbare parameters ..........................41 Fabrieksinstellingen ............................
  • Pagina 6: Deze Pagina Is Opzettelijk Blanco Gelaten

    DEZE PAGINA IS OPZETTELIJK BLANCO GELATEN...
  • Pagina 7: Uitleg Van Symbolen Op Labels

    UITLEG VAN SYMBOLEN OP LABELS SYMBOOL BESCHRIJVING Fabrikant Datum van vervaardiging Conformité Européenne 0344 = nummer van aangemelde instantie voor de Richtlijn actieve 0344 implanteerbare medische hulpmiddelen Raadpleeg de gebruiksaanwijzing. Opgelet, meegeleverde documenten raadplegen Vertegenwoordiger in Europa Temperatuurlimieten tijdens vervoer Gesteriliseerd met ethyleenoxide Uiterste gebruiksdatum...
  • Pagina 8 SYMBOOL BESCHRIJVING Niet gebruiken als de verpakking beschadigd is MR–Conditional (MR-veilig onder bepaalde voorwaarden)
  • Pagina 9 DEZE PAGINA IS OPZETTELIJK BLANCO GELATEN...
  • Pagina 10: Het Optimizer Smart System: Een Overzicht

    HET OPTIMIZER SMART SYSTEM: EEN OVERZICHT Het OPTIMIZER Smart System is bestemd voor de behandeling van matig tot ernstig hartfalen. Het systeem bestaat uit de volgende componenten: • Programmeerbare OPTIMIZER Smart Implantable Pulse Generator (IPG), model CCM X10; poortplug, momentsleutel 2 voor het vastzetten van de geïmplanteerde geleiders ™...
  • Pagina 11: Connectors Voor Optimizer Smart Ipg-Geleiders

    Geleiderconnectors 3,2 mm; IS-1/VS-1 Bij gebruik van unipolaire ventriculaire of atriale detectie dient de behuizing van het OPTIMIZER Smart-apparaat als indifferente elektrode. Bij Local Sense (LS) is de polariteit altijd bipolair. Uit tests is gebleken dat deze materialen biologisch compatibel zijn. De OPTIMIZER Smart IPG veroorzaakt geen...
  • Pagina 12: Batterij Van De Optimizer Smart Ipg

    De OPTIMIZER Smart IPG wordt van voeding voorzien door een door Quallion vervaardigde lithium-ionbatterij (Li-Ion) model QL0200I-A en heeft een bruikbare capaciteit van 0,2 Ah. Het stroomverbruik van de OPTIMIZER Smart IPG is in hoge mate afhankelijk van de energie van de aan de patiënt afgegeven CCM™-signalen.
  • Pagina 13: Geëxtrapoleerde Levensduur Van De Batterij

    Bij herhaaldelijk opladen zal de batterij in de Optimizer Smart IPG na verloop van tijd niet meer in staat zijn volledig op te laden. Wanneer het implantaat het vijftiende gebruiksjaar bereikt, is de electieve vervangings- periode ervan aangebroken.
  • Pagina 14 1200 1200 Nalaten de OPTIMIZER Smart IPG op tijd op te laden, kan ertoe leiden dat het apparaat op de stand-bymodus (OOO) overgaat en de afgifte van CCM™-signalen opschort. In deze modus moet het apparaat eerst opnieuw worden opgeladen voordat het de...
  • Pagina 15: Profiel En Training Van De Gebruiker

    De veiligheid en werking van het OPTIMIZER Smart System zijn gebaseerd op klinische onderzoeken die zijn uitgevoerd bij de vorige generatie van het apparaat, het OPTIMIZER IVs en III System, gezien de vergelijkbaarheid van de systemen met betrekking tot de werking, het beoogde gebruik, de ontwerpeigenschappen en de CCM-signalen.
  • Pagina 16: Contra-Indicaties En Voorzorgsmaatregelen

    WAARSCHUWINGEN Mogelijke complicaties van implantatie van het apparaat Zoals bij alle chirurgische procedures gaat de implantatie van een OPTIMIZER Smart IPG met een zeker risico gepaard. In de literatuur vermelde complicaties van de implantatie van een IPG zijn onder meer, zonder beperking: door de IPG geïnduceerde hartrit- mestoornissen met inbegrip van levensbedreigende hartritmestoornissen (bijv.
  • Pagina 17: Ventriculaire Hartritmestoornissen Die Mogelijk Door Ccm™-Signalen Worden Veroorzaakt

    CCM geïnduceerde ventriculaire activiteit retrograad naar de atria wordt geleid, wat een premature atriale depolarisatie tot gevolg heeft. De OPTIMIZER Smart IPG detecteert mogelijk de ventriculaire activering als gevolg van het retrograad geïnduceerde atriale voorval en geeft CCM™-signalen af zoals geprogrammeerd.
  • Pagina 18: Hantering

    CCM™-signalen kunnen worden geïnduceerd. Hantering Implanteer de OPTIMIZER Smart IPG niet als de verpakking is beschadigd of als het apparaat op een hard oppervlak is gevallen van een hoogte van 30 cm of meer terwijl het zich nog in de verzenddoos bevond. Implanteer het apparaat niet als het na het uitpakken op een hard oppervlak is gevallen.
  • Pagina 19: Informatie Op De Verpakking

    NB: De OPTIMIZER Smart IPG mag niet worden gebruikt in de nabijheid van andere elektrische apparatuur. Als het niet haalbaar is om ze verder van elkaar te plaatsen, moet de OPTIMIZER Smart IPG worden gemonitord om te controleren of hij normaal werkt.
  • Pagina 20: Elektrocaustiek

    Net als alle andere IPG’s kan de OPTIMIZER Smart IPG worden beïnvloed door storing als gevolg van magnetische, elektrische en elektromagnetische signalen, mits deze sterk genoeg zijn of eigenschappen hebben die op activiteit van het hart lijken. De meeste storing zal leiden tot blokkering van de afgifte van CCM™-signalen. In zeldzame gevallen zou een storing veroorzakend signaal de onterechte afgifte van CCM™-signalen...
  • Pagina 21: Rf-Ablatie

    Als er een RF-ablatieprocedure moet worden uitgevoerd, moet de neutrale elektrode zodanig worden gepositioneerd dat de stroom die door de OPTIMIZER Smart IPG en de geleiders wordt gevoerd, tot het minimum wordt beperkt. Vermijd direct contact tussen de ablatiekatheter en de OPTIMIZER Smart IPG of de geleiders daarvan. Het risico van ongewenste voorvallen kan worden verminderd door de OPTIMIZER Smart IPG op de stand-bymodus (OOO) te programmeren.
  • Pagina 22: Stralingstherapie

    Om het risico te verminderen, verdient het aanbeveling om de paddles zo ver mogelijk van de OPTIMIZER Smart IPG vandaan te plaatsen. Voorts moet worden voorkomen dat de paddles zodanig worden geplaatst dat de OPTIMIZER Smart IPG in de directe baan van de defibrillatiestroom wordt gebracht.
  • Pagina 23: Lithotripsie

    De perifere pols van de patiënt moet gedurende de procedure worden gemonitord. Onmiddellijk na de behandeling moet worden gecontroleerd of de OPTIMIZER Smart IPG op juiste wijze werkt. Als blijkt dat het apparaat op de ‘DOWN’-modus (UITGESCHAKELDE modus) is overgegaan, moet het worden gereset.
  • Pagina 24: Huishoudelijke Apparaten

    5.11 Huishoudelijke apparaten Thuis en commercieel gebruikte magnetrons hebben geen invloed op de werking van de OPTIMIZER Smart IPG, mits ze in goede staat verkeren en gebruikt worden zoals bedoeld. Zelfs de energie van een uitermate defecte magnetron die rechtstreeks naar de IPG uitstraalt, beschadigt het apparaat niet, hoewel dit een uitwerking kan hebben op de detectiefunctie, wat uiteindelijk een effect kan hebben op de afgifte van CCM™-signalen.
  • Pagina 25: Zendapparatuur

    Communicatieapparatuur zoals radio- en tv-zenders (waaronder amateurradiozenders, microgolf- en CB-radiozenders met eindversterkers) evenals radarzenders kunnen de werking van de OPTIMIZER Smart IPG verstoren. Om die reden moet rekening worden gehouden met de veldsterkten en modulatie-eigenschappen van alle elektromagnetische velden waaraan patiënten op hun werkplek of vanwege hun levensstijl worden blootgesteld.
  • Pagina 26: Implantatie Van Het Apparaat

    IMPLANTATIE VAN HET APPARAAT Algemene overwegingen In het algemeen wordt de OPTIMIZER Smart IPG in het rechterdeel van de borststreek geïmplanteerd. Toegang via de v. subclavia heeft de voorkeur boven toegang via de v. axillaris of v. cephalica, omdat er in totaal twee intracardiale geleiders moeten worden ingebracht.
  • Pagina 27: Openen Van De Verpakking(En) Met Steriele Geleiders

    Openen van de steriele verpakking van de OPTIMIZER Smart IPG De OPTIMIZER Smart IPG wordt geleverd in een bewaardoos met daarin een literatuur- pakket en de steriele verpakking die met ethyleenoxide is gesteriliseerd. De steriele verpakking bestaat uit een buitenste TYVEK/PET-blisterverpakking waarin zich een binnenste TYVEK/PET-blisterverpakking bevindt.
  • Pagina 28: Verificatie Van De Plaatsing Van De Geleiders

    • Trek de binnenste afdekking terug, te beginnen bij het lipje. • Verwijder de OPTIMIZER Smart IPG en de accessoires. Verificatie van de plaatsing van de geleiders NB: De Programmer Wand van het OMNI II Programmer System (met OMNI Smart Software) is niet steriel en kan niet worden gesteriliseerd.
  • Pagina 29 o Sluit de als ‘LS-geleider’ geïmplanteerde geleider aan op de krokodillenbekklemmen met de GELE (tip) en GROENE (ring) kleurlabels. o Als er een atriale geleider zal worden gebruikt, sluit dan de als ‘RA-geleider’ geïmplanteerde geleider aan op de krokodillenbek- klemmen met de BLAUWE (tip) en WITTE (ring) kleur. Afbeelding 3: Krokodillenbekklem van de verlengdraad voor de geleider aangesloten op de geleiders •...
  • Pagina 30: Zonder Gebruik Te Maken Van De Verlengdraad Voor De Geleiders

    De Programmer Wand moet in een steriele omhulling worden geplaatst voordat hij in het steriele veld kan worden ingebracht. • Sluit de geïmplanteerde geleiders aan op de OPTIMIZER Smart IPG (zie 7.5 voor bijzonderheden). • Plaats de Programmer Wand boven de IPG.
  • Pagina 31: Aansluiten Van De Geïmplanteerde Geleiders Op De Optimizer Smart Ipg

    o Pas de detectiewaarden van elke geleider aan totdat er een consistente detectie van de elektrische signalen van het hart tot stand wordt gebracht en begin vervolgens met de cardiale-contractiliteits- modulatietherapie met een gereduceerde amplitude van 5,0 V. o Meet de geleiderimpedanties en controleer of ze binnen de verwachte waarden zijn.
  • Pagina 32: Dissectie Van De Pocket Van De Ipg

    NB: Als er geen atriale geleider met de OPTIMIZER Smart IPG zal worden gebruikt, breng dan de poortplug in die met de verpakking van de OPTIMIZER Smart IPG is meegeleverd, in de ‘A’-poort van de IPG in en draai voorzichtig alleen de stelschroef van de ring aan.
  • Pagina 33: Inbrengen Van De Optimizer Smart Ipg En Sluiten Van De Pocket

    Breng de OPTIMIZER Smart IPG in de onderhuidse pocket in. Hoewel het theoretisch mogelijk is de OPTIMIZER Smart IPG in welke positie dan ook te ondervragen en op te laden, is de voorkeursplaatsing zodanig dat de letters naar de voorkant wijzen; bij die plaatsing wordt de beste koppeling verkregen tussen de oplaadspoel in de kop en de OPTIMIZER Mini Charger.
  • Pagina 34: Optimizer Smart Ipg: Functies En Programmeeropties

    Zorg dat u bij het vervangen van een OPTIMIZER Smart IPG met het oog controleert of de isolatie van de geleiders intact is. Nu moeten ook de impedanties en detectiedrempels met een PSA worden beoordeeld.
  • Pagina 35: De Status Ccm Off (Ccm Uit)

    Deze status kan alleen worden veranderd door de OMNI Smart Programmer- applicatie te gebruiken om de OPTIMIZER Smart IPG onder toezicht van een arts te herprogrammeren. De patiënt of de arts kan de OPTIMIZER Smart IPG in de status Permanent Off (permanent uit) forceren door een magneet boven de implantatieplaats van de OPTIMIZER Smart IPG te plaatsen en deze gedurende ten minste twee hartcycli (2–3 seconden) dicht bij het apparaat te houden.
  • Pagina 36: A/V-Detectieparameters

    148 ms en 453 ms, met stappen van 8 ms. Opties voor toediening van CCM™ De implanteerbare OPTIMIZER Smart IPG heeft drie opties voor het plannen van de toediening van CCM™: • CCM OFF (CCM UIT): geen afgifte van CCM™-signalen •...
  • Pagina 37: Afgifte Van Ccm™-Signalen

    • Continuous (continu): continue afgifte van CCM™-signalen (alleen voor testdoeleinden). Afgifte van CCM™-signalen Dit gedeelte gaat in op hoe de implanteerbare OPTIMIZER Smart IPG CCM™-signalen aan het hart afgeeft. 9.5.1 Kanalen CCM™-signalen kunnen ofwel via een van de volgende kanalen of via een combinatie van deze kanalen worden afgegeven: •...
  • Pagina 38: Balancerende Fase

    • Phase Polarity (polariteit van fase): De polariteit van de fase van de pulsen die het CCM™-signaal vormen, kan met de OMNI Smart Programmer-applicatie op ‘Positive’ (positief) of ‘Negative’ (negatief) worden geprogrammeerd. Wanneer de polariteit van PHASE 1 (fase 1) op één waarde wordt ingesteld, wordt de polariteit van PHASE 2 (fase 2) automatisch op de tegenovergestelde waarde ingesteld.
  • Pagina 39: Parameters Voor Blokkering Van Ccm

    Parameters voor blokkering van CCM™ Door de trein van gedetecteerde cardiale voorvallen te analyseren op basis van hun opeenvolging en hun volgorde in de tijd ‘beslist’ de OPTIMIZER Smart IPG voor elke actie van het hart om al dan niet CCM™-signalen af te geven.
  • Pagina 40 NB: Deze parameter is uitsluitend actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG zich in de modus Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM) bevindt. • Long AV (lang AV): Intervallen tussen een atriaal voorval en een ventriculair voorval worden als ‘Long AV (lang AV)’ beschouwd als ze een geprogrammeerde drempel overschrijden.
  • Pagina 41: Local Sensing (Het Gebruik Van Local Sense)

    CCM™-stimulus af. De timing van het door het LS-kanaal binnen een cardiale cyclus gedetecteerde signaal, vooral met betrekking tot de R-golf, is het belangrijkste criterium op basis waarvan de OPTIMIZER Smart IPG de cyclus als normaal of abnormaal classificeert. CCM™-signalen worden niet afgegeven tijdens cycli...
  • Pagina 42: Local Sense Alert Window (Local Sense-Waarschuwingsvenster)

    Mits de afgifte van CCM™-signalen niet wordt verhinderd door de detectie van een Local Sense-voorval dat niet strookt met het Alert Window (waarschuwingsvenster), kan de OPTIMIZER Smart IPG in de loop van een dag CCM™-pulsen afgeven aan duizenden hartslagen. Zo kan hij bijvoorbeeld CCM™ aan ettelijke duizenden hartslagen van in totaal 50.000 achtereenvolgende hartslagen afgeven.
  • Pagina 43: Local Sense Refractaire Perioden

    Met de OMNI Smart Programmer-applicatie kan de duur worden ingesteld op waarden tussen 0 ms en 55 ms, met stappen van 5 ms. NB: Deze parameter is uitsluitend actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG zich in de modus Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM) bevindt.
  • Pagina 44: Opmerkingen

    (de ‘garantieperiode’). Als een IPG of enig deel daarvan defect lijkt wat materialen of vakmanschap betreft of niet aan de van toepassing zijnde specificaties lijkt te voldoen, zal Impulse Dynamics defecte of niet-conformerende implanteerbare componenten vervangen of defecte of niet- conformerende niet-implanteerbare componenten repareren of vervangen.
  • Pagina 45: Verplicht Opladen Van De Batterij

    Onder deze garantie is Impulse Dynamics niet aansprakelijk als uit tests en analyses blijkt dat het vermeende defect of de vermeende niet-conformiteit van de IPG niet aanwezig is of veroorzaakt is door onjuist gebruik, nalatigheid, onjuiste implantatie of follow-up, niet-gemachtigde pogingen tot reparatie door de gebruiker of als gevolg van een ongeluk, brand, bliksem of andere gevaren.
  • Pagina 46: Fysieke Eigenschappen

    3,2 mm; IS-1/VS-1 De fabrikantencode staat voor Impulse Dynamics; de ID-code van het model voor de OPTIMIZER is ‘OS’; y komt overeen met de code voor het jaar: A voor 2015, B voor 2016, C voor 2017, D voor 2018 enz.
  • Pagina 47: Stroomverbruik

    Minder dan 40 µA ODO-LS-CCM UIT Minder dan 45 µA ODO-LS-CCM AAN Minder dan 1200 µA Het stroomverbruik van de OPTIMIZER Smart IPG is in hoge mate afhankelijk van de energie die wordt afgegeven door de CCM™-pulstrein. Veilige modus Modus Beschrijving...
  • Pagina 48: Parameters Voor Ccm™-Trein

    Ventricle refractory period Tussen 148 ms en 453 ms met stappen van 8 ms (ventriculaire refractaire periode) : Alleen actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM) staat. PARAMETERS VOOR CCM™-TREIN Naam van parameter Waarden...
  • Pagina 49: Parameters Voor Local Sense

    19 mogelijk tussen 62 bpm en 110 bpm (ventriculaire tachycardiefrequentie) : Alleen actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM) staat. : Alleen actief wanneer de OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active OVO-LS-CCM (actieve OVO-LS-CCM) staat.
  • Pagina 50: Fabrieksinstellingen

    Fabrieksinstellingen PARAMETERS M.B.T. REGELEN VAN DE DETECTIE VAN HET RECHTERHART Modus Atrial Sense Amplifier Sensitivity (gevoeligheid van atriale 1,3 mV detectieversterking) Ventricular Sense Amplifier Sensitivity (gevoeligheid van 2,0 mV ventriculaire detectieversterking) Ventricular Sensing Polarity (polariteit van ventriculaire detectie) Bipolair Atrial Sensing Polarity (polariteit van atriale detectie) Bipolair Ventricular Refractory Period (ventriculaire refractaire periode) 250 ms...
  • Pagina 51: Programmeerbare Parameters Voor Het Ls-Kanaal

    PROGRAMMEERBARE PARAMETERS VOOR HET LS-KANAAL LS Sensitivity (LS-gevoeligheid) 2,0 mV LS Alert Window Start (begin van -10 ms LS-waarschuwingsvenster) LS Alert Window Width (breedte van 30 ms LS-waarschuwingsvenster) LS Pre-Atrial LS Refractory Period 5 ms (LS pre-atriale LS refractaire periode) LS Post-Atrial LS Refractory Period 5 ms (LS postatriale LS refractaire periode)
  • Pagina 52: Programmering In Noodgevallen

    Programmering in noodgevallen PARAMETERS M.B.T. REGELEN VAN DE DETECTIE VAN HET RECHTERHART Modus Atrial Sense Amplifier Sensitivity (gevoeligheid van atriale 1,3 mV detectieversterking) Ventricular Sense Amplifier Sensitivity (gevoeligheid van 2,0 mV ventriculaire detectieversterking) Ventricular Sensing Polarity (polariteit van ventriculaire detectie) Bipolair Atrial Sensing Polarity (polariteit van atriale detectie) Bipolair...
  • Pagina 53 PROGRAMMEERBARE PARAMETERS VOOR HET LS-KANAAL LS Sensitivity (LS-gevoeligheid) 2,0 mV LS Alert Window Start (begin van -10 ms LS-waarschuwingsvenster) LS Alert Window Width (breedte van 30 ms LS-waarschuwingsvenster) LS Pre-Atrial LS Refractory Period 5 ms (LS pre-atriale LS refractaire periode) LS Post-Atrial LS Refractory Period 5 ms (LS postatriale LS refractaire periode)
  • Pagina 54: Communicatie/Telemetrie

    BIJLAGE II Communicatie/telemetrie Tussen de OPTIMIZER Smart IPG en de OMNI II Programmer (met OMNI Smart Software): • OPTIMIZER Smart IPG naar OMNI II Programmer (met OMNI Smart Software): o PPM: ‘0’ = 180 µs, ‘1’ = 270 µs o LC van 14,5 kHz opgewekt door puls o 1 cyclus per puls totdat gedempt tot 10% o Energie geïnvesteerd per puls 0,36 µJ →...
  • Pagina 55: Samenvatting Van Actueel Klinisch Onderzoek: Fix-Hf-5C

    6. Documenteer de herprogrammering van de CCM™-treinvertraging met een afdruk van de parameters waarop de IPG-instelling te zien is. 7. Herprogrammeer de ICD zodat deze in staat is antitachycardietherapie toe te dienen. 8. Documenteer de reactivering van de antitachycardietherapie met een afdruk van de parameters waarop de ICD-instelling te zien is.
  • Pagina 56 Primair doeltreffendheidseindpunt Het primaire doeltreffendheidseindpunt werd gedefinieerd als de verandering in piek- van baseline tot en met 24 weken tussen de controlegroep en de CCM-groep zoals geëvalueerd door het geblindeerde centrale laboratorium. De primaire doeltreffend- heidsanalyse maakte gebruik van een Bayesiaans lineair model met herhaalde metingen om de groepsverschillen in de gemiddelde piek-VO bij 24 weken na baseline te schatten, met vaste 30%-lening van informatie (70% down-weighting) van het overeenkomstige...
  • Pagina 57: Demografische Gegevens En Baselinegegevens

    2.0 Demografische gegevens en baselinegegevens Van de 160 patiënten die in aanmerking kwamen, werden 74 gerandomiseerd bij de CCM-groep en werden 86 gerandomiseerd bij de controlegroep. In de CCM-groep kregen 6 patiënten het apparaat niet en overleden 2 patiënten vóór het bezoek na 24 weken (waaronder 1 patiënt die vóór de randomisatie overleed).
  • Pagina 58: Doeltreffendheidsresultaten

    3.0 Doeltreffendheidsresultaten a. Primair doeltreffendheidseindpunt Er is aan het primaire doeltreffendheidseindpunt voldaan. Het op het model gebaseerde geschatte gemiddelde verschil in piek-VO na 24 weken tussen de CCM-groep en de controlegroep bedroeg 0,84 ml/kg/min met een 95% Bayesiaans betrouwbaarheids- interval van (0,12, 1,55) ml/kg/min. De waarschijnlijkheid dat CCM superieur is aan de controle, was 0,989, wat hoger is dan het criterium van 0,975 dat vereist is voor statistische significantie van het primaire eindpunt.
  • Pagina 59 Afbeelding 2: Tijdsverloop van het behandelingseffect op piek-VO (FIX-HF-5C) Er werden gevoeligheidsanalyses met betrekking tot het primaire doeltreffendheidseindpunt uitgevoerd waarbij ontbrekende gegevens met andere mechanismen of modificaties werden behandeld (tabel 2). De imputatiemethode beïnvloedde de resultaten en de -schatting varieerde van 0,48 tot 0,84 afhankelijk van de methode. De conclusie van de superioriteit van CCM met betrekking tot de gemiddelde piek-VO was consistent bij alle gevoeligheidsanalyses.
  • Pagina 60 Onderzoek Populatie Bayesiaanse Bayesiaanse schatting van a posteriori waarschijnlijkheid Imputatie (overlijden = 0) 0,799 0,960 Imputatie (overlijden = 0,611 0,957 Alleen FIX-HF-5C laagste piek-VO Afgeronde casussen 0,480 0,916 (geen imputatie) Imputatie (overlijden = 0) 1,074 1,00 Alleen FIX-HF-5 Afgeronde casussen 1,080 1,00 (geen imputatie)
  • Pagina 61: Veiligheidsresultaten

    Tabel 5: Verandering in piek-VO bij tests met RER ≥ 1,05 na 24 weken volgens onderzoek Verschil (95%-BI) in p-waarde piek-VO (ml/kg/min) (1-zijdig) tussen de groepen Gepoolde gegevens 0,62 (0,11, 1,14) 0,009 FIX-HF-5C 0,43 (-0,25, 1,11) 0,1100 FIX-HF-5-subgroep 0,83 (0,06, 1,61) 0,017 Een significant behandelingseffect werd geobserveerd bij 6 verkennende uitkomsten.
  • Pagina 62: Samenvatting Van Actueel Klinisch Onderzoek: Fix-Hf-5C2

    1.0 Overzicht van de opzet van het onderzoek Het FIX-HF-5C2-onderzoek was een multicenter, prospectief onderzoek met een enkele groep die alleen met de configuratie met 2 geleiders van het OPTIMIZER Smart System werd behandeld. Er werden zestig patiënten ingeschreven en bij hen werd het OPTIMIZER Smart System geïmplanteerd.
  • Pagina 63 Voor patiënten die aan baselinetests en geschiktheidscriteria voldeden, werd een datum gepland om zo spoedig mogelijk een OPTIMIZER Smart met 2 geleiders te laten implanteren. Patiënten kwamen vervolgens 2 weken, 12 weken en 24 weken na de initiële implantatie voor evaluatie terug naar de kliniek.
  • Pagina 64: Verantwoording Van Patiënten Met Onderzoeksbezoeken

    3.0 Resultaten 3.1 Aantal onderzoekers en aantal locaties Er namen 8 locaties en 8 hoofdonderzoekers deel aan het FIX-HF-5C2-onderzoek, zoals weergegeven in onderstaande tabel Tabel 1: Lijst met locaties Onderzoeker/onderzoekslocatie Gescreend Ingeschreven Locatie A 4 (6,7%) Locatie B 18 (30,0%) Locatie C 1 (1,7%) Locatie D...
  • Pagina 65: Baselinegegevens

    Variabele FIX-HF-5C2-OPTIMIZER Bezoek na 24 weken afgelegd 59 (98,3%) Inspanningstolerantietest na 24 weken afgelegd 55 (91,7%) Inspanningstolerantietest na 24 weken evalueerbaar 52 (86,7%) Vóór het bezoek na 24 weken Omvat alleen patiënten met geldige piek-VO , zoals vastgesteld door het centraal laboratorium bij het aangeduide bezoek.
  • Pagina 66 Tabel 4: Baselinegegevens: ITT-populatie FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C Variabele OPTIMIZER OPTIMIZER P-waarde Controlegroep P-waarde Leeftijd (jr) 66,3 ± 8,9 (60) 63,1 ± 10,9 (74) 0,071 62,8 ± 11,4 (86) 0,049 53 (88,3%) 54 (73,0%) 0,032 68 (79,1%) 0,182 Etniciteit (blank) 40 (66,7%) 55 (74,3%) 0,346 61 (70,9%)
  • Pagina 67 FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C Variabele OPTIMIZER OPTIMIZER P-waarde Controlegroep P-waarde NYHA Klasse III 59 (98,3%) 64 (86,5%) 0,023 78 (90,7%) 0,082 Klasse IV 1 (1,7%) 10 (13,5%) 0,023 8 (9,3%) 0,082 Vergeleken met de FIX-HF-5C2-OPTIMIZER-groep via Fishers exacte toets voor binaire variabelen en two-sample t-toets voor continue variabelen.
  • Pagina 68 FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C Variabele OPTIMIZER OPTIMIZER P-waarde Controlegroep P-waarde Calciumkanaalblokker 6 (10,0%) 9 (12,2%) 0,787 8 (9,3%) 1,000 Anti-arrhythmicum 19 (31,7%) 14 (18,9%) 0,108 12 (14,0%) 0,013 Trombocytenaggregatieremmer 41 (68,3%) 54 (73,0%) 0,572 59 (68,6%) 1,000 Anticoagulans 27 (45,0%) 19 (25,7%) 0,028 18 (20,9%) 0,003...
  • Pagina 69 Hartfalenmedicatie bij baseline is samengevat in tabel 5. De enige significante verschillen waren een toegenomen gebruik van ARNi’s, anti-arrhythmica en anticoagulantia bij FIX-HF-5C2-patiënten. Het toegenomen gebruik van ARNi’s weerspiegelt het feit dat ze tegen het einde van het FIX-HF-5C-onderzoek zijn geïntroduceerd.
  • Pagina 70 Tabel 7: Aantal observaties, gemiddelde, SD van piek-VO volgens groep en tijd Nobs Nobs Gemiddelde Standaardafwijking (geobserveerd) (ontbrekend) Controle Apparaat Controle Apparaat Controle Apparaat Controle Apparaat Baseline 15,36 15,01 2,81 2,94 14,59 16,01 4,29 3,34 12 weken 14,34 16,22 4,69 3,09 24 weken Tabel 8: Resultaten van Bayesiaanse primaire analyse (met lening)
  • Pagina 71 Afbeelding 2: Gemiddeld verschil per behandeling in PVO na 24 weken volgens onderzoek volgens model De Bayesiaanse a posteriori waarschijnlijkheid dat ∆ groter is dan 0 (wat de superioriteit van het FIX-HF-5C2-apparaat vergeleken met de FIX-HF-5C- controle aanduidt), is 1. Omdat dit meer bedraagt dan 0,975, wordt de nulhypothese verworpen en wordt superioriteit geclaimd met betrekking tot het primaire eindpunt.
  • Pagina 72 Er waren geen sterfgevallen of ontbrekende waarden als gevolg van ziekenhuis- opnamen vanwege hartfalen, dus waren er geen imputaties van nullen of laagste waarde in de FIX-HF-5C2-gegevens. Eerdere onderzoeksresultaten zijn gepresenteerd voor de doeleinden van vergelijking, waaronder verschillen tussen de huidige OPTIMIZER-resultaten en resultaten van het FIX-HF-5C-onderzoek.
  • Pagina 73 Tabel 9: Samenvatting van doeltreffendheid: ITT-populatie FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C Variabele OPTIMIZER OPTIMIZER Verschil Controlegroep Verschil Piek-VO (ml/kg/min) Baseline Gemiddelde ± 15,0 ± 2,9 (60) 15,5 ± 2,6 (73) -0,48 ± 2,76 15,4 ± 2,8 (86) -0,36 ± 2,87 SD (n) (min., max.) (9,8, 19,9) (9,8, 19,7) (9,1, 19,9)
  • Pagina 74 FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C Variabele OPTIMIZER OPTIMIZER Verschil Controlegroep Verschil Na 24 weken Gemiddelde ± 16,2 ± 3,1 (52) 15,5 ± 3,5 (66) 0,73 ± 3,33 15,2 ± 3,3 (70) 1,06 ± 3,20 SD (n) (min., max.) (10,2, 23,9) (8,9, 23,2) (8,8, 22,7) [95%-BI] [15,4, 17,1] [14,6, 16,3]...
  • Pagina 75 Tabel 10: Secundaire doeltreffendheid – Ondervraging van OPTIMIZER: IP-populatie FIX-HF-5C2 Permanent AFIB FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C bij baseline OPTIMIZER Variabele OPTIMIZER (N = 60) OPTIMIZER (N = 60) Verschil (N = 9) Totale toediening van CCM Na 24 weken Gemiddelde ± 19892 ± 3472 (59) 19583 ±...
  • Pagina 76 3.7 Primair veiligheidseindpunt Het primaire veiligheidseindpunt was het samengestelde eindpunt van het percentage patiënten in de OPTIMIZER-groep die een met het OPTIMIZER-apparaat of de OPTIMIZER-procedure verband houdende complicatie had in de gehele follow- upperiode tot en met 24 weken, zoals vastgesteld door een onafhankelijke voorvallenbeoordelingscommissie (EAC).
  • Pagina 77 Tabel 11: Veiligheid: ITT-populatie FIX-HF-5C2 FIX-HF-5C OPTIMIZER met OPTIMIZER Variabele 2 geleiders met 3 geleiders P-waarde Primaire veiligheid Met OPTIMIZER-apparaat of n (%) 1 (1,7%) 7 (10,3%) 0,0660 -procedure verband houdende complicatie tot en met 24 weken [95%-BI] (0,0%, 8,9%) (4,2%, 20,1%) Secundaire veiligheid SAE’s in de vorm van PVC’s...
  • Pagina 78 Tabel 12: Beoordeelde ernstige ongewenste voorvallen, dag 0–168: ITT-populatie FIX-HF-5C2-OPTIMIZER FIX-HF-5C-OPTIMIZER FIX-HF-5C-controlegroep Aantal Aantal Aantal Variabele voorvallen Patiënten voorvallen Patiënten P-waarde voorvallen Patiënten P-waarde Alle 19 (31,7%) 20 (27,0%) 0,572 19 (22,1%) 0,250 (20,3%, 45,0%) (17,4%, 38,6%) (13,9%, 32,3%) Algemeen medisch 7 (11,7%) 7 (9,5%) 0,779...
  • Pagina 79 FIX-HF-5C2-OPTIMIZER FIX-HF-5C-OPTIMIZER FIX-HF-5C-controlegroep Aantal Aantal Aantal Variabele voorvallen Patiënten voorvallen Patiënten P-waarde voorvallen Patiënten P-waarde Storing van ICD- of 1 (1,7%) 2 (2,7%) 1,000 0 (0,0%) 0,411 pacemakersysteem (0,0%, 8,9%) (0,3%, 9,4%) (0,0%, 4,2%) Storing van OPTIMIZER 0 (0,0%) 6 (8,1%) 0,033 System (0,0%, 6,0%)
  • Pagina 80 Tabel 13: Niet-ernstige ongewenste voorvallen, dag 0–168: ITT-populatie FIX-HF-5C2-OPTIMIZER FIX-HF-5C-OPTIMIZER FIX-HF-5C-controlegroep Aantal Aantal Aantal Variabele voorvallen Patiënten voorvallen Patiënten P-waarde voorvallen Patiënten P-waarde Alle 26 (43,3%) 21 (28,4%) 0,101 23 (26,7%) 0,050 (30,6%, 56,8%) (18,5%, 40,1%) (17,8%, 37,4%) Algemeen medisch 19 (31,7%) 14 (18,9%) 0,108...
  • Pagina 81 FIX-HF-5C2-OPTIMIZER FIX-HF-5C-OPTIMIZER FIX-HF-5C-controlegroep Aantal Aantal Aantal Variabele voorvallen Patiënten voorvallen Patiënten P-waarde voorvallen Patiënten P-waarde Storing van ICD- of 0 (0,0%) 0 (0,0%) 0 (0,0%) pacemakersysteem (0,0%, 6,0%) (0,0%, 4,9%) (0,0%, 4,2%) Storing van OPTIMIZER 0 (0,0%) 2 (2,7%) 0,502 System (0,0%, 6,0%) (0,3%, 9,4%)
  • Pagina 82 Daarom kan worden geconcludeerd dat het FIX-HF-5C2-onderzoek aan zijn vooraf gespecificeerde eindpunten heeft voldaan en dat de configuratie met 2 geleiders van de OPTIMIZER Smart ten minste even veilig en doeltreffend is als de configuratie met 3 geleiders de OPTIMIZER Smart die door de FDA in P180036 is goedgekeurd.
  • Pagina 83: Risico-Baten

    Op basis van de hier beschreven resultaten van het FIX-HF-5C2-onderzoek concluderen wij als volgt: 1. De configuratie met 2 geleiders van het OPTIMIZER Smart System is veilig en doeltreffend voor de toediening van CCM-therapie bij patiënten met symptomen van hartfalen van NYHA klasse III.
  • Pagina 84: Ccm-Registeronderzoek

    C. CCM-registeronderzoek Abstract Titel: Cardiac contractility modulation improves long-term survival and hospitalizations in heart failure with reduced ejection fraction. [Cardiale-contractiliteitsmodulatie verbetert de overleving op lange termijn en ziekenhuisopnamen bij hartfalen met verlaagde ejectiefractie.] DOELSTELLINGEN: Cardiale-contractiliteitsmodulatie (CCM) verbetert symptomen en inspanningstolerantie en reduceert ziekenhuisopnamen vanwege hartfalen (HF) bij een 6 maanden durende follow-up bij patiënten met symptomen van New York Heart Association (NYHA) klasse III of IV, QRS <...
  • Pagina 85 TREFWOORDEN: Ziekenhuisopnamen; linkerventriculaire ejectiefractie; Minnesota Living with Heart Failure-vragenlijst; overleving Literatuur: Anker, S. D., Borggrefe, M., Neuser, H., Ohlow, M. A., Röger, S., Goette, A., … Hasenfuss, G. (2019). Cardiac contractility modulation improves long-term survival and hospitalizations in heart failure with reduced ejection fraction. European Journal of Heart Failure, 21(9), 1103–1113.

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ccm x10

Inhoudsopgave