NB: Na elk oplaadproces wordt een ON (AAN)-fase gestart. De timer hervat het
normale programma bij de volgende middernacht.
• Continuous (continu): continue afgifte van CCM™-signalen (alleen voor
testdoeleinden).
9.5
Afgifte van CCM™-signalen
Dit gedeelte gaat in op hoe de implanteerbare OPTIMIZER Smart IPG CCM™-signalen
aan het hart afgeeft.
9.5.1 Kanalen
CCM™-signalen kunnen ofwel via een van de volgende kanalen of via een
combinatie van deze kanalen worden afgegeven:
• V lead (V-geleider)
• LS lead (LS-geleider)
9.5.2 Parameters voor CCM™-signalen
Het CCM™-signaal is een pulstrein die bestaat uit een programmeerbaar aantal
achtereenvolgende pulsen, elk met twee fasen van tegenovergestelde polariteit en
programmeerbare duur.
• Number of Pulses (aantal pulsen): Met de OMNI Smart Programmer-
applicatie kan het aantal pulsen worden ingesteld op 1, 2 of 3.
• Delay (vertraging): De afgifte van CCM™-signalen wordt getriggerd door
het Local Sense-voorval. De vertragingsparameter (het koppelings-
interval) is het tijdsinterval tussen de voorflank van het Local Sense
triggerende voorval en het begin van de afgifte van de CCM™-pulstrein.
Met de OMNI Smart Programmer-applicatie kan de vertragingsparameter
worden ingesteld op waarden tussen 3 ms en 140 ms, met stappen van 1 ms.
NB: Wanneer de OPTIMIZER Smart IPG in de modus Active
OVO-LS-CCM (actieve OVO-LS-CCM) staat, is de maximaal toelaatbare
instelling voor deze parameter 45 ms.
• Amplitude: Dit is de initiële spanning van het CCM™-signaal. Met de
OMNI Smart Programmer-applicatie kan de amplitude worden ingesteld
op waarden tussen 4,0 V en 7,5 V, met stappen van 0,5 V.
• Phase Duration (duur van fase): De duur van de fase van de pulsen die
het CCM™-signaal vormen, kan met de OMNI Smart Programmer-
applicatie worden geprogrammeerd op een van 4 mogelijke waarden
tussen 5,14 ms en 6,60 ms. De duur van beide fasen wordt automatisch
ingesteld op identieke waarden.
31