Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Optimizer Smart Ipg: Functies En Programmeeropties; Bedieningsmodi - Impulse Dynamics OPTIMIZER Smart Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Reinig de geleiderpluggen met steriel gedistilleerd water (bij gebruik van fysiologische zoutoplossing
moeten de pluggen naderhand worden drooggeveegd met een chirurgisch sponsje) en breng de
plug volledig in de betreffende connectorklem van de OPTIMIZER Smart IPG in. Zorg dat de
tippen van de geleiderpluggen worden ingebracht voorbij de betreffende klemmen voor de tippen
van de geleiders. Draai de stelschroeven aan met de in de OPTIMIZER Smart-verpakking
meegeleverde steriele momentsleutel 2. Draai de Allen-momentsleutel rechtsom totdat u duidelijk
het geklik kunt horen en voelen dat overmatige torsie op de stelschroef beperkt. Oefen zorgvuldig
tractie uit op de snoerontlasting van elke geleider om te zorgen dat de geleiders goed in de klem
zijn verankerd. Draai tot slot de stelschroeven aan waarmee het contact tussen de ringen van de
pluggen en de overeenkomstige delen van het klemmenblok wordt vastgezet.
Zorg dat u bij het vervangen van een OPTIMIZER Smart IPG met het oog controleert of de
isolatie van de geleiders intact is. Nu moeten ook de impedanties en detectiedrempels met een
PSA worden beoordeeld.
Wanneer de OPTIMIZER Smart IPG wordt geëxplanteerd en niet wordt vervangen, moeten de
resterende geïmplanteerde geleiders met een dop worden afgedekt nadat ze van de IPG zijn
losgekoppeld.
Alle geëxplanteerde OPTIMIZER Smart IPG's moeten voor tests en analyse naar Impulse Dynamics
worden geretourneerd, wat waardevolle informatie kan opleveren over het verder verbeteren van
de kwaliteit en betrouwbaarheid van het apparaat.
Waarschuwing: Een OPTIMIZER Smart IPG mag nooit worden verbrand. De IPG moet
worden geëxplanteerd voordat een overleden patiënt wordt gecremeerd.
Waarschuwing: Implanteerbare onderdelen mogen niet opnieuw worden gebruikt als ze eerder
in een andere patiënt geïmplanteerd zijn geweest.
9.
OPTIMIZER SMART IPG: FUNCTIES EN PROGRAM-
MEEROPTIES
9.1

Bedieningsmodi

De implanteerbare OPTIMIZER Smart IPG heeft drie bedieningsmodi:
• Standby (OOO) (stand-by OOO): Het apparaat staat in stand-by; er worden geen
voorvallen gedetecteerd en er worden geen treinen met CCM™-signalen
afgegeven.
• Active ODO-LS-CCM (actieve ODO-LS-CCM): Het apparaat detecteert atriale,
ventriculaire en local sense-voorvallen en is in staat om CCM™-signalen af te geven.
• Active OVO-LS-CCM (actieve OVO-LS-CCM): Het
ventriculaire en local sense-voorvallen en is in staat om CCM™-signalen af te
geven zonder atriale detectievoorvallen te hoeven te detecteren.
28
apparaat
detecteert

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ccm x10

Inhoudsopgave