R Multifunctievergrendeling instellen
Door de schakelaar <R> naar rechts te zetten, voorkomt u dat de
instellingen per ongeluk worden gewijzigd door bijvoorbeeld de volgende
handelingen: Het ongewild bedienen van het Hoofdinstelwiel, het
Snelinstelwiel of de Multicontroller, het indrukken van de Selectieknop
AF-gebied of het tikken op het touchscreen.
Raadpleeg pagina 62 voor meer informatie over de
multifunctievergrendelingsschakelaar.
Wanneer de <R>-schakelaar naar rechts staat en u een
vergrendelde camerafunctie probeert te gebruiken (behalve wanneer
[hAanraakbediening] is ingesteld), wordt <L> in de zoeker en op het
LCD-paneel weergegeven. In het scherm Snel instellen (pag. 64) wordt
[LOCK] weergegeven. Tijdens Live View-opnamen of filmopnamen
wordt [LOCK] weergegeven op het opnamescherm.
Wanneer u deze vergrendelt, wordt standaard ook het instelwiel <5>
vergrendeld.
In de modus <A> kan alleen [hAanraakbediening] worden ingesteld.
Quick Control (pag. 64) functioneert ongeacht de instellingen van de
multifunctievergrendeling.
90
Selecteer
1
[Multifunctievergrendeling].
Selecteer op het tabblad [55] de
optie [Multifunctievergrendeling] en
druk vervolgens op <0>.
Voeg een vinkje [X] toe aan de
2
camerabediening die moet
worden vergrendeld.
Selecteer een camerabediening en
druk op <0> om er een vinkje [X]
aan toe te voegen.
Selecteer [OK].
Wanneer de schakelaar <R>
naar rechts staat, is de ingeschakelde
camerabediening [X] vergrendeld.