3 Persoonlijke voorkeuze-instellingenN
C.Fn2: Belichting
Sluitertijdbereik instellen
U kunt het sluitertijdbereik instellen. In de modi <s> en <a> kunt
u de sluitertijd handmatig instellen binnen het bereik dat u hebt
ingesteld. In de modi <d> en <f> wordt de sluitertijd automatisch
ingesteld binnen het sluitertijdbereik (behalve voor filmopnamen).
Selecteer daarna [OK] om de instelling te registreren.
Kortste tijd
U kunt deze instellen op 1/8000 seconde tot 15 seconden
Langste tijd
U kunt deze instellen op 30 seconden tot 1/4000 seconde
Diafragmabereik instellen
U kunt het diafragmabereik instellen. In de modi <f>, <a> en <F>
kunt u het diafragma handmatig instellen binnen het bereik dat u hebt
ingesteld. (In de modus <F> kan het diafragma niet handmatig
worden ingesteld tijdens filmopnamen.) In de modi <d> en <s>
wordt het diafragma automatisch ingesteld binnen het diafragmabereik
dat u hebt ingesteld (behalve voor filmopnamen). Selecteer daarna
[OK] om de instelling te registreren.
Kleinste diafr.(max.f/)
U kunt dit instellen tussen f/91 en f/1,4.
Grootste diafr.(min.f/)
U kunt dit instellen tussen f/1.0 en f/64.
Het instelbare diafragmabereik verschilt afhankelijk van het grootste en
kleinste diafragma van de lens.
488
C.Fn2
C.Fn2