3 Fijnafstelling van het scherpstelpunt voor AFN
Per lens afstellen
U kunt de afstelling voor iedere lens doorvoeren en de afstelling in de camera
registreren. U kunt voor maximaal 40 lenzen afstellingen registreren. Wanneer
u automatisch scherpstelt met een lens waarvan de afstelling is geregistreerd,
wordt het scherpstelpunt altijd verschoven met de afstelling.
Stel de afstelling handmatig in door herhaaldelijk af te stellen, opnamen te
maken en de resultaten te controleren totdat het gewenste resultaat is bereikt.
Als u gebruik maakt van een zoomlens, maakt u de afstelling voor de
groothoekstand (W) en de telestand (T).
Geregistreerd nummer
154
Selecteer [Per lens afstellen].
1
Druk op de knop <B>.
2
Het scherm [Per lens afstellen]
verschijnt.
Controleer en wijzig de
3
lensgegevens.
De lensgegevens weergeven
Druk op de knop <Q>.
In het scherm worden de naam van de
lens en een 10-cijferig serienummer
weergegeven. Wanneer het serienummer
wordt weergegeven, selecteert u [OK] en
gaat u naar stap 4.
Als het serienummer van de lens niet kan
worden bevestigd, wordt '0000000000'
weergegeven. Voer in dit geval het
nummer in aan de hand van de
instructies op de volgende pagina.
Zie de volgende pagina over het sterretje
' * ' dat soms voor het serienummer van
de lens wordt weergegeven.