(4) De camera op afstand bedienen met EOS Utility De camera op afstand bedienen De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. De landen en gebieden die de CANON iMAGE GATEWAY-services ondersteunen, vindt u op de website van Canon (http://canon.com/cig).
Pagina 3
Wat u met de draadloos-netwerkfuncties kunt doen Opnamen naar een andere camera overbrengen (pag.19) Breng opnamen op deze camera naar andere Canon-camera's over met de ingebouwde draadloos-netwerkvoorziening. Verbinden met een smartphone (pag.31, 75) Bekijk opgeslagen opnamen of bedien de camera met uw smartphone.
Stroomdiagram voor de Wi-Fi-functie Opnamen naar een andere camera Verbinden met een overbrengen smartphone • Installeer EOS Remote op de smartphone. Verbind de camera's met elkaar. • Verbind de camera met de smartphone. Verbind de camera's rechtstreeks met • Camera access point modus* elkaar via een draadloos netwerk.
Pagina 5
De draadloos-netwerkvoorziening van de computer moet vooraf in ad-hocmodus worden gezet. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. De landen en gebieden die de CANON iMAGE GATEWAY-services ondersteunen, vindt u op de website van Canon (http://canon.com/cig).
Alle overige bedrijfs- en productnamen en handelsmerken die in deze handleiding worden genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren. Let op: Canon is niet aansprakelijk voor eventueel verlies of schade als gevolg van onjuiste netwerk- of FTP-serverinstellingen bij gebruik van de camera.
Hoofdstukken Inleiding Basisinstellingen voor draadloos-netwerkvoorzieningen Opnamen naar een andere camera overbrengen Verbinding maken met een smartphone - 1 Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer - 1 Een draadloos-netwerktoegangspunt (Wi-Fi) gebruiken Verbinding maken met een smartphone - 2 Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer - 2 Bediening op afstand met EOS Utility Opnamen naar een webservice versturen Opnamen bekijken met een mediaspeler...
Pagina 8
Inhoudsopgave Inleiding Wat u met de draadloos-netwerkfuncties kunt doen ......2 Instructiehandleiding voor de Wi-Fi-functie ........4 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt .. 6 Hoofdstukken ................... 7 Basisinstellingen voor draadloos-netwerkvoorzieningen 11 Een bijnaam registreren ..............12 Basisbediening en -instellingen............
Pagina 9
Inhoudsopgave Een draadloos-netwerktoegangspunt (Wi-Fi) gebruiken 55 Het type toegangspunt controleren..........56 Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) ......57 Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus)......62 Handmatige verbinding door netwerken te zoeken......67 Verbinding maken met een smartphone - 2 Verbinding tot stand brengen met Infrastructuurmodus....76 De camera met een smartphone bedienen........78 Opnieuw verbinding maken ............
Pagina 10
Inhoudsopgave Handmatige verbinding door netwerken te zoeken ...... 115 Opnamen naar een webservice versturen ........120 Opnieuw verbinding maken............126 Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen....127 Opnamen bekijken met een mediaspeler Communicatie-instellingen voor een mediaspeler configureren.. 132 Opnamen op een tv weergeven ..........133 Opnieuw verbinding maken............
Basisinstellingen voor draadloos-netwerkvoorzieningen In dit hoofdstuk worden instellingen beschreven die noodzakelijk zijn voor het gebruik van de draadloos- netwerkinstellingen van de camera.
Een bijnaam registreren Stel eerst een bijnaam voor de camera in. Wanneer de camera via een draadloos netwerk op een ander apparaat is aangesloten, wordt de bijnaam op dat apparaat weergegeven. Zorg dat u een bijnaam voor de camera instelt. Selecteer [Wi-Fi].
Pagina 13
Een bijnaam registreren Voer een bijnaam in. Voor instructies over het invoeren van tekens raadpleegt u “Gebruik van het virtuele toetsenbord” op de volgende pagina. U kunt maximaal 16 tekens invoeren. Voltooi de handeling. Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop <M>.
Een bijnaam registreren Bediening van virtueel toetsenbord Naar een ander invoergebied gaan Met behulp van de knop <Q> kunt u tussen het onderste en bovenste invoergebied wisselen. De cursor verplaatsen Als u de cursor wilt verplaatsen, drukt u op de knop <U> in het bovenste gebied.
Basisbediening en -instellingen Gebruik van de camera terwijl de draadloos-netwerkvoorziening actief is Wanneer u draadloos-netwerkfuncties prioriteit wilt geven, moet u de ontspanknop, het programmakeuzewiel en de weergaveknop niet gebruiken. Anders zou de opname of de weergave prioriteit krijgen en zouden de draadloos-netwerkfuncties tijdens dat proces kunnen worden beëindigd.
Basisbediening en -instellingen [Wi-Fi]-instellingen en verbindingsstatus Instellingen en verbindingsstatus voor [Wi-Fi] op het tabblad [53] kunnen worden bekeken op het LCD-paneel en LCD-scherm van de camera. Wi-Fi-functie Wanneer [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Uitschakelen] Wanneer [53: Wi-Fi] is ingesteld op [Inschakelen] maar er geen verbinding is Verbonden Gegevens worden...
Pagina 17
Basisbediening en -instellingen Aansluiting via een interfacekabel Wanneer [Wi-Fi] op het tabblad [53] is ingesteld op [Inschakelen], wordt de kabelverbinding uitgeschakeld. Stel deze optie in op [Deactiveren] om de interfacekabelverbinding te herstellen. Wanneer de camera via een kabel op een computer, printer, GPS-ontvanger of ander apparaat is aangesloten, kunnen de instellingen voor [Wi-Fi] niet worden gewijzigd.
Draadloze verbinding is mogelijk voor Canon-camera's met ingebouwde draadloos-netwerkvoorziening en die in 2012 of later op de markt zijn gebracht. Let op: de camera kan niet met Canon-camcorders worden verbonden, ook niet als deze een draadloos-netwerkvoorziening hebben. De camera kan niet op Canon-camera's zonder ingebouwde draadloos-netwerkvoorziening worden aangesloten, zelfs niet als ze Eye-Fi-kaarten ondersteunen.
De verbindingsbestemming selecteren Registreer de camera waarmee u verbinding wilt maken via een draadloos netwerk. De camera kan met slechts één andere camera tegelijk worden verbonden. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 21
De verbindingsbestemming selecteren Selecteer de opnamen die u wilt overbrengen. Selecteer opnamen op de verzendende camera (pag.22). Bedien de camera die de opnamen ontvangt niet. Let op: GPS-informatie wordt niet op het scherm van de camera weergegeven, zelfs niet als de GPS-informatie bij de ontvangen opname is gevoegd. Opnamelocaties kunnen met de Map Utility-software op een virtuele kaart worden weergegeven.
Opnamen overbrengen Opnamen een voor een overbrengen De geselecteerde opnamen worden een voor een overgebracht. Selecteer een opname die u wilt overbrengen. Druk op de knop <U> om de gewenste opname te selecteren en druk vervolgens op <0>. Druk op de knop <u> en draai het instelwiel <6>...
Pagina 23
Opnamen overbrengen Geselecteerde opnamen verzenden Er kunnen meerdere opnamen (maximaal 50) worden geselecteerd en verzonden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat van de te verzenden opname wilt selecteren, drukt u op de knop <U> en selecteert u [Beeldf. wijz.]. Druk op de knop <U>...
Pagina 24
Opnamen overbrengen Verklein de afmetingen. Stel dit indien nodig in. Zie de volgende pagina voor meer informatie over het instellen hiervan. Breng de opnamen over. Druk op de knop <V> om [Verzend.] te selecteren en druk op <0> om de opnamen over te brengen.
Pagina 25
Alleen het formaat van opnamen die groter zijn dan het geselecteerde formaat wordt aangepast. Films kunnen niet in formaat worden aangepast. [Gew. f.:S2] en [Gew. f.:S3] zijn alleen beschikbaar voor foto's die met de EOS 6D (WG) zijn gemaakt. Opnamen van andere camera's worden zonder aanpassing van het formaat verzonden.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een andere camera waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Blden tussen camera's verz.) en druk op <0>.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding tussen camera's vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Blden tussen camera's verz.) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
De naam van instellingen wijzigen De namen die voor de instellingen worden weergegeven, kunnen na het voltooien van de configuratie worden gewijzigd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [z]. Selecteer [z] (Blden tussen camera's verz.) en druk op <0>.
Pagina 29
De naam van instellingen wijzigen Wijzig de naam van de instellingen. Wijzig de naam van de instellingen met behulp van het virtuele toetsenbord (pag.14). U kunt maximaal 30 tekens invoeren. Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop <M>. Selecteer [OK] in het bevestigingsvenster en druk op <0>...
Verbinding maken met een smartphone - 1 Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u de opnamen op de camera daarop bekijken, beheren en daar naartoe kopiëren. Tevens kunt u de smartphone gebruiken om opnamen op afstand te maken.
Voorbereiding Ondersteunde smartphone-besturingssystemen De volgende smartphone-besturingssystemen worden ondersteund (sinds september 2012). Voor actuele informatie over ondersteunde besturingssystemen raadpleegt u de downloadsite van EOS Remote-software. • iOS: versie 5.0 - 5.1 • Android: versie 2.3.3 - 4.0 Installatie van EOS Remote vereist Als u de camera met een smartphone wilt laten communiceren, moet de camera met de speciaal daarvoor bedoelde toepassing EOS Remote met de smartphone worden verbonden.
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus De camera en de smartphone kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloos netwerk. Aangezien de camera als toegangspunt optreedt, is er geen ander toegangspunt nodig en kunt u de twee toestellen overal waar u bent gemakkelijk met elkaar laten communiceren.
Pagina 34
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Verbind de smartphone met de camera. Selecteer in het Wi-Fi-instellingenmenu van de smartphone de SSID (netwerknaam) die op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Voer als wachtwoord de encryptiesleutel in die op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 35
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Maak verbinding met de camera. Wanneer het koppelen is voltooid, verschijnt het hier links weergegeven scherm. Druk op de knop <U> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Druk op de knop <B> om het aantal Tekens die niet de ASCII- weer te geven opnamen te beperken.
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Wanneer [Handmatige verbinding] is geselecteerd Stel [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] in op de schermen die worden weergegeven. Voer een SSID in. Voer de gewenste tekens in met het virtuele toetsenbord (pag.14). Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop <M>.
De camera met een smartphone bedienen U kunt een smartphone met EOS Remote gebruiken om opnamen op de camera te bekijken en de camera op afstand te bedienen om foto's te maken. Het hoofdscherm van EOS Remote Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van EOS Remote.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken Selecteer [Afsluiten]. Als het hier links weergegeven scherm niet verschijnt, selecteert u [Wi-Fi-functie] op het tabblad [53] van het cameramenu. Selecteer [Afsluiten] en druk op <0>. Selecteer [OK]. Druk op de knop <U> en selecteer [OK] en druk vervolgens op <0>...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>. Breng een verbinding tot stand.
Opnamen voor weergave specificeren U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden weergegeven. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>.
Pagina 41
Opnamen voor weergave specificeren Selecteer een item. Druk op de knop <V> om een item te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. [Alle beelden] Alle opnamen op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v.
Pagina 42
Opnamen voor weergave specificeren [Select. reeks] Selecteer de eerste en laatste weer te geven opname van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd. 1 Druk op de knop <U> om de eerste opname te selecteren. 2 Druk op <0> om het opnameselectiescherm weer te geven.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met smartphones vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer - 1 U kunt opnamen direct afdrukken door de camera via een draadloos netwerk met een printer met draadloos- netwerkvoorziening en ondersteuning voor PictBridge (DPS over IP) te verbinden. Zie pagina 55 voor het afdrukken van opnamen via een toegangspunt.
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus De camera en de printer kunnen rechtstreeks met elkaar worden verbonden via een draadloos netwerk. Aangezien de camera zelf als toegangspunt optreedt, is er geen ander toegangspunt nodig en kunt u opnamen op allerlei plekken gemakkelijk afdrukken.
Pagina 47
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Maak verbinding met de printer. Selecteer in het Wi-Fi-instellingenmenu van de printer de SSID (netwerknaam) die op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Voer als wachtwoord de encryptiesleutel in die op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven.
Pagina 48
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Configureer verdere instellingen. Om de instellingen in deze fase te voltooien, drukt u op de knop <V> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0> om naar stap 8 te gaan.
Pagina 49
Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus Wanneer [Handmatige verbinding] is geselecteerd Stel [SSID], [Kanaal instelling] en [Encryptie instellingen] in op de schermen die worden weergegeven. Voer een SSID in. Voer de gewenste tekens in met het virtuele toetsenbord (pag.14). Wanneer u klaar bent, drukt u op de knop <M>.
Afdrukken Geef een opname weer. Druk op de knop <x>. Er wordt een opname weergegeven en het pictogram <w> verschijnt linksboven in het scherm om aan te geven dat er verbinding met de printer is. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte “Opnamen afdrukken”...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) en druk op <0>. Breng een verbinding tot stand.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met printers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Een draadloos-netwerktoegangspunt (Wi-Fi) gebruiken Wanneer u verbinding met een toegangspunt voor een draadloos netwerk (Wi-Fi) maakt, geeft dit u de mogelijkheid om van de volgende voorzieningen gebruik te maken: • Verbinding maken met een smartphone • Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer •...
Het type toegangspunt controleren Wanneer WPS (Wi-Fi Protected Setup) wordt ondersteund • pag.57: Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) • pag.62: Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Wanneer WPS niet wordt ondersteund • pag.67: Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Als u niet weet of het gebruikte toegangspunt WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documenten die bij het toegangspunt horen.
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat met WPS (Wi-Fi Protected Setup) compatibel is. In PBC-modus (Push Button Connection) kan de camera met het toegangspunt worden verbonden doordat u eenvoudig op de WPS-knop van het toegangspunt drukt. Let wel op dat het lastiger kan zijn om de verbinding tot stand te brengen als er meerdere toegangspunten in de buurt actief zijn.
Pagina 58
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Selecteer [Infrastructuurmodus]. Dit wordt weergegeven wanneer [q] (Verbinden met smartphone) of [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) is geselecteerd. Druk op de knop <V> om [Infrastructuurmodus] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan.
Pagina 59
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) [Autom. instellen] Hiermee worden de instellingen die bij [Handm. Instellen] beschikbaar zijn automatisch geconfigureerd. Deze optie kan echter alleen worden gebruikt in omgevingen met DHCP-servers of toegangspunten of routers met DHCP-serverfunctionaliteit, waardoor IP-adressen en verwante instellingen automatisch worden geconfigureerd. Als er een foutbericht wordt weergegeven, ook al zouden het IP-adres en de daarbij behorende instellingen automatisch moeten worden toegewezen en geconfigureerd, selecteert u [Handm.
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Instellingen voor de communicatiemethode configureren In dit gedeelte worden de configuratieschermen voor de communicatiemethode van elk apparaat en elke services waarmee de camera is verbonden, uitgelegd. Lees de pagina die de geselecteerde communicatiemethode beschrijft. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 6 (pag.75) Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 7 (pag.87) Bediening op afstand met EOS Utility: hoofdstuk 8 (pag.93)
Pagina 61
Pairing-software zoals beschreven op pagina 95 niet start. Open de map [C:\] 9 [Program Files] 9 [Canon] 9 [EOS Utility] 9 [WFTPairing] (in deze volgorde) en dubbelklik vervolgens op het pictogram [WFT FirewallSettings/WFT-firewallinstellingen]. (De hier genoemde mapnamen zijn voorbeelden.
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat met WPS (Wi-Fi Protected Setup) compatibel is. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer op de camera gespecificeerd, dat op het toegangspunt moet worden ingesteld om een verbinding tot stand te kunnen brengen.
Pagina 63
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Druk op de knop <V> om [WPS (PIN-modus)] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het toegangspunt de PIN-code op.
Pagina 64
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) [Autom. instellen] Hiermee worden de instellingen die bij [Handm. Instellen] beschikbaar zijn automatisch geconfigureerd. Deze optie kan echter alleen worden gebruikt in omgevingen met DHCP-servers of toegangspunten of routers met DHCP-serverfunctionaliteit, waardoor IP-adressen en verwante instellingen automatisch worden geconfigureerd.
Pagina 65
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Instellingen voor de communicatiemethode configureren In dit gedeelte worden de configuratieschermen voor de communicatiemethode van elk apparaat en elke services waarmee de camera is verbonden, uitgelegd. Lees de pagina die de geselecteerde communicatiemethode beschrijft. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 6 (pag.75) Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 7 (pag.87) Bediening op afstand met EOS Utility: hoofdstuk 8 (pag.93)
Pagina 66
Pairing-software zoals beschreven op pagina 95 niet start. Open de map [C:\] 9 [Program Files] 9 [Canon] 9 [EOS Utility] 9 [WFTPairing] (in deze volgorde) en dubbelklik vervolgens op het pictogram [WFT FirewallSettings/WFT-firewallinstellingen]. (De hier genoemde mapnamen zijn voorbeelden.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het draadloos netwerk selecteren Wanneer [Netwerk zoeken] wordt geselecteerd, wordt er een lijst met actieve toegangspunten in de buurt weergegeven, samen met informatie over deze toegangspunten. Selecteer het SSID (of ESS-ID) van het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken. Selecteer [Wi-Fi-functie].
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Selecteer een toegangspunt. (2) (3) Druk op <0> om de selectie van een toegangspunt mogelijk te maken. Druk op de knop <V> om een toegangspunt te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan.
Pagina 69
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken De encryptiesleutel voor het draadloos netwerk invoeren Stel de encryptiesleutel in die voor het toegangspunt is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het toegangspunt. Let erop dat de schermen die in stap 1 t/m 3 hieronder zijn weergegeven variëren, afhankelijk van de verificatie en gespecificeerde encryptie voor het toegangspunt.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het IP-adres instellen Druk op de knop <V> om de methode voor het instellen van het IP-adres te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. [Autom.
Pagina 71
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Instellingen voor de communicatiemethode configureren In dit gedeelte worden de configuratieschermen voor de communicatiemethode van elk apparaat en elke services waarmee de camera is verbonden, uitgelegd. Lees de pagina die de geselecteerde communicatiemethode beschrijft. Verbinding maken met een smartphone: hoofdstuk 6 (pag.75) Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer: hoofdstuk 7 (pag.87) Bediening op afstand met EOS Utility: hoofdstuk 8 (pag.93)
Pagina 72
Pairing-software zoals beschreven op pagina 95 niet start. Open de map [C:\] 9 [Program Files] 9 [Canon] 9 [EOS Utility] 9 [WFTPairing] (in deze volgorde) en dubbelklik vervolgens op het pictogram [WFT FirewallSettings/WFT-firewallinstellingen]. (De hier genoemde mapnamen zijn voorbeelden.
Verbinding maken met een smartphone - 2 Als u de camera met een smartphone verbindt, kunt u de opnamen op de camera daarop bekijken, beheren en daar naartoe kopiëren. Tevens kunt u de smartphone gebruiken om opnamen op afstand te maken. Volg deze instructies pas nadat de smartphone met een toegangspunt is verbonden.
Verbinding tot stand brengen met Infrastructuurmodus Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 5. Om de verbinding tot stand te kunnen brengen, moet u een aantal handelingen op de smartphone uitvoeren. Raadpleeg de instructiehandleiding van de smartphone voor meer informatie. Als u de camera in Camera access point modus wilt verbinden, raadpleegt u “Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus”...
Pagina 77
Verbinding tot stand brengen met Infrastructuurmodus Maak verbinding met de camera. Wanneer het koppelen is voltooid, verschijnt het hier links weergegeven scherm. Druk op de knop <U> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Druk op de knop <B> om het Tekens die niet de ASCII- aantal weer te geven opnamen te indeling hebben, worden als 8...
De camera met een smartphone bedienen U kunt een smartphone met EOS Remote gebruiken om opnamen op de camera te bekijken en de camera op afstand te bedienen om foto's te maken. Het hoofdscherm van EOS Remote Hier volgt een beschrijving van de belangrijkste functies van EOS Remote.
De camera met een smartphone bedienen De verbinding verbreken Selecteer [Afsluiten]. Als het hier links weergegeven scherm niet verschijnt, selecteert u [Wi-Fi-functie] op het tabblad [53] van het cameramenu. Selecteer [Afsluiten] en druk op <0>. Selecteer [OK]. Druk op de knop <U> om [OK] te selecteren en druk op <0>...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een smartphone waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>. Breng een verbinding tot stand.
Opnamen voor weergave specificeren U kunt op de camera instellen welke opnamen er op de smartphone worden weergegeven. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>.
Pagina 82
Opnamen voor weergave specificeren Selecteer een item. Druk op de knop <V> om een item te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om het instellingenscherm weer te geven. [Alle beelden] Alle opnamen op de geheugenkaart kunnen worden weergegeven. [Beelden v.
Pagina 83
Opnamen voor weergave specificeren [Select. reeks] Selecteer de eerste en laatste weer te geven opname van de reeks opnamen die op bestandsnummer zijn gesorteerd. 1 Druk op de knop <U> om de eerste opname te selecteren. 2 Druk op <0> om het opnameselectiescherm weer te geven.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met smartphones vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [q]. Selecteer [q] (Verbinden met smartphone) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Opnamen afdrukken met een Wi-Fi-printer - 2 U kunt opnamen direct afdrukken door de camera via een draadloos netwerk met een printer met draadloos- netwerkvoorziening en ondersteuning voor PictBridge (DPS over IP) te verbinden. Volg deze instructies pas nadat de printer met een toegangspunt is verbonden.
Verbinding tot stand brengen met Infrastructuurmodus Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 5. Als u de camera in Camera access point modus wilt verbinden, raadpleegt u “Verbinding tot stand brengen met Camera access point modus” (pag.46). Selecteer de printer waarmee u verbinding wilt maken.
Pagina 89
Verbinding tot stand brengen met Infrastructuurmodus Sla de instellingen op. Selecteer [OK] en druk op <0> om de instellingen op te slaan. Het scherm [lVerbinding] wordt weergegeven. De instellingen voor netwerkverbinding met de printer zijn nu geconfigureerd.
Afdrukken Geef een opname weer. Druk op de knop <x>. Er wordt een opname weergegeven en het pictogram <w> verschijnt linksboven in het scherm om aan te geven dat er verbinding met de printer is. Raadpleeg voor meer informatie het gedeelte “Opnamen afdrukken”...
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een printer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) en druk op <0>. Breng een verbinding tot stand.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie instellingen voor verbinding met printers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [l]. Selecteer [l] (Afdrukken van Wi-Fi-printer) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Bediening op afstand met EOS Utility Met EOS Utility en een draadloos netwerk kunt u de camera op afstand bedienen. Behalve dat u zo op afstand opnamen kunt maken, worden er nog diverse andere mogelijkheden door EOS Utility ondersteund wanneer er een draadloos netwerk wordt gebruikt in plaats van een interfacekabel.
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 5. Met EOS Utility kunt u de meegeleverde pairingsoftware gebruiken om een verbinding tot stand te brengen tussen de camera en een computer. De pairingsoftware wordt automatisch geïnstalleerd tijdens de “easy installation”...
Pagina 95
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren Start de pairingsoftware. Normaal gesproken wordt het programma in dezelfde map geïnstalleerd als EOS Utility. Nadat de pairingsoftware is gestart, wordt er een pictogram in de taakbalk weergegeven. Wanneer de camera wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven. Dubbelklik op het pictogram van de pairingsoftware.
Pagina 96
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren Selecteer [OK]. Wanneer de camera de computer detecteert waarop u op [Connect/ Verbinden] hebt geklikt in stap 3, wordt het scherm links weergegeven. Druk op de knop <U> om [OK] te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 97
Communicatie-instellingen EOS Utility configureren Het is niet nodig om de pairing opnieuw uit te voeren als u een bepaalde camera en computer samen blijft gebruiken na het pairingproces zonder de instellingen te wijzigen. Voor uw volgende P2P-sessie schakelt u de camera gewoon in en start u de pairingsoftware.
EOS Utility gebruiken Raadpleeg de EOS Utility Instructiehandleiding (dvd-rom) voor instructies voor EOS Utility. U kunt de functies van EOS Utility net zo gebruiken als wanneer de camera en de computer via een kabel met elkaar zijn verbonden. De verbinding verbreken Selecteer [Afsluiten].
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een computer waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [D]. Selecteer [D] (Afstandsbedien. (EOS Utility)) en druk op <0>. Breng een verbinding tot stand.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie verbindingsinstellingen voor EOS Utility vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [D]. Selecteer [D] (Afstandsbedien. (EOS Utility)) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
U kunt diverse webservices op de camera registreren en daar opnamen naartoe sturen. De CANON iMAGE GATEWAY-webservices worden niet in alle landen en gebieden ondersteund. De landen en gebieden die de CANON iMAGE GATEWAY-services ondersteunen, vindt u op de website van Canon (http://canon.com/cig).
Informatie over de browserversies (bijv. Microsoft Internet Explorer) en de instellingen die voor CANON iMAGE GATEWAY nodig zijn, vindt u bij CANON iMAGE GATEWAY. De kosten voor de verbinding met uw provider en voor het gebruik van diens toegangspunt worden afzonderlijk in rekening gebracht.
Pagina 105
* U kunt opnamen ook rechtstreeks naar Facebook uploaden. Instellingen voor het gebruik van webservices configureren Start EOS Utility op de computer, meld u bij CANON iMAGE GATEWAY aan en configureer de instellingen op de camera voor toegang tot webservices.
Het type toegangspunt controleren Wanneer WPS (Wi-Fi Protected Setup) wordt ondersteund • pag.107: Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) • pag.111: Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Wanneer WPS niet wordt ondersteund • pag.115: Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Als u niet weet of het gebruikte toegangspunt WPS-compatibel is, raadpleegt u de instructiehandleiding of andere documenten die bij het toegangspunt horen.
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat met WPS (Wi-Fi Protected Setup) compatibel is. In PBC-modus (Push Button Connection) kan de camera met het toegangspunt worden verbonden doordat u eenvoudig op de WPS- knop van het toegangspunt drukt.
Pagina 108
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Selecteer een webservice. Selecteer een webservice waarmee u verbinding wilt maken en druk vervolgens op <0>. De inhoud en volgorde van de lijst kunnen afhankelijk van de instellingen variëren. De webservice waarmee u verbinding maakt, kan later worden gewijzigd (pag.126).
Pagina 109
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) [Autom. instellen] Hiermee worden de instellingen die bij [Handm. Instellen] beschikbaar zijn automatisch geconfigureerd. Deze optie kan echter alleen worden gebruikt in omgevingen met DHCP-servers of toegangspunten of routers met DHCP-serverfunctionaliteit, waardoor IP-adressen en verwante instellingen automatisch worden geconfigureerd. Als er een foutbericht wordt weergegeven, ook al zouden het IP-adres en de daarbij behorende instellingen automatisch moeten worden toegewezen en geconfigureerd, selecteert u [Handm.
Pagina 110
Gemakkelijke verbinding via WPS (PBC-modus) Verbinding maken met een webservice Configureer verdere instellingen. Om de instellingen in deze fase te voltooien, drukt u op de knop <V> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0> om naar stap 2 te gaan. Als u de naam van de instellingen wilt wijzigen, selecteert u [Naam instellingen] en drukt u op <0>.
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Deze verbindingsmodus is beschikbaar bij gebruik van een toegangspunt dat met WPS (Wi-Fi Protected Setup) compatibel is. Bij de verbindingsmethode met PIN-code (PIN-modus) wordt er een 8-cijferig identificatienummer op de camera gespecificeerd, dat op het toegangspunt moet worden ingesteld om een verbinding tot stand te kunnen brengen.
Pagina 112
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Selecteer [WPS (PIN-modus)]. Druk op de knop <V> om [WPS (PIN-modus)] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Geef bij het toegangspunt de PIN-code op.
Pagina 113
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) [Autom. instellen] Hiermee worden de instellingen die bij [Handm. Instellen] beschikbaar zijn automatisch geconfigureerd. Deze optie kan echter alleen worden gebruikt in omgevingen met DHCP-servers of toegangspunten of routers met DHCP-serverfunctionaliteit, waardoor IP-adressen en verwante instellingen automatisch worden geconfigureerd. Als er een foutbericht wordt weergegeven, ook al zouden het IP-adres en de daarbij behorende instellingen automatisch moeten worden toegewezen en geconfigureerd, selecteert u [Handm.
Pagina 114
Gemakkelijke verbinding via WPS (PIN-modus) Verbinding maken met een webservice Configureer verdere instellingen. Om de instellingen in deze fase te voltooien, drukt u op de knop <V> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0> om naar stap 2 te gaan.
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het draadloos netwerk selecteren Wanneer [Netwerk zoeken] wordt geselecteerd, wordt er een lijst met actieve toegangspunten in de buurt weergegeven, samen met informatie over deze toegangspunten. Selecteer de SSID (of ESS-ID) van het toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken. Selecteer [Wi-Fi-functie].
Pagina 116
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Selecteer [Netwerk zoeken]. Druk op de knop <V> om [Netwerk zoeken] te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. Selecteer een toegangspunt. (2) (3) Druk op <0>...
Pagina 117
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken De encryptiesleutel voor het draadloos netwerk invoeren Stel de encryptiesleutel in die voor het toegangspunt is gespecificeerd. Voor informatie over de gespecificeerde encryptiesleutel raadpleegt u de instructiehandleiding van het toegangspunt. Let erop dat de schermen die in stap 1 t/m 3 hieronder zijn weergegeven variëren, afhankelijk van de verificatie en gespecificeerde encryptie voor het toegangspunt.
Pagina 118
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Het IP-adres instellen Druk op de knop <V> om de methode voor het instellen van het IP-adres te selecteren en druk vervolgens op <0>. Selecteer [OK] en druk op <0> om naar het volgende scherm te gaan. [Autom.
Pagina 119
Handmatige verbinding door netwerken te zoeken Verbinding maken met een webservice Configureer verdere instellingen. Om de instellingen in deze fase te voltooien, drukt u op de knop <V> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0> om naar stap 2 te gaan.
Facebook, Twitter en YouTube of naar een e-mailadres. U kunt naar deze bestemmingen (met uitzondering van YouTube) foto's in JPEG-compressie versturen. Foto's worden naar CANON iMAGE GATEWAY geüpload en een link naar het album wordt naar Facebook* of Twitter of naar de e-mailadressen verstuurd.
Pagina 121
Als er tijdens de verbinding opnamen worden weergegeven of nieuwe opnamen worden gemaakt, wordt de verbinding verbroken. Wanneer u CANON iMAGE GATEWAY op een computer opent, kunt u de uploadgeschiedenis voor Facebook, Twitter en YouTube en de verzonden e-mails bekijken.
Pagina 122
Opnamen naar een webservice versturen Geselecteerde opnamen verzenden Er kunnen meerdere opnamen worden geselecteerd en verzonden. Druk op <0>. Selecteer [Gesel. verz.]. Als u het formaat van de te verzenden opname wilt selecteren, drukt u op de knop <U> en selecteert u [Beeldf.
Pagina 123
Let erop dat YouTube geen films in de compressiemethode ALL-I (I-only) kan weergeven (sinds september 2012). U kunt maximaal 50 bestanden tegelijk naar CANON iMAGE GATEWAY overbrengen. U kunt maximaal 10 filmbestanden tegelijk overbrengen. Raadpleeg de website van YouTube voor de maximale bestandsgrootte en afspeelduur.
U kunt het formaat van films niet aanpassen. [Gew. f.:S2] en [Gew. f.:S3] zijn alleen beschikbaar voor foto's die met de EOS 6D (WG) zijn gemaakt. Opnamen van andere camera's worden zonder aanpassing van het formaat verzonden.
Pagina 125
Opnamen naar een webservice versturen Een e-mail versturen U kunt e-mails naar geregistreerde adressen sturen. Elke e-mail bevat een link naar het album waar de opnamen naartoe zijn geüpload. Voor het registreren van de e-mailadressen en het specificeren van het onderwerp en de tekst van de berichten hebt u de computer nodig.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een webservice waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. De verbinding met het toegangspunt hoeft slechts eenmaal tot stand te worden gebracht. U hoeft niet voor elke webservice opnieuw een verbinding tot stand te brengen. Selecteer [Wi-Fi-functie].
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie verbindingsinstellingen voor webservices vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [w]. Selecteer [w] (Uploaden naar webservice) en druk op <0>. Selecteer een webservice.
Pagina 128
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen Selecteer [Ongespec.]. Selecteer [Ongespec.] en druk op <0>. Het scherm met verbindingsinstellingen wordt weergegeven. Volg de weergegeven instructies om de verbindingsinstellingen te voltooien.
Opnamen bekijken met een mediaspeler Opnamen op een geheugenkaart in de camera kunnen via een draadloos netwerk op een televisie worden bekeken. Deze functie vereist een televisie, spelcomputer, smartphone of een andere mediaspeler die compatibel is met DLNA*. In deze handleiding wordt de term “mediaspeler”...
Communicatie-instellingen voor een mediaspeler configureren Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 5. Configureer verdere instellingen. Om de instellingen in deze fase te voltooien, drukt u op de knop <V> om [OK] te selecteren en drukt u vervolgens op <0> om naar stap 2 te gaan. Als u de naam van de instellingen wilt wijzigen, selecteert u [Naam instellingen] en drukt u op <0>.
Selecteer een opname om deze groter weer te geven op de televisie. Raadpleeg de instructiehandleiding van de mediaspeler voor meer informatie. IMG_0001.JPG 17/09/2012 100CANON 1-100 EOS 6D 17/09/2012 17/09/2012 17/09/2012 IMG_0002.JPG IMG_0003.JPG...
Pagina 134
Pictogrammen met labels zoals “1-100” bevatten opnamen die zijn gegroepeerd op bestandsnummer in de geselecteerde map (***CANON). Datuminformatie die voor opnamen wordt weergegeven, is gebaseerd op Exif-informatie die is toegevoegd aan de opnamen.
Opnieuw verbinding maken De camera kan opnieuw verbinding maken met een mediaspeler waarvoor de verbindingsinstellingen zijn vastgelegd. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [ Selecteer [ ] (Beelden op DLNA-app. bekijken) en druk op <0>.
Instellingen voor meerdere verbindingen vastleggen U kunt maximaal drie verbindingsinstellingen voor mediaspelers vastleggen. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer [ Selecteer [ ] (Beelden op DLNA-app. bekijken) en druk op <0>. Selecteer [Kies instell.].
Vanuit het scherm Sneltoetsen verbinding maken met een draadloos netwerk Met het scherm Sneltoetsen of Sneltoetsen tijdens weergave kunt u via vastgelegde bestemmingen verbinding met een draadloos netwerk maken. Bestemmingsinstellingen kunnen niet via het scherm Sneltoetsen worden geconfigureerd. Configureer bestemmingsinstellingen via het menuscherm.
Verbinding maken vanuit het scherm Sneltoetsen U kunt het scherm Sneltoetsen gebruiken om toegang te krijgen tot Wi-Fi-functies waarvoor de bestemmingsinstellingen zijn vastgelegd. Er zijn in het scherm Sneltoetsen drie functies beschikbaar: [q] (Verbinden met smartphone), [D] (Afstandsbedien. (EOS Utility)) en [ ] (Beelden op DLNA-app.
Verbinding maken vanuit een weergavescherm U kunt het scherm Sneltoetsen ook tijdens de weergave van opnamen gebruiken om toegang te krijgen tot Wi-Fi-functies waarvoor de bestemmingsinstellingen zijn vastgelegd. In het scherm Sneltoetsen tijdens weergave kunnen twee functies worden gebruikt: [z] (Opnamen naar een andere camera overbrengen) en [w] (Uploaden naar webservice).
Pagina 142
Verbinding maken vanuit een weergavescherm Selecteer het item waarmee u verbinding wilt maken. Selecteer het item waarmee u verbinding wilt maken en druk op <0>. Items waarvoor de bestemmingsinstellingen niet zijn vastgelegd, zijn onbeschikbaar. Wanneer u [w] (Uploaden naar webservice) selecteert, wordt er een selectiescherm voor webservices weergegeven.
Instellingen bekijken/wijzigen Controleer de netwerkinstellingen als volgt. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie]. Selecteer het item waarvoor u de instellingen wilt bekijken. Druk op de knop <V> of <U> om een item te selecteren en druk vervolgens op <0>.
Pagina 147
Instellingen bekijken/wijzigen Wanneer de verbinding is verbroken Selecteer de verbindingsbestemming, selecteer [Bekijk/wijzig instellingen] en druk op <0>. Selecteer [Bevestig inst.] en druk op <0> om de instellingen weer te geven.
Pagina 148
Instellingen bekijken/wijzigen Instellingen wijzigen Als u instellingen wilt wijzigen, selecteert u [Wijzig inst.] op het scherm [Bekijk/wijzig instellingen] dat op pagina 147 wordt weergegeven. Een scherm voor het instellen van de verbinding wordt weergegeven. Configureer de verbindingsinstellingen weer aan de hand van de geëigende stappen.
Draadloos-netwerkinstellingen wissen Alle draadloos-netwerkinstellingen kunnen via de onderstaande procedure worden gewist. Door de draadloos-netwerkinstellingen te wissen, kunt u voorkomen dat anderen ermee aan de haal gaan wanneer u de camera uitleent. Selecteer [Wi-Fi-functie]. Stel op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] in op [Inschakelen] en selecteer [Wi-Fi-functie].
Problemen oplossen Bij gebruik van de camera in ad-hocmodus in combinatie met bepaalde typen computers kan de overdrachtssnelheid zeer traag worden. Voor meer informatie neemt u contact op met uw dealer of dichtstbijzijnde Canon Service Center.
Foutberichten afhandelen Wanneer <k> of <l> op het LCD-paneel knippert, geeft u het foutbericht op een van de volgende manieren weer. Verhelp vervolgens de oorzaak van de fout aan de hand van de voorbeelden in dit hoofdstuk. Selecteer op het tabblad [53] de optie [Wi-Fi] 9 [Algemene inst.] 9 [Foutdetails] en druk vervolgens op <0>.
Pagina 153
Foutberichten afhandelen 11: Verb.doel niet gevonden Kijk in het geval van [q] of EOS Remote wordt uitgevoerd. Maak verbinding met behulp van EOS Remote (pag.37, 78). Kijk in het geval van [l] of de printer is ingeschakeld. Schakel de printer in. Wordt de pairingsoftware uitgevoerd? Start de pairingsoftware en voer de instructies uit om de verbinding opnieuw tot stand te brengen (pag.95).
Foutberichten afhandelen Werkt de DHCP-server correct? Controleer de instellingen van de DHCP-server om na te gaan of deze goed werkt als DHCP-server. Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DHCP-server beschikbaar is. Foutberichten 21 - 23 afhandelen Let ook op de volgende punten wanneer u problemen met foutnummer 21 - 23 verhelpt.
Foutberichten afhandelen Controleren in het hele netwerk Heeft uw netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat dienst doet als gateway? Vraag de netwerkbeheerder zo nodig naar het adres van de netwerkgateway en voer dit in op de camera (pag.59, 64, 70, 109, 113, 118, 166).
Foutberichten afhandelen 61: Geselect. SSID LAN network niet gevonden Zijn er obstakels tussen de camera en de antenne van het toegangspunt? Verplaats de antenne van het toegangspunt zo dat deze duidelijk te zien is vanaf het punt waar u de camera gebruikt (pag.164). Controleren op de camera Zijn de SSID-instelling van de camera en die van het toegangspunt hetzelfde?
Foutberichten afhandelen 63: Wireless LAN-verificatiefout Zijn de camera en het toegangspunt zo ingesteld dat ze dezelfde verificatiemethode gebruiken? De camera ondersteunt de volgende verificatiemethoden: [Open systeem], [Shared Key], [WPA-PSK] en [WPA2-PSK] (pag.68, 116). Wanneer u in infrastructuurmodus een AirPort voor communicatie gebruikt, wordt [Open systeem] niet ondersteund.
Foutberichten afhandelen De draadloos-netwerkverbinding is om een of andere reden verbroken en kan niet worden hersteld. Deze reden kan onder andere zijn: te intensief gebruik van het toegangspunt door een ander apparaat, een magnetron of soortgelijk apparaat dat in de buurt van het toegangspunt wordt gebruikt (verstoring van IEEE 802.11b/g/n (2,4-GHz band)) of invloed van regen of hoge luchtvochtigheid (pag.164).
Pagina 159
Foutberichten afhandelen 69: Meerdere wireless LAN-terminals gevonden. Kan geen verbinding maken. Start opnieuw. Er wordt verbinding gemaakt door andere toegangspunten in PBC- modus (Pushbutton Connection) van WPS (Wi-Fi Protected Setup). Wacht even voordat u verbinding maakt of probeer verbinding te maken in de verbindingsmodus met PIN-code (PIN-modus) (pag.62, 111).
Foutberichten afhandelen Controleer of het mapnummer van de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden 999 is en of het bestandsnummer 9999 is. Map- of bestandsnamen worden niet automatisch gemaakt. Vervang de kaart in de camera waarnaar u de gegevens wilt verzenden. Probeer vervolgens de gegevens opnieuw te verzenden.
Hebt u de gebruikersnaam of het wachtwoord veranderd bij het inloggen bij CANON iMAGE GATEWAY? Sluit de camera op uw computer aan met een interfacekabel en configureer de instellingen van de webservice met EOS Utility (pag.105).
Is er verbinding met het netwerk? Controleer de verbindingsstatus van het netwerk. 126: Kon geen verbinding maken met server Er wordt onderhoud gepleegd aan CANON iMAGE GATEWAY of de belasting is tijdelijk geconcentreerd. Probeer later opnieuw verbinding te maken met de webservice.
Raadpleeg bij problemen met de camera eerst dit gedeelte Problemen oplossen. Als u het probleem hiermee niet kunt oplossen, neem dan contact op met uw dealer of Canon Service Center. Een computer, printer, GPS-ontvanger of ander apparaat kan niet worden gebruikt met een verbinding via kabel.
Opmerkingen draadloos netwerk Als de transmissiesnelheid afneemt, de verbinding wordt verbroken of andere problemen optreden bij het gebruik van een camera met een draadloos netwerk, kunt u de volgende suggesties voor oplossingen proberen. Installatielocatie van het toegangspunt en de antenne Bij gebruik binnenshuis installeert u het apparaat in de kamer waar u opnamen maakt.
Opmerkingen draadloos netwerk Beveiliging De radiogolven van een draadloos netwerk kunnen gemakkelijk worden onderschept. Daarom raden we u aan de communicatie met encryptie in de instellingen van het toegangspunt te activeren. Aansluiting via een interfacekabel Wanneer [Wi-Fi] op het tabblad [53] is ingesteld op [Inschakelen], wordt de interfacekabelverbinding uitgeschakeld.
Netwerkinstellingen controleren Windows Klik op de knop [Start] 9 [All Programs/Alle programma's] 9 [Accessories/Bureau-accessoires] 9 [Command Prompt/ Opdrachtprompt]. Typ ipconfig/all en druk op de <Enter>toets. Het IP-adres dat aan de computer is toegewezen wordt samen met het subnetmasker, de gateway en de DNS-serverinformatie weergegeven. Wijzig het laatste deel van het IP-adres als u wilt voorkomen dat u hetzelfde IP-adres gebruikt voor de computer en andere netwerkapparatuur bij de configuratie van het IP-adres dat wordt toegewezen aan de camera bij de...
Verstuur opnamen op de camera direct naar YouTube. * U kunt opnamen ook direct op Facebook uploaden. Opnamen bekijken met Opnamen kunnen worden bekeken met een mediaspeler die een mediaspeler: compatibel is met DLNA. Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon.