R RAW-opnamen met de camera verwerkenN
Kleurruimte (pag. 217)
U kunt sRGB of Adobe RGB selecteren. Omdat het LCD-scherm
van de camera niet compatibel is met Adobe RGB, zal het verschil in
de opname nauwelijks waarneembaar zijn, ongeacht de kleurruimte
die is ingesteld.
Lensafwijkingscorrectie
•
Correctie helderheid randen
Een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname
er donkerder uitzien als gevolg van de fysieke eigenschappen van
de lens, kan worden gecorrigeerd. Indien [Inschakelen] is
ingesteld, wordt het gecorrigeerde beeld weergegeven. Als het
effect niet goed te zien is, vergroot u het beeld (pag. 448) en
bekijkt u de vier hoeken van het beeld. De correctie van de
helderheid van randen die wordt toegepast met de camera is
minder uitgesproken dan die wordt toegepast met Digital Photo
Professional (pag. 596) bij maximale correctie. Als het effect van
de correctie niet goed zichtbaar is, gebruikt u Digital Photo
Professional om de correctie van de helderheid van de randen toe
te passen.
•
Vervormingscorrectie
De vervorming van het beeld als gevolg van lenseigenschappen
kan worden gecorrigeerd. Indien [Inschakelen] is ingesteld, wordt
het gecorrigeerde beeld weergegeven. De randen van het beeld
zijn bijgesneden in het gecorrigeerde beeld.
Omdat de beeldresolutie iets lager lijkt, past u de scherpte indien
nodig aan met de parameterinstelling [Scherpte] van de beeldstijl.
•
Digitale lensoptimalisatie
Met behulp van optische ontwerpwaarden kunt u de
lensafwijkingen, diffractie en afgenomen resolutie als gevolg van
het low-pass-filter corrigeren. Controleer de effecten van de
instelling [Inschakelen] met de vergrote weergave (pag. 448).
In de onvergrote weergave (normale weergave) zijn de effecten
van Digitale lensoptimalisatie niet zichtbaar. Als [Inschakelen] is
geselecteerd, worden de opties voor correctie chromatische
aberratie en diffractiecorrectie niet weergegeven. Beide opties
worden echter wel toegepast op de verwerkte opname.
450
(pag. 207)
(pag. 209)
(pag. 210)