7 Aangepaste bedieningN
: ISO-snelheid instellen (
Als de meettimer actief is, kunt u de ISO-snelheid instellen door aan het
instelwiel <5> te draaien. Als deze functie wordt gebruikt terwijl ISO
auto is ingesteld, kunt u de ISO-snelheid handmatig instellen. (Zelfs
nadat de meettimer (0) stopt, wordt ISO auto niet hersteld.) Als
u deze functie in de modus <a> gebruikt, kunt u de belichting
aanpassen via de ISO-snelheid en daarbij de ingestelde sluitertijd en
diafragmawaarde behouden.
: Belichtingscorrectie (knop indrukken en aan
U kunt de belichtingscorrectie instellen door <0> ingedrukt te houden
en aan het instelwiel <6> te draaien. Dit is handig wanneer u de
belichtingscorrectie wilt instellen in handmatige belichting <a> met
ISO auto ingesteld.
: Belichtingscorrectie (knop indrukken en aan
U kunt de belichtingscorrectie instellen door de knop <p> (AF-
gebiedselectie) ingedrukt te houden en aan het instelwiel <6> te
draaien. Dit is handig wanneer u de belichtingscorrectie wilt instellen in
handmatige belichting <a> met ISO auto ingesteld.
Het volgende werkt zelfs wanneer de schakelaar <R> naar rechts is
gezet (Multifunctievergrendeling, pag. 62): [
dr.)] (pag. 505) en [
: Sluitertijdinstelling in M-modus
In de handmatige belichting <a> kunt u de sluitertijd instellen met het
instelwiel <6> of <5>.
: Diafragma-instelling in M-modus
In de handmatige belichting <a> kunt u het diafragma instellen met het
instelwiel <5> of <6>.
506
tijdens meting)
: Bel.comp. (vasth.,
draaien)
draaien)
: ISO-sn. inst.(vasth.,
dr.)].