A Een beeldstijl vastleggenN
U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap], de
parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens vastleggen
onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. Dit is handig wanneer
u vooraf meerdere beeldstijlen met verschillende instellingen wilt definiëren.
U kunt ook de parameters aanpassen van een beeldstijl die met EOS Utility
(EOS-software, pag. 596) op de camera is vastgelegd.
190
Druk op de knop <b>.
1
Selecteer [A].
2
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
Selecteer [Gebruiker *].
3
Selecteer [Gebruiker *] en druk op de
knop <B>.
Druk op <0>.
4
Als [Beeldstijl] is geselecteerd, drukt
u op <0>.
Selecteer de basisbeeldstijl.
5
Selecteer de basisbeeldstijl en druk
vervolgens op <0>.
Als u de parameters wilt aanpassen
van een beeldstijl die met EOS Utility
(EOS-software) op de camera is
vastgelegd, selecteert u hier de
beeldstijl.