f: De AF-bediening selecterenN
U kunt de eigenschappen selecteren voor de AF-bediening die bij de
opnameomstandigheden en het onderwerp past. In de modus <A>
wordt 'AI Focus AF' automatisch ingesteld.
Als de AF-gebiedselectiemodus (pag. 109) is ingesteld op Zone-AF,
Grote zone-AF of Autoselectie AF, is AF mogelijk door het gebruik van
gegevens van gezichten van mensen en onderwerpkleuren (pag. 147).
In de opnamemodi <d>, <s>, <f>, <a> en <F> kunt u ook
automatisch scherpstellen door op de knop <p> te drukken.
100
Stel de scherpstelmodusknop op
1
de lens in op <AF>.
Stel de modus <d> <s> <f>
2
<a> of <F> in.
Druk op de knop <o>
3
Selecteer de AF-bediening.
4
Terwijl u op het LCD-paneel aan de
bovenzijde of door de zoeker kijkt,
draait u het instelwiel <6>.
X: 1-beeld AF
9: AI Focus AF
Z: AI Servo AF
.
(9)