Pagina 1
EOS 6D (WG) EOS 6D (N) De EOS 6D (N) bevat geen Wi-Fi- en GPS-voorziening. Basisinstructiehandleiding In deze basishandleiding worden alleen de basisfuncties behandeld. Zie de instructiehandleiding voor de camera (pdf) op de NEDERLANDS dvd-rom voor een diepgaander uitleg.
Bekijk de opnamen nadat u deze hebt gemaakt en controleer of ze goed zijn vastgelegd. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet kunnen worden vastgelegd of naar een computer kunnen worden gedownload, is Canon niet verantwoordelijk voor eventueel verlies of ongemak. Copyright...
Compatibele kaarten De camera kan de volgende kaarten gebruiken, ongeacht de capaciteit: • SD-geheugenkaarten • SDHC-geheugenkaarten* • SDXC-geheugenkaarten* * Compatibel met UHS-I-kaarten. Kaarten waarop films kunnen worden opgeslagen Voor het opnemen van films moet u een kaart met een hoge capaciteit en een hoge lees-/schrijfsnelheid gebruiken zoals weergegeven in de onderstaande tabel.
Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. Batterij Batterijoplader Camera LP-E6 LC-E6/LC-E6E* (met beschermdeksel) (met cameradop) Interfacekabel IFC-200U Stereo-AV-kabel Brede draagriem AVC-DC400ST EW-EOS6D * Batterijoplader LC-E6 of LC-E6E is meegeleverd.
Instructiehandleidingen en schijven De instructiehandleidingen worden zowel op papier als in elektronische vorm (pdf) meegeleverd. Basisinstructiehandleiding Basisinstructiehandleiding Wi-Fi functie/ (dit document) Instructiehandleiding GPS-voorziening* Beknopte gebruikershandleiding Hierin worden de basisinstellingen en - instructies voor het maken en weergeven vanopnamen beschreven. Waarschuwingen Wi-Fi/GPS* * Niet meegeleverd bij de EOS 6D (N).
Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding < > : Het hoofdinstelwiel. < > : Het snelinstelwiel. <9> <V> <U> : De multifunctionele knop en de drukrichting. <0> : De instelknop. : Hiermee wordt aangeduid dat de desbetreffende functie respectievelijk 4, 6, 10 of 16 seconden actief blijft nadat u de knop loslaat.
Hoofdstukken Voor nieuwe DSLR-gebruikers worden in hoofdstuk 1 en 2 de basisbediening en opnameprocedures voor de camera uitgelegd. Inleiding Aan de slag Foto's maken met basisfuncties De AF- en transportmodi instellen Opname-instellingen Geavanceerde functies Opnamen maken met het LCD-scherm (Live view-opnamen) Filmopnamen Opnamen weergeven De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-...
Inhoud Inleiding Compatibele kaarten ................ 3 Controlelijst onderdelen..............4 Instructiehandleidingen en schijven ..........5 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt ... 6 Hoofdstukken ................... 7 Tips en waarschuwingen voor het gebruik ........12 Verkorte handleiding............... 14 Namen van onderdelen ..............16 Aan de slag De batterij opladen .................
Pagina 9
Inhoud Q De digitale horizon weergeven..........53 Uitleg en help ..................54 Foto's maken met basisfuncties A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) ... 58 A Volautomatische technieken (Automatisch/scène)....61 C Creatieve automatische opnamen ..........63 8: Modus Speciale scène ............66 2 Portretfoto's maken ..............67 3 Landschapsfoto's maken ............68 4 Close-ups maken ...............69 5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen......70...
Pagina 10
Inhoud Opname-instellingen De opnamekwaliteit instellen............84 i: De ISO-snelheid instellen............86 A Een beeldstijl selecteren ............87 De witbalans instellen..............88 Helderheid en contrast automatisch corrigeren......89 Instellingen voor ruisreductie............90 Lichte tonen prioriteit ..............92 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie..... 93 Geavanceerde functies d: AE-programma .................
Pagina 11
Inhoud Opnamen weergeven x Opnamen weergeven ............. 120 H Snel opnamen zoeken ............121 u Vergrote weergave ..............122 k Films afspelen.................123 L Opnamen wissen ..............125 De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/Afbeeldingen downloaden naar uw computer De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven ..............
De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in het water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen.
Pagina 13
Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-paneel en LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen, die alleen zwart of rood enz.
Verkorte handleiding Plaats de batterij (pag. 26) Zie pagina 24 voor meer informatie over het opladen van de batterij. Plaats een kaart (pag. 27) Plaats de kaart in de sleuf met de etiketzijde naar de achterzijde van de camera gericht.
Pagina 15
Verkorte handleiding Houd de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt terwijl u het wiel instelt op <A> (Automatisch/scène) (pag. 58) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp (pag. 40) Kijk door de zoeker en richt het ...
Namen van onderdelen LCD-paneel (pag. 18) <R> Knop voor transportmodusselectie (pag. 81) <f> Knop voor AF-modusselectie (pag. 78) <i> Knop voor ISO-snelheid (pag. 86) <q> Knop voor Objectiefbevestigingsmarkering (pag. 35) meetmethode Contactpunten voor flitssynchronisatie <U> Knop LCD- Flitserschoen paneelverlichting (pag. 44) Ver-/ontgrendelknop <6>...
Pagina 17
Namen van onderdelen <p> AF-startknop <V> Scherpstelvlakmarkering (pag. 40, 105) <A/k> Schakelaar voor Live <A> Knop voor view/filmopnamen (pag. 103/113) AE-vergrendeling/ <0> Start-/stopknop (pag. 104, 114) flitsbelichtingsvergrendeling (pag. 101) Knop voor dioptrische aanpassing (pag. 39) <S> Knop voor Oogschelp AF-puntselectie (pag. 79) Zoekeroculair <Q>...
Pagina 18
Namen van onderdelen LCD-paneel Transportmodus (pag. 81) <A> Lichte tonen prioriteit (pag. 92) u Enkelbeeld i Continue opname <g> ISO-snelheid (pag. 86) B Enkele stille opname M Stille continue opname ISO-snelheid (pag. 86) Q Zelfontsp.: 10 sec./ Maximum aantal opnamen Afstandsbediening k Zelfontsp.: 2 sec./ Aftelweergave zelfontspanner...
Pagina 20
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de knop in het midden van het programmakeuzewiel ingedrukt houdt (ver-/ontgrendelknop programmakeuzewiel). Creatieve modi Met deze modi is het eenvoudiger om verschillende onderwerpen vast te leggen. d : AE-programma (pag. 96) s : AE met sluitervoorkeur (pag.
Pagina 21
Namen van onderdelen Objectief EF24-105mm f/4L IS USM Focusinstellingsknop (pag. 35) Afstandsschaal Infraroodmarkering Bevestiging Zoomring (pag. 36) lenskap (pag. 37) Zoompositiemarkering (pag. 36) φ77mm filteraansluiting (voorkant objectief) Focusring (pag. 80, 111) Contactpunten (pag. 1 Schakelaar voor Image Objectiefbevestigingsmarkering Stabilizer (Beeldstabilisatie) (pag. 38) (pag.
Pagina 22
Namen van onderdelen Batterijoplader LC-E6 Lader voor batterij LP-E6/LP-E6N (pag. 24). Stekker Batterijcompartiment Oplaadlampje BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES - BEWAAR DEZE INSTRUCTIES. GEVAAR - VOLG DEZE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OM HET RISICO VAN BRAND EN ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE BEPERKEN. Voor aansluiting van een accessoire buiten de Verenigde Staten: gebruik zo nodig een stekkeradapter met de juiste configuratie voor aansluiting op het stopcontact.
Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorbereidende stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. De riem bevestigen Haal het uiteinde van de riem van onderaf door de draagriemring. Haal het uiteinde daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
De batterij opladen Verwijder het beschermdeksel. Verwijder het beschermdeksel van de batterij. Plaats de batterij. Plaats de batterij op de juiste manier in de oplader, zoals afgebeeld in de illustratie. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
De batterij opladen Tips voor het gebruik van de batterij en batterijoplader Bij aankoop is de batterij niet volledig opgeladen. Laad de batterij voor gebruik op. Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op de dag dat u ...
De batterij plaatsen en verwijderen Plaats een volledig opgeladen LP-E6-batterij (of LP-E6N) in de camera. De batterij plaatsen Open het klepje. Schuif het schuifje in de richting van de pijlen en open het klepje. Plaats de batterij. Steek het uiteinde met de ...
De kaart plaatsen en verwijderen De camera kan een SD-, SDHC- of SDXC-geheugenkaart gebruiken. SDHC- en SDXC-kaarten met snelheidsklasse UHS-I kunnen ook worden gebruikt. De opnamen worden opgeslagen op de kaart. Zorg ervoor dat het schrijfbeveiligingsschuifje van de kaart omhoog staat, zodat schrijven/wissen mogelijk is. De kaart plaatsen Open het klepje.
De kaart plaatsen en verwijderen Het aantal mogelijke opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO- snelheid, enzovoort. Door [z1: Ontspan sluiter zonder kaart] in te stellen op [Uitschakelen], voorkomt u dat u foto's maakt zonder een kaart te hebben geplaatst.
Pagina 29
De kaart plaatsen en verwijderen Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, betekent dit dat opnamen op de kaart worden gelezen, opgeslagen of gewist, of dat gegevens worden overgebracht. Maak het klepje van de kaartsleuf op dat moment niet open. Verricht ook geen van de volgende handelingen wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert.
De camera inschakelen Als na het aanzetten van de camera het scherm met datum-/tijd-/zone- instelling wordt weergegeven, raadpleegt u pagina 32 voor het instellen van de datum, tijd en tijdzone. <1> : De camera wordt ingeschakeld. <2> : De camera is uitgeschakeld en werkt niet.
De camera inschakelen z Het batterijniveau controleren Wanneer de aan-uitschakelaar op <1> staat, heeft het batterijniveau een van de volgende zes niveaus. Een knipperend batterijpictogram (b) geeft aan dat de batterij bijna leeg is. Pictogram Niveau (%) 100 - 70 69 - 50 49 - 20 19 - 10 9 - 1 Maximum aantal opnamen Kamertemperatuur...
De datum, tijd en tijdzone instellen Als u de camera voor de eerste keer inschakelt of als de datum-/tijd/ zone-instellingen zijn gereset, wordt het instelscherm voor datum/tijd/ zone weergegeven. Volg de stappen hieronder om eerst de tijdzone in te stellen. Indien u de camera instelt op de juiste tijdzone voor uw huidige woonplaats en u naar een andere tijdzone reist, kunt u de camera gewoon op de juiste tijdzone instellen voor uw bestemming, zodat de datum/tijd automatisch wordt bijgewerkt.
Pagina 33
3 De datum, tijd en tijdzone instellen Stel de datum en de tijd in. Druk op de toets <U> om het getal te selecteren. Druk op <0> zodat <r> wordt weergegeven. Druk op de toets <V> om het getal in ...
De interfacetaal selecteren Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer op het tabblad [52] de optie [TaalK]. Druk op de toets <U> om het tabblad [52] te selecteren. Druk op de toets <V> om [Taal ] te ...
Een objectief bevestigen en verwijderen De camera is compatibel met alle Canon EF-objectieven. De camera kan niet worden gebruikt in combinatie met EF-S- en EF-M-objectieven. Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting die door de pijlen wordt aangegeven.
Een objectief bevestigen en verwijderen In- en uitzoomen Om in of uit te zoomen draait u de zoomring op het objectief met uw vingers. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de scherpstelling enigszins verloren gaan.
Een objectief bevestigen en verwijderen Een zonnekap bevestigen Met een zonnekap kan ongewenst licht worden geblokkeerd en wordt de voorkant van het objectief beschermd tegen regen, sneeuw, stof, enzovoort. Voordat u het objectief in een tas, enzovoort stopt, kunt u de zonnekap ook andersom bevestigen.
Objectieven met Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) Wanneer u de ingebouwde Image Stabilizer (Beeldstabilisatie) van het IS-objectief gebruikt, wordt bewegingsonscherpte gecorrigeerd om scherpere opnamen te krijgen. De procedure die hier wordt uitgelegd, is gebaseerd op het EF24-105mm f/4L IS USM-objectief als voorbeeld. * IS betekent Image Stabilizer (Beeldstabilisatie).
Basisbediening De scherpte van de zoeker aanpassen Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het lastig is om de knop te draaien, verwijdert u de oogschelp. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om dioptrische aanpassingslenzen van de E-serie te gebruiken (10 typen, afzonderlijk verkrijgbaar).
Basisbediening Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische scherpstelling en het automatische belichtingssysteem dat de sluitertijd en het diafragma instelt. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker en op het LCD-paneel weergegeven (0).
Pagina 41
Basisbediening Programmakeuzewiel Draai aan het programmakeuzewiel terwijl u de ver-/ontgrendelknop van het programmakeuzewiel in het midden ingedrukt houdt. Hoofdinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <6>. Wanneer u op een knop zoals <f>, <R> of <i> drukt, blijft de desbetreffende functie gedurende de tijd die is ingesteld op de timer (9) geselecteerd.
Pagina 42
Basisbediening Snelinstelwiel Druk op een knop en draai aan het instelwiel <5>. Wanneer u op een knop zoals <f>, <R> of <i> drukt, blijft de desbetreffende functie gedurende de tijd die is ingesteld op de timer (9) geselecteerd. Tijdens deze zes seconden kunt u de gewenste instelling opgeven met het instelwiel <5>.
Basisbediening Multifunctionele knop De Multifunctionele knop <9> bevat acht toetsen die in de richtingen kunnen worden geduwd zoals aangegeven door de pijlen. Met deze acht toetsen kunt u het AF- punt selecteren, de witbalans corrigeren, het AF-punt of vergrotingskader verplaatsen tijdens Live view-opnamen, over de opname schuiven in de vergrote weergave tijdens afspelen, enzovoort.
Basisbediening U LCD-paneelverlichting Schakel de verlichting van het LCD- paneel in (9) of uit door op de knop <U> te drukken. Wanneer u bij een bulb-opname de ontspanknop volledig indrukt, wordt de verlichting van het LCD-paneel uitgeschakeld. Instellingen voor de opnamefunctie weergeven Nadat u een aantal keren op de knop <B>...
Q Snel instellen voor opnamefuncties U kunt de opnamefuncties die worden weergegeven op het LCD- scherm, rechtstreeks selecteren en instellen. Dit wordt het scherm Sneltoetsen genoemd. Druk op de knop <Q>. Het scherm Sneltoetsen wordt weergegeven (7). Stel de gewenste functie in. Druk op de toets <V>...
Menugebruik U kunt verschillende functies instellen met de menu's, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, enzovoort. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u de knop <M>, <V> <U> en de knop < > op de achterzijde van de camera. Knop <M> Knop <0>...
Pagina 48
3 Menugebruik Procedure voor menu-instellingen Geef het menuscherm weer. Druk op de knop <M> om het menuscherm weer te geven. Selecteer een tabblad. Druk op de toets <U> om een menutabblad te selecteren. Zo verwijst het tabblad [z4] naar het ...
Voordat u begint 3 De kaart formatteren Als de kaart nieuw is of eerder is geformatteerd met een andere camera of computer, moet u de kaart met de camera formatteren. Wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd, worden alle opnamen en gegevens op de kaart verwijderd. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd;...
Voordat u begint Gebruik [Kaart formatteren] in de volgende gevallen: De kaart is nieuw. De kaart is geformatteerd met een andere camera of een computer. De kaart is volledig gevuld met opnamen of gegevens. Er wordt een kaartfout weergegeven. ...
Voordat u begint 3 De uitschakeltijd/automatisch uitschakelen instellen Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze gedurende een bepaalde tijd niet is gebruikt. Als u niet wilt dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld, zet u deze functie op [Deactiveren].
Voordat u begint 3 Het LCD-scherm in-/uitschakelen De weergave met opname-instellingen (pag. 44) kan worden ingesteld zodat deze altijd aan blijft wanneer u de ontspanknop half indrukt. Selecteer op het tabblad [52] de optie [LCD uit/aankn.] en druk vervolgens op <0>.
Q De digitale horizon weergeven De digitale horizon op het LCD-scherm weergeven Druk op de knop <B>. Telkens als u op de knop <B> drukt, wordt de schermweergave vernieuwd. Geef de digitale horizon weer. Indien de digitale horizon niet wordt ...
Uitleg en help Wanneer u een functie instelt, kan de beschrijving van de functie worden weergegeven. Uitleg De Uitleg is een eenvoudige beschrijving van de betreffende opnamemodus, functie of optie. Deze wordt weergegeven als u de opnamemodus wijzigt of een opnamefunctie, Live view-opname, filmopname of weergave instelt.
Pagina 55
Uitleg en help Help Wanneer [zHelp] wordt weergegeven onder in het menuscherm, drukt u op de knop <B> om de beschrijving van de functie weer te geven. Indien de Help meer dan één scherm beslaat, verschijnt er rechts een schuifbalk. U kunt ook aan het instelwiel <5>...
Foto's maken met basisfuncties In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de basismodi op het programmakeuzewiel kunt gebruiken voor de beste resultaten. In de basismodi hoeft u de camera alleen maar op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in (pag.
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) <A> is een volautomatische modus. De camera analyseert de scène en stelt automatisch de optimale instellingen in. Bovendien past de camera de scherpstelling automatisch aan door te meten of het onderwerp beweegt of niet (pag. 61). Stel het programmakeuzewiel in op <A>.
A Volautomatisch opnamen maken (Automatisch/scène) Maak de opname. Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te maken. De opname wordt gedurende 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. De modus <A> zorgt ervoor dat de kleuren in natuur- en buitenopnamen en opnamen van zonsondergangen er indrukwekkender uitzien.
Pagina 60
Als het onderwerp dichtbij is, verwijdert u de kap voordat u een flitsopname maakt. In alle basiszonemodi behalve in <G> kan het onderwerp met gebruik van een Canon EX-series Speedlite (afzonderlijk verkrijgbaar) bij weinig licht of in omstandigheden met tegenlicht, toch helder worden vastgelegd terwijl bewegingsonscherpte wordt vermeden of schaduwen van tegenlicht worden verminderd.
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) De compositie opnieuw bepalen Positioneer het onderwerp afhankelijk van de scène links of rechts in beeld, zodat er een uitgebalanceerde achtergrond en een goed perspectief wordt bereikt. In de modus <A> drukt u de ontspanknop half in om scherp te stellen op een niet-bewegend onderwerp.
Pagina 62
A Volautomatische technieken (Automatisch/scène) A Live view-opnamen U kunt opnamen maken terwijl het zoekerbeeld op het LCD-scherm wordt weergegeven. Dit heet 'Live view'. Zie pagina 103 voor meer informatie. Zet de schakelaar voor Live view/ filmopnamen op <A>. Geef het Live view-beeld op het LCD-scherm weer.
C Creatieve automatische opnamen In de modus <C> kunt u op eenvoudige wijze de scherptediepte en transportmodus wijzigen. U kunt de sfeer kiezen die u in uw opnamen wilt vastleggen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de modus <A>. * CA staat voor Creative Auto (Automatisch/creatief). Stel het programmakeuzewiel in op <C>.
Pagina 64
C Creatieve automatische opnamen Sluitertijd Diafragma ISO-snelheid Batterijniveau Maximum aantal Opnamekwaliteit opnamen U kunt op de knop <Q> drukken om het volgende in te stellen: (1) Sfeeropnamen U kunt de sfeer instellen die u in uw opnamen wilt vastleggen. Draai aan het instelwiel <6>...
Pagina 65
C Creatieve automatische opnamen (3) Transportmodus: druk op de toets <U> om de transportmodus te selecteren. U kunt de transportmodus ook selecteren door aan het instelwiel <6> of <5> te draaien, of door op <0> te drukken om de modus uit een lijst te selecteren. <u>...
8: Modus Speciale scène Wanneer u een opnamemodus instelt die bij de scène past, stelt de camera automatisch de optimale instellingen in. Stel het programmakeuzewiel in op <8>. Druk op de knop <Q>. Het scherm Sneltoetsen wordt weergegeven. Selecteer de opnamemodus. Druk op de toets <V>...
2 Portretfoto's maken De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat personen duidelijker naar voren komen. Ook worden de tinten van de huid en het haar zachter gemaakt. Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, ...
3 Landschapsfoto's maken Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's of om alles van dichtbij tot veraf scherp in beeld te krijgen. Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere opnamen. Opnametips Gebruik bij een zoomobjectief de groothoekzijde. ...
4 Close-ups maken Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen, gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macro-objectief (afzonderlijk verkrijgbaar) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Bloemen en dergelijke steken tegen een eenvoudige achtergrond beter af.
5 Opnamen maken van bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een rijdende auto. Opnametips Gebruik een teleobjectief. Het gebruik van een teleobjectief wordt aanbevolen, omdat u hiermee op grote afstand kunt fotograferen.
6 's Avonds portretfoto's maken (met een statief) Gebruik de modus <6> (Nacht portret) als u 's avonds mensen wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende achtergrond wilt hebben. Hierbij is flitslicht nodig. U wordt bovendien aangeraden een statief te gebruiken. Opnametips Gebruik een groothoekobjectief, Speedlite en een statief.
F 's Avonds opnamen maken (uit de hand) Normaal gesproken hebt u bij avondopnamen een statief nodig om uw camera stil te houden. Met de modus <F> (Nachtopnamen uit hand) kunt u echter 's avonds opnamen maken terwijl u de camera in de hand houdt.
G Opnamen met tegenlicht maken Als u een tafereel met zowel lichte als donkere gebieden fotografeert, gebruikt u de modus <G> (HDR-tegenlicht). Wanneer u een foto maakt, worden er drie continu-opnamen gemaakt met verschillende belichtingstijden. De opname die hieruit voortkomt heeft het minste last van verlies van details in de schaduwpartijen door tegenlicht en het grootste kleurtoonbereik wordt vastgelegd.
Pagina 74
Waarschuwingen voor <F> (Nachtopnamen uit hand) Het kan bij opnamen met Live view moeilijk zijn om scherp te stellen op lichte puntjes, zoals in het geval van een opname 's avonds. In dergelijke gevallen dient u de AF-methode op [Quick-modus] in te stellen. Indien het nog steeds moeilijk is om scherp te stellen, stelt u de scherpstelmodus van het objectief in op [MF] en stelt u handmatig scherp.
Q Snel instellen Wanneer in de basismodi het scherm met Voorbeeld: portretmodus de instellingen voor de opnamefunctie wordt weergegeven, kunt u op de knop <Q> drukken om het scherm Sneltoetsen weer te geven. In de onderstaande tabel worden de functies vermeld die in de diverse basismodi met het scherm Sneltoetsen kunnen worden ingesteld.
De AF- en transportmodi instellen De zoeker heeft elf AF-punten. Door het optimale AF-punt te selecteren, kunt u de compositie van de foto naar wens instellen terwijl er automatisch wordt scherpgesteld. U kunt ook het AF-gebruik en de transportmodus selecteren die voor de opnameomstandigheden en het onderwerp het meest geschikt zijn.
f: Het AF-gebruik selecterenN U kunt de eigenschappen selecteren voor de automatische scherpstelling die bij de opnameomstandigheden en het onderwerp passen. In de basismodi wordt het optimale AF-gebruik automatisch ingesteld voor de respectieve opnamemodus. Stel de focusinstellingsknop op het objectief in op <AF>. Draai het programmakeuzewiel naar een creatieve modus.
S AF-punten selecterenN U kunt een AF-punt uit elf AF-punten selecteren om op scherp te stellen. In de basismodi wordt het AF-punt automatisch geselecteerd en kunt u het AF-punt niet selecteren. Druk op de knop <S>. Het geselecteerde AF-punt wordt ...
MF: Handmatige scherpstelling Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. <4 L> wordt op het LCD- paneel weergegeven. Stel scherp op het onderwerp. Focusring Stel scherp door aan de focusring op het objectief te draaien totdat u het onderwerp scherp in de zoeker ziet.
i De transportmodus selecteren De camera heeft transportmodi voor enkelbeeld en continu-opnamen. Druk op de knop <R>. Selecteer de transportmodus. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5>. u : Enkelbeeld Wanneer u de ontspanknop helemaal indrukt, wordt er slechts één opname gemaakt.
j De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. Druk op de knop <R>. Selecteer de zelfontspanner. Terwijl u naar het LCD-paneel kijkt, draait u aan het instelwiel <6> of <5> om de zelfontspannervertraging te selecteren.
Opname-instellingen In dit hoofdstuk worden functie-instellingen voor opnamen uitgelegd: opnamekwaliteit, ISO-snelheid, beeldstijl, witbalans, Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid), correctie helderheid randen, chromatische correctie en andere functies. Het pictogram M rechts boven aan de paginatitel geeft aan dat de functie alleen beschikbaar is in de creatieve modi (d/ s/ f/ a/ F).
De opnamekwaliteit instellen U kunt het aantal pixels en de beeldkwaliteit selecteren. Er zijn acht JPEG- instellingen voor opnamekwaliteit: 73, 83, 74, 84, 7a, 8a, b, c. Er zijn drie RAW-instellingen voor opnamekwaliteit: 1, 41, 61. Selecteer [Beeldkwalit.]. Selecteer op het tabblad [z1] de ...
Pagina 85
De bestandsgrootte, maximum aantal opnamen en maximale opnamereeks tijdens continue opnamen zijn gebaseerd op testnormen van Canon (aspect ratio 3:2, ISO 100 en beeldstijl Standaard) met een kaart van 8 GB. Deze cijfers kunnen verschillen afhankelijk van het onderwerp, merk van de kaart, beeldverhouding, ISO-snelheid, beeldstijl, persoonlijke voorkeuze, enzovoort.
i: De ISO-snelheid instellenN Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld. Druk op de knop <i>. Stel de ISO-snelheid in. Terwijl u naar het LCD-paneel of de ...
A Een beeldstijl selecterenN Door een beeldstijl te selecteren, kunt u opnamekenmerken verkrijgen die bij uw fotografische expressie of bij het onderwerp passen. In de basismodi wordt <D> (Auto) automatisch ingesteld. Selecteer [Beeldstijl]. Selecteer op het tabblad [z4] de optie [Beeldstijl] en druk vervolgens op <0>.
De witbalans instellenN Witbalans (WB) zorgt ervoor dat witte gebieden er wit uitzien. Bij de instelling <Q> (Auto) zal doorgaans automatisch de juiste witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Q> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u een witbalans selecteren die bij de lichtbron past of de witbalans handmatig instellen door een opname van een wit voorwerp te maken.
Helderheid en contrast automatisch corrigerenN Als de opname te donker wordt of als het contrast te laag is, kunnen de helderheid en het contrast van de opname automatisch worden verbeterd. Deze functie heet Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid). De standaardinstelling is [Standaard]. Bij JPEG-opnamen wordt de correctie toegepast wanneer de opname is gemaakt.
Instellingen voor ruisreductieN Hoge ISO-ruisreductie Met deze functie vermindert u de ruis die in een opname ontstaat. Hoewel ruisreductie wordt toegepast bij alle ISO-snelheden, is de functie vooral effectief bij hoge ISO-snelheden. Bij lage ISO-snelheden wordt de ruis in de donkere gedeelten van de opname (de schaduwpartijen) verder gereduceerd.
3 Instellingen voor ruisreductieN Ruisreductie lange sluitertijd Ruisreductie is mogelijk bij alle belichtingstijden van 1 seconde of langer. Selecteer [Ruisred. lange sluitertijd]. Selecteer op het tabblad [z4] [Ruisred. lange sluitertijd] en druk vervolgens op <0>. Stel de gewenste optie in. Selecteer de gewenste instelling en ...
Lichte tonen prioriteitN U kunt overbelichting van lichte gebieden minimaliseren. Selecteer [Lichte tonen prioriteit]. Selecteer op het tabblad [z4] [Lichte tonen prioriteit] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen]. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. De lichte details worden verbeterd. ...
Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Lichtafval is een verschijnsel dat ervoor zorgt dat de hoeken van de opname donkerder eruitzien als gevolg van de fysieke eigenschappen van de lens. Een andere chromatische afwijking is het verschijnen van kleurranden rond de contouren van het onderwerp. Deze lensafwijkingen kunnen beide worden gecorrigeerd.
3 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie Chromatische correctie Selecteer de instelling. Controleer of [Correctiegegevens beschikbaar] wordt weergegeven voor het gebruikte objectief. Selecteer [Chromatische afw.] en druk vervolgens op <0>. Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op <0>. Als [Correctiegeg. niet ...
Geavanceerde functies In de creatieve modi kunt u de sluitertijd en/of het diafragma aanpassen om de gewenste belichting in te stellen. Door de instellingen van de camera te wijzigen, kunt u verschillende resultaten krijgen. Het pictogram M rechts boven aan de paginatitel geeft aan ...
d: AE-programma De camera stelt automatisch de sluitertijd en het diafragma in die het beste bij de helderheid van het onderwerp passen. Dit heet AE-programma. * <d> staat voor programma. * AE staat voor Auto Exposure (automatische belichting). Stel het programmakeuzewiel in op <d>.
s: AE met sluitervoorkeur In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch het diafragma in om de standaardbelichting te verkrijgen die bij de helderheid van het onderwerp past. Dit heet AE met sluitervoorkeur. Een kortere sluitertijd kan de actie of een bewegend onderwerp als het ware bevriezen.
f: AE met diafragmavoorkeur In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in om de standaardbelichting te verkrijgen die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE met diafragmavoorkeur. Bij een hoger f/getal (een kleiner diafragma) vallen de voorgrond en achtergrond meer samen binnen de acceptabele scherpstelling.
a: Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma naar wens in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik een in de handel verkrijgbare belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. * <a>...
Belichtingscompensatie instellen N Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichting die door de camera is ingesteld lichter (langere belichting) of donkerder (kortere belichting) te maken. Belichtingscompensatie kan worden ingesteld in de opnamemodi d/s/f. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op ±5 stops met tussenstappen van 1/3 stop. De belichtingscompensatie- indicator in de zoeker en op het LCD-paneel kan de instelling echter alleen tot ±3 stops weergeven.
A AE-vergrendelingN Gebruik AE-vergrendeling wanneer het gebied waarop u wilt scherpstellen afwijkt van het lichtmetingsgebied of wanneer u meerdere foto's wilt nemen met dezelfde belichtingsinstelling. Druk op de knop <A> om de belichting te vergrendelen, maak een nieuwe compositie en maak de opname.
Opnamen maken met het LCD- scherm (Live view-opnamen) U kunt opnamen maken terwijl het beeld op het LCD-scherm van de camera wordt weergegeven. Dit heet 'Live view'. U kunt Live view inschakelen door de schakelaar voor Live view/ filmopname op <A> te zetten.
A Opnamen maken met het LCD-scherm Zet de schakelaar voor Live view/ filmopnamen op <A>. Geef het Live view-beeld weer. Druk op de knop <0>. Het Live view-beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. In het Live view-beeld wordt het ...
A Opnamen maken met het LCD-scherm Live view inschakelen Stel [A1: Live view-opname.] in op [Inschakelen]. Maximumaantal Live view-opnamen Kamertemperatuur Lage temperatuur Temperatuur (23 °C) (0 °C) Maximum aantal circa 220 opnamen circa 190 opnamen opnamen De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen LP-E6-batterij ...
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode) De AF-methode selecteren De beschikbare AF-modi zijn [FlexiZone (Single)], [u Live-modus] (met gezichtsherkenning, pag. 107) en [Quick-modus] (pag. 109). Wanneer u nauwkeurig wilt scherpstellen, stelt u de focusinstellingsknop op het objectief in op <MF>, vergroot u de opname en stelt u handmatig scherp (pag.
Pagina 107
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon. Als de scherpstelling niet wordt ...
Pagina 108
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in; de camera stelt vervolgens scherp op het gezicht dat door het kader <p> wordt bedekt. Als de scherpstelling is bereikt, wordt het AF-punt groen en klinkt er een pieptoon.
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode) Quick-modus: f De speciale AF-sensor wordt gebruikt om in de modus 1-beeld AF op dezelfde manier scherp te stellen als bij het maken van opnamen door de zoeker. Hoewel u snel kunt scherpstellen op het gewenste gebied, wordt het Live view-beeld tijdens het automatisch scherpstellen even onderbroken.
Pagina 110
AF gebruiken om scherp te stellen (AF-methode) Stel scherp op het onderwerp. Richt het AF-punt op het onderwerp en druk de ontspanknop half in. Het Live view-beeld wordt uitgeschakeld, de reflexspiegel wordt neergeklapt en er wordt automatisch scherpgesteld. (Er is geen opname gemaakt.) Wanneer is scherpgesteld, laat de ...
Handmatig scherpstellen U kunt de opname vergroten en nauwkeurig scherpstellen met handmatig scherpstellen. Zet de focusinstellingsknop op het objectief op <MF>. Draai aan de focusring van het objectief om ruw scherp te stellen. Geef het vergrotingskader weer. Druk op de knop <u>. ...
Pagina 112
Handmatig scherpstellen Stel handmatig scherp. Draai terwijl u naar de vergrote opname kijkt aan de focusring van het objectief om scherp te stellen. Nadat u hebt scherpgesteld, drukt u op de knop <u> om naar de normale weergave terug te keren. Maak de opname.
Filmopnamen U kunt filmopnamen inschakelen door de schakelaar voor Live view/filmopnamen op <k> te zetten. De opname-indeling voor films is MOV. Voor kaarten waarop u films kunt opslaan, raadpleegt u pagina 3. Als u op het tabblad [53] [Wi-Fi] instelt op [Inschakelen], kunt u geen filmopnamen maken.
k Filmopnamen Opnamen maken met automatische belichting Wanneer de opnamemodus niet is ingesteld op <a>, schakelt de camera over naar automatische belichting die past bij de lichtomstandigheden van de situatie. Stel de opnamemodus in. Draai het programmakeuzewiel naar een andere opnamemodus dan <a>. Stel de schakelaar voor Live view/ filmopnamen in op <k>.
Pagina 115
k Filmopnamen Opnamen maken met handmatige belichting U kunt de sluitertijd, het diafragma en de ISO-snelheid voor filmopnamen handmatig instellen. Het handmatig instellen van de belichting voor filmopnamen is bedoeld voor geavanceerde gebruikers. Stel het programmakeuzewiel in op <a>. Stel de schakelaar voor Live view/ filmopnamen in op <k>.
Het filmopnameformaat instellen Met [Z2: Movie-opn.formaat] kunt u het filmformaat, de framesnelheid per seconde en de compressiemethode instellen. De framesnelheid wisselt automatisch, afhankelijk van de instelling voor [53: Videosysteem]. Beeldformaat A [1920x1080] : Full HD-opnamekwaliteit (Full High-Definition). De beeldverhouding is 16:9. B [1280x720] : HD-opnamekwaliteit (High-Definition).
Pagina 117
3 Het filmopnameformaat instellen Totale opnameduur voor film en bestandsgrootte per minuut Totale opnameduur (bij benadering) Filmopname- Bestandsgrootte Kaart van Kaart van Kaart van formaat (bij benadering) 4 GB 8 GB 16 GB 16 minuten 32 minuten 1 uur 4 minuten 235 MB/min.
Opnamen weergeven In dit hoofdstuk worden de basisfuncties voor het weergeven van opnamen en films beschreven. Opnamen die zijn gemaakt en opgeslagen met een ander toestel De camera kan opnamen die met een andere camera zijn vastgelegd of met een computer zijn bewerkt, of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd, mogelijk niet goed weergeven.
x Opnamen weergeven Weergave van één opname Geef de opname weer. Druk op de knop <x>. De laatstgemaakte of laatstbekeken opname wordt weergegeven. Selecteer een opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, draait u het instelwiel <5> linksom.
x Snel opnamen zoeken H Meerdere opnamen weergeven op één scherm (indexweergave) Zoek snel naar opnamen met de indexweergave, waarbij 4 of 9 opnamen op 1 scherm worden weergegeven. Druk op de knop <u>. Druk tijdens opnameweergave op de knop <u>.
u Vergrote weergave U kunt een vastgelegde opname ongeveer 1,5x tot 10x keer vergroten op het LCD-scherm. Vergroot het beeld. Opnamen kunnen tijdens de weergave worden uitvergroot (weergave van één opname), tijdens de weergave direct na de opname en wanneer de camera gereed is voor opname.
k Films afspelen Geef de opname weer. Druk op de knop <x> om opnamen weer te geven. Selecteer een film. Draai aan het instelwiel <5> om de film te selecteren die u wilt afspelen. Bij de weergave van één opname ...
Pagina 124
k Films afspelen Filmweergavepaneel Bewerking Beschrijving van weergave Door op <0> te drukken, kunt u schakelen tussen 7 Afspelen weergeven en stoppen. Pas de vertragingssnelheid aan door op de toets <U> te 8 Vertraagd drukken. De vertragingssnelheid wordt rechtsboven in het scherm weergegeven.
L Opnamen wissen U kunt opnamen één voor één selecteren en wissen, of in een batch. Beveiligde opnamen worden niet gewist. Als een opname eenmaal is gewist, kan deze niet meer worden teruggehaald. Wis een opname pas als u zeker weet dat u deze niet meer nodig hebt.
De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven/Afbeeldingen downloaden naar uw computer In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u opnamen van de camera naar uw computer kunt downloaden. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk een overzicht van de software die op de EOS Solution Disk (cd-rom) staat.
De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) bevat de volgende elektronische handleidingen (pdf): EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX Instructiehandleiding voor de camera ...
De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [WINDOWS] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX...
De pdf-bestanden van de instructiehandleidingen op de dvd-rom weergeven De EOS Camera Instruction Manuals Disk (dvd-rom) weergeven [MACINTOSH] EOS Camera Instruction Manuals Disk EOS Camera Instruction Manuals Disk XXX Kopieer de instructiehandleidingen (pdf) op de cd naar de CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX...
Opnamen downloaden naar een computer U kunt de meegeleverde software gebruiken om de opnamen op de camera naar uw computer te downloaden. Dit kan op twee manieren. Opnamen downloaden door de camera op de computer aan te sluiten. Installeer de software (pag.
(pag. 128) voor meer informatie. Als u opnamen van de camera naar uw computer downloadt en hiervoor een kaartlezer gebruikt in plaats van de Canon-software, kopieert u de map DCIM op de kaart naar uw computer.
Informatie over de software EOS Solution Disk EOS Solution Disk XXX Deze dvd bevat de volgende software voor EOS-camera's. CEL-XXX XXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX XXXXX Windows XXX XXX Mac OS X XXX XXX De software die bij eerdere camera's is geleverd, biedt mogelijk geen ondersteuning voor foto's en filmbestanden die met deze camera worden gemaakt.
Pagina 134
Informatie over de software Er is een internetverbinding nodig om de software te installeren. Plaats de EOS Solution Disk in een computer met internetverbinding. Klik op [Easy Installation/Standaardinstallatie], of [Install/Installeren] op een Macintosh en vervolgens wordt de software automatisch geïnstalleerd. d ImageBrowser EX Software voor het weergeven en bewerken van opnamen Verbinding maken met internet om de software te downloaden en te...
De software installeren De software op Windows installeren Compatibele besturingssystemen Windows 8.1 Windows 8 Windows 7 Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten Sluit de camera pas op de computer aan nadat u de software hebt geïnstalleerd.
Controleer of de camera niet op uw computer is aangesloten. Plaats de EOS Solution Disk (cd) in het cd-romstation. Dubbelklik op het bureaublad van uw computer op het dvd- rompictogram en dubbelklik vervolgens op [Canon EOS Digital Installer/Installatieprogramma Canon EOS Digital]. Selecteer uw regio, land en taal.
Handelsmerken Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. Microsoft en Windows zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.. Macintosh en Mac OS zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het SDXC-logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC.
Pagina 138
Canon is niet verantwoordelijk voor enige schade aan dit product en/of ongelukken zoals brand, enzovoort, die worden veroorzaakt door accessoires die niet van Canon zijn (bijvoorbeeld lekkage en/of explosie van een batterij). Deze garantie is niet van toepassing op reparaties die het gevolg zijn van defecten in accessoires die niet van Canon zijn.
Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door de onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
Pagina 140
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
Pagina 141
Voor verdere informatie over recycling van dit product kunt u contact opnemen met uw plaatselijke gemeente, afvaldienst, officiële dienst voor klein chemisch afval of afvalstortplaats, of kunt u terecht op www.canon-europe.com/weee, of VOORZICHTIG ONTPLOFFINGSGEVAAR ALS DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ.
Pagina 144
Europa, Afrika & Midden-Oosten CANON EUROPA N.V. PO Box 2262, 1180 EG Amstelveen, Nederland Raadpleeg uw garantiekaart of ga naar www.canon-europe.com/Support voor informatie over het dichtstbijzijnde Canon-kantoor Dit product en de hieraan gekoppelde garantie worden in landen in Europa geleverd door Canon Europa N.V.