7 Aangepaste bedieningN
AF
: Meten en AF-start
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
worden de meting en de AF uitgevoerd.
*1: Wanneer die zijn toegewezen aan de knop
<p> of <A>, kunt u door op de knop
<B> te drukken terwijl het instellingenscherm
wordt weergegeven, de gedetailleerde AF-
instellingen instellen. Wanneer u bij het maken
van opnamen op de knop <p> of <A>
drukt, wordt AF op de ingestelde wijze uitgevoerd.
AF-startpunt
Wanneer [Ingesteld AF-punt] is ingesteld, kunt u op de knop
<p> of <A> drukken om over te schakelen naar het
ingestelde AF-punt.
Het AF-punt vastleggen
1. Stel de AF-gebiedselectiemodus in op een van de volgende opties: Eén
punt Spot AF (handmatige selectie), Eén punts AF (handmatige selectie),
AF-puntuitbreiding (handmatige selectie
(handmatige selectie, omringende punten) of autoselectie AF. Zone-AF
en Grote zone-AF kunnen niet worden geselecteerd.
2. Selecteer handmatig een AF-punt.
3. Houd de knop <S> ingedrukt en druk dan op de knop <U>.
Er klinkt een pieptoon en het AF-punt wordt vastgelegd. Vervolgens
knippert het vastgelegde AF-punt.
Wanneer het AF-punt is vastgelegd, wordt het volgende weergegeven:
• Automatische selectie-AF:
• Eén punt Spot AF (handmatige selectie), Eén punts AF (handmatige
selectie), AF-puntuitbreiding (handmatige selectie
(handmatige selectie, omringende punten): SEL
(buiten midden)
Als u het vastgelegde AF-punt wilt annuleren, houdt u de knop <S>
ingedrukt en drukt u op de knop <m>. Het vastgelegde AF-punt
wordt ook geannuleerd als u [55: Wis alle camera-instellingen]
selecteert.
500
), AF-puntuitbreiding
HP (HP: Home Position, startpunt)
), AF-puntuitbreiding
(midden), SEL HP