k Filmopnamen
Aandachtspunten bij het maken van filmopnamen
Richt de camera niet op een intense lichtbron, zoals de zon of een
intense kunstmatige lichtbron. Hierdoor kan schade ontstaan aan de
beeldsensor of de interne onderdelen van de camera.
Als u opnamen maakt van iets met fijne details, kunnen moiré en valse
kleuren ontstaan.
Zelfs als onder [51: Opn.functie+kaart/map sel.] de optie
[Opn.functie] is ingesteld op [Opsl. nr meerdere] (pag. 167), kan de
film niet op zowel de CF-kaart [f] als de SD-kaart [g] worden
opgenomen. Als [Apart opslaan] of [Opsl. nr meerdere] is ingesteld,
wordt de film opgeslagen op de kaart die is ingesteld voor [Weergave].
Als <Q> of <Qw> is ingesteld en de ISO-snelheid of het diafragma
tijdens de filmopname verandert, kan het zijn dat de witbalans ook
verandert.
Als u een film opneemt bij TL- of ledverlichting, kan het moviebeeld
flikkeren.
Als u automatisch scherpstelt met een USM-lens tijdens het maken van
filmopnamen bij weinig licht, kunnen horizontale strepen voorkomen in
de film. Een zelfde soort ruis kan zich voordoen als u handmatig
scherpstelt met bepaalde typen lenzen met een elektronische
scherpstelring.
Een paar testfilms opnemen wordt aanbevolen als u van plan bent om te
zoomen tijdens het maken van filmopnamen. Zoomen tijdens het
opnemen van films kan ertoe leiden dat veranderingen in de belichting of
mechanische geluiden van de lens worden opgenomen of dat de
beelden onscherp zijn.
Als u automatisch scherpstelt tijdens het maken van filmopnamen,
kunnen zich een of meer van de volgende verschijnselen voordoen:
de scherpstelling valt tijdelijk weg, de helderheid van de film verandert,
de filmopname stopt kort en het mechanische geluid van de lens
wordt opgenomen.
Tijdens filmopnamen kan het beeld niet worden vergroot, ook niet als
u op de knop <u> drukt.
Let erop dat u de ingebouwde microfoon (pag. 334) niet met uw vingers
of iets anders afdekt.
Als u de HDMI-kabel tijdens filmopnamen aansluit of loskoppelt,
wordt de filmopname beëindigd.
346