Als u eerst alle items wilt verwijderen die standaard worden weergegeven,
selecteert u [Wis alle items] bij stap 2 en gaat u vervolgens naar stap 4.
Voeg een item toe.
4
Druk op de knop <Q>.
Draai aan het instelwiel <5> of
gebruik <9> om het gewenste item te
kiezen en druk vervolgens op <0>.
Als u een item wilt verwijderen,
selecteert u het en drukt u vervolgens
op de knop <L>. Selecteer anders
[Wis alle items] in stap 2.
Voor items waarvoor u de grootte van
het pictogram kunt instellen, draait
u aan het instelwiel <5> of gebruikt
u <9> om de grootte te selecteren
en drukt u vervolgens op <0>.
Zie voor items die kunnen worden
gepositioneerd en voor
weergavegrootten pagina 513.
Positioneer het item.
5
Gebruik <6>, <5> of <9> om
het item (omlijst met richtingspijlen)
naar de gewenste positie te
verplaatsen.
Als u de grootte wilt wijzigen, drukt
u op de knop <B> om deze te
wijzigen.
Druk op <0> om het item te
plaatsen. Als er reeds een item op die
positie staat, wordt dit overschreven
(verwijderd).
Als u de positie van een item wilt
wijzigen, selecteert u het item en
drukt u vervolgens op <0> om het te
verplaatsen.
Aangepast snel instellen
511