Standaard
De opnamen worden opgeslagen op de kaart die met [Opn./weerg.]
is geselecteerd.
Automatische kaartwissel
Hetzelfde als bij de instelling [Standaard], maar als op een gegeven
moment de kaart vol is, zal de camera automatisch overschakelen naar
de andere kaart voor het opslaan van de opnamen. Als automatisch
naar een andere kaart wordt overgeschakeld, wordt een nieuwe map
gemaakt.
Apart opslaan
U kunt de opnamekwaliteit voor elke kaart afzonderlijk instellen
(pag. 169). Elke beeld wordt op zowel de CF-kaart als de SD-kaart
opgeslagen met de door u ingestelde opnamekwaliteit. U kunt de
opnamekwaliteit naar wens instellen, bijv. op 73 en 1 of c en
41 enzovoort.
Opsl. nr meerdere
Elke opname wordt gelijktijdig op zowel de CF-kaart als de SD-kaart
met dezelfde opnamekwaliteit opgeslagen. U kunt ook RAW+JPEG
selecteren.
Als [Apart opslaan] is ingesteld en voor de CF-kaart en de SD-kaart een
verschillende opnamekwaliteit is ingesteld, neemt de maximale
opnamereeks voor continue opname af (pag. 171).
Films kunnen niet tegelijkertijd worden opgenomen op de CF- en
SD-kaart. Films worden opgeslagen op de kaart die is ingesteld voor
[Weergave].
[Apart opslaan] en [Opsl. nr meerdere]
Hetzelfde bestandsnummer wordt gebruikt voor het opnemen op zowel
de CF-kaart als de SD-kaart.
Op het LCD-paneel wordt het maximumaantal opnamen van de kaart
met het laagste aantal weergegeven
Als een van de kaarten vol raakt, wordt [Kaart* vol] weergegeven en
kunnen er geen opnamen meer worden gemaakt. Als dat gebeurt,
vervangt u de kaart of stelt u [Opn.functie] in op [Standaard] en
selecteert u de kaart waarop nog ruimte is om door te gaan met het
maken van opnamen.
Voor meer informatie over het menu [51: Opn.functie+kaart/map sel.]
met de optie [Map] raadpleegt u pagina 218.
3 Kaart selecteren voor opname en weergave
167