Bedieningselementen
Bedieningsconsole R-Concept
5.6.6
Toetsenveld III
(26) Dieselmotor STOP:
Knop om de motor uit te schakelen.
(27) Dieselmotor START:
Knop waarmee de motor wordt gestart (moet minimaal 3 seconden ingedrukt worden
gehouden).
(28) Hulponderstel – aankoppelmodus:
Is nodig voor het aan- en afkoppelen van het hulponderstel (optioneel).
(29) Hulpas activeren/uitschakelen: (bij de Tiger 6S geen functie)
(30) Differentieelblokkering AAN/UIT:
(31) Wisseling van rijmodus rijpedaal/joystick:
Wisselen tussen de beide rijmodi "Rijpedaal" en "Joystick" is in de huidige softwarever-
sie niet beschikbaar.
(32) Bedrijfsmodus "Straat":
In de bedrijfsmodus Straat is de vierwielaandrijving automatisch uitgeschakeld. De
bedrijfsmodus Straat is actief, wanneer de LED brandt.
(33) Bedrijfsmodus "Akker":
In de bedrijfsmodus Akker (rooien) is de vierwielaandrijving automatisch ingeschakeld.
De bedrijfsmodus Akker is actief wanneer de LED brandt.
84 / 580
26
28
30
32
(Zie Pagina
184)
(Zie Pagina
170)
27
29
31
33