Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor Keiler 2:
Inhoudsopgave

Advertenties

Originele gebruiksaanwijzing
Originele gebruiksaanwijzing
E901396NL
E901396NL
Keiler 2
Keiler 2
Generatie 1
Generatie 1
Versie 3
Versie 3
Softwareversie: 20RK21010
Softwareversie: 20RK21010
Gedrukt in Duitsland: 04/2020
Gedrukt in Duitsland: 04/2020

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ROPA Keiler 2

  • Pagina 1 Originele gebruiksaanwijzing Originele gebruiksaanwijzing Keiler 2 Keiler 2 Generatie 1 Generatie 1 Softwareversie: 20RK21010 Softwareversie: 20RK21010 Versie 3 Versie 3 Gedrukt in Duitsland: 04/2020 Gedrukt in Duitsland: 04/2020 E901396NL E901396NL...
  • Pagina 2 ROPA GmbH worden gekopieerd, gereproduceerd of op enige andere wijze worden verspreid. Elke vorm van vermenigvuldiging, verspreiding of opslag op informatiedragers - in welke vorm of op welke manier dan ook - die niet door ROPA GmbH is geautoriseerd, is een schending van de toepasselijke nationale en internatio- nale auteursrechten en zal worden vervolgd.
  • Pagina 3 Inhoud Inhoud 3 / 481...
  • Pagina 4 Inhoud 4 / 481...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord..............13 Typeplaatje en belangrijke gegevens............17 Serienummers van de opnames............. 18 Conformiteitsverklaring................19 Uitgebreide documentatie................20 1.4.1 Gebruiksaanwijzing leveranciersdocumentatie/ingekochte onderdelen....................20 Veiligheid..............21 Algemeen....................23 Plichten van de ondernemer..............23 Algemene symbolen en aanwijzingen............. 24 2.3.1 Veiligheidsborden..................25 Beoogd gebruik..................26 2.4.1 Te voorzien verkeerd gebruik:..............
  • Pagina 6 Inhoud Bedieningselementen..........61 Trapjes..................... 63 5.1.1 Trapje links....................64 5.1.2 Trapje rechts.................... 66 Overzicht bedieningselementen tractor........... 68 5.2.1 Tractorterminal..................69 5.2.2 Bedieningselement Rooien..............70 5.2.3 Bedieningselement Bunker (bunkermachine)..........72 5.2.4 Bedieningselement zelf toewijsbaar............75 Overzicht bedieningselementen machine..........76 5.3.1 Bedieningselement boven sorteerband........... 76 5.3.2 Bedieningselement boven centrale elektronica........
  • Pagina 7 Inhoud 6.3.2.1.3 Sorteerstandmenu 3................153 6.3.2.1.4 Sorteerstandmenu 4................154 6.3.3 Bedieningselement zelf toewijsbaar............155 Steunpoot....................163 Machine aankoppelen/loskoppelen............164 6.5.1 Machine aankoppelen................164 6.5.2 Machine loskoppelen................167 Rijden op de openbare weg..............168 6.6.1 Algemeen....................168 Remsysteem..................171 6.7.1 Bedrijfsrem pneumatisch............... 171 6.7.2 Bedrijfsrem hydraulisch.................
  • Pagina 8 Hydraulieksysteem.................343 6.20 Persluchtsysteem...................346 6.20.1 Persluchttank..................346 6.21 Centraal smeersysteem (optie)............. 347 6.21.1 Tussentijdse smering................349 6.22 Videosysteem (optie)................350 6.22.1 ROPA-videoswitch (optie)..............354 6.23 Elektrisch systeem.................357 6.23.1 Spanningsbewaking................357 6.23.2 Zekeringen..................... 357 6.24 Stilzetten....................358 Verzorging en onderhoud........361 Pompverdeleraandrijving (PVA).............364 Hydraulieksysteem.................365 7.2.1...
  • Pagina 9 Inhoud 7.2.1.2 Retourfilterelement vervangen...............370 7.2.2 Drukfilterelement tractorhydrauliek vervangen........372 7.2.3 Zuigfilterelement drijfwiel vervangen............. 373 As......................375 Pneumatieksysteem................376 Opname....................377 7.5.1 Model Damopname................377 7.5.1.1 Damwiel....................377 7.5.1.1.1 Damwiel schraper.................. 377 7.5.1.1.2 Sensor detectie dammidden instellen........... 378 7.5.1.2 Scharen....................378 7.5.1.3 Schijfkouter.................... 379 7.5.1.4 Hydraulische schijfkouter (optie)............
  • Pagina 10 Inhoud 7.11.1 Spanning en gelijkloop afstellen............409 7.12 Aardappelkneuzer.................. 410 7.12.1 Afstand instellen..................410 7.12.2 Spanning afstellen................. 411 7.13 Sloten..................... 412 7.14 Bunker....................413 7.14.1 Ultrasoonsensor..................413 7.14.2 Bunkerrolbodem..................414 7.14.2.1 Spanning bunkerrolbodemketting............415 7.14.2.2 Aandrijfketting..................416 7.15 Overlaadbunker..................417 7.15.1 Ultrasoonsensoren................. 417 7.15.2 Rolbodem....................418 7.15.2.1...
  • Pagina 11 Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moeren (Nm)......468 Smeerplannen..................469 9.7.1 Centrale smering (optie)................469 Onderhoudsinstructies................470 9.8.1 Onderhoudsbewijzen olie + filter vervangen......... 470 9.8.2 Onderhoudsbevestiging................. 470 9.8.3 Software-updates................... 471 Bevestiging van de instructies voor de bestuurder....... 472 9.10 Veiligheidsinstructies................473 9.11 ROPA Overhandigingsbevestiging............475 Index................477 11 / 481...
  • Pagina 12 Voorwoord 12 / 481...
  • Pagina 13: Voorwoord

    Voorwoord Voorwoord 13 / 481...
  • Pagina 14 Voorwoord 14 / 481...
  • Pagina 15 Deze voldoen aan de strikte ROPA-normen voor veiligheid en betrouw- baarheid. Wij wijzen erop dat onderdelen of accessoires die niet zijn goedgekeurd door ROPA, niet voor ROPA machines mogen worden gebruikt omdat de veiligheid en het operationele gebruik van de machine daardoor kunnen worden beïnvloed.
  • Pagina 16 ROPA wordt gedekt. Dit handboek biedt uitgebreide beschrijvingen, maar het is het in uw eigen belang om deze handleiding volledig en rustig door te lezen en vertrouwd te raken met de machine.
  • Pagina 17: Typeplaatje En Belangrijke Gegevens

    Voorwoord Typeplaatje en belangrijke gegevens Typeplaatje en belangrijke gegevens Het typeplaatje (1) van de machine bevindt zich tot en met fabrieksnummer 2H0063 op de voorste bunkerstaander, onder het fabrieksnummer (2). Het typeplaatje (3) van de machine bevindt zich vanaf fabrieksnummer 2H0064 op de voorste bunkerstaander, boven het fabrieksnummer (4).
  • Pagina 18: Serienummers Van De Opnames

    Deze gegevens hebt u nodig bij het bestellen van reserveonderdelen. Serienummers van de opnames Het serienummer (1) bevindt zich bij alle modellen van de opname vanaf bouwjaar 2019 altijd op de zijcontour rechtsboven op de opname, gezien in de rijrichting. Voorbeeld damopname op de Keiler 2 18 / 481...
  • Pagina 19: Conformiteitsverklaring

    Conformiteitsverklaring De conformiteitsverklaring maakt deel uit van de afzonderlijk verstrekte documentatie en zal worden overhandigd bij de levering van de machine. De CE-markering van de machine is een onderdeel van het typeplaatje. ROPA Keiler II RK21 vanaf 2*0003 vanaf 2015...
  • Pagina 20: Uitgebreide Documentatie

    Deze gebruiksaanwijzingen van de ingekochte onderdelen moeten in acht worden genomen en worden naast de technische documentatie meegeleverd. Er is ook een overzicht met de optionele componenten. Leverancier Componenten Beschrijving Müller Elektronik ROPA Tractorterminal Aanbouw- en gebruiksaan- Standaard wijzing BASIC-terminal Müller Elektronik ROPA Tractorterminal Aanbouw- en gebruiksaan-...
  • Pagina 21: Veiligheid

    Veiligheid Veiligheid 21 / 481...
  • Pagina 22 Veiligheid 22 / 481...
  • Pagina 23: Algemeen

    Veiligheid Plichten van de ondernemer Algemeen De machine werd vervaardigd volgens de actuele stand van de techniek en getest op veiligheid. De machine is CE-conform en voldoet dus aan de relevante Europese richtlijnen voor het vrije verkeer van goederen binnen de Europese Unie of de Europese Economi- sche Ruimte.
  • Pagina 24: Algemene Symbolen En Aanwijzingen

    Veiligheid Algemene symbolen en aanwijzingen Algemene symbolen en aanwijzingen De volgende symbolen en aanwijzingen worden in deze handleiding voor gebruikt om veiligheidsaanwijzingen weer te geven. Ze waarschuwen voor mogelijke verwondin- gen, materiële schade of geven aanwijzingen die het werken met de machine eenvou- diger maken.
  • Pagina 25: Veiligheidsborden

    Veiligheid Algemene symbolen en aanwijzingen 2.3.1 Veiligheidsborden Het veiligheidsteken biedt een visuele weergave van een gevarenbron. Waarschuwing voor algemeen gevaar Dit waarschuwingsteken staat voor werken waarbij meerdere oorzaken tot gevaar kun- nen ontstaan. Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Dit waarschuwingsteken staat voor werken waarbij gevaren van een elektrische schok, mogelijk met dodelijke gevolgen, kunnen ontstaan.
  • Pagina 26: Beoogd Gebruik

    Veiligheid Beoogd gebruik Beoogd gebruik Deze machine is uitsluitend bedoeld voor: het rooien van aardappelen en vergelijkbare veldgewassen. het op een hoop stapelen van de veldgewassen bij de rand van de akker, het over- laden van de gerooide veldgewassen op een direct ernaast stilstaand begeleidend voertuig bij de bunkermachine, of voor het overladen van de gerooide veldgewas- sen op een ernaast rijdend begeleidend voertuig bij de overlaadbunkermachine.
  • Pagina 27: Gevarenzone

    Veiligheid Gevarenzone Gevarenzone Gevarenzone bunkermachine Gevarenzone overlaadbunkermachine Tijdens gebruik van de machine mogen zich geen personen in de gevarenzone bevin- den. Bij gevaar moet de bediener de machine onmiddellijk uitschakelen en de betref- fende persoon duidelijk maken dat hij/zij de gevarenzone onmiddellijk moet verlaten. Hij mag de machine pas opnieuw in gebruik nemen als er zich geen personen meer in de gevarenzone bevinden.
  • Pagina 28 De betekenis van de pictogrammen wordt hieronder uitgelegd. Daarnaast staat bij elk pictogram een zes- of negencijferig nummer. Dit is het ROPA-bestelnum- mer. Onder vermelding van dit nummer kunt u het betreffende pictogram bij ROPA bij- bestellen. 28 / 481...
  • Pagina 29: Veiligheidsstickers Op De Machine

    Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine Veiligheidsstickers op de machine Art.-Nr. 355 068 Art.-Nr. 355 080 Art.-Nr. 355 080 Art.-Nr. 355 064 Art.-Nr. 355 064 Bunkermachine aanzicht linksvoor Bunkermachine aanzicht rechtsachter 29 / 481...
  • Pagina 30 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine Art.-Nr. 355 068 Art.-Nr. 355 080 Art.-Nr. 355 080 Art.-Nr. 355 064 Art.-Nr. 355 064 Overlaadbunkermachine aanzicht linksvoor Overlaadbunkermachine aanzicht rechtsachter 30 / 481...
  • Pagina 31 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine 355044900 355045000 Wielbouten vastdraaien Vóór de inbedrijfstelling overeenkomstig het moet u de gebruiksaan- schema. wijzing en/of onderhouds- handleiding lezen en alle veiligheidsinstructies in acht nemen. 355045100 355008000 Voor onderhouds- en Gevaar voor explosies. reparatiewerkzaamhe- Drukaccumulator staat den motor uitschakelen onder zeer hoge druk.
  • Pagina 32 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine 355046300 355046900 Let op, niet onder de bun- Parkeerrem bij het keruitlaatband plaatsen! uitschakelen van de Gevaar door neerklap- machine aantrekken en pende bunker. Gevaren- lossen bij wegrijden. zone van omhoog gehe- ven en onbeveiligde bun- ker nooit betreden.
  • Pagina 33: Veiligheid En Bescherming Van De Gezondheid

    Veiligheid Veiligheid en bescherming van de gezondheid Veiligheid en bescherming van de gezondheid De volgende bepalingen en voorschriften moeten strikt worden nageleefd om het risico van lichamelijk letsel en/of materiële schade te beperken. Daarnaast moeten de plaatselijke voorschriften en eisen voor de werkveiligheid en de veilige omgang met getrokken machines in acht worden genomen.
  • Pagina 34: Vereisten Voor Het Bedienings- En Onderhoudspersoneel

    Diverse activiteiten mogen alleen worden uitgevoerd door personen die hier- voor uitdrukkelijk door ROPA werden geautoriseerd. In geval van twijfel vraagt u bij de producent na of u een bepaalde activiteit zelf op een veilige manier kunt uitvoeren.
  • Pagina 35: Omgang Met Oude Onderdelen, Bedrijfs- En Hulpstoffen

    – Bevestig in geen geval bedieningselementen met een magneet in de tractorcabine. – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. 35 / 481...
  • Pagina 36: Gevaren Door Elektriciteit

    Veiligheid Gevaren door elektriciteit 2.15 Gevaren door elektriciteit GEVAAR Levensgevaar door elektrische spanning. Kabels en componenten staan onder spanning met gevaar voor dodelijk letsel. Gelei- derklemmen staan ook na het uitschakelen onder spanning. – Alle werkzaamheden aan de elektrische uitrusting van de machine moeten altijd door professionele elektromonteurs worden uitgevoerd.
  • Pagina 37: Gevaren Door Brandstoffen

    Veiligheid Gevaren door lawaai 2.16 Gevaren door brandstoffen WAARSCHUWING Olie en vetten kunnen de volgende schade veroorzaken: Vergiftiging door inademing van dampen. Allergieën door huidcontact met olie of vet. Brand- en explosiegevaar door roken, gebruik van vuur of open licht tijdens de omgang met olie of vet.
  • Pagina 38: Gevaren Door De Hydraulische Installatie

    Veiligheid Gevaar door hete media/oppervlakken 2.18 Gevaren door de hydraulische installatie WAARSCHUWING Hydraulische olie kan huidirritaties veroorzaken. Uitlopende hydraulische olie kan schade aan het milieu veroorzaken. In hydraulische systemen komen zeer hoge druk en gedeeltelijk hoge temperaturen tot stand. Hydraulische olie die onder druk uiloopt kan door de huid in het lichaam dringen en kan leiden tot zeer ernstige beschadiging van het weefsel en brandwonden.
  • Pagina 39: Gevaren Door Scharnierassen

    Veiligheid Stabiliteit bij de zijdelings geleide rooier 2.21 Gevaren door scharnierassen Let op de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de scharnierassen. Er mogen alleen scharnierassen worden gebruikt die voldoen aan de specificaties van de fabrikant. Let in de straat- en werkstand op de verplichte buisafdekkingen van de scharnier- assen.
  • Pagina 40: Persoonlijke Beschermingsmiddelen

    Veiligheid Verbod op niet-geautoriseerdewijzigingen en verbouwingen 2.23 Persoonlijke beschermingsmiddelen Om ongevallen te voorkomen strakke kleding dragen. Met name dassen, sjaals, ringen of kettingen kunnen in de bewegende machineonderdelen bekneld raken. Geschikte hoofdbedekking dragen bij lange haren. Licht ontvlambare voorwerpen, zoals bijv. lucifers en aanstekers niet in uw broekzak stoppen.
  • Pagina 41: Veiligheids- En Beveiligingsinrichtingen

    Veiligheid Veiligheids- en beveiligingsinrichtingen 2.26 Veiligheids- en beveiligingsinrichtingen Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de veiligheidsinrichtingen een gedocumen- teerde functietest uitvoeren. Regelmatige de werking van de veiligheidsinrichtingen controleren, onderhoudsintervallen in acht nemen. De veiligheidsinrichting van de machine bestaat uit: Noodstop-schakelaar op het bedieningselement Rooien. Noodstop-schakelaar op de bedieningsconsole van de sorteerstand.
  • Pagina 42 Overzichtfoto's en technische gegevens 42 / 481...
  • Pagina 43: Overzichtfoto's En Technische Gegevens

    Overzichtfoto's en technische gegevens Overzichtfoto's en technische gegevens 43 / 481...
  • Pagina 44 Overzichtfoto's en technische gegevens 44 / 481...
  • Pagina 45: Overzichtsfoto

    Overzichtfoto's en technische gegevens Overzichtsfoto Overzichtsfoto Dit overzicht zal u vertrouwd maken met de namen van de belangrijkste componenten van uw machine. Bedieningselement boven sorteerband Bedieningselement boven centrale elektronica Bunker Kistvuller Scharniercomponent bunker Dissel Opname Zeefketting 1 Schudder (10) Voorste loofschrapers (11) Sorteerstand rechts met trapje (12)
  • Pagina 46 Overzichtfoto's en technische gegevens Overzichtsfoto (16) Centrale elektriciteitskast (17) Egelband 4 met rondomlopende vingerkam (18) Egelband 3 met afleidingswals 3 (19) Egelband 2 met afleidingswals 2 (20) Afvaluitvoerband (21) Telescoopas (22) Sorteerstand links met trapje (23) Bijproductenuitvoerband (24) Tank hydrauliekolie voor eigen hydrauliek (25) Pompverdeleraandrijving (26)
  • Pagina 47 Overzichtfoto's en technische gegevens Overzichtsfoto 47 / 481...
  • Pagina 48: Technische Gegevens

    Overzichtfoto's en technische gegevens Technische gegevens Technische gegevens Omschrijving: Bunkermachine Overlaadbunkermachine Standaard met drijfwiel Maximale snelheid: 40 km/h of 25 km/h Bedrijfsdruk pneumatische rem 5 - 8 bar met twee leidingen: Hydraulisch remsysteem bedrijfs- 100 - 150 bar druk (export): Toegestaan totaalgewicht: 13.000 kg 14.500 kg...
  • Pagina 49 Overzichtfoto's en technische gegevens Technische gegevens Vereisten tractor Omschrijving: Bunkermachine Overlaadbunkermachine Toegestane belasting van de kop- ten minste 3.000 kg ten minste 3.500 kg peling: Opgenomen vermogen: vanaf 110 KW (150 PK) Toerental aftakas: max. 1.000 min Boordspanning: 12 V Voeding stuurklep: Optimaal: Load Sen- sing System op de trac-...
  • Pagina 50: Bandendrukwaarden

    Overzichtfoto's en technische gegevens Bandendrukwaarden Bandendrukwaarden Minimale druk Aanbeveling Bandentype bar/psi bar/psi 850/50 R 30.5 2,4 / 35 2,4 / 35 650/65 R 30.5 2,4 / 35 3,0 / 44 Aanbeveling Overige bar/psi Zwadopname 6,25 / 91 Hulpas 8,0 / 116 De bandendrukwaarden van de assen zijn gegeven bij volledige belasting van de bun- ker.
  • Pagina 51: Transportschema Voor Transport Van Bunkermachine Met Dieplader

    Overzichtfoto's en technische gegevens Transportschema voor transport van bunkermachine met dieplader Transportschema voor transport van bunkermachine met dieplader 3731 11937 2995 1183 2057 Alle gegevens in mm. Bandmaten: Rechts: 850/50 R 30.5 Links: 850/50 R 30.5 hier getoond 850/50 R 30.5 650/65 R 30.5 optioneel Hulpas:...
  • Pagina 52: Transportschema Voor Transport Van Overlaadbunkermachine Met Dieplader

    Overzichtfoto's en technische gegevens Transportschema voor transport van overlaadbunkermachine met dieplader Transportschema voor transport van overlaadbunkermachine met dieplader 7265 3731 11937 3300 1183 2057 Alle gegevens in mm. Bandmaten: Rechts: 850/50 R 30.5 Links: 850/50 R 30.5 hier getoond 850/50 R 30.5 650/65 R 30.5 optioneel Hulpas:...
  • Pagina 53: Sjorogen Voor Transport Met Dieplader/Schip

    Overzichtfoto's en technische gegevens Sjorogen voor transport met dieplader/schip Sjorogen voor transport met dieplader/schip Op de machine bevinden zich achter de as op het hoofdframe links en rechts ogen, daarmee kan de machine aan de vloer kan worden vastgesjord. De spankettingen enz.
  • Pagina 54 Overzichtfoto's en technische gegevens Sjorogen voor transport met dieplader/schip Sjorpunt machine rechts De machine heeft geen bevestigingspunten waaraan deze kan worden opgeheven. Om de machine bijv. op een schip te takelen zijn speciale, goedgekeurde en door TÜV gecertificeerde hefinrichtingen vereist. 54 / 481...
  • Pagina 55: Algemene Beschrijving

    Algemene beschrijving Algemene beschrijving 55 / 481...
  • Pagina 56 Algemene beschrijving 56 / 481...
  • Pagina 57: Functie

    Algemene beschrijving Functie Functie De machine is een getrokken werkmachine voor het rooien van aardappelen. De gerooide aardappelen worden in de bunker verzameld. Zodra de bunker van de bunkermachine is gevuld, kunnen de aardappelen naar keuze stilstaand op een begeleidend voertuig worden overgeladen of op een hoop worden gelost.
  • Pagina 58 Algemene beschrijving Functie Bij het sorteren worden verkeerd doorgestuurde oogstproducten van de bijproducten- band en de bijproducten van de sorteerband afgevoerd. Bijproducten van de bijpro- ductenband kunnen via een omschakelklep weer worden toegevoerd naar de stroom oogstproducten. Bijproducten, bijv. stenen, kunnen ook tijdelijk in een optionele verza- melbak worden opgeslagen.
  • Pagina 59: Levering Bunkermachine

    1 bedieningselement Bunker met bevestigingsmaterialen. Diverse kabels voor het aansluiten van de bedieningselementen. 2 wielblokken. 1 sleutel centrale elektriciteitskast. 1 originele gebruiksaanwijzing Keiler 2. 1 lijst met originele reserveonderdelen Keiler 2. 1 vuilhaak. 1 vuilschraper. 2 sleutels werktuigkast. 2 sleutels zijdeksel behuizing.
  • Pagina 60 Bedieningselementen 60 / 481...
  • Pagina 61: Bedieningselementen

    Bedieningselementen Bedieningselementen 61 / 481...
  • Pagina 62 Bedieningselementen 62 / 481...
  • Pagina 63: Trapjes

    Bedieningselementen Trapjes Trapjes GEVAAR – Op het platform van de sorteerstand links eb rechts mogen zich bij gebruik van de machine alleen personen bevinden, zie zijn ingezet voor het sorteren van de oogst- producten. – Klim alleen de trapjes van de sorteerstand op wanneer de machine stil staat. –...
  • Pagina 64: Trapje Links

    Bedieningselementen Trapjes 5.1.1 Trapje links Trapje links in straatstand Trapje links in werkstand De vergrendeling van het trapje naar de sorteerstand links moet tijdens rijden op de openbare weg in stand (1) staan. Daardoor is de buitenbreedte van de machine op de openbare weg niet meer dan drie meter.
  • Pagina 65 Bedieningselementen Trapjes Veiligheidsbeugel trapje links (vanaf bouwjaar 2018) De veiligheidsbeugel van het trapje (4) vanaf bouwjaar 2018 sluit door de geïnte- greerde gasveer automatisch. 65 / 481...
  • Pagina 66: Trapje Rechts

    Bedieningselementen Trapjes 5.1.2 Trapje rechts Trapje rechts straatstand Ontgrendelingshendel sorteerstand rechts Ontgrendelingshendel trapje rechts Klep sorteerstand Veiligheidsbeugel trapje rechts (t/m bouwjaar 2017) Sorteerstand rechts straatstand Trapje rechts werkstand Sorteerstand rechts werkstand De sorteerstand rechts moet tijdens rijden op de openbare weg in stand (6) staan. Daardoor is de buitenbreedte van de machine op de openbare weg niet meer dan drie meter.
  • Pagina 67 Bedieningselementen Trapjes Volgorde sorteerstand rechts inklappen: – Veiligheidsbeugel op trapje rechts (5) openen. – Klep sorteerstand (4) openen. – Trapje sorteerstand rechts met een zwaai inklappen, het trapje moet vastklikken. – Ontgrendelingshendel sorteerstand rechts (2) ontgrendelen. Sorteerstand rechts zover inschuiven, dat de ontgrendelingshendel sorteerstand rechts vastklikt. De veiligheidsbeugel van het trapje (5) moeten na het op- of afklimmen weer worden gesloten en moet gesloten blijven.
  • Pagina 68: Overzicht Bedieningselementen Tractor

    Een uitgebreide uitleg vindt u in hoofdstuk 6 "Gebruik" (Zie Pagina 79). De hardware van de bedieningselementen Keiler 1 en Keiler 2 zijn identiek. Hier wor- den de bedieningselementen van de tractor weergegeven bij de Keiler 2 met Touchs- creen Tractorterminal (1), bedieningselement Bunker (2), bedieningselement Rooien met noodstopschakelaar (3) en de optionele videomonitor (4).
  • Pagina 69: Tractorterminal

    Tractorterminal ROPA ISOBUS Touchscreen Tractorterminal ROPA biedt standaard een touchscreen-terminal (1) aan voor de bediening. Hier kunnen de instellingen worden gewijzigd door op het beeldscherm te tikken (touch). Omdat dit een capacitief touchscreen (PCAP) is, reageert het scherm ook op aanra- kingen met speciale pennen of handschoenen.
  • Pagina 70: Bedieningselement Rooien

    – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Het bedieningselement Rooien bevat de belangrijkste functies voor de besturing van het rooien.
  • Pagina 71 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (4) Automatische hellingcompensatie: Zet de Automatische hellingcompensatie in de status "geactiveerd" en omge- keerd. De Automatische hellingcompensatie is actief, wanneer de LED brandt. (Zie Pagina 181) (5) Veldbegin: Wanneer deze knop wordt ingedrukt, daalt de opname en de voorgeselecteerde auto- maten worden geactiveerd.
  • Pagina 72: Bedieningselement Bunker (Bunkermachine)

    – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Het bedieningselement Bunker bevat de belangrijkste functies voor de besturing van de bunker van de bunkermachine.
  • Pagina 73 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (1) Automatische detectie asmidden: Zet de Automatische detectie asmidden in de status "geactiveerd" en omgekeerd. De automatische detectie asmidden is actief, wanneer de LED brandt. (Zie Pagina 179) (2) Dissel automatische positie: Bij kort indrukken beweegt de dissel naar de ingeleerde positie. Bij langer dan 3 seconden indrukken wordt de positie opnieuw ingeleerd.
  • Pagina 74 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (12) Bovenste mini-joystick boven: Boven As naar links (Zie Pagina 179) Beneden As naar rechts Links Dissel naar rechts Machine naar links (Zie Pagina 177) Rechts Dissel naar links Machine naar rechts (13) Mini-joystick beneden: Boven Bunker heffen (Zie Pagina 319)
  • Pagina 75: Bedieningselement Zelf Toewijsbaar

    – Bevestig in geen geval bedieningselementen met een magneet in de tractorcabine. – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Bedieningselement zelf toewijsbaar Het bedieningselement zelf toewijsbaar werkt alleen met terminals die voldoen aan de AUX-N –...
  • Pagina 76: Overzicht Bedieningselementen Machine

    Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen machine Overzicht bedieningselementen machine 5.3.1 Bedieningselement boven sorteerband Sorteerstandterminal Noodstop-schakelaar sorteerstand RVK 1 heffen (Zie Pagina 291) Claxon Tractorterminal RVK 1 neerlaten RVK 2 neerlaten Toerental sorteerband (Zie Pagina 305) RVK 2 heffen (Zie Pagina 291) OPMERKING De noodstop-schakelaar schakelt alle computeruitgangen zowel softwarematig als hardwarematig uit.
  • Pagina 77: Bedieningselement Boven Centrale Elektronica

    Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen machine 5.3.2 Bedieningselement boven centrale elektronica Afleidingswals 1 heffen (Zie Pagina 263) Afleidingswals 2 heffen (Zie Pagina 271) Afleidingswals 3 heffen (Zie Pagina 283) Afleidingswals 3 neerlaten Afleidingswals 2 neerlaten Afleidingswals 1 neerlaten 77 / 481...
  • Pagina 78 Gebruik 78 / 481...
  • Pagina 79: Gebruik

    Gebruik Gebruik 79 / 481...
  • Pagina 80 Gebruik 80 / 481...
  • Pagina 81 Gebruik In dit hoofdstuk leest u alle informatie over de werking van de machine. Bij de meeste werkzaamheden in de agrarische sector wordt de manier van werken en het resultaat door vele en uiteenlopende factoren beïnvloedt. Het beschrijven van alle denkbare omstandigheden (bodemgesteldheid, aardappelsoorten, weersomstandigheden, plaat- selijke terreinomstandigheden etc.), gaat aan het doel van deze gebruiksaanwijzing voorbij.
  • Pagina 82: Eerste Inbedrijfstelling

    Gebruik Eerste inbedrijfstelling Eerste inbedrijfstelling Om veiligheidsredenen controleert u alle oliepeilen. Daarnaast moeten bij de eerste ingebruikname alle werkzaamheden worden uitgevoerd en maatregelen worden geno- men, die ook op de dagelijkse ingebruikname van toepassing zijn. Alle schroefverbindingen moeten na de eerste 10 bedrijfsuren worden gecontro- leerd of ze goed vastzitten en evt.
  • Pagina 83: Aanpassing Van Het Trekoog

    Gebruik Eerste inbedrijfstelling 6.1.1 Aanpassing van het trekoog Trekkoppeling vastgeschroefd Kogeltrekoog vastgezet Het hoofdframe van de machine moet wanneer aangekoppeld altijd parallel aan de ondergrond of licht omhoog wijzen in de richting van de tractor. Om het hoofdframe aan de tractor aan te passen, kan het trekoog (2) op drie verschillende posities op de dissel worden geschroefd.
  • Pagina 84: Kogeltrekoog

    Gebruik Eerste inbedrijfstelling 6.1.1.1 Kogeltrekoog De trekkogelkoppeling op de tractor bij de bunkermachine moet zijn toegelaten voor een verticale belasting van 3.000 kg. De trekkogelkoppeling op de tractor bij de overlaadbunkermachine moet zijn toegela- ten voor een verticale belasting van 3.500 kg. Kogeltrekoog Om de hoogte van het kogeltrekoog aan te passen, gaat u als volgt te werk: –...
  • Pagina 85: Hitchtrekoog (Export)

    Gebruik Eerste inbedrijfstelling 6.1.1.2 Hitchtrekoog (export) De hitchkoppeling op de tractor bij de bunkermachine moet zijn toegelaten voor een verticale belasting van 3.000 kg. Hitchtrekoog Om de hoogte van het hitchtrekoog aan te passen, gaat u als volgt te werk: –...
  • Pagina 86: Aanpassing Van De Scharnieras

    Gebruik Eerste inbedrijfstelling 6.1.2 Aanpassing van de scharnieras De lengte van de scharnieras tussen de tractor en de machine moet bij het inbou- wen worden aangepast. Bij gebruik van meerdere tractoren voor dezelfde machine, moet de lengte van de scharnieras worden gecontroleerd. Bij levering van de machine is voor de breedhoek-scharnieras (1) een gebruiksaanwijzing bijgevoegd.
  • Pagina 87 Gebruik Eerste inbedrijfstelling WAARSCHUWING Het hydraulieksysteem staat onder hoge druk. Uit lekkages kan onder hoge druk hete hydrauliekolie lopen en zware verwondingen veroorzaken! De voorspandruk in de drukaccumulatoren is inherent aan de construc- tie en houdt aan, zelfs als de rest van het hydraulieksysteem al drukloos is. Zodra vuil - zelfs in zeer kleine hoeveelheden - in het hydraulieksysteem raken, kan dit leiden tot ernstige schade aan de gehele hydraulica.
  • Pagina 88: Veiligheidsvoorschriften Bij Het Gebruik Van De Machine

    Gebruik Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine – Voordat u begint te werken met de machine moet u zich vertrouwd maken met de bedieningselementen. Laat u eventueel inlichten door een persoon die al vol- doende ervaring heeft in de omgang met de machine.
  • Pagina 89 Gebruik Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine – Voordat u begint moet u er altijd voor zorgen dat er zich in de onmiddellijke nabij- heid van de machine geen personen bevinden. Informeer deze personen over uw bedoelingen en zorg dat ze op een veilige afstand blijven. –...
  • Pagina 90: Werken In De Buurt Van Elektrische Bovenkabels

    Gebruik Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine 6.2.1 Werken in de buurt van elektrische bovenkabels GEVAAR Levensgevaar door elektrische stroom! Door de afmetingen van de machine, de terreingesteldheid en de constructie van de hoogspanningskabels, wordt de veiligheidsafstand tijdens het werken in de buurt van of onder de elektriciteitsleidingen mogelijk te klein.
  • Pagina 91: Richtlijnen Bij Of Na Contact Met Een Elektriciteitsleiding

    Gebruik Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine 6.2.2 Richtlijnen bij of na contact met een elektriciteitsleiding – Probeer onmiddellijk door achteruit te rijden het contact met de elektrische boven- kabels te onderbreken. – Probeer de bunker van de bunkermachine te laten zakken wanneer deze omhoog geheven is en contact maakt met de elektrische bovenleiding.
  • Pagina 92: Bedieningsconcept Via Isobus

    ISOBUS en de verschillende waarschuwings- en statusmeldingen om de machine vei- lig en effectief te kunnen gebruiken. Hier wordt de optioneel bij ROPA verkrijgbare Touchscreen Tractorterminal beschre- ven. Omdat de machine via ISOBUS werkt, kunnen andere tractorterminals afwijken van deze beschrijving.
  • Pagina 93: Aux-N - Auxillary Control (Nieuw)

    6.3.1.1 AUX-N – Auxillary Control (nieuw) De machine en de bij ROPA verkrijgbare Tractorterminal voldoen aan de vereisten van AUX-N uit de ISOBUS-norm. Er kunnen externe bedieningselementen, zoals joysticks die aan AUX-N uit de ISOBUS-norm voldoen, op de machine worden aangesloten en er kunnen via de Tractorterminal functies worden toegewezen.
  • Pagina 94 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Asbesturing naar rechts. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing. Asbesturing analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing. Automatische detectie asmidden. Als de functie wordt ingedrukt, wordt de automatische detectie asmidden geactiveerd. Bij nogmaals indrukken wordt de automatische detectie asmidden gedeactiveerd. Machine naar links kantelen.
  • Pagina 95: Ondersteunde Aux-N-Functies Van De Bunkermachine

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Opname neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname. Voorgeselecteerde/geactiveerde automatische diepteregelaar damdrukregeling of damdrukontlasting. Activeert en deactiveert de geselecteerde automatische diepteregelaar. De automatische detectie dammidden is gedeactiveerd. Activeert en deactiveert de automatische detectie dammidden. Bunkervulband heffen.
  • Pagina 96: Ondersteunde Aux-N-Functies Van De Overlaadbunkermachine

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Bunkerknik heffen/neerlaten analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Bunkerknik heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunkerknik. Bunkerknik neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunkerknik. Kistvuller heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de kistvuller. Kistvuller neerlaten.
  • Pagina 97 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Losbandknik 1 heffen/neerlaten analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1. Losbandknik 1 heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1. Losbandknik 1 neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 1. Losbandknik 2 heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandknik 2.
  • Pagina 98: Task-Controller Basic (Optie)

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Losbandhoogte 1. Door kort op deze knop te drukken beweegt de losband automatisch naar de hoogte die op dat moment in de knop is opgeslagen. Terwijl de losband naar de opgeslagen losbandhoogte beweegt, knippert de LED in de knop. Zodra de opgeslagen losband- hoogte is bereikt, brandt de LED continu.
  • Pagina 99: Displayonderdelen Tractorterminal

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3 Displayonderdelen Tractorterminal Displayonderdeel waarschuwingen Displayonderdeel werkpagina's Displayonderdeel automaten Displayonderdeel softkeys Displayonderdeel Terminal Touch800 Aan/uit-schakelaar [A] Displayonderdeel waarschuwingen (Zie Pagina 145) B522 Sensorfout Toerental zeefk. 2 99 / 481...
  • Pagina 100 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS [B] Displayonderdeel werkpagina's In het displayonderdeel Werkpagina's worden alle machinestatussen weergegeven en kunnen alle elektrisch aangestuurde kleppen worden afgesteld. Via de betreffende softkeys komt u op de verschillende werkpagina's. [C] Displayonderdeel automaten Damdrukontlasting (Zie Pagina 222) Damdrukregeling (Zie Pagina 205)
  • Pagina 101: Esc-Knop

    De weergave van de softkeys op de tractorterminal is afhankelijke van het type gebruikte ISOBUS-terminals. Hier wordt de indeling van de softkeys rechts aan de zij- kant bij de bij ROPA verkrijgbare ISOBUS-terminal met twaalf knoppen weergegeven. Doordat andere ISOBUS-terminals meer of minder knoppen kunnen hebben, kunnen de posities van de softkeys voor de afzonderlijk functies verschuiven.
  • Pagina 102: Straatmodus

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.2 Straatmodus Noodstop tractor ingedrukt! De machine mag alleen in de straatmodus op de openbare weg rijden (Zie Pagina 168). Alleen in deze modus kan worden gegarandeerd dat de machine is ingeklapt er geen stroom staat op uitgangen van de computer. Daardoor kunnen er geen onbedoelde stuurbewegingen optreden.
  • Pagina 103: Menu Akkermodus

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.3 Menu Akkermodus Menu Akkermodus zonder de opties drijfwiel en ROPA-videoswitch Menu Akkermodus met de opties drijfwiel en ROPA-videoswitch Softkey Omklapmenu Softkey Opname Softkey Zeefkanaal Softkey Scheiding Softkey Sorteertafel Softkey Hoofdmenu Softkey Machine handmatig aan/uit Softkey Sorteerstandterminal...
  • Pagina 104 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS In het menu Opname (2) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 109): Damdrukontlasting. Damdrukregeling. Rooidiepte. Hydraulische schijfkouter. Zwadopname. Rooien van afzonderlijke rijen. In het menu Zeefkanaal (3) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 115): Instellen waarschuwingsdruk banden.
  • Pagina 105 (Zie Pagina 128): Drijfwiel vooruit. Drijfwiel achteruit. Automatisch drijfwiel. Met de softkey ROPA-videoswitch (11) wordt de optionele ROPA-videoswitch geac- tiveerd en gedeactiveerd (Zie Pagina 354): De ROPA-videoswitch is gedeactiveerd De ROPA-videoswitch is geactiveerd 105 / 481...
  • Pagina 106: Menu Klapmodus

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.4 Menu Klapmodus WAARSCHUWING Gevaar voor bijzonder zwaar letsel. – Zorg ervoor dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden. Met de softkey gaat u vanuit het menu Akkermodus naar het menu Klapmodus. Met de softkey gaat u vanuit het menu Klapmodus naar het menu Akkermodus.
  • Pagina 107 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Met de softkey wordt het optionele zwaailicht in- en uitgeschakeld. Bij ingeschakeld zwaailicht is de softkey groen. Met de softkey wordt de bunkerklep gesloten. De softkey moet daarvoor ingedrukt blijven. Met de softkey wordt de bunkerklep geopend. De softkey moet daarvoor ingedrukt blijven.
  • Pagina 108 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Klapmodus overlaadbunkermachine: Omklapmenu Straatstand Omklapmenu Doorrooistand (10) Omklapmenu rooistand/overlaadstand In het menu Klapmodus worden de overlaadbunker en de telescoopas voor werk- zaamheden vanuit de Straatstand in de Akkermodus of voor rijden op de openbare weg vanuit de Akkermodus in de Straatstand (8) gezet. In de Akkermodus kan de tele- scoopas in de doorrooistand (9), bijv.
  • Pagina 109: Menu Opname

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Met de softkey wordt de telescoopas uitgeschoven. De softkey moet daarvoor ingedrukt blijven. De machine moet waarbij langzaam worden gereden. Met de softkey wordt de telescoopas ingeschoven. De softkey moet daarvoor inge- drukt blijven. De machine moet waarbij langzaam worden gereden. Met de softkey worden de optionele LED-werklampen in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 110 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Damdrukontlasting (Zie Pagina 222) Softkey damdrukontlasting links verhogen Softkey damdrukontlasting links verlagen Softkey damdrukontlasting rechts verlagen Softkey damdrukontlasting rechts verhogen Softkey synchrone afstelling damdrukontlasting De druk van de damdrukontlasting wordt met de softkey geopend en kan voor beide kanten van de opname tussen 0 bar en 50 bar worden ingesteld.
  • Pagina 111 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Damdrukregeling (Zie Pagina 205) Softkey Damdrukregeling links verhogen Softkey Damdrukregeling links verlagen Softkey Damdrukregeling rechts verlagen Softkey Damdrukregeling rechts verhogen Softkey Synchrone afstelling damdrukregeling De druk van de damdrukregeling wordt met de softkey geopend en kan voor beide kanten van de opname tussen 5 bar en 35 bar worden ingesteld.
  • Pagina 112 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Rooidiepte (Zie Pagina 200) Softkey rooidiepte links vlakker Softkey rooidiepte links dieper Softkey rooidiepte rechts dieper Softkey rooidiepte rechts vlakker Softkey Synchrone afstelling rooidiepte De afstelling van de rooidiepte wordt met softkey geopend en kan voor beide kan- ten afzonderlijk worden afgesteld.
  • Pagina 113 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS De afstelling van het toerental van de zwadopname wordt met softkey geopend. Het toerental van de zwadopname wordt traploos ingesteld. Met de softkey Toeren- tal zwadopname verhogen (1) wordt het toerental verhoogd, met de softkey Toeren- tal zwadopname verlagen (2) wordt het toerental verlaagd.
  • Pagina 114 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Rooien van afzonderlijke rijen (Zie Pagina 214) Softkey rooidiepte links vlakker Softkey rooidiepte links dieper Softkey Rooien van afzonderlijke rijen links actief Softkey Rooien van afzonderlijke rijen rechts actief Softkey rooidiepte rechts dieper Softkey rooidiepte rechts vlakker Rooien van afzonderlijke rijen wordt met de softkey geopend.
  • Pagina 115: Menu Zeefkanaal

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.6 Menu Zeefkanaal Softkey instellen waarschuwingsdruk banden Softkey toerentallen zeefkanaal Softkey schudder Softkey Loofschrapers Softkey Banden handmatig Het menu Zeefkanaal is geopend wanneer softkey Zeefkanaal groen is. In het menu Zeefkanaal kunnen de instellingen voor Waarschuwingsdruk banden , Toe- rentallen zeefkanaal , Schudder...
  • Pagina 116 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Instellen waarschuwingsdruk banden (Zie Pagina 143) Softkey waarschuwingsdruk zeefketting 1 verhogen Weergave huidige druk/waarschuwingsgrens Waarschuwingsgrens Huidige druk Softkey waarschuwingsdruk zeefketting 2 verhogen Softkey waarschuwingsdruk zeefketting 2 verlagen Softkey Waarschuwingsdruk egelband 2 verhogen Softkey Waarschuwingsdruk egelband 2 verlagen Softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 1 verlagen (10) Softkey waarschuwingsdruk egelband 1 verhogen...
  • Pagina 117 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Zeefkettingen synchrone afstelling Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey toerental zeefkettingautomaat Softkey toerental Loofketting verlagen Softkey toerental Loofketting verhogen Softkey toerental zeefketting 2 verlagen Softkey toerental zeefketting 2 verhogen Softkey toerental zeefketting synchroon gedeactiveerd Softkey toerental zeefketting verhogen (10) Softkey toerental zeefketting verlagen...
  • Pagina 118 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Schudder (Zie Pagina 233) Softkey toerental schudder verhogen Softkey toerental schudder verlagen De schudder wordt met softkey geopend. Het toerental van de schudder wordt trapsgewijs van 0 tot 20 ingesteld, waarbij 0 Schudder uit is en 20 het maximale toe- rental van de schudder.
  • Pagina 119 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS In het menu Banden handmatig (5) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 126): Minimale aansturing van kettingen en banden. Maximale aansturing van de kettingen en banden. Selectie voor welke banden en kettingen moeten worden aangestuurd. 119 / 481...
  • Pagina 120: Menu Scheiding

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.7 Menu Scheiding Menu Scheiding zonder optioneel drijfwiel Menu Scheiding met optioneel drijfwiel Softkey Instellen waarschuwingsdruk banden (Zie Pagina 143) Softkey egelbanden toerentallen Softkey afleidingswalsen hoogte Softkey egelbanden hoogte Softkey Rondomlopende vingerkam Softkey Sorteertafel (Zie Pagina 125) Het menu Scheiding is geopend wanneer de softkey Scheiding groen is.
  • Pagina 121 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden toerentallen Egelbanden afzonderlijke afstelling Egelbanden synchrone afstelling Softkey toerental egelband 2 verhogen Softkey toerental egelband 2 verlagen Softkey toerental egelband 3 verhogen Softkey toerental egelband 3 verlagen Softkey toerental egelband 4 verlagen Softkey toerental egelband 4 verhogen Softkey toerental egelband 1 verlagen Softkey toerental egelband 1 verhogen Softkey toerental egelbanden synchroon gedeactiveerd...
  • Pagina 122 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden toerental wordt met softkey geopend. Hier worden de toerentallen van Egelband 1 (Zie Pagina 259), van Egelband 2 (Zie Pagina 267), van Egelband 3 (Zie Pagina 279) en van Egelband 4 (Zie Pagina 287) afgesteld. Daarbij wordt het toerental van de egelbanden ingesteld in min De toerental van de egelbanden kunnen afzonderlijk worden afgesteld, maar ook in gezamenlijk, wanneer de softkey Toerental zeefketting synchroon geactiveerd (12)
  • Pagina 123 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden hoogte (optie) Softkey Egelband 1/2 hoger Softkey Egelband 1/2 lager Softkey Egelband 4 lager Softkey Egelband 4 hoger Egelbanden hoogte wordt met softkey geopend. Bij de machine kan de hel- lingshoek van Egelband 1/2 (Zie Pagina 276) optioneel en van Egelband 4 (Zie Pagina...
  • Pagina 124 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Rondomlopende vingerkam. (RVK) Softkey toerental RVK 1 verhogen Softkey toerental RVK 1 verlagen Softkey RVK 1 hoger Softkey RVK 1 lager Softkey RVK 2 lager Softkey RVK 2 hoger Softkey toerental RVK 2 verlagen Softkey toerental RVK 2 verhogen De rondomlopende vingerkam (Zie Pagina 291) wordt met de softkey...
  • Pagina 125: Menu Sorteertafel

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.8 Menu Sorteertafel Softkey toerental sorteertafel verhogen Softkey toerental sorteertafel verlagen Softkey toerental bijproductenband verlagen Softkey toerental bijproductenband verhogen Het menu Sorteertafel wordt met softkey Sorteertafel geopend. In het menu Sor- teertafel wordt het toerental van de sorteerband (Zie Pagina 305) tussen 0% en 100% en het toerental van de bijproductenband...
  • Pagina 126: Menu Banden Handmatig

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.9 Menu Banden handmatig Softkey zeefketting 1 Softkey zeefketting 2, loofketting Softkey egelband 1 Softkey egelbanden 2, 3, 4 Softkey start Softkey maximaal toerental Softkey minimaal toerental Het menu Banden handmatig wordt met de softkey geopend. Hier kunnen alle ket- tingen en banden van het eigen hydraulieksysteem afzonderlijk handmatig worden aangestuurd.
  • Pagina 127 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Druk op de softkey om het maximale bandtoerental voor de voorgeselecteerde ket- tingen en banden te selecteren. Na selectie wordt de softkey groen. De softkeys kunnen nooit gelijktijdig zijn geselecteerd. Zolang de softkey wordt ingedrukt, worden de voorgeselecteerde kettingen en ban- den met geselecteerde toerental aangestuurd en draaien.
  • Pagina 128: Menu Drijfwiel

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.10 Menu Drijfwiel Softkey Automatisch drijfwiel Softkey Toerental drijfwiel verhogen Softkey Toerental drijfwiel verlagen Softkey Drijfwiel vooruit Softkey Drijfwiel achteruit Weergave huidige druk drijfwiel Weergave ingesteld gewenst toerental drijfwiel Snelafstelling drijfwiel maximaal toerental Automatisch drijfwiel veldbegin/veldeinde Het menu Drijfwiel is geopend wanneer softkey Drijfwiel groen is.
  • Pagina 129: Hoofdmenu

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4 Hoofdmenu Programmeertoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Service Alle submenu's van het hoofdmenu kunnen door aantikken op de tractorterminal wor- den geselecteerd. Grijs weergegeven menupunten kunnen niet worden geselecteerd. Programmeertoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens Video AUXILIARY ISOBUS...
  • Pagina 130: Menu Programmatoetsen

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.1 Menu Programmatoetsen OPMERKING De beschreven functies zijn alleen beschikbaar in de gebruiksmodus "Akker". Programmatoets P1 Programmatoets P2 Programmatoets P3 Programmatoets P4 Programmatoets P5 Programmatoets P6 Door één van de zes programmatoetsen in te drukken, kan één van de zes verschil- lende machine-instellingen worden geactiveerd.
  • Pagina 131 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Zodra u een met de programmatoets ingestelde waarde verandert, wordt bijv. het sym- bool "P1" op de Tractorterminal wit. Machine-instellingen opslaan Om onder de zes programmatoetsen een machine-instelling op te slaan, moet de toets langer dan 3 seconden worden ingedrukt. De op dat moment ingestelde druk- waarschuwingsgrenzen, toerentallen en hoogtes worden automatisch opgeslagen.
  • Pagina 132: Menu Basisinstellingen

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS De naam van het programma kan op ieder gewenst moment worden gewijzigd. Kies daarvoor de te wijzigen programmanaam door te tikken. Er wordt nu een invoer- scherm weergegeven. Voer de nieuwe programmanaam in en sla deze op of annu- leer.
  • Pagina 133 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu bandbesturing Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Containerdisplay Aanlooptijd TIM ISOBUS Nalooptijd Overige Zeefkettingautomaat Egelautomaat In het submenu Bandbesturing kunnen de aanloop- en uitlooptijden van alle elektrisch aangestuurde kettingen en banden worden ingesteld. U dient er hierbij voor te zorgen dat de tijden bij het uitschakelen in de doorstroomrichting van de machine en bij het inschakelen tegen de doorstroomrichting in moeten worden ingesteld.
  • Pagina 134 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Zeefkettingautomaat Min. zeefketting [1/min] Max. zeefketting [1/min] In de zeefkettingautomaat kunnen de minimale en maximale toerentallen van de zeef- kettingen voor de automaat worden ingesteld. Egelautomaat Min. egel [1/min] Max. egel [1/min] In de egelautomaat kunnen de minimale en maximale toerentallen van de egelbanden voor de automaat worden ingesteld.
  • Pagina 135 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Bunker Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Weergave containers Bunker TIM ISOBUS Uitlooptijd sorteerband [s] Overige Afstand ultrasoon Bunkervulniveau [%] Blokkeringstijd rolbodem [s] Rolbodemsnel. 1 AUX [%] Zwaailicht Dissel Uitlooptijd sorteerband. (Zie Pagina 305) Afstand ultrasoonsensor. (Zie Pagina 322, Zie Pagina...
  • Pagina 136 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Damdrukregeling Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Containerdisplay Damdrukregeling TIM ISOBUS Reactiesnelheid Overige Damdrukregeling. (Zie Pagina 205) Submenu Niveauregeling Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Weergave containers Niveauregeling TIM ISOBUS Reactiesnelheid Overige Niveauregeling. (Zie Pagina 181) 136 / 481...
  • Pagina 137 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Containerdisplay Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Weergave containers TIM ISOBUS Overige In het submenu Weergave containers kunnen de 4 weergegeven containers in het menu Akkermodus zelf worden vastgelegd. Met de knop wordt gereset naar de fabrieksinstellingen.
  • Pagina 138: Menu Speciale Functies

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.3 Menu speciale functies Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Speciale functies Service Centrale smering Centrale smering. (Zie Pagina 347) 6.3.1.4.4 Menu gebruiksgegevens Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Statistieken dag Service Statistieken seizoen Statistieken machine 138 / 481...
  • Pagina 139 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu dagstatistieken Statistieken dag Statistieken seizoen Statistieken machine Statistieken dag Statistieken resetten Hectare Afstand rooien Bedrijfsuren De "Dagstatistieken" kunnen alleen worden gewist, wanneer u dit na het indruk van de knop om te wissen nogmaals bevestigt. Hiermee wordt voorkomen dat het onbedoeld wordt verwijderd.
  • Pagina 140: Menu Video

    Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Video Service Achteruitrijcamera Egel 1/2 Knikbunker Zeefketting 2 Sorteerband Wanneer de optionele ROPA-videoswitch is ingebouwd, wordt in het menu Video de toewijzing van de camera's geregeld (Zie Pagina 354). 140 / 481...
  • Pagina 141: Menu Auxiliary Isobus

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.6 Menu AUXILIARY ISOBUS Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS AUXILIARY ISOBUS Service Bedieningselementen In het menu AUXILIARY ISOBUS kunnen de toewijzingen van de "Bedieningselement zelf toewijsbaar" worden vastgelegd en de standaard instellingen worden opgeroepen (Zie Pagina 155).
  • Pagina 142: Menu Service

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.7 Menu service Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Versie Service Diagnose Afstemmen Teach In Stamgegevens Hardware vervangen Submenu versie In het menu Service zijn voor de bestuurder alleen de submenu's Versie en Diagnose (zie hoofdstuk Storingen en problemen oplossen Zie Pagina 425) van belang.
  • Pagina 143: Waarschuwingsgrenzen Afstellen

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.5 Waarschuwingsgrenzen afstellen Instellen waarschuwingsdruk menu Zeefkanaal Instellen waarschuwingsdruk menu Scheiding De drukbewaking kan direct op de tractorterminal worden geselecteerd door in het menu zeefkanaal (1) de grijze knoppen of softkeys te selecteren, of door in het menu Scheiding (2) de grijze knoppen of softkeys te selecteren.
  • Pagina 144 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS De functie Instellen waarschuwingsdruk banden wordt met de softkey geopend. De huidige druk (6) in bar, de met softkeys instelbare waarschuwingsgrenzen (5) in bar en de combinatie huidige druk en waarschuwingsgrens (4) worden grafisch weergegeven. Met de softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 1 verhogen (3) wordt de waar- schuwingsgrens voorzeefketting 1 verhoogd.
  • Pagina 145: Waarschuwings- En Statusmeldingen Op De Tractorterminal

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.6 Waarschuwings- en Statusmeldingen op de Tractorterminal B522 Sensorfout Toerental zeefk. 2 Bij operationele storingen worden foutmeldingen weergegeven op de Tractortermi- nal. Tegelijkertijd wordt een vermelding opgeslagen in het foutgeheugen. Bij rode waarschuwingen moet de machine direct worden uitgeschakeld om schade aan de machine te voorkomen.
  • Pagina 146 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Overige waarschuwingen en instructies voor de bediening Dissel niet voor rijden op de open- As niet in middelste stand bare weg Zet de as in de middelste stand Dissel naar rechts draaien Toerental aftakas te laag Noodstop niet ingeschakeld Toerental aftakas verhogen Noodstop tractor inschakelen...
  • Pagina 147 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Statusindicator van de automaten Damdrukontlasting uit Damdrukontlasting aan Damdrukontlasting voorgeselecteerd Damdrukregeling uit Damdrukregeling aan Damdrukregeling voorgeselecteerd Detectie dammidden uit Detectie dammidden aan Detectie dammidden voorgeselecteerd Egelband 1/2 automaat uit Egelband 1/2 automaat aan Egelband 1/2 automaat voorgeselecteerd Vulautomaat uit Vulautomaat aan Vulautomaat voorgeselecteerd...
  • Pagina 148: Machineterminal

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2 Machineterminal Machineterminal De bediening van de machine is onderverdeeld in twee belangrijke elementen, de bediening op de tractor en de bediening op de machine. Op de machine bevindt zich de gebruikersvriendelijke Machineterminal (1) met het ISOBUS-bedieningsconcept en andere elektrische instelmogelijkheden met knoppen.
  • Pagina 149: Displayonderdelen Machineterminal

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1 Displayonderdelen Machineterminal Displayonderdeel werkpagina's Displayonderdeel softkeys [A] Displayonderdeel werkpagina's In het displayonderdeel Werkpagina's worden de vanuit de sorteerstand instelbare machinestatussen weergegeven. 149 / 481...
  • Pagina 150 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS [B] Displayonderdeel softkeys De softkeys worden links en rechts van het displayonderdeel Werkpagina's weergege- ven. 150 / 481...
  • Pagina 151: Sorteerstandmenu 1

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.1 Sorteerstandmenu 1 Terminal Sorteerstandmenu 1 geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 1 vrijgegeven Softkey toerental zeefketting 1 Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental loofketting Softkey toerental zeefketting 2 Softkey toerental zeefketting synchroon In Sorteerstandmenu 1 kunnen na vrijage op de tractorterminal de toerentallen van zeefketting 1 (3)
  • Pagina 152: Sorteerstandmenu 2

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.2 Sorteerstandmenu 2 Sorteerstandmenu 2 Terminal geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 2 vrijgegeven Softkey toerental egelband 2 Softkey Toerental egelband 3 Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental egelband 4 Softkey toerental egelband 1 Softkey toerental egelbanden synchroon In Sorteerstandmenu 2 kunnen na vrijgave op de tractorterminal de toerentallen...
  • Pagina 153: Sorteerstandmenu 3

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.3 Sorteerstandmenu 3 Terminal Sorteerstandmenu 3 geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 3 vrijgegeven Softkey schudder Softkey toerental RVK 1 Softkey werklampen Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental RVK 2 Softkey toerental bijproductenband In Sorteerstandmenu 3 kunnen na vrijgave op de Tractorterminal de toerentallen van de bijproductenband (9)
  • Pagina 154: Sorteerstandmenu 4

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.4 Sorteerstandmenu 4 Terminal Sorteerstandmenu 4 geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 4 vrijgegeven Softkey hellingshoek egelband 1/2 Softkey voorste loofschrapers Softkey rooidiepte links Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey rooidiepte rechts Softkey achterste loofschrapers (10)
  • Pagina 155: Bedieningselement Zelf Toewijsbaar

    Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.3 Bedieningselement zelf toewijsbaar Met de knoppen "Informatie toewijzing bedieningselement links" en "Informatie toe- wijzing bedieningselement rechts" op het betreffende linker of rechter bedienings- element worden de toewijzingen van de bedieningselementen weergegeven. De informatie wordt weergegeven zolang de knop ingedrukt wordt gehouden. De eerste keer dat u deze knop indrukt wordt het bovenste toewijzingsgedeelte van het bedieningselement weergegeven, de tweede keer dat u drukt wordt het onderste gedeelte van het bedieningselement weergegeven.
  • Pagina 156 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Weergave fabrieksinstellingen rechts Weergave boven Weergave onder 156 / 481...
  • Pagina 157 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Weergave fabrieksinstellingen bunkermachine links Weergave boven Weergave onder 157 / 481...
  • Pagina 158 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS "Bedieningselement zelf toewijsbaar" aanpassen Het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" kan als linker of als rechter bedieningsele- ment worden gebruikt. Er kan voor beide kanten een "Bedieningselement zelf toewijs- baar" worden gebruikt. Om ervoor te zorgen dat de besturing herkent als welk bedie- ningselement het wordt gebruikt, moet het "Bedieningselement zelf toewijsbaar"...
  • Pagina 159 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Om het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" om te zetten van de ene kant naar de andere kant, wordt de weergegeven AUX-N-functie van het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" aan de linkerkant geselecteerd. Daarna selecteert u softkey . Op de volgende pagina kan het bedieningselement als linker of als rechter bedieningsele- ment worden gedefinieerd.
  • Pagina 160 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Toewijzing "Bedieningselement zelf toewijsbaar" wijzigen Om de toewijzing van het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" te wijzigen, wordt in het menu "Service" het submenu "Auxiliary" geopend. Service Service Terminal Plug-ins Besturingsprogramma LightBar Auxiliary IsoPrinter Open Data Interface Connection Center Objectpool Licenties USB 1...
  • Pagina 161 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Om een nieuwe functie op het bedieningselement toe te wijzen, wordt een toewijs- bare functie geselecteerd en door nog een keer aantikken bevestigd. Er verschijnt een overzicht met alle mogelijke bij de functie passende AUX-N-knoppen voor digitale functies of mini-joysticks voor analoge functies.
  • Pagina 162 Gebruik Bedieningsconcept via ISOBUS Instellingen laden en opslaan Om instellingen te laden of op te slaan, wordt in het hoofdmenu het menu "AUXILIARY ISOBUS" geopend. Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS AUXILIARY ISOBUS Service Bedieningselementen Onder geheugenplaats zijn de fabrieksinstellingen opgeslagen. Deze kunnen alleen worden geopend maar niet worden overschreven.
  • Pagina 163: Steunpoot

    Gebruik Steunpoot Steunpoot Steunpoot werkstand machine Steunpoot borgbout met borgpen Steunpoot afsluitkraan Steunpoot parkeerstand machine De machine is uitgerust met een hydraulische steunpoot. Deze is bedoeld voor het veilig parkeren van de machine. De afsluitkraan (3) moet altijd in de gesloten stand worden gehouden, behalve wan- neer de steunpoot direct daarna wordt in- of uitgeschoven.
  • Pagina 164: Machine Aankoppelen/Loskoppelen

    Gebruik Machine aankoppelen/loskoppelen Machine aankoppelen/loskoppelen 6.5.1 Machine aankoppelen Om de machine aan een daarvoor geschikt tractor te koppelen, gaat u als volgt te werk: – Rij met de tractor achteruit in de richting van de koppeling van machine en blijft kort daarvoor staan.
  • Pagina 165 Gebruik Machine aankoppelen/loskoppelen Scharnieras vastgezet – Sluit de breedhoek-scharnieras (3) bij uitgeschakelde tractor aan totdat deze vast- klikt. Let daarbij op de aangebrachte draaivergrendeling/kettingbeveiliging van de scharnierasbescherming. LS-schroef 7-voudig LVS-blok – Sluit de hydrauliekslangen van de tractorhydrauliek op de machine aan. Bij gebruik van de tractor-LS schroeft u de LS-schroef (4) op het 7-voudige LVS-blok volle- dig in.
  • Pagina 166 Gebruik Machine aankoppelen/loskoppelen OPGELET Gevaar voor schade aan het hydraulieksysteem! Wanneer de LS-schroef op de ingangsplaat van het 7-voudige LVS-blok verkeerd is ingesteld, kan dit tot grote schade aan het hydraulieksysteem van de machine leiden. De LS-schroef moet altijd op één van de beide aanslagen zijn ingesteld en mag nooit worden afgesteld wanneer de tractor is ingeschakeld.
  • Pagina 167: Machine Loskoppelen

    Gebruik Machine aankoppelen/loskoppelen 6.5.2 Machine loskoppelen Om de machine van een tractor los te koppelen, gaat u als volgt te werk: – Zet de machine op een vlakke ondergrond. – De optionele hulpas tot de aanslag heffen en de afsluitkraan van de hulpas sluiten. –...
  • Pagina 168: Rijden Op De Openbare Weg

    OPMERKING De firma ROPA wijst er nadrukkelijk op dat zowel de bestuurder als de eigenaar van de machine altijd persoonlijk verantwoordelijk is om ervoor te zorgen dat de geldende bepalingen en voorwaarden van de bevoegde instanties voor het wegverkeer worden nageleefd.
  • Pagina 169 Gebruik Rijden op de openbare weg Voor de bondsrepubliek Duitsland geldt algemeen: Vóór rijden op de openbare weg: – moet de bunker worden gelegd. – moet de telescoopas volledige worden ingeschoven. – moet de bunker in de transportstand worden geklapt. Doe hiervoor het volgende: –...
  • Pagina 170 één jaar bewaren. Een formu- lier voor deze instructie vindt u in hoofdstuk 9 (Zie Pagina 472). ROPA raadt aan om het formulier te kopiëren voordat u het invult. Zoals reeds aangehaald kunnen de regionaal bevoegde wegeninstanties aanvul- lende voorwaarden vastleggen, die afwijken van de bestaande bepalingen.
  • Pagina 171: Remsysteem

    Gebruik Remsysteem Remsysteem Het remsysteem van de machine is standaard uitgevoerd met een remsysteem met perslucht op twee leidingen uitgevoerd, voor de export in bepaalde landen echter met een hydraulisch remsysteem en met een spindel-parkeerrem. De bedrijfsrem wordt via het rempedaal op de vloer van de cabine van de tractor bediend.
  • Pagina 172 Gebruik Remsysteem Remklep aanhanger Losklep rem Luchtreservoir Controleklep Afwateringsklep Remslang Koppelkop geel (leidingsfilter geïntegreerd) Koppelkop rood (leidingsfilter geïntegreerd) Het remsysteem wordt met een toevoerleiding (koppelkop rood) en een remleiding (koppelkop geel) verbonden met het remsysteem met perslucht op twee leidingen van het trekvoertuig.
  • Pagina 173 Gebruik Remsysteem Remklep van de aanhanger met losklep voor de rem Aftapklep/afwateringsklep Voor het aankoppelen het remsysteem op het trekvoertuig, moeten de afdichtringen van de koppelingskop worden schoongemaakt. Na het loskoppelen moeten de koppe- lingskoppen op de daarvoor bedoelde houder op de trekdissel worden bevestigd. Rijd pas weg wanneer de manometer in het trekvoertuig een toevoerdruk van 5,0 bar aangeeft.
  • Pagina 174: Bedrijfsrem Hydraulisch

    Gebruik Remsysteem 6.7.2 Bedrijfsrem hydraulisch De hydraulische bedrijfsrem wordt via het rempedaal op de cabinevloer van de trac- tor bediend. Deze rem werkt in op de assen van de tractor en op de assen van de machine. Hij werkt alleen als er voldoende druk in het hydraulieksysteem is opge- bouwd.
  • Pagina 175: Parkeerrem

    Gebruik Remsysteem 6.7.3 Parkeerrem Spindel-parkeerrem De parkeerrem (1) bevindt zich aan de linkerkant in het midden onder het grote raam van de machine, onder de as, zodat de oogstmachine wanneer geparkeerd kan wor- den vastgezet. Om de machine veilig te parkeren of aan te koppelen, moet bij gebruik van de par- keerrem op de volgende punten worden gelet.
  • Pagina 176: Sturen

    Gebruik Sturen Sturen 6.8.1 Sturen in de gebruiksmodus "Straat" GEVAAR Gevaar voor dodelijk letsel bij misbruik van de gebruiksmodus "Straat". Wanneer u op de openbare weg rijdt, moet de gebruiksmodus "straat" worden inge- schakeld. Als u dat niet doet, kunnen andere verkeersdeelnemers door onbedoelde stuurbewegingen van de machine in gevaar komen of dodelijk gewond raken.
  • Pagina 177: Disselbesturing

    Gebruik Sturen 6.8.2.1 Disselbesturing Sensor disselbesturing Bunkermachine: De stand van de disselbesturing wordt bewaakt door een sensor (1). Disselbesturing heeft 3 basisstanden. In de stand Rijden op de openbare weg is de dissel volledig naar binnen gedraaid en na het starten van gebruiksmodus "straat" niet meer beweegbaar. In de stand Rooien is de dissel zover naar buiten gedraaid, dat het zeefkanaal naast de tractor kan lopen om de dam of de zwad op te kunnen nemen.
  • Pagina 178 Gebruik Sturen Automatische dissel Met de knop Automatische dissel op het bedieningselement Rooien en op het bedieningselement Bunker of op "Bedieningselement zelf toewijsbaar" beweegt de dissel naar een daarvoor opgeslagen positie. Voor het inleren van deze positie moet de knop Automatische dissel 3 seconden worden ingedrukt. Met de mini-joystick links op het bedieningselement Rooien en de bovenste mini-joystick...
  • Pagina 179: Asbesturing

    Gebruik Sturen 6.8.2.2 Asbesturing Sensor asstand De positie van de as wordt door de beide sensoren voor de aspositie (1) en de asposi- tiebeveiliging bewaakt. Asbesturing heeft twee basisstanden. In de stand Rijden op de openbare weg moet de telescoopas zijn ingeschoven en de as in de "rechtdoorstand"...
  • Pagina 180 Gebruik Sturen Met de mini-joystick links op het bedieningselement Rooien kan de as handmatig worden bestuurd. Daarbij wordt de as met de mini-joystick naar boven naar rechts gestuurd en met de mini-joystick beneden naar links. Met de bovenste mini-joystick op het bedieningselement Bunker kan de as handma- tig worden bestuurd.
  • Pagina 181: Chassis

    Gebruik Chassis Chassis 6.9.1 Displayveld Hellingcompensatie inde Tractorterminal De machine mag alleen op niet-openbare wegen worden gekanteld. Op de openbare weg moet de machine altijd loodrecht boven de pendelas staan. Displayveld Hellingshoek machine Displayveld Automatische hellingcompensatie De automatische hellingcompensatie is uitgeschakeld. De machine staat recht boven de pendelas en heeft geen actieve kantelhoek ten opzichte van het terrein.
  • Pagina 182 Gebruik Chassis Handmatige hellingcompensatie: De machine kan met de mini-joystick rechts op het bedieningselement Rooien handmatig naar links en rechts worden gekanteld. Bij een handmatige ingreep in de hellingshoek bij geactiveerde automatische hellingcompensatie wordt de automa- tische hellingcompensatie teruggezet naar de status "Voorgeselecteerd" .
  • Pagina 183: Telescoopas

    Gebruik Chassis 6.9.3 Telescoopas Telescoopas ingeschoven Telescoopas uitgeschoven De telescoopas moet bij rijden op de openbare weg en in de doorrooistand volle- dig zijn ingeschoven. In de rooistand en voor het legen van de bunker moet de tele- scoopas volledig zijn uitgeschoven. Met de softkey komt u in het menu Klapmodus.
  • Pagina 184: Drijfwiel (Optie)

    Gebruik Chassis 6.9.4 Drijfwiel (optie) Pomp voor drijfwiel Wanneer het optionele drijfwiel is ingebouwd, is op de pompverdeleraandrijving een extra pomp (1) gemonteerd. Deze pomp is bedoeld voor de aansturing van de rijrich- ting van het drijfwiel vooruit en achteruit. Displayveld drijfwiel Weergave huidige druk drijfwiel Weergave ingesteld gewenst toerental drijfwiel...
  • Pagina 185 Gebruik Chassis Softkey menu Drijfwiel geselecteerd Softkey Automatisch drijfwiel (10) Softkey Drijfwiel achteruit (11) Softkey Drijfwiel vooruit (12) Softkey Toerental drijfwiel verlagen (13) Softkey Toerental drijfwiel verhogen Wanneer softkey Drijfwiel vooruit wit (11) is, is het drijfwiel vooruit bij ingeschakeld toerental aftakas tractor gedeactiveerd.
  • Pagina 186 Gebruik Chassis Druk op de softkey (12) om het toerental van het drijfwiel te verlagen. Het minimale toerental van het drijfwiel is 10%. Het toerental kan worden ingesteld op de waarden 10%, 20%, 30%, 40%, 50% en 100%. Op het displayveld Drijfwiel (2) kan het inge- stelde gewenste toerental van het drijfwiel (4) worden afgelezen.
  • Pagina 187: Hulpas (Optie)

    Gebruik Chassis 6.9.5 Hulpas (optie) Hulpas straatstand Hulpas terreinstand Afsluitkraan hulpas stand open Afsluitkraan hulpas stand gesloten De hulpas (1) moet voor het rijden op de openbare weg worden neergelaten. Contro- leer VOORDAT u de hulpas neerlaat of er zich geen personen in de buurt van de hul- pas bevinden.
  • Pagina 188 Gebruik Chassis Hulpas voorbereiden voor rijden op de openbare weg: – De afsluitkraan van de steunpoot sluiten. – De afsluitkraan van de hulpas openen (3). – Via de controller van de tractorhydrauliek de hulpas volledig neerlaten (1). – De controller tractorhydrauliek vervolgens in de zweefstand zetten. –...
  • Pagina 189: Zonnedak/Weerdak (Optie)

    Gebruik Zonnedak/weerdak (optie) 6.10 Zonnedak/weerdak (optie) Zonnedak in werkstand Knop Dakhuif sorteerstand heffen Knop Dakhuif sorteerstand neerlaten Borgpen dak linksachter parkeerstand 189 / 481...
  • Pagina 190: Verlichting Dak (Optie)

    Gebruik Zonnedak/weerdak (optie) De dakhuif van de sorteerstand is beschikbaar in de uitvoeringen zonnedak (1) en weerdak met zijdelen. Met de knop Dakhuif sorteerstand heffen (2) op het rechter trapje van de sorteerstand wordt het weerdak hydraulisch in de werkstand (1) geheven. Met de knop Dakhuif sor- teerstand neerlaten (3) op het rechter trapje van de sorteerstand wordt het weerdak hydraulisch in de straatstand neergelaten.
  • Pagina 191: Rooien

    Gebruik Rooien 6.11 Rooien 6.11.1 Voorbereidingen voor rooien Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u zich vertrouwd maken met de plaat- selijke bodem- en terreingesteldheid. Zorg ervoor dat u goed overzicht heeft over het te rooien aardappelveld. Informeer de aanwezige personen voor aanvang van de werkzaamheden over de belangrijkste veiligheidsvoorschriften en in het bijzonder over de vereiste veiligheidsaf- standen.
  • Pagina 192: Rooimodus

    Gebruik Rooien 6.11.2 Rooimodus – Langzaam en voorzichtig de akker oprijden, zodat de damwielen na het instellen van de dissel in de rooistand zijn uitgelijnd vóór de beide te rooien aardappeldam- men. – Machineaandrijving inschakelen. – Rooitoerental zeefkanaal (zeefketting 1, zeefketting 2, loofketting) de intensiteit van de schudder op de Tractorterminal of de Sorteerstandterminal instellen.
  • Pagina 193: Opname

    Gebruik Opname 6.12 Opname GEVAAR Gevaar voor letsel! Levensgevaar door slingerende onderdelen! Bij alle werkzaamheden aan de opgeheven opname bestaat de kans dat de opname plotseling naar beneden komt. Personen die zich in dat geval in de buurt bevinden, kunnen daarbij ernstig gewond raken. Voor aanvang van de werkzaamheden moet de opname volledig worden uitgeheven en met veiligheidskabels worden vastgezet.
  • Pagina 194: Model Damopname

    Gebruik Opname Beveiliging opname Veiligheidskabel opname rechts aangebracht Veiligheidskabel opname links aangebracht – Voordat de opname wordt neergelaten, moeten de beide veiligheidskabels worden verwijderd. – Vóór rijden op de openbare weg moeten de beide veiligheidskabels worden aange- bracht en vastgezet. –...
  • Pagina 195: Damwiel

    Gebruik Opname 6.12.1.1 Damwiel Schraper damwiel Vlakke damwiel Afhankelijk van de vorm van de aardappeldam zijn de damwielen verkrijgbaar in ver- schillende uitvoeringen: het vlakke damwiel (2), het diepe damwiel en halve damwie- len. Beide zijden van de damopname links en rechts zijn altijd uitgerust met damwie- len van hetzelfde type.
  • Pagina 196: Detectie Dammidden

    Gebruik Opname 6.12.1.2 Detectie dammidden Sensor detectie dammidden rechts Sensor detectie dammidden links Cilinder disselbesturing Detectie dammidden stuurt via de middenwaarde van de sensoren voor detectie dam- midden rechts (1) en detectie dammidden links (2) op de damwielophanging de elek- tromagnetische stuurkleppen van de disselcilinder (3) aan en houdt het zeefkanaal altijd in het midden van de aardappeldammen.
  • Pagina 197 Gebruik Opname Automatische detectie dammidden In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de Detectie dammidden (4) weergegeven. De automatische detectie dammidden is gedeactiveerd. De automatische detectie dammidden is voorgeselecteerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement wordt neergelaten, wordt de detectie dammidden geactiveerd.
  • Pagina 198: Scharen

    Gebruik Opname Reactiesnelheid instellen Op de Tractorterminal in het menu "Basisinstellingen", submenu "Detectie dammid- den" kan de reactiesnelheid worden ingesteld tussen 1 en 10, Basisinstelling 5. Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Containerdisplay Detectie dammidden TIM ISOBUS Reactiesnelheid Overige 6.12.1.3 Scharen Tweebladsschaar gekanteld kort De schaar is beschikbaar in de modellen enkelbladsschaar, tweebladsschaar gekan-...
  • Pagina 199 Gebruik Opname Contramoer rechts Moer schaarhoek rechts Borgschroef schaar rechts – Instellingen uitvoeren aan beide zijden. – Borgschroef schaar (4) losdraaien. – Contramoer (2) losdraaien. – De schaarhoek met de moer (3) afstellen. – Contramoer (2) vastdraaien. – Borgschroef schaar (4) vastdraaien. OPGELET Gevaar voor schade aan de opname en de zeefketting.
  • Pagina 200: Rooidiepte En Damdrukregeling

    Gebruik Opname 6.12.1.4 Rooidiepte en damdrukregeling 6.12.1.4.1 Rooidiepte Cilinder rooidiepte rechts Cilinder rooidiepte links De rooidiepte is de afstand tussen het damwiel en de schaar. Met de hydraulische hoogteafstelling van de cilinder boven het damwiel wordt de rooidiepte van beide zij- den onafhankelijk van elkaar ingesteld.
  • Pagina 201 Gebruik Opname Displayveld Rooidiepte Softkey Rooidiepte Op het displayveld Rooidiepte (3) wordt de huidige positie van de rooidiepte voor beide zijden van de opname weergegeven. Door de grijze knop in het displayveld Rooidiepte te selecteren (3) komt u in het submenu Rooidiepte. Met de softkey Rooidiepte komt u in het submenu Rooidiepte.
  • Pagina 202 Gebruik Opname Druk op de knop om de rooidiepte rechts vlakker te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 99 volledig diepe rooi- diepte is. Druk op de knop om de rooidiepte rechts dieper te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 99 volledig diepe rooi- diepte is.
  • Pagina 203 Gebruik Opname Afstelling rooidiepte via de Sorteerstandterminal (13) Softkey hellingshoek egelband 1/2 (14) Softkey voorste loofschrapers (15) Softkey rooidiepte links (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey rooidiepte rechts (19) Softkey achterste loofschrapers (20) Softkey hellingshoek egelband 4 Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 204 Gebruik Opname Druk op de knop om de rooidiepte rechts vlakker te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 99 volledig diepe rooi- diepte is. Druk op de knop om de rooidiepte rechts dieper te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 99 volledig diepe rooi- diepte is.
  • Pagina 205: Damdrukregeling

    Gebruik Opname 6.12.1.4.2 Damdrukregeling Cilinder opname links Sensor damdrukregeling links Sensor damdrukregeling rechts Cilinder opname rechts Bij de damdrukregeling wordt de laaddruk van de damwielen via druksensoren in de rooidieptecilinders links (2) en rechts (3) voor iedere rij afzonderlijk vastgesteld. De ingestelde laaddruk wordt door fijngevoelig ontlasten en belasten van de cilinder opname links (1) en rechts (4) geregeld.
  • Pagina 206 Gebruik Opname Automatische damdrukregeling In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de damdrukregeling (5) weergegeven. De automatische damdrukregeling is gedeactiveerd. De automatische damdrukregeling is voorgeselecteerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement Rooien wordt neergelaten, wordt de damdrukregeling geactiveerd.
  • Pagina 207 Gebruik Opname Displayveld damdrukregeling Softkey damdrukregeling Op het displayveld Damdruk (6) wordt de huidige druk van de damdrukregeling voor beide zijden van de opname weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu voor het afstellen van de damdrukregeling. Op het displayveld Dam- druk (6) wordt de druk van de damdrukregeling weergegeven, wanneer de automati- sche damdrukregeling is voorgeselecteerd of geactiveerd.
  • Pagina 208 Gebruik Opname Druk op de knop om de druk rechts te verhogen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 5 bar de minimale belastingsdruk en 35 bar de maximale belastings- druk. Druk op de knop om de druk rechts te verlagen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 5 bar de minimale belastingsdruk en 35 bar de maximale belastings- druk.
  • Pagina 209 Gebruik Opname Met de knop Automatische diepteregelaar op het bedieningselement Rooien kan de damdrukregeling worden geactiveerd. Het kan bij neergelaten opnamen vanuit de automaatstatus Voorgeselecteerd worden geactiveerd. Dit is nodig wanneer de opname niet met de knop Veldbegin wordt neergelaten. Wanneer de knop Automa- tische diepteregeling op het bedieningselement Rooien bij geactiveerde automati- sche damdrukregeling...
  • Pagina 210: Schijfkouter

    Gebruik Opname 6.12.1.5 Schijfkouter Diepteafstelling schijfkouter Schijfkouter rechts Schraper schijfkouter rechts Afhankelijk van het uitrustingsmodel kunnen in de damopname twee schijfkouters of vier schijfkouters zijn ingebouwd. Bij het model met twee schijfkouters, bevinden de schijfkouters van de damopname zich aan de buitenzijde van de damwielen. Bij het model met vier schijfkouters, bevin- den de schijfkouters van de damopname zich aan beide zijden van de damwielen.
  • Pagina 211 Gebruik Opname Damopname met hydraulisch aangedreven schijfkouter rechts Damopname met hydraulisch aangedreven schijfkouter links Optioneel zijn de rechter schijfkouter (4) en de linker schijfkouter (5) beschikbaar als hydraulisch aangedreven schijfkouter. Beide schijfkouters kunnen hydraulisch zijn, of alleen de rechter schijfkouter. Met de knop Veldbegin op het bedieningselement Rooien wordt de hydraulische schijfkouter ingeschakeld, met de knop Veldeinde op het bedieningselement Rooien wordt de hydraulische schijfkouter uitgeschakeld.
  • Pagina 212 Gebruik Opname Displayveld Schijfkouter Softkey Schijfkouter In het displayveld Schijfkouter (6) wordt het huidige toerental van de schijfkouter in procenten aangegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Schijfkouter, hier kan het percentage van het toerental worden afgesteld. Met de softkey Schijfkouter komt u in het submenu Schijfkouter.
  • Pagina 213 Gebruik Opname Druk op de knop (8) om het toerental te verhogen. Het toerental van de schijfkou- ter kan tussen 20% en 100% worden afgesteld. Daarbij is 20% het minimale toerental van de hydraulische schijfkouter en 100 % het maximale toerental van de hydraulische schijfkouter.
  • Pagina 214: Rooien Van Afzonderlijke Rijen

    Gebruik Opname (14) Extra schijfkouter rechts De extra schijfkouter rechts (14) kan extra worden ingebouwd bij een normale schijf- kouter. De diepte wordt net als bij de normale schijfkouter ingesteld. 6.12.1.6 Rooien van afzonderlijke rijen Het rooien van afzonderlijke rijen wordt in het menu Opname ingesteld. Daarvoor selecteert u de softkey Opname op de Tractorterminal.
  • Pagina 215 Gebruik Opname Softkey Opname links heffen Softkey Opname links neerlaten Softkey Rooien van afzonderlijke rijen links actief/niet actief Softkey Rooien van afzonderlijke rijen rechts actief/niet actief Softkey Opname rechts neerlaten Softkey Opname rechts heffen Druk op de softkey om de opname rechts te heffen. Druk op de softkey om de opname rechts neer te laten.
  • Pagina 216: Looftrekwiel

    Gebruik Opname 6.12.1.7 Looftrekwiel Looftrekwiel rechts Loofafvoerkuip rechts Spanner looftrekwiel rechts Inbouwpositie looftrekwiel rechts De looftrekwielen rechts (1) en links bevinden zich op de damopname, tussen de beide buitenste schijfkouters en de zijwand van het zeefkanaal. Beide looftrekwielen zijn identiek, maar in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar ingebouwd. De veerspanning (3) moet zo worden ingesteld, dat de looftrekwielen goed door zeefketting 1 worden aangedreven.
  • Pagina 217: Model Zwadopname Met Rooi-As En Dekband

    Gebruik Opname De rijafstand in de software instellen In de software kan de rijafstand traploos worden ingesteld tussen 750 mm en 1 800 mm, de standaard instelling is 750 mm. Op de tractorterminal in het menu "Basisinstellingen", submenu "Overige" moet de rij- afstand worden ingesteld, omdat de hectareteller anders verkeerde waarden vaststelt.
  • Pagina 218 Gebruik Opname Displayveld Zwadopname Softkey Zwadopname In het displayveld Zwadopname (3) wordt het huidige toerental van de zwadopname aangegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Zwadopname. Met de softkey Zwadopname komt u in het submenu Zwadopname. Softkey zwadopname toerental verhogen Softkey zwadopname toerental verlagen Softkey zwadopname automatisch...
  • Pagina 219 Gebruik Opname Druk op de knop (6) om het toerental te verlagen. Het toerental van de dek- band-zwadopname kan tussen 50 min en 200 min worden afgesteld. Met de softkey Zwadopname automatisch wordt de automaat van de zwadopname ingeschakeld of uitgeschakeld. Als de softkey wit is, is de automaat gedeactiveerd.
  • Pagina 220: Model Zwadopname Met Schaar

    Gebruik Opname 6.12.3 Model zwadopname met schaar Hoogteverstelling zwadopname met schaar De werkdiepte van de zwadopname kan mechanisch via de beide krukken (1) voor de hoogteverstelling zijkanten onafhankelijk van elkaar worden afgesteld. OPMERKING De opname functioneert alleen met de damdrukontlasting. Bij geactiveerde damdruk- ontlasting moet de damdrukontlasting worden ingesteld op zweefstand (0 bar) of tus- sen 8 bar en 20 bar.
  • Pagina 221: Model Wortelopname

    Gebruik Opname 6.12.4 Model wortelopname Hoogteverstelling wortelopname De werkdiepte van de opname kan mechanisch via de beide krukken (1) voor de hoogteverstelling zijkanten onafhankelijk van elkaar worden afgesteld. OPMERKING De opname functioneert alleen met de damdrukontlasting. Bij geactiveerde damdruk- ontlasting moet de damdrukontlasting worden ingesteld op zweefstand (0 bar) of tus- sen 8 bar en 20 bar.
  • Pagina 222: Damdrukontlasting

    Gebruik Opname 6.12.5 Damdrukontlasting Cilinder opname links Sensor damdrukontlasting links Sensor damdrukontlasting rechts Cilinder opname rechts Bij de damdrukontlasting kunnen beide zijden van de opname afzonderlijk met behulp van de cilinder opname van de bijbehorende drukaccumulator hydraulisch worden ont- last. De ontlastingsdruk wordt op de Tractorterminal weergegeven. Een deel van het gewicht van de opname wordt door de cilinder opname links (1) en rechts (4) op het hoofdframe overgedragen.
  • Pagina 223 Gebruik Opname Automatische damdrukontlasting In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de damdrukontlasting (5) weergegeven. De automaat van de damdrukontlasting is gedeactiveerd. De automaat van de damdrukontlasting is voorgeselecteerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement Rooien wordt neergelaten, wordt de damdrukontlasting na een korte activeringstijd geactiveerd.
  • Pagina 224 Gebruik Opname Displayveld Damdruk Softkey Damdrukontlasting Op het displayveld Damdruk (6) wordt de huidige druk van de geactiveerde automati- sche diepteregelaar, de damdrukregeling of de damdrukontlasting weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu van de geacti- veerde automatische diepteregelaar, daar kan de insteldruk worden afgesteld.
  • Pagina 225 Gebruik Opname Druk op de knop om de druk rechts te verhogen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 0 bar de zweefstand, 20 bar de minimale ontlastingsdruk en 50 bar de maximale ontlastingsdruk. Druk op de knop om de druk rechts te verlagen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 0 bar de zweefstand, 20 bar de minimale ontlastingsdruk en 50 bar de maximale ontlastingsdruk.
  • Pagina 226 Gebruik Opname Met de knop Automatische diepteregelaar op het bedieningselement Rooien kan de damdrukontlasting worden geactiveerd. Het kan bij neergelaten opnamen vanuit de automaatstatus "voorgeselecteerd" worden geactiveerd. Dit is nodig wanneer de opname niet met de knop Veldbegin wordt neergelaten. Wanneer de knop Automa- tische diepteregeling op het bedieningselement Rooien bij geactiveerde damdruk- ontlasting...
  • Pagina 227: Reiniging

    Gebruik Reiniging 6.13 Reiniging De reiniging bestaat uit het zeefkanaal en de loofscheiding, de scheiding en de sor- teerder. 6.13.1 Zeefkanaal en loofscheiding Het zeefkanaal bestaat uit zeefketting 1 met de optionele reinigingswals, de schudder en zeefketting 2, die zich samen met het voorste deel van de loofketting in de over- gang tussen het zeefkanaal en de loofscheiding bevindt.
  • Pagina 228 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v. zeefketting 2 Softkey toerentallen zeefkanaal Op het displayveld Toerentallen zeefkanaal (2) worden de toerentallen van zeefketting 1 (3), zeefketting 2 (4) en de procentuele afwijking van het toerental van de loofketting ten opzichte van zeefketting 2 (5) weergegeven.
  • Pagina 229 Gebruik Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Druk op de knop om het toerental te verhogen.
  • Pagina 230 Gebruik Reiniging Afstelling toerental zeefketting 1 via Sorteerstandterminal (15) Softkey zeefketting 1 (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey Loofketting (19) Softkey Zeefketting 2 (20) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 231: Roestvrijstalen Platen In Zeefkanaal (Optie)

    Gebruik Reiniging 6.13.1.2 Roestvrijstalen platen in zeefkanaal (optie) Roestvrijstalen plaat links in zeefkanaal In het voorste gedeelte van het zeefkanaal, boven zeefketting 1, kunnen op de zijwan- den links en rechts optioneel roestvrijstalen platen worden ingebouwd. Deze roestvrij- stalen platen dienen als slijtplaten, waardoor het frame van het zeefkanaal minder slijt. Op de roestvrijstalen platen blijft niet zo gemakkelijk aarde plakken.
  • Pagina 232: Reinigingswals Zeefketting 1 (Optie Vanaf Bouwjaar 2016)

    Gebruik Reiniging 6.13.1.4 Reinigingswals zeefketting 1 (optie vanaf bouwjaar 2016) Reinigingswals zeefketting 1 De reinigingswals is optioneel vanaf bouwjaar 2016 verkrijgbaar en voorkomt bij natte ondergrond dat zich aarde ophoopt op zeefketting 1. De reinigingswals is in de zeefkettingspanner geïntegreerd en is onafhankelijk van de stangafstand van zeefketting 1.
  • Pagina 233: Schudder

    Gebruik Reiniging 6.13.1.6 Schudder Schudder De machine is standaard uitgerust met een schudder. Deze bevindt zich in de buurt van zeefketting 1. Met behulp van de schudder kunnen rubberen wielen op de banden van zeefketting 1 inwerken. Hierdoor wordt zeefketting 1 tot trillen gebracht, waardoor brokstukken aarde worden gebroken en beter kan worden weggezeefd.
  • Pagina 234 Gebruik Reiniging Displayveld schudder Softkey schudder Op het displayveld Schudder wordt het ingestelde niveau van de schudder weergege- ven. Door de grijze knop in het displayveld Schudder te selecteren (2) komt u in het submenu Schudder. Met de softkey Schudder komt u in het submenu Schudder.
  • Pagina 235 Gebruik Reiniging Druk op de knop om de intensiteit te verlagen. De minimale intensiteit van de schudder is niveau 1. Niveau 0 is Uit en de schudder staat stil. Afstelling schudder via de Sorteerstandterminal Softkey schudder Softkey toerental RVK 1 Softkey werklampen Softkey volgende pagina rechts (10)
  • Pagina 236: Zeefketting 2

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om de intensiteit te verlagen. De minimale intensiteit van de schudder is niveau 1. Niveau 0 is Uit en de schudder staat stil. 6.13.1.7 Zeefketting 2 Zeefketting 2 Zeefketting 2 is verkrijgbaar in de stangafstanden 28, 32, 36 en 40. Zeefketting 2 wordt direct door een oliemotor aangedreven.
  • Pagina 237 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v. zeefketting 2 Softkey toerentallen zeefkanaal Op het displayveld Toerentallen zeefkanaal (2) worden de toerentallen van zeefketting 1 (3), zeefketting 2 (4) en de procentuele afwijking van het toerental van de loofketting ten opzichte van zeefketting 2 (5) weergegeven.
  • Pagina 238 Gebruik Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Druk op de knop om het toerental te verhogen.
  • Pagina 239 Gebruik Reiniging Afstelling toerental zeefketting 2 via Sorteerstandterminal (15) Softkey zeefketting 1 (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey Loofketting (19) Softkey Zeefketting 2 (20) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 240: Kluitenbreker Zeefketting 2 (Optie)

    Gebruik Reiniging 6.13.1.8 Kluitenbreker zeefketting 2 (optie) Kluitenbreker zeefketting 2 De kluitenbreker is optioneel en kan in de voorste omleiding van zeefketting 2 worden gemonteerd. De kluitenbreker breekt verwijderde kluiten en voorkomt daarmee dat zich aarde ophoopt in het voorste deel van zeefketting 2. 6.13.1.9 Overgangsafdekking zeefketting 2 (optie) Overgangsafdekking zeefketting 2...
  • Pagina 241: Synchrone Afstelling Zeefkettingen

    Gebruik Reiniging 6.13.1.10 Synchrone afstelling zeefkettingen Synchrone afstelling zeefkettingen via Tractorterminal Het toerental wordt in de synchroonmodus in het menu Zeefkanaal afgesteld. Daar- voor selecteert u de softkey Zeefkanaal op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v.
  • Pagina 242 Gebruik Reiniging Softkey toerental zeefketting verhogen Softkey toerental zeefketting verlagen Softkey Zeefkettingautomaat Softkey toerental Loofketting verlagen (10) Softkey toerental Loofketting verhogen (11) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen De toerentallen van zeefketting 1 en zeefketting 2 kunnen in synchroonmodus geza- menlijk worden afgesteld. Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verhogen.
  • Pagina 243 Gebruik Reiniging Synchrone afstelling zeefkettingen via Sorteerstandterminal (12) Softkey zeefketting 1 (13) Softkey volgende pagina rechts (14) Softkey volgende pagina links (15) Softkey Loofketting (16) Softkey Zeefketting 2 (17) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 244: Zeefkettingautomaat

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verlagen. Het minimale toerental van de kettingen is 50 min . Wanneer de ketting dit toerental heeft bereikt en nog ver- der wordt verlaagd, dan komt het toerental in de buurt van de andere ketting. Om de toerentallen van de zeefkettingen synchroon af te stellen, moet de Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen zijn geactiveerd.
  • Pagina 245 Gebruik Reiniging Zeefkettingautomaat gedeactiveerd bij afzonderlijke afstelling Zeefkettingautomaat geactiveerd bij afzonderlijke afstelling Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat Softkey toerental Loofketting verlagen (10) Softkey toerental Loofketting verhogen (11) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (13) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen...
  • Pagina 246 Gebruik Reiniging Zeefkettingautomaat gedeactiveerd bij synchrone afstelling Zeefkettingautomaat geactiveerd bij synchrone afstelling (14) Softkey toerental zeefketting verhogen (15) Softkey toerental zeefketting verlagen (16) Softkey Zeefkettingautomaat (17) Softkey toerental Loofketting verlagen (18) Softkey toerental Loofketting verhogen (19) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Met de softkey wordt de zeefkettingautomaat in de afzonderlijke afstelling en in de synchrone afstelling van het toerental zeefketting geactiveerd en gedeactiveerd.
  • Pagina 247: Reiniging

    Gebruik Reiniging Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Containerdisplay Aanlooptijd TIM ISOBUS Nalooptijd Overige Zeefkettingautomaat Egelautomaat Zeefkettingautomaat Min. zeefketting [1/min] Max. zeefketting [1/min] In het hoofdmenu in het menu Basisinstellingen, submenu Bandbesturing onder Zeef- kettingautomaat kunnen de minimale en de maximale toerentallen van de zeefkettin- gen bij geactiveerde zeefkettingautomaat worden ingesteld.
  • Pagina 248 Gebruik Reiniging Sorteerstand zeefkettingautomaat afzonderlijke afstelling Sorteerstand zeefkettingautomaat synchrone afstelling 248 / 481...
  • Pagina 249: Loofketting

    Gebruik Reiniging 6.13.1.12 Loofketting Loofketting met ingetrokken loofsnoeren De loofketting is verkrijgbaar in de stangafstanden 250 en 300. De loofketting scheidt de plantrestanten. De oogstproducten passeren de mazen, daarbij worden stelen en bladeren via de mazen naar buiten afgevoerd. De loofketting bestaat uit zijriemen, middenriemen en berubberde meenemers.
  • Pagina 250 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v. zeefketting 2 Softkey toerentallen zeefkanaal Op het displayveld Toerentallen zeefkanaal (2) worden de toerentallen van zeefketting 1 (3), zeefketting 2 (4) en de procentuele afwijking van het toerental van de loofketting ten opzichte van zeefketting 2 (5) weergegeven.
  • Pagina 251 Gebruik Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerental zeefketting (15) Softkey toerental zeefketting verhogen (16)
  • Pagina 252 Gebruik Reiniging Afstelling toerental loofketting via de Sorteerstandterminal (17) Softkey Zeefketting 1 (18) Softkey volgende pagina rechts (19) Softkey volgende pagina links (20) Softkey Loofketting (21) Softkey Zeefketting 2 (22) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen (23) Softkey toerental zeefketting verhogen (24) Softkey toerental zeefketting verlagen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina...
  • Pagina 253 Gebruik Reiniging (25) Softkey toerental Loofketting verhogen (26) Softkey toerental Loofketting verlagen Druk op de knop om het toerental te verhogen. Wanneer de loofketting gelijk loopt met zeefketting 2 is het maximale toerental van de loofketting bereikt en wordt een afwijking van 0% weergegeven.
  • Pagina 254: Loofschrapers

    Gebruik Reiniging 6.13.1.13 Loofschrapers Voorste loofschrapers Achterste loofschrapers Boven de loofketting zijn 6 rijen (optioneel 7 rijden) verstelbare loofschrapers met afzonderlijke loofveren aangebracht, om de aardappelen die nog in het loof zit- ten tegen te houden. De aardappelen vallen door de loofketting heen direct op zeefketting 2 of op de daarlangs lopende egelband 1.
  • Pagina 255 Gebruik Reiniging Displayveld Loofschrapers Weergave voorste loofschrapers hoogte Weergave achterste loofschrapers hoogte Softkey Loofschrapers In het displayveld Loofschrapers (3) worden de hoogtes van de voorste loofschrapers (4) en de hoogtes van de achterste loofschrapers (5) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Loofschrapers. Met de softkey Loofschrapers komt u in het submenu Loofschrapers.
  • Pagina 256 Gebruik Reiniging Druk op de knop om de voorste loofschrapers te heffen. Bij waarde 0 bevinden de loofschrapers zich heel dicht in de buurt van de loofketting en bij waarde 20 bevinden de loofschrapers zich zeer ver weg van de loofketting. Druk op de knop om de voorste loofschrapers neer te laten.
  • Pagina 257 Gebruik Reiniging (19) Softkey voorste loofschrapers heffen (20) Softkey voorste loofschrapers neerlaten (21) Softkey achterste loofschrapers neerlaten (22) Softkey achterste loofschrapers heffen Druk op de knop om de voorste loofschrapers te heffen. Bij waarde 0 bevinden de loofschrapers zich heel dicht in de buurt van de loofketting en bij waarde 20 bevinden de loofschrapers zich zeer ver weg van de loofketting.
  • Pagina 258: Scheidingsstangen In De Loofscheiding

    Gebruik Reiniging 6.13.1.14 Scheidingsstangen in de loofscheiding Werkstand scheidingsstangen Opbergplek scheidingsstangen Wanneer de aardappelen ondanks agressief afgestelde loofschrapers niet loskomen, kunt u scheidingsstangen (1) in te bouwen op maximaal 3 posities. Hierdoor worden de aardappelen opgevangen tussen de scheidingsstangen, de loofschrapers en de loofketting, waardoor ze loskomen van het loof.
  • Pagina 259: Scheiding

    Gebruik Reiniging 6.13.2 Scheiding De scheiding bestaat uit egelband 1 met afleidingswals 1 en de afvaluitvoerband, egelband 2 met afleidingswals 2, egelband 3 met afleidingswals 3, egelband 4 met de rondomlopende vingerkam (RVK), kanteling egelband 1/2 en kanteling egelband 4. 6.13.2.1 Egelband 1 Egelband 1...
  • Pagina 260 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Weergave toerental egelband 3 Weergave toerental egelband 4 Softkey Toerentallen egelbanden In het displayveld Toerentallen egelbanden (3) worden de toerentallen van egelband 1 (4), egelband 2 (5), egelband 3 (6) en egelband 4 (7) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu Toerentalinstellingen egelbanden.
  • Pagina 261 Gebruik Reiniging Softkey toerental egelband 2 verhogen (10) Softkey toerental egelband 2 verlagen (11) Softkey toerental egelband 3 verhogen (12) Softkey toerental egelband 3 verlagen (13) Softkey toerental egelband 4 verlagen (14) Softkey toerental egelband 4 verhogen (15) Softkey toerental egelband 1 verlagen (16) Softkey toerental egelband 1 verhogen (17)
  • Pagina 262 Gebruik Reiniging Afstelling toerental egelband 1 via Sorteerstandterminal (18) Softkey egelband 2 (19) Softkey egelband 3 (20) Softkey volgende pagina rechts (21) Softkey volgende pagina links (22) Softkey egelband 4 (23) Softkey egelband 1 (24) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 263: Afleidingswals 1

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 1 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 1 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd. Wanneer de softkey Synchrone afstelling toerental- len egelbanden wit is, is de Synchrone afstelling toerentallen egelbanden gedeacti- veerd.
  • Pagina 264 Gebruik Reiniging Displayveld hoogte afleidingswalsen Weergave hoogte afleidingswals 1 Weergave hoogte afleidingswals 2 Weergave hoogte afleidingswals 3 Softkey hoogte afleidingswalsen In het displayveld Hoogte afleidingswalsen (3) worden de hoogtes van afleidingswals 1 (4), afleidingswals 2 (5) en afleidingswals 3 (6) weergegeven. Door van hieruit de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Hoogteafstellingen afleidingswalsen.
  • Pagina 265 Gebruik Reiniging Softkey Hoogte afleidingswals 2 verhogen Softkey Hoogte afleidingswals 2 verlagen (10) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verhogen (11) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verlagen (12) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verlagen (13) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verhogen Druk op de knop om de afleidingswals 1 te heffen.
  • Pagina 266: Afvaluitvoerband

    Gebruik Reiniging Afstelling hoogte afleidingswals 1 op de sorteerstand (14) Knop Afleidingswals 1 hoger (15) Knop Afleidingswals 2 hoger (16) Knop Afleidingswals 3 hoger (17) Knop Afleidingswals 3 lager (18) Knop Afleidingswals 2 lager (19) Knop Afleidingswals 1 lager Druk op de knop (14) om afleidingswals 1 te heffen. De maximale afstand tussen egelband 1 en afleidingswals 1 is 20.
  • Pagina 267: Egelband 2

    Gebruik Reiniging 6.13.2.4 Egelband 2 Afleidingswals 2 Egelband 2 Egelband 2 is verkrijgbaar in de stangafstanden 36 en 40. Egelband 2 (2) is standaard voorzien van vingervormige staafjes in de vorm van een V-profiel. Optioneel is egelband 2 met vingervormige staafjes in de vorm van een H- profiel verkrijgbaar.
  • Pagina 268 Gebruik Reiniging Afstelling toerental egelband 2 via tractorterminal Het toerental van egelband 2 kan in het menu Scheiding worden afgesteld. Daarvoor selecteert u de softkey Scheiding op de Tractorterminal. Na selectie wordt de soft- groen. Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Weergave toerental egelband 3 Weergave toerental egelband 4...
  • Pagina 269 Gebruik Reiniging Softkey toerental egelband 2 verhogen (10) Softkey toerental egelband 2 verlagen (11) Softkey toerental egelband 3 verhogen (12) Softkey toerental egelband 3 verlagen (13) Softkey toerental egelband 4 verlagen (14) Softkey toerental egelband 4 verhogen (15) Softkey toerental egelband 1 verlagen (16) Softkey toerental egelband 1 verhogen (17)
  • Pagina 270 Gebruik Reiniging Afstelling toerental egelband 2 via Sorteerstandterminal (18) Softkey egelband 2 (19) Softkey egelband 3 (20) Softkey volgende pagina rechts (21) Softkey volgende pagina links (22) Softkey egelband 4 (23) Softkey egelband 1 (24) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 271: Afleidingswals 2

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 2 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 2 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd. Wanneer de softkey Synchrone afstelling toerental- len egelbanden wit is, is de Synchrone afstelling toerentallen egelbanden gedeacti- veerd.
  • Pagina 272 Gebruik Reiniging Displayveld hoogte afleidingswalsen Weergave hoogte afleidingswals 1 Weergave hoogte afleidingswals 2 Weergave hoogte afleidingswals 3 Softkey hoogte afleidingswalsen In het displayveld Hoogte afleidingswalsen (3) worden de hoogtes van afleidingswals 1 (4), afleidingswals 2 (5) en afleidingswals 3 (6) weergegeven. Door van hieruit de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Hoogteafstellingen afleidingswalsen.
  • Pagina 273 Gebruik Reiniging Softkey Hoogte afleidingswals 2 verhogen Softkey Hoogte afleidingswals 2 verlagen (10) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verhogen (11) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verlagen (12) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verlagen (13) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verhogen Druk op de knop om de afleidingswals 2 te heffen.
  • Pagina 274 Gebruik Reiniging Afstelling hoogte afleidingswals 2 op de sorteerstand (14) Knop Afleidingswals 1 hoger (15) Knop Afleidingswals 2 hoger (16) Knop Afleidingswals 3 hoger (17) Knop Afleidingswals 3 lager (18) Knop Afleidingswals 2 lager (19) Knop Afleidingswals 1 lager Druk op de knop (15) om afleidingswals 2 te heffen. De maximale afstand tussen egelband 2 en afleidingswals 2 is 20.
  • Pagina 275 Gebruik Reiniging Ombouw afleidingswals 2 bij loofproblemen (20) Tussenstuk afleidingswals 2 (21) Positie hefspindelaandrijving met afleidingskam (22) Positie hefspindelaandrijving zonder afleidingskam (23) Afleidingskam In bepaalde oogstomstandigheden bestaat de mogelijkheid, dat in de overgang van egelband 1 naar egelband 2 in de hoek van de afleidingskam (23) loof ophoopt. Om deze ophoping van loof tegen te gaan, kan de afleidingskam (23) gedemonteerd en afleidingswals 2 worden verzet.
  • Pagina 276: Egelband 1/2 Hellingshoek

    Gebruik Reiniging 6.13.2.6 Egelband 1/2 hellingshoek Topstang egelband 1/2 hellingshoek (serie) Hydraulische cilinder egelband 1/2 hellingshoek (optie) Egelband 1/2 is standaard uitgerust met een topstang (1) voor het afstellen van de hellingshoek. Hiermee wordt de hellingshoek van egelband 1/2 handmatig afgesteld door aan de topstang te draaien.
  • Pagina 277 Gebruik Reiniging Softkey egelbanden hoogte Met de softkey Hoogte egelbanden komt u in het submenu Hoogte egelbanden. Softkey Egelband 1/2 hoger Softkey Egelband 1/2 lager Softkey Egelband 4 lager Softkey Egelband 4 hoger Druk op de knop om egelband 1/2 te heffen. De maximale hoogte van egelband 1/2 is 20.
  • Pagina 278 Gebruik Reiniging Afstelling hellingshoek egelband 1/2 via Sorteerstandterminal Softkey hellingshoek egelband 1/2 Softkey voorste loofschrapers (10) Softkey rooidiepte links (11) Softkey volgende pagina rechts (12) Softkey volgende pagina links (13) Softkey rooidiepte rechts (14) Softkey achterste loofschrapers (15) Softkey hellingshoek egelband 4 Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 279: Egelband 3

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om egelband 1/2 neer te laten. De minimale hoogte van egelband 1/2 is 0. 6.13.2.7 Egelband 3 Afleidingswals 3 Egelband 3 Tussenwand egelband 3 Egelband 3 is verkrijgbaar in de stangafstanden 36 en 40. Egelband 3 (2) is standaard voorzien van met rubber beklede vingervormige staafjes in de vorm van een V-profiel.
  • Pagina 280 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Weergave toerental egelband 3 Weergave toerental egelband 4 Softkey Toerentallen egelbanden In het displayveld Toerentallen egelbanden (4) worden de toerentallen van egelband 1 (5), egelband 2 (6), egelband 3 (7) en egelband 4 (8) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu Toerentalinstellingen egelbanden.
  • Pagina 281 Gebruik Reiniging (10) Softkey toerental egelband 2 verhogen (11) Softkey toerental egelband 2 verlagen (12) Softkey toerental egelband 3 verhogen (13) Softkey toerental egelband 3 verlagen (14) Softkey toerental egelband 4 verlagen (15) Softkey toerental egelband 4 verhogen (16) Softkey toerental egelband 1 verlagen (17) Softkey toerental egelband 1 verhogen (18)
  • Pagina 282 Gebruik Reiniging Afstelling toerental egelband 3 via Sorteerstandterminal (19) Softkey egelband 2 (20) Softkey egelband 3 (21) Softkey volgende pagina rechts (22) Softkey volgende pagina links (23) Softkey egelband 4 (24) Softkey egelband 1 (25) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 283: Afleidingswals 3

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 3 is 50 min Voor het afstellen van het toerental van egelband 3 moet de synchrone afstelling toe- rentallen egelbanden zijn gedeactiveerd. Wanneer de softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden wit is, is de Synchrone afstelling toerentallen egelbanden gedeactiveerd.
  • Pagina 284 Gebruik Reiniging Displayveld hoogte afleidingswalsen Weergave hoogte afleidingswals 1 Weergave hoogte afleidingswals 2 Weergave hoogte afleidingswals 3 Softkey hoogte afleidingswalsen In het displayveld Hoogte afleidingswalsen (3) worden de hoogtes van afleidingswals 1 (4), afleidingswals 2 (5) en afleidingswals 3 (6) weergegeven. Door van hieruit de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Hoogteafstellingen afleidingswalsen.
  • Pagina 285 Gebruik Reiniging Softkey Hoogte afleidingswals 2 verhogen Softkey Hoogte afleidingswals 2 verlagen (10) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verhogen (11) Softkey Hoogte afleidingswals 3 verlagen (12) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verlagen (13) Softkey Hoogte afleidingswals 1 verhogen Druk op de knop om de afleidingswals 3 te heffen.
  • Pagina 286 Gebruik Reiniging Afstelling hoogte afleidingswals 3 op de sorteerstand (14) Knop Afleidingswals 1 hoger (15) Knop Afleidingswals 2 hoger (16) Knop Afleidingswals 3 hoger (17) Knop Afleidingswals 3 lager (18) Knop Afleidingswals 2 lager (19) Knop Afleidingswals 1 lager Druk op de knop (16) om afleidingswals 3 te heffen. De maximale afstand tussen egelband 3 en afleidingswals 3 is 20.
  • Pagina 287: Egelband 4

    Gebruik Reiniging 6.13.2.9 Egelband 4 Rondomlopende vingerkam (RVK) Egelband 4 Egelband 4 is verkrijgbaar in de stangafstanden 36 en 40. Egelband 4 (2) is van met rubber beklede vingervormige staafjes in de vorm van een H-profiel voorzien. Daarboven is de rondomlopende vingerkam (RVK) (1) gemonteerd. De oogstproducten worden door de in toerental en hoogte verstelbare RVK naar de sorteerband getransporteerd, bijproducten naar de bijproductenband.
  • Pagina 288 Gebruik Reiniging Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Weergave toerental egelband 3 Weergave toerental egelband 4 Softkey Toerentallen egelbanden In het displayveld Toerentallen egelbanden (3) worden de toerentallen van egelband 1 (4), egelband 2 (5), egelband 3 (6) en egelband 4 (7) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu Toerentalinstellingen egelbanden.
  • Pagina 289 Gebruik Reiniging Softkey toerental egelband 2 verhogen (10) Softkey toerental egelband 2 verlagen (11) Softkey toerental egelband 3 verhogen (12) Softkey toerental egelband 3 verlagen (13) Softkey toerental egelband 4 verlagen (14) Softkey toerental egelband 4 verhogen (15) Softkey toerental egelband 1 verlagen (16) Softkey toerental egelband 1 verhogen (17)
  • Pagina 290 Gebruik Reiniging Afstelling toerental egelband 4 via Sorteerstandterminal (18) Softkey egelband 2 (19) Softkey egelband 3 (20) Softkey volgende pagina rechts (21) Softkey volgende pagina links (22) Softkey egelband 4 (23) Softkey egelband 1 (24) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 291: Rondomlopende Vingerkam (Rvk)

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 4 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 4 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd. Wanneer de softkey Synchrone afstelling toerental- len egelbanden wit is, is de Synchrone afstelling toerentallen egelbanden gedeacti- veerd.
  • Pagina 292 Gebruik Reiniging Displayveld Toerentallen/hoogtes rondomlopende vingerkam (RVK) Weergave hoogte RVK 1 Weergave toerental RVK 1 Weergave toerental RVK 2 Softkey afstelling RVK Weergave hoogte RVK 2 Met de softkey Afstelling RVK komt u in het submenu Rondomlopende vingerkam (RVK). (10) Softkey toerental RVK 1 verhogen (11) Softkey toerental RVK 1 verlagen...
  • Pagina 293 Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verhogen. Het maximale toerental van RVK 1 is 100%. Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verlagen. Het minimale toerental van RVK 1 is 1%, 0% is stilstand van RVK 1. Druk op de knop om de hoogte van RVK 1 te verhogen.
  • Pagina 294 Gebruik Reiniging Afstelling toerental rondomlopende vingerkam (RVK) via de sorteerstandtermi- (18) Softkey schudder (19) Softkey RVK 1 (20) Softkey werklampen (21) Softkey volgende pagina rechts (22) Softkey volgende pagina links (23) Softkey RVK 2 (24) Softkey bijproductenband Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 295 Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verlagen. Het minimale toerental van RVK 1 is 1%, 0% is stilstand van RVK 1. Druk op de knop om het toerental van RVK 2 te verhogen. Het maximale toerental van RVK 2 is 100%.
  • Pagina 296 Gebruik Reiniging (37) Gecombineerde vingerkam en borstelkam Optioneel kan de rondomlopende vingerkam zijn uitgevoerd als 6-rijige, per 3 rijen afzonderlijk aangedreven rondomlopende borstelkam of als combinatie (37) van rond- omlopende vingerkam en rondomlopende borstelkam. 296 / 481...
  • Pagina 297: Egelband 4 Hellingshoek

    Gebruik Reiniging 6.13.2.11 Egelband 4 hellingshoek Topstang egelband 4 hellingshoek (serie) Hydraulische cilinder egelband 4 hellingshoek (optie) Egelband 4 is standaard uitgerust met een topstang (1) voor het afstellen van de hel- lingshoek. Hiermee wordt de hellingshoek van egelband 4 handmatig afgesteld door aan de topstang te draaien.
  • Pagina 298 Gebruik Reiniging Softkey egelbanden hoogte Met de softkey Hoogte egelbanden komt u in het submenu Hoogte egelbanden. Softkey Egelband 1/2 hoger Softkey Egelband 1/2 lager Softkey Egelband 4 lager Softkey Egelband 4 hoger Druk op de knop om egelband 4 te heffen. De maximale hoogte van egelband 4 is Druk op de knop om egelband 4 neer te laten.
  • Pagina 299 Gebruik Reiniging Afstelling hellingshoek egelband 4 via Sorteerstandterminal Softkey hellingshoek egelband 1/2 Softkey voorste loofschrapers (10) Softkey rooidiepte links (11) Softkey volgende pagina rechts (12) Softkey volgende pagina links (13) Softkey rooidiepte rechts (14) Softkey achterste loofschrapers (15) Softkey hellingshoek egelband 4 Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 300: Synchrone Afstelling Egelbanden

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om egelband 4 neer te laten. De minimale hoogte van egelband 4 is 0. 6.13.2.12 Synchrone afstelling egelbanden Synchrone afstelling egelbanden via Tractorterminal Het toerental wordt in de synchroonmodus in het menu Scheiding afgesteld. Daarvoor selecteert u de softkey Scheiding op de Tractorterminal.
  • Pagina 301 Gebruik Reiniging Softkey toerental egelbanden verhogen Softkey toerental egelbanden verlagen Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden De toerentallen van egelband 1, egelband 2, egelband 3 en egelband 4 kunnen en Synchroonmodus gezamenlijk worden afgesteld. Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verhogen. Het maximale toeren- tal van de egelbanden is 250 min .
  • Pagina 302 Gebruik Reiniging Synchrone afstelling egelbanden via Sorteerstandterminal (10) Softkey toerental egelband 2 (11) Softkey toerental egelband 3 (12) Softkey volgende pagina rechts (13) Softkey volgende pagina links (14) Softkey toerental egelband 4 (15) Softkey toerental egelband 1 (16) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links...
  • Pagina 303 Gebruik Reiniging Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verlagen. Het minimale toeren- tal van de egelbanden is 50 min . Wanneer een egelband dit toerental heeft bereikt en nog verder wordt verlaagd, dan komt het toerental in de buurt van de andere egelban- den.
  • Pagina 304: Sorteren

    Gebruik Reiniging 6.13.3 Sorteren Sorteerband Uitwerpschacht rechts Bijproductenband Uitwerpschacht links Het sorteersysteem bestaat uit de sorteerband (1) en de bijproductenband (3). De oogstproducten kunnen hier worden gecontroleerd en verkeerd doorgestuurde oogst- producten kunnen uit worden gesorteerd. Aan beide zijden van de sorteerband bevindt zich een grote uitwerpschacht, de uit- werpschacht links (4) en de uitwerpschacht rechts (2), om uitgesorteerd bijproducten snel af te voeren.
  • Pagina 305: Sorteerband

    Gebruik Reiniging 6.13.3.1 Sorteerband Sorteerband Uitwerpschacht rechts Bijproductenband Uitwerpschacht links De sorteerband (1) wordt hydraulisch aangedreven en vormt een eenheid met de bun- kervulband. Het toerental van de sorteerband kan vanuit de Tractorterminal of direct vanuit de sor- teerstand worden aangepast. Gelijktijdig afstellen is niet mogelijk. Het afstellen vanuit de sorteerstand kan vanuit de Tractorterminal worden geblokkeerd of vrijgegeven.
  • Pagina 306 Gebruik Reiniging Softkey Omklapmenu Softkey Opname Softkey Zeefkanaal Softkey Scheiding Softkey Sorteertafel (10) Softkey Hoofdmenu (11) Softkey Machine handmatig aan/uit (12) Softkey Sorteerstandterminal (13) Softkey Snelafstelling sorteerstand Alle snelafstellingen op de sorteerband zijn geblokkeerd. De snelafstelling van de hoogtes van afleidingswals 1, afleidingswals 2, afleidingswals 3, rondomlopende vingerkam 1 en rondomlopende vingerkam 2 zijn vrij- gegeven op de sorteerstand.
  • Pagina 307 Gebruik Reiniging Afstelling sorteerband via Tractorterminal Softkey Sorteertafel zonder optioneel Softkey Sorteertafel met optioneel drijfwiel drijfwiel Met de softkey Sorteertafel komt u in het submenu Sorteertafel. Afhankelijk van de uitrusting van de machine, zonder of met het optionele drijfwiel, bevindt de softkey Sorteertafel zich in het menu Akkermodus of in het menu Scheiding.
  • Pagina 308 Gebruik Reiniging Afstelling sorteerband via sorteerstand machine (18) Sorteerband stilstand (19) Sorteerband maximaal toerental Na vrijgave van de afstelling sorteerband op de sorteerstand moet altijd bij de eerste keer afstellen het daarvoor ingestelde toerental op de tractorterminal worden opge- zocht. Daarna kan het toerental van de sorteerband fijn, maar ook zeer snel worden afgesteld.
  • Pagina 309: Bijproductenband

    Gebruik Reiniging 6.13.3.2 Bijproductenband Sorteerband Uitwerpschacht rechts Bijproductenband Uitwerpschacht links Hendel omslagklep De bijproductenband (3) wordt hydraulisch aangedreven en loopt hydraulisch in serie met de sorteerband (1). De bijproductenband neemt de afgescheiden bijproducten over van egelband 4. Hier kunnen verkeerd doorgestuurde oogstproducten alsnog worden uitgesorteerd.
  • Pagina 310 Gebruik Reiniging Afstelling bijproductenband via de Tractorterminal Softkey Omklapmenu Softkey Opname Softkey Zeefkanaal Softkey Scheiding (10) Softkey Sorteertafel (11) Softkey Hoofdmenu (12) Softkey Machine handmatig aan/uit (13) Softkey Sorteerstandterminal (14) Softkey Snelafstelling sorteerstand Softkey Sorteertafel zonder optioneel Softkey Sorteertafel met optioneel drijfwiel drijfwiel Met de softkey Sorteertafel...
  • Pagina 311 Gebruik Reiniging (15) Softkey toerental sorteertafel verhogen (16) Softkey toerental sorteertafel verlagen (17) Softkey toerental bijproductenband verlagen (18) Softkey toerental bijproductenband verhogen Druk op de knop om het toerental te verhogen. Het maximale toerental van de bij- productenband is 100%. Druk op de knop om het toerental te verlagen.
  • Pagina 312 Gebruik Reiniging Afstelling bijproductenband via de Sorteerstandterminal (19) Softkey schudder (20) Softkey RVK 1 (21) Softkey werklampen (22) Softkey volgende pagina rechts (23) Softkey volgende pagina links (24) Softkey RVK 2 (25) Softkey bijproductenband Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 313: Bijproductenuitvoerband

    Gebruik Reiniging Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van de bij- productenband is 20%. 6.13.3.3 Bijproductenuitvoerband Bijproductenuitvoerband De bijproductenuitvoerband wordt hydraulisch aangedreven en loopt hydraulisch in serie met de bijproductenband. Wanneer het toerental van de bijproductenband wordt afgesteld, wordt daardoor ook het toerental van de bijproductenuitvoerband afgesteld.
  • Pagina 314: Aardappelkneuzer (Optie)

    Bunker handmatig worden gesloten. 6.13.3.5 Aardappelkneuzer (optie) Op de afbeelding is de aardappelkneuzer in een Keiler 2 te zien Aardappelkneuzer De optionele aardappelkneuzer bevindt zich aan de linkerkant van de machine voor de as. Kleine aardappelen worden grotendeels via het spoort voor bijproducten uitgesor- teerd.
  • Pagina 315 Gebruik Reiniging Op de afbeelding is de aardappelkneuzer in een Keiler 2 zonder beschermingsinrichting te zien Reinigingsklep/onderhoudsklep Cilinder voor hydraulisch openspreiden Mechanische beveiliging tegen stenen en vreemde voorwerpen Regelaar voor het afstellen van de toerentallen De aardappelkneuzer draait altijd, wanneer zeefketting 1 is ingeschakeld. De beide banden van de aardappelkneuzer lopen met verschillende toerentallen in tegenge- stelde richting.
  • Pagina 316: Bunker

    Gebruik Bunker 6.14 Bunker De bunker is er uitsluitend voor bedoeld voor de tijdelijke opslag van gerooide aard- appelen, totdat ze worden gelost in een stilstaand transportvoertuig. De aardappe- len kunnen ook worden gelost op een hoop aan de rand van de akker. De bunker is in geen geval bedoeld als laadruimte voor het transport van goederen of voorwerpen.
  • Pagina 317: Bunkerklepcomponent En Bunkerklep

    Gebruik Bunker 6.14.1 Bunkerklepcomponent en bunkerklep Bunker in transportstand Bunker in werkstand De stand van de bunker bepaalt in principe of de machine in de transportstand (1) of in de werkstand (2) staat. De bunker kan pas worden ingeklapt, wanneer de bunker en de bunkervulband volledig zijn neergelaten (onderste stand), de bunkerklep open en de telescoopas ingeschoven is.
  • Pagina 318 Gebruik Bunker Omklapmenu Straatstand Omklapmenu Doorrooistand Omklapmenu Rooistand/afbunkerstand Druk op de knop om het bunkerklepcomponent in de werkstand te zetten. Wanneer op de Tractorterminal de weergave op 100% staat en het beeldscherm is omgescha- keld, staat het bunkerklepcomponent in de werkstand. Voordat het bunkerklepcomponent in de transportstand kan worden gezet, moeten de bunker en de bunkervulband in de onderste stand staan (volledig neergelaten), de bunkerklep volledig open en de telescoopas ingeschoven zijn.
  • Pagina 319: Bunker Heffen/Neerlaten

    Gebruik Bunker 6.14.2 Bunker heffen/neerlaten De bunker kan vanaf de bestuurdersstoel met de onderste mini-joystick op het bedie- ningselement Bunker worden geheven en neergelaten. Alleen in de werkstand kan de bunker worden geheven en neergelaten. De stand van de bunker wordt bewaakt door een sensor.
  • Pagina 320: Bunkerrolbodem

    Gebruik Bunker 6.14.3 Bunkerrolbodem Het toerental van de bunkerrolbodem kan traploos worden afgesteld vanaf de bestuur- dersstoel. De bunkerrolbodem is bedoeld voor het legen van de bunker, maar wordt ook aangestuurd voor optimale vulling van de bunker. De bunkerrolbodem is stan- daard een doekbodem.
  • Pagina 321: Bunkervulband

    Gebruik Bunker 6.14.4 Bunkervulband Ultrasoonsensor vulautomaat Bunkervulband D bunkervulband (2) kan vanaf de bestuurdersstoel worden geheven en neergelaten. De positie van de bunkervulband wordt bewaakt door een sensor. Wanneer de vulau- tomaat (1) geactiveerd is, gaat de bunkervulband automatisch omhoog op basis van het vulniveau van de bunker.
  • Pagina 322: Bunkervulling Bunkermachine

    Gebruik Bunker 6.14.5 Bunkervulling bunkermachine Ultrasoonsensor vulautomaat De bunker kan handmatig of automatisch worden gevuld. Handmatige bunkervulling Bij handmatige bunkervulling moet u zelf de valhoogte van de oogstproducten van de bunkervulband in de bunker in de gaten houden. Ook moet u erop letten dat de bunkervulband niet wordt bedekt met oogstproducten.
  • Pagina 323 Gebruik Bunker Eindstandschakelaar bunkerdoek achter Eindstandschakelaar bunkerdoek voor Bunkervulautomaat In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de vulautomaat (4) weer- gegeven. Door het aantikken van de tractorterminal kan de automatische bunkervul- ling worden voorgeselecteerd, geactiveerd en gedeactiveerd. De bunkervulautomaat is gedeactiveerd. De bunkervulautomaat is voorgeselecteerd.
  • Pagina 324 Gebruik Bunker De bunkervulautomaat is geactiveerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement Rooien wordt geheven, blijft de vulautomaat geacti- veerd. De vulautomaat kan op de Tractorterminal onder Automaten weer op gedeacti- veerd worden ingesteld. Door het activeren van de eindstandschakelaars op het bun- kerdoek schakelt de bunkervulautomaat uit.
  • Pagina 325: Bunkerleging Bunkermachine

    Gebruik Bunkerleging bunkermachine 6.15 Bunkerleging bunkermachine Procedure voor het legen van de bunker – Hef de opname, schakel de aftakas van de tractor uit en zet de dissel "rechtuit". – Rij naar de losplaats en hef de bunker pas wanneer u dicht bij de aanhanger bent. Hef de bunker niet hoger dan nodig is.
  • Pagina 326: Bunkerscharniercomponent (Optie)

    Gebruik Bunkerleging bunkermachine 6.15.1 Bunkerscharniercomponent (optie) Bunkerscharniercomponent werkstand Bunkerscharniercomponent legingsstand Het optionele bunkerscharniercomponent kan vanaf de bestuurdersstoel van de tractor worden afgesteld. De stand van het bunkerscharniercomponent wordt niet bewaakt. Het bunkerscherniercomponent is bedoeld voor het overladen van oogstpro- ducten in de aanhanger zonder de oogstproducten te beschadigen. De valhoogte in de aanhanger wordt geminimaliseerd.
  • Pagina 327: Kistvuller (Optie)

    Gebruik Bunkerleging bunkermachine 6.15.2 Kistvuller (optie) Kistvuller voorgedraaid Kistvuller weggedraaid De optionele kistvuller kan vanaf de bestuurdersstoel worden voorgedraaid (1) en weggedraaid (2). De stand van kistvuller wordt niet bewaakt. De kistvuller is bedoeld voor het vullen van kisten, maar kan ook worden ingezet als valrem. Aan de binnen- kant van de kistvuller zijn negen rubberen doeken aangebracht die als valrem dienen.
  • Pagina 328: Bunkerdoek Terugzetten

    Gebruik Bunkerleging bunkermachine 6.15.3 Bunkerdoek terugzetten Haak bunkerdoek terugzetten De haak (1) voor het terugzetten van het bunkerdoek wordt vanuit de bestuurdersstoel bediend. Met de knop Bunkerdoek terugzetten op het bedieningselement Bunker wordt de haak aan de loskant van de bunker geactiveerd. Daardoor kan het bunkerdoek na het legen en bij volledig geheven bunker probleemloos naar de werkstand terugglijden.
  • Pagina 329: Overlaadbunker (Optie)

    Gebruik Overlaadbunker (optie) 6.16 Overlaadbunker (optie) De overlaadbunker is uitsluitend voor bedoeld voor de tijdelijke opslag van gerooide aardappelen, totdat ze worden gelost in een stilstaand transportvoertuig. De aardap- pelen kunnen ook op een hoop worden gelost aan de rand van de akker. De bunker is in geen geval bedoeld als laadruimte voor het transport van goederen of voorwerpen.
  • Pagina 330: Losband En Bunkerachterwand

    Gebruik Overlaadbunker (optie) 6.16.1 Losband en bunkerachterwand Losband transportstand Bunkerachterwand gesloten De stand van de overlaadbunker bepaalt in principe of de machine in de transport- stand of in de werkstand staat. In de transportstand is de losband volledig ingeklapt (1) en de bunkerachterwand gesloten (2). Losband opgeklapt Losband rooistand Bij het opklappen van de losband moet erop worden gelet dat er voldoende ruimte is...
  • Pagina 331 Gebruik Overlaadbunker (optie) Bunkerachterwand opgeklapt De bunkerachterwand (5) klapt automatisch omhoog wanneer de losband wordt opge- klapt. Afsluitkraan bunkerachterwand open Afsluitkraan bunkerachterwand gesloten Wanneer de bunkerachterwand gesloten moet blijven, bijv. om langs de rand van het veld te rooien langs een rij bomen, kan de bunkerachterwand met de afsluitkraan (7) worden vergrendeld.
  • Pagina 332 Gebruik Overlaadbunker (optie) ingeschoven. De bunkerachterwand moet worden ingeklapt om een maximale breedte van 3,30 meter te garanderen. OPGELET Gevaar voor schade aan de machine. De losband mag alleen worden ingeklapt, wanneer de bunkervulband en de sor- teerband volledig zijn neergelaten. Wanneer dit niet in acht wordt genomen, kun- nen machinecomponenten met elkaar in botsing komen waardoor de machine zware beschadigingen kan oplopen.
  • Pagina 333: Rolbodem Bunkerbak En Losband

    Gebruik Overlaadbunker (optie) Druk op de knop om de sorteerband te heffen. De sorteerband kan pas worden geheven, wanneer de losband in de werkstand staat. De vulautomaat werkt alleen wanneer sorteerband volledig is geheven. Druk op de knop om de sorteerband en de bunkervulband neer te laten. Voordat de losband van de machine in de transportstand kan worden ingeklapt, moeten de sor- teerband en de bunkervulband volledig zijn neergelaten.
  • Pagina 334: Bunkervulband En Sorteerband

    Gebruik Overlaadbunker (optie) Met het draaiwieltje Toerental losbandaandrijving op het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" links wordt het toerental van de losband en op basis daarvan die van de rolbodem van de bunkerbak traploos ingesteld. Wanneer het draaiwieltje volledig naar links is gedraaid staat de losband stil en wanneer het draaiwieltje volledig naar rechts is gedraaid loopt de losband met maximaal toerental.
  • Pagina 335: Bunkervulling Overlaadbunkermachine

    Gebruik Overlaadbunker (optie) 6.16.4 Bunkervulling overlaadbunkermachine Ultrasoonsensor bunkervulband Ultrasoonsensor bunkerbak Ultrasoonsensor losband De bunker kan handmatig of automatisch worden gevuld. Handmatige bunkervulling Bij handmatige bunkervulling moet u zelf op de valhoogte van de oogstproducten van de bunkervulband in de bunker in de gaten houden. Ook moet u erop letten dat de bunkervulband niet wordt bedekt met oogstproducten.
  • Pagina 336 Gebruik Overlaadbunker (optie) matisch een bunkertoevoer en een losbandtoevoer, wanneer de bunkervulband de hoogste stand heeft bereikt en de ultrasoonsensor oogstproducten detecteert. Wan- neer de ultrasoonsensor de losband (3) activeert, krijgt de bestuurder op de tractorter- minal het signaal "Bunker vol!" en wordt gemeld dat het maximale vulniveau van de bunker is bereikt.
  • Pagina 337 Gebruik Overlaadbunker (optie) Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Damdrukregeling Niveauregeling Weergave containers Bunker TIM ISOBUS Uitlooptijd sorteerband [s] Overige Afstand ultrasoon Bunkervulniveau [%] Blokkeringstijd rolbodem [s] Rolbodemsnel. 1 AUX [%] Zwaailicht Dissel In het hoofdmenu onder het menu Basisinstellingen in het submenu Bunker kun- nen de gevoeligheid van de vulautomaat, het maximale bunkervulniveau en de blok- keertijd van de bunkertoevoer worden ingesteld.
  • Pagina 338: Bunkerleging Overlaadbunker

    Gebruik Bunkerleging overlaadbunker 6.17 Bunkerleging overlaadbunker Procedure bij het legen van de overlaadbunker – Om de overlaadbunker te legen, transporteert de rolbodem de aardappelen via een geleidewals naar de losband. – Vanaf de losband worden de aardappelen uit de overlaadbunker op een ernaast rij- dend voertuig of op een hoop gestort.
  • Pagina 339 Gebruik Bunkerleging overlaadbunker Met de AUX-N-functie Losbandknik 1 heffen op het "Bedieningselement zelf toe- wijsbaar" links wordt de losbandknik 1 geheven. Met de AUX-N-functie Losbandknik 2 heffen/neerlaten analoog op het "Bedienings- element zelf toewijsbaar" links wordt losbandknik 2 geheven en neergelaten. Bandbesturing Bunker Detectie dammidden...
  • Pagina 340: Kistvuller Overlaadbunker (Optie)

    Gebruik Bunkerleging overlaadbunker 6.17.1 Kistvuller overlaadbunker (optie) Ketting kistvuller losgekoppeld Ketting kistvuller gekoppeld Gat voor werkstand vóór Gat met borgpen voor transportstand vóór De optionele kistvuller moet met de hand in de transportstand of de werkstand worden gezet. Voor de transportstand moeten beide kettingen voor en achter op de kistvuller (1) worden losgemaakt en de borgpennen moeten in het gat voor de transportstand voor (4) en achter worden gestoken.
  • Pagina 341: Pompverdeleraandrijving

    Gebruik Pompverdeleraandrijving 6.18 Pompverdeleraandrijving Pompverdeleraandrijving De pompverdeleraandrijving (1) is direct met met flenzen op de scharnieras, die op de aftakasaandrijving van de tractor is aangesloten, bevestigd en draagt het motorver- mogen van de tractor over op de hydraulische pomp van de eigen hydraulica van de machine.
  • Pagina 342 Gebruik Pompverdeleraandrijving Toerental aftakas te laag Ideaal toerental aftakas Toerental aftakas te hoog Weergave bewaking toerental aftakas: Het ingangstoerental van de aftakas van de tractor wordt bij de pompverdeleraandrij- ving bewaakt. Hoe hoger het aftakastoerental van de tractor is, hoe hoger is ook het toerental van de pompverdeleraandrijving, waardoor de pompen meer hydrauliekolie ter beschikking kunnen stellen.
  • Pagina 343: Hydraulieksysteem

    Gebruik Hydraulieksysteem 6.19 Hydraulieksysteem WAARSCHUWING Het hydraulieksysteem staat onder hoge druk. Uit lekkages kan onder hoge druk hete hydrauliekolie lopen en zware verwondingen veroorzaken! De voorspandruk in de drukaccumulatoren is inherent aan de construc- tie en houdt aan, zelfs als de rest van het hydraulieksysteem al drukloos is. Zodra vuil - zelfs in zeer kleine hoeveelheden - in het hydraulieksysteem raken, kan dit leiden tot ernstige schade aan de gehele hydraulica.
  • Pagina 344 Temperatuur hydraulieksysteem Controleer de leidingen van het hydraulieksysteem regelmatig! Vervang beschadigde of verouderde slangen onmiddellijk. Gebruik alleen originele slangen van ROPA of slangen die volledig voldoen aan de technische specificaties van de originele slangen! Neem de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de levens- duur van de hydraulische leidingen in acht.
  • Pagina 345 Gebruik Hydraulieksysteem Hydraulische pompen: Functie Zeefketting 1, optie: aardappelkneuzer Egelband 1, afleidingswals 1, afvaluitvoerband Zeefketting 2, loofketting Egelband 2, afleidingswals 2, egelband 3, afleidingswals 3, egelband 4 Schudder, rondomlopende vingerkam (RVK), ventilatoraandrijving Hydraulische schijfkouter, zwadopname met rooi-as en dekband Optie: rijpomp drijfwiel 345 / 481...
  • Pagina 346: Persluchtsysteem

    Gebruik Persluchtsysteem 6.20 Persluchtsysteem Het persluchtsysteem van de machine is alleen bedoeld voor het remsysteem met perslucht op twee leidingen en wordt door het remsysteem met perslucht twee leidingen onder druk gezet. 6.20.1 Persluchttank Persluchttank met aftapklep De persluchttank (1) bevindt zich achter de asophanging onder het hoofdframe. Deze voorziet de bedrijfsrem van perslucht, bijv.
  • Pagina 347: Centraal Smeersysteem (Optie)

    Gebruik Centraal smeersysteem (optie) 6.21 Centraal smeersysteem (optie) De machine is optioneel uitgerust met een centraal smeersysteem en beschikt in dat geval over een smeercircuit. Smeercircuit 1 Alle aangesloten smeerpunten worden automatisch van smeervet voorzien. De smeerpomp pompt het vet naar de hoofdverdelers, de hoofdverdelers verspreiden het vet naar de onderverdelers en van daaruit worden de afzonderlijke smeerpunten van vet voorzien.
  • Pagina 348 Gebruik Centraal smeersysteem (optie) Vul het reservoir van de vetpomp met een inhoud 1,9 kg nooit volledig. Vul het reser- voir van de vetpomp tot maximaal 90%. OPMERKING Zorg er altijd voor dat er voldoende vet in het reservoir zit. Het vet mag nooit zover worden opgebruikt, dat lucht in de leidingen kan raken! 348 / 481...
  • Pagina 349: Tussentijdse Smering

    Gebruik Centraal smeersysteem (optie) 6.21.1 Tussentijdse smering Het smeersysteem kan op elk moment handmatig worden geactiveerd. Hier- voor verandert u in de Tractorterminal in het menu "Speciale functies" in de regel "Centrale smering" de optie van "AUTO" naar "AAN". Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Bedrijfsgegevens...
  • Pagina 350: Videosysteem (Optie)

    Gebruik Videosysteem (optie) 6.22 Videosysteem (optie) WAARSCHUWING Het videosysteem dient alleen als hulpmiddel en toont hindernissen mogelijk ver- vormd, onduidelijk of helemaal niet. Het kan uw aandacht niet vervangen. Het video- systeem kan niet alle objecten weergeven die zich boven of erg dicht bij de achter- uitrijcamera bevinden.
  • Pagina 351 Gebruik Videosysteem (optie) Optioneel kan de machine worden uitgerust met maximaal twee videomonitors en maximaal acht videocamera's. Daarbij kunnen op één videomonitor tot vier videoca- mera's worden weergegeven. Er zijn zeven cameraposities vastgelegd, één came- rapositie kan vrij worden gekozen. Eén camera bevindt zich bovenop de achterkant van de machine en werkt als achteruitrijcamera.
  • Pagina 352 Gebruik Videosysteem (optie) Videocamera afvaluitvoerband Videocamera bunkeruitvoer Videocamera zeefketting 2 352 / 481...
  • Pagina 353 Gebruik Videosysteem (optie) Videomonitor Monitor aan/uit Openen en omschakelen van het menu doet u in deze volgorde: Helderheid Helderheid - 0(MIN) ... 60 (MAX) Contrast Contrast - 0(MIN) ... 60 (MAX) Kleur Kleurverzadiging - 0(MIN) ... 60 (MAX) Standaard Terugzetten naar fabrieksinstellingen Taal Taal - Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Itali- aans, Pools...
  • Pagina 354: Ropa-Videoswitch (Optie)

    Gebruik Videosysteem (optie) 6.22.1 ROPA-videoswitch (optie) Met de Ropa-videoswitch kunnen de achteruitrijcamera, de camera egel 1/2, de camera knikbunker, de camera zeefketting 2 en de camera sorteerband automatisch worden geactiveerd. Er kunnen maximaal 4 camera's zijn aangesloten. Softkey ROPA-videoswitch Met de softkey ROPA-videoswitch wordt de optionele ROPA-videoswitch ingescha- keld en uitgeschakeld.
  • Pagina 355 De camera sorteerband wordt weergegeven, wanneer op de sorteerstand op de claxon wordt gedrukt. Wanneer de claxon niet meer wordt ingedrukt, dan schakelt de ROPA-videoswitch na een vertragingstijd van 10 seconden terug naar het daar- voor weergegeven camerabeeld. De camera sorteerband heeft de op één na laag- ste prioriteit.
  • Pagina 356 Gebruik Videosysteem (optie) In het hoofdmenu onder het menupunt "Video" kennen de cameraposities, bijv. na modificaties, voor de ROPA-videoswitch worden ingesteld. Programmatoetsen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Video Service Achteruitrijcamera Egel 1/2 Knikbunker Zeefketting 2 Sorteerband Daarvoor wordt de betreffende camera geselecteerd en aan de positie toegewezen.
  • Pagina 357: Elektrisch Systeem

    De elektrische zekeringen bevinden zich in de schakelkast van de centrale elektronica (1) links op de sorteerstand. Op stickers aan de binnenkant van de metalen behuizing staan de zekeringswaarden vermeld. Bij problemen met het elektrische systeem of de elektronica neemt u contact op met de servicedienst van ROPA. 357 / 481...
  • Pagina 358: Stilzetten

    Gebruik Stilzetten 6.24 Stilzetten De machine moet zo worden geparkeerd, dat niemand gehinderd wordt of in gevaar wordt gebracht. Let ook op de veilige afstand tot bovengrondse elektriciteitsleidingen. – De opname volledig heffen en vastzetten. Bunkermachine: – De bunker legen en volledig laten zakken, de bunkervulband volledig laten zak- ken.
  • Pagina 359 Gebruik Stilzetten bouwd en de tractor kan niet meer worden aangekoppeld. Door de retourslang en de voorloopslang op elkaar aan te sluiten wordt geen druk meer opgebouwd. 359 / 481...
  • Pagina 360 Verzorging en onderhoud 360 / 481...
  • Pagina 361: Verzorging En Onderhoud

    Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud 361 / 481...
  • Pagina 362 Verzorging en onderhoud 362 / 481...
  • Pagina 363 Verzorging en onderhoud WAARSCHUWING Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor ernstig of zeer ernstig letsel en gevaar voor schade aan de machine. – Klim nooit over de relingen van de sorteerstand. – Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden moet u ervoor zorgen dat niemand de machine onbedoeld kan starten (contactsleutel uit de tractor trekken, bestuurders- cabine van de tractor afsluiten, contactsleutel altijd meenemen en indien mogelijk de ISOBUS-aansluitingen van de tractor losmaken).
  • Pagina 364: Pompverdeleraandrijving (Pva)

    Verzorging en onderhoud Pompverdeleraandrijving (PVA) Pompverdeleraandrijving (PVA) De pompverdeleraandrijving is links van het hoofdframe, in het voorste deel van de behuizing onder de bunker gemonteerd. Het draagt het vermogen van de aftakas van de tractor via een scharnieras over op de afzonderlijke hydraulische pompen. Vulschroef voor olie Kijkglas Aftapschroef voor olie...
  • Pagina 365: Hydraulieksysteem

    Vervang beschadigde of verouderde slangen onmiddellijk. Gebruik ter vervanging alleen slangen die voldoen aan de technische specificaties van de originele slangen! Om kosten te besparen, raden wij u aan om reserveslangen direct bij ROPA te bestel- len, omdat de originele hydraulische slangen van ROPA meestal aanzienlijk goedko- per worden aangeboden dan concurrerende producten.
  • Pagina 366 Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem Koeler voor hydrauliekolie Ventilator Het eigen hydraulieksysteem van de machine wordt met een hydrauliekoliekoeler (2) gekoeld en de tractorhydrauliek van de machine wordt met de tractor gekoeld. De hydrauliekoliekoeler (2) en de ventilator (3) moeten regelmatig op vervuiling wor- den gecontroleerd en zo nodig schoongemaakt.
  • Pagina 367: Hydrauliekolietank Eigen Hydraulieksysteem

    – Wanneer u de vuldop voor de hydrauliekolie opent, is het mogelijk dat u een "sis- send geluid" hoort. Dit geluid is normaal. De vuldop (ROPA-artikelnr. 270070000) (2) dient ook als beluchtings- en ontluch- tingsfilter. Deze zorgt voor de noodzakelijke luchtbalans bij een schommelend olie- peil (bijv.
  • Pagina 368: Hydrauliekolie Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem OPMERKING Stel bij het gebruik van een vacuümpomp niet meer dan 0,2 bar onderdruk in. 7.2.1.1 Hydrauliekolie vervangen De hydrauliekolie moet één keer per jaar – het beste direct voor het begin van het sei- zoen – worden vervangen. Gebruik hiervoor een vat dat groot genoeg is. Voor het ver- vangen van de hydrauliekolie draait u de aftapschroef los.
  • Pagina 369 – Leg de afdichting en het metalen deksel erop. – Smeer de schroeven vóór het bevestigen van het metalen deksel in met kit (ROPA-artikelnr. 017002600) en draai de schroeven vast. – Vernieuw vóór het vullen met verse hydrauliekolie alle filters in het hydraulieksys- teem.
  • Pagina 370: Retourfilterelement Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem 7.2.1.2 Retourfilterelement vervangen Op de hydrauliekolietank bevindt zich een retourfilter (1). (Filterelement ROPA artikelnr. 270071500). Een eerste vervanging van het filterelement is vereist na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna een keer per jaar. Retourfilter OPMERKING Zoals bij alle werkzaamheden aan het hydraulieksysteem, moet u ook bij het vervan- gen van het filterelement altijd zorgen voor een zo schoon mogelijke omgeving.
  • Pagina 371 – Gebruik bij het plaatsen van een nieuw filterelement de meegeleverde O-ring. – Plaats het nieuwe filterelement (6) in de filterbehuizing (5). Let op: gebruik alleen originele ROPA-filterelementen (ROPA-artikelnr. 270071500). – Plaats de filterbehuizing (5) met het filterelement (6) in de kop (1), let daarbij goed op de pakkingsring (4).
  • Pagina 372: Drukfilterelement Tractorhydrauliek Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem 7.2.2 Drukfilterelement tractorhydrauliek vervangen Drukfilter tractorhydrauliek Drukfilter tractorhydrauliek Het drukfilter van de tractorhydrauliek bevindt zich aan de linkerkant van de machine onder de bunker, tussen de oliekoeler en het hoofdframe. Het filterelement moet voor het eerst worden vervangen na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna één keer per jaar. Naast een oliebestendige en voldoende grote opvangbak, hebt u voor het onderhoud een ring- of steeksleutel SW 32nodig.
  • Pagina 373: Zuigfilterelement Drijfwiel Vervangen

    Elementen inbouwen – Indien nodig afdichtvlakken op de filterpot/-kop, O-ring op de pot en het element met verse hydrauliekolie invetten. – Nieuw element (ROPA-artikelnr. 270043000) inbouwen. – Filterelement voorzichtig op de centrale draaipin monteren. – Filterpot tot de aanslag inschroeven.
  • Pagina 374 Elementen inbouwen – Indien nodig afdichtvlakken op de filterpot/-kop, O-ring op de pot en het element met verse hydrauliekolie invetten. – Nieuw element (ROPA-artikelnr. 270081800) inbouwen. – Filterelement voorzichtig op de centrale draaipin monteren. – Filterpot tot de aanslag inschroeven.
  • Pagina 375 Verzorging en onderhoud De wielmoeren moeten regelmatig worden gecontroleerd en met een geschikte momentsleutel met een aanhaalmoment van 510 Nm, worden aangedraaid. De eerste keer vastdraaien moet gebeuren na 10 bedrijfsuren, de tweede keer na 50 bedrijfsuren en daarna iedere 50 bedrijfsuren. De bandendrukwaarden van de as moeten iedere 50 bedrijfsuren worden gecontro- leerd.
  • Pagina 376: Pneumatieksysteem

    Verzorging en onderhoud Pneumatieksysteem Pneumatieksysteem Bij het pneumatieksysteem zijn alleen onderhoudswerkzaamheden voor de perslucht- tanks noodzakelijk. De persluchttank bevindt zich onder het hoofdframe achter de as. Het condenswater moet na iedere 50 gebruiksuren uit de persluchttanks worden afge- tapt. Als de machine langere tijd (meer dan een week) niet wordt gebruikt, moet ook het condenswater uit de persluchttanks worden afgetapt.
  • Pagina 377: Opname

    – Herhaal dit wanneer nodig voor het andere damwiel totdat beide damwielen correct zijn afgesteld. Bij de verschillende soorten damwielen horen ook verschillende schrapers. Schraper voor damwiel vlak: ROPA-artikelnr. 520016904 Schraper voor damwiel diep: ROPA-artikelnr. 510100201 Schraper voor halve damwiel: ROPA-artikelnr. 520137101...
  • Pagina 378: Sensor Detectie Dammidden Instellen

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.1.1.2 Sensor detectie dammidden instellen Sensor Damwielbesturing rechts Sensor damwielbesturing links Stelschroeven aanslagen damwielen De gevoeligheid van de detectie dammidden kan in het hoofdmenu onder Basisinstel- lingen/Detectie dammidden tussen 1 en 10 worden ingesteld, de basisinstelling is 5. Hoe hoger de waarde voor de gevoeligheid is ingesteld, hoe sneller de dissel reageert met de betreffende stuurbeweging.
  • Pagina 379: Schijfkouter

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.1.3 Schijfkouter Diepteafstelling schijfkouter rechts Schijfkouter rechts Schraper schijfkouter rechts Wanneer de machine gedurende langere tijd wordt geparkeerd, moeten de schijfkou- ters met milieuvriendelijk vet worden ingesmeerd. Verroeste schijfkouters slijten aan- zienlijk sneller. Versleten en verbogen schijfkouters, bijv. als gevolg van stenen, moeten tijdig worden vervangen om beschadigingen aan de machine te voorkomen.
  • Pagina 380: Hydraulische Schijfkouter (Optie)

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.1.4 Hydraulische schijfkouter (optie) Vulschroef voor olie schijfkouteraandrijving rechts Aftapschroef voor olie schijfkouteraandrijving rechts Kijkglas schijfkouteraandrijving rechts De mechanische instellingen van de hydraulische schijfkouter links en rechts moeten worden geconfigureerd zoals die van een mechanische schijfkouter (Zie Pagina 379).
  • Pagina 381: Looftrekwiel

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.1.5 Looftrekwiel Looftrekwiel rechts Loofafvoerkuip rechts Spanner looftrekwiel rechts De veerspanning moet voor beide zijden zo worden ingesteld, dat de looftrekwielen goed door zeefketting 1 worden aangedreven. Wanneer de spanning van het looftre- kwiel verkeerd is ingesteld, leidt dit tot meer slijtage. De spanning van het looftrekwiel (1) rechts wordt met de spanner looftrekwiel rechts (3) ingesteld en de spanning van het looftrekwiel links wordt met de spanner looftrekwiel links ingesteld.
  • Pagina 382: Model Zwadopname

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.2 Model zwadopname De zwadopname moet dagelijks worden gecontroleerd of deze goed werkt en niet beschadigd is. De zwadopname moet bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen. 7.5.2.1 Spanning en gelijkloop van de dekband instellen Spanner dekband zwadopname rechts Spanner dekband zwadopname links Hoogteverstelling dekband rechts...
  • Pagina 383: Zeefkanaal En Loofscheiding

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1 Zeefketting 1 OPGELET Alle wielen van zeefketting 1 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed wer- ken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct wor- den vervangen door nieuwe wielen. Zeefketting 1 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 384: Gelijkloop Instellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1.2 Gelijkloop instellen Duwstang rechts Contramoer afstelling duwstang rechts Stelmoer duwstang rechts Als zeefketting 1 links of rechts tegen de zeefkanaalwand aanloopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat zeefketting 1 anders sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 385: Zeefketting 1 Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1.3 Zeefketting 1 vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om zeefketting 1 te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer zeefketting 1 nooit in uw eentje te vervangen. Tijdens het vervangen van zeefketting 1 bewegen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 386: Zeefketting 2

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3 Zeefketting 2 OPGELET Alle wielen van zeefketting 2 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed wer- ken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct wor- den vervangen door nieuwe wielen. Zeefketting 2 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 387: Gelijkloop Instellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3.2 Gelijkloop instellen Als zeefketting 2 links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat zeefketting 2 sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 388: Zeefketting 2 Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3.3 Zeefketting 2 vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om zeefketting 2 te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit in uw eentje zeefketting 2 te vervangen. Tijdens het vervangen van zeefketting 2 bewe- gen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 389: Spanning

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.1 Spanning Loofkettingspanner rechts Loofkettingspanner links De loofketting wordt door een oliemotor aangedreven. Om ervoor te zorgen dat de loofketting met de aandrijfwielen niet doorslipt op de riem, wordt de loofketting met twee verstelbare wielen, voor iedere kant één, op spanning gehouden. De loofkettingspanner rechts (1) en de loofkettingspanner links (2) moeten altijd zo worden afgesteld, dat de loofketting gelijkmatig is opgespannen.
  • Pagina 390: Gelijkloop Instellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.2 Gelijkloop instellen Als de loofketting links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat de loofketting sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 391: Loofketting Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.3 Loofketting vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om de loofketting te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit in uw eentje de loofketting te vervangen. Tijdens het vervangen van de loofketting bewe- gen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 392: Loofschrapers

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.5 Loofschrapers WAARSCHUWING Gevaar voor vallen! Stap nooit over het beloopbare deel van de sorteerstand heen op de andere onderde- len van de machine. Door vuil, loof en weersinvloeden kunt u behalve op de sorteer- stand niet veilig op de machine staan.
  • Pagina 393: Scheiding

    Verzorging en onderhoud Scheiding Scheiding 7.7.1 Egelband 1 OPGELET Alle wielen van egelband 1 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 1 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 394: Gelijkloop Instellen

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.1.2 Gelijkloop instellen Als egelband 1 links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat egelband 1 anders sterk kan slijten. Gelijkloop afstellen t/m bouwjaar 2017 Afstelling gelijkloop egelband 1 t/m bouwjaar 2017 Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 395 Verzorging en onderhoud Scheiding Gelijkloop afstellen vanaf bouwjaar 2018 Afstelling gelijkloop egelband 1 rechts vanaf bouwjaar 2018 Afstelling gelijkloop egelband 1 links vanaf bouwjaar 2018 Ga als volgt te werk: – Draai de moer op de afsteller gelijkloop egelband 1 rechts (2)los in de richting waarvan de gelijkloop van egelband 1 moet worden afgesteld.
  • Pagina 396: Afleidingswals 1

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.2 Afleidingswals 1 OPGELET Bij zware omstandigheden bij het rooien blijven vuil, aarde en loof aan afleidingswals 1 plakken. Deze vervuiling moet regelmatig, zo nodig zelfs meerdere malen tijdens een dienst worden verwijderd. Daarbij moet de machine worden uitge- schakeld en worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen (de sleutel eruit trekken).
  • Pagina 397: Afvaluitvoerband

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.3 Afvaluitvoerband OPGELET Alle wielen van de afvaluitvoerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Afvaluitvoerband en wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 398: Egelband 2

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.4 Egelband 2 OPGELET Alle wielen van egelband 2 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 2 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 399: Gelijkloop Instellen

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.4.2 Gelijkloop instellen Afstelling gelijkloop egelband 2 Als egelband 2 links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat egelband 2 anders sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 400: Afleidingswals 2

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.5 Afleidingswals 2 OPGELET Bij zware omstandigheden bij het rooien blijven vuil, aarde en loof aan afleidingswals 2 plakken. Deze vervuiling moet regelmatig, zo nodig zelfs meerdere malen tijdens een dienst worden verwijderd. Daarbij moet de machine worden uitge- schakeld en worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen (de sleutel eruit trekken).
  • Pagina 401: Egelband 3

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.7 Egelband 3 OPGELET Alle wielen van egelband 3 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 3 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 402: Afleidingswals 3

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.8 Afleidingswals 3 OPGELET Bij zware omstandigheden bij het rooien blijven vuil, aarde en loof aan afleidingswals 3 plakken. Deze vervuiling moet regelmatig, zo nodig zelfs meerdere malen tijdens een dienst worden verwijderd. Daarbij moet de machine worden uitge- schakeld en worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen (de sleutel eruit trekken).
  • Pagina 403: Egelband 4

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.9 Egelband 4 OPGELET Alle wielen van egelband 4 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 4 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 404: Rondomlopende Vingerkam (Rvk)

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.10 Rondomlopende vingerkam (RVK) OPGELET Alle wielen en vingers van de rondomlopende vingerkam (RVK) moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bescha- digde of afgebroken RVK-vingers moeten worden vervangen.
  • Pagina 405: Egelband 4 Hellingshoek

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.11 Egelband 4 hellingshoek Cilinder egelband 4 hellingshoek De hellingshoek van egelband 4 wordt met een topstang of optioneel met een cilinder (1) afgesteld. Er moet regelmatig worden gecontroleerd of het afstelmechanisme soe- pel loopt. 405 / 481...
  • Pagina 406: Sorteerband

    Verzorging en onderhoud Sorteerband Sorteerband OPGELET Alle wielen van de sorteerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De sorteerband en de wielen moeten boven- dien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwer- pen te verwijderen.
  • Pagina 407: Bijproductenband

    Verzorging en onderhoud Bijproductenband Bijproductenband OPGELET Alle wielen van de bijproductenband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De bijproductenband en de wielen moe- ten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 408: Bijproductenuitvoerband

    Verzorging en onderhoud Bijproductenuitvoerband 7.10 Bijproductenuitvoerband OPGELET Alle wielen van de bijproductenuitvoerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bijproductenuitvoerband en wielen moe- ten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 409: Verzamelkist

    Verzorging en onderhoud Verzamelkist 7.11 Verzamelkist OPGELET Alle wielen van de verzamelkist moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De uitvoerband van de verzamelkist en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 410: Aardappelkneuzer

    7.12.1 Afstand instellen Op de afbeelding is de aardappelkneuzer in een Keiler 2 zonder beschermingsinrichting te zien Reinigingsklep/onderhoudsklep Cilinder voor hydraulisch openspreiden...
  • Pagina 411: Spanning Afstellen

    Verzorging en onderhoud Aardappelkneuzer 7.12.2 Spanning afstellen Op de afbeelding is de aardappelkneuzer in een Keiler 2 zonder beschermingsinrichting te zien Afstelling veerspanner buiten Als de kwaliteit van het kneuzen niet voldoende is, is de voorspanning van de 6 veren tussen de wielen te laag, deze voorspanning kan met de afstelling voor de veerspan- ner worden verhoogd.
  • Pagina 412: Sloten

    Verzorging en onderhoud Sloten 7.13 Sloten Slotverbinding zeefketting 1 met verbindingsstang Slotverbinding egelband 3 met verbindingsbout In de standaard uitrusting zijn zeefketting 1 (1), egelband 1, egelband 2, egelband 3 (2), egelband 4, de sorteerband, de bijproductenband, de bijproductenuitvoerband, de afvaluitvoerband en de uitvoerband van de verzamelkist van een slot voorzien.
  • Pagina 413: Bunker

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.14 Bunker De bunker (alle wanden en de rolbodem) moet eenmaal per dag op aangekoekt vuil worden gecontroleerd en zo nodig worden schoongemaakt. Aangekoekte aarde ver- mindert de capaciteit van de bunker en verhoogt het eigen gewicht van de machine! 7.14.1 Ultrasoonsensor Ultrasoonsensor...
  • Pagina 414: Bunkerrolbodem

    De bunkerrolbodem (2) bestaat standaard uit een doekbodem, die uit 8 afzonderlijke doeksegmenten bestaat. Er moet op worden gelet dat er geen scheuren in het rolbo- demdoek zitten. Als de rolbodemdoek (ROPA-artikelnr. 520045400) is versleten, kun- nen de segmenten worden vervangen.
  • Pagina 415: Spanning Bunkerrolbodemketting

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.14.2.1 Spanning bunkerrolbodemketting Bunkerketting spanner voor Bunkerketting spanner achter OPGELET Controleer de spanning van de bunkerrolbodemketting regelmatig. Verkeerd opge- spannen bunkerrolbodemkettingen kunnen tot aanzienlijke schade aan de machine leiden! De kettingen van de bunkerrolbodem moeten zo worden opgespannen, dat de bun- kerrolbodemkettingen bij het in- en uitklappen niet breken.
  • Pagina 416: Aandrijfketting

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.14.2.2 Aandrijfketting De beide aandrijfkettingen van de bunkerrolbodemaandrijving moeten na 100 gebruiksuren worden ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting voor Spanklos aandrijfketting voor Bunkerrolbodem aandrijfketting naspannen – Klap de bunker in de werkstand, zet de motor van de tractor uit en beveilig de trac- tor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 417: Overlaadbunker

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.15 Overlaadbunker De overlaadbunker (alle wanden en de rolbodem) en de losband moeten eenmaal per dag op aangekoekt vuil worden gecontroleerd en zo nodig worden schoongemaakt. Aangekoekte aarde vermindert de capaciteit van de overlaadbunker en verhoogt het eigen gewicht van de machine! 7.15.1 Ultrasoonsensoren...
  • Pagina 418: Rolbodem

    Wij adviseren een synthetische kettingolie op esterbasis te gebruiken con- form de FDA-zuiverheidsvereisten van richtlijn 21 CFR 178.3570, die geschikt is voor incidenteel, technisch niet te vermijden contact met levensmidde- len(Ropa-artikelnr. 435015100), voor het smeren van bunkerrolbodemkettingen. Het gegevensblad kan wanneer nodig worden opgevraagd. 418 / 481...
  • Pagina 419: Spanning Rolbodem

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.15.2.1 Spanning rolbodem Bunkerketting spanner voor Spanner bunkerketting achter OPGELET Controleer de spanning van de bunkerrolbodemketting regelmatig. Verkeerd opge- spannen bunkerrolbodemkettingen kunnen tot aanzienlijke schade aan de machine leiden! De kettingen van de rolbodem moeten zo worden opgespannen, dat de rolbodemket- tingen niet kunnen overslaan.
  • Pagina 420: Rolbodem Aandrijfketting

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.15.2.2 Rolbodem aandrijfketting De aandrijfketting van de rolbodemaandrijving moet na 100 bedrijfsuren worden gesmeerd/ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting Tandwiel spanning aandrijfketting Rolbodem aandrijfketting naspannen – Zet de motor van de tractor uit en beveilig de tractor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 421: Losband

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.15.3 Losband Losband overlaadbunker De losband (1) bestaat uit een met rubber beklede ketting met meenemers. De los- band spant zichzelf door zijn eigen gewicht zelf op. 7.15.3.1 Gelijkloop losband instellen Als losband links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat de losband anders sterk kan slijten.
  • Pagina 422: Aandrijfketting Van De Losband

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.15.3.2 Aandrijfketting van de losband De aandrijfketting van de losbandaandrijving moet na 100 bedrijfsuren worden gesmeerd/ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting Tandwiel spanning aandrijfketting Aandrijfketting van de losband naspannen – Klap de losband volledig naar beneden, zet de motor van de tractor uit en beveilig de tractor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 423: Langere Tijd Stilzetten

    Verzorging en onderhoud Demontage en afvoer 7.16 Langere tijd stilzetten Als de machine meer dan vier weken niet wordt gebruikt, moeten de volgende werk- zaamheden worden uitgevoerd: – Machine grondig wassen. Voorkom dat water direct op lagers en draagwielen spat. –...
  • Pagina 424 Storingen en problemen oplossen 424 / 481...
  • Pagina 425: Storingen En Problemen Oplossen

    Storingen en problemen oplossen Storingen en problemen oplossen 425 / 481...
  • Pagina 426 Storingen en problemen oplossen 426 / 481...
  • Pagina 427: Veiligheidsschakelaars

    – Bij de geringste twijfel moet u vakkundig personeel inschakelen of contact opne- men met een onderhoudsmonteur van ROPA. – Voer geen reparaties uit aan de machine als u niet over de nodige vakkennis of ervaring beschikt.
  • Pagina 428: Elektrisch Systeem

    Storingen en problemen oplossen Elektrisch systeem Elektrisch systeem 8.2.1 Smeltzekeringen Centrale elektronica Reservezekeringen Smeltzekeringen printplaat A Smeltzekeringen printplaat B Smeltzekeringen printplaat C De elektrische zekeringen bevinden zich in de schakelkast van de centrale elektronica (1) op de linker sorteerstand. Er zijn voornamelijk gebruikelijke vlakzekeringen (smelt- zekeringen) gebruikt in de machine.
  • Pagina 429: Lijst Met Zekeringen (Smeltzekeringen)

    F10.C Kl. 30 processor ESR C (A03) ROPA-artikelnr. 3550566NL De omschrijvingen van de zekeringen F01.A tot en met F10.A, F01.B tot en met F10.B en F01.C tot en met F10.C bestaan uit de omschrijving van de zekering op de printplaat en de beschrijving van de print-...
  • Pagina 430: Elektronische Zekeringen

    Storingen en problemen oplossen Elektrisch systeem plaat voor de computer. De machine beschikt over 3 computers, deze computers zijn aangeduid met de omschrijvingen A, B en C. 8.2.3 Elektronische zekeringen Centrale elektronica Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat A Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat B Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat C De zekeringen Fr01.A tot en met Fr28.A, Fr01.B tot en met Fr28.B en Fr01.C tot en met Fr28.C zijn zelf-resettende elektronische zekeringen.
  • Pagina 431: Lijst Met Zelf-Resettende Elektronische Zekeringen Met Led

    100 mA B07 Druksensor damdrukregeling links 12 V Fr26.A 100 mA B08 Druksensor damdrukregeling rechts 12 V Fr27.A 100 mA B69 Druksensor damdrukontlasting links 12 V Fr28.A 100 mA B68 Druksensor damdrukontlading rechts 12 V ROPA-artikelnr. 3550750NL 431 / 481...
  • Pagina 432 Fr25.B 100 mA B504 Druksensor egelband 1 12 V Fr26.B 100 mA B505 Druksensor egelband 2 12 V Fr27.B 100 mA B58 Druksensor Bunkerleging (bunker) 12 V Fr28.B 100 mA B36 Ultrasoon bunkervulband 12 V ROPA-artikelnr. 3550751NL 432 / 481...
  • Pagina 433 Geen functie 12 V ROPA-artikelnr. 3550752NL De omschrijvingen van de zekeringen Fr01.A tot en met Fr28.A, Fr01.B tot en met Fr28.B en Fr01.C tot en met Fr28.C bestaan uit de omschrijving van de zelf-resettende elektronische zekering op de printplaat en de beschrijving van de printplaat voor de computer.
  • Pagina 434: Relais-Lijst

    Storingen en problemen oplossen Relais-lijst Relais-lijst Relais K01.A Relais K02.A (optie) Relais K02.B (optie) Relais K01.B Relais K02.C (optie) Relais K01.C ROPA- Omschrijving Positie van de machine Opmerking art.- nr. Centrale elektronica Relais nooduitschakeling Belastingsrelais, vermogen K01.A printplaat A onderste...
  • Pagina 435: Kleurcode Voor Elektriciteitskabels

    Storingen en problemen oplossen Kleurcode voor elektriciteitskabels Kleurcode voor elektriciteitskabels bruin Massa rood Klem 30 (constante voeding) roze Klem 15 (gesimuleerde contactstroom) geel 8,5 Volt paars 12 volt blauw Signaalleidingen digitaal (AAN/UIT) groen Signaalleidingen analoog (aanpasbare sensorwaaarden) grijs Alle lampjes "E" en waarschuwingsapparatuur "H" (zoemer) Elektromotoren en bedrading intern, andere oranje Stuurstroomleidingen naar alle kleppen en magneten (alle "Y")
  • Pagina 436: Storingen Zoeken Met De Tractorterminal

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Storingen zoeken met de Tractorterminal B522 Sensorfout Toerental zeefk. 2 Operationele storingen worden voor een deel op de Tractorterminal met waarschu- wingssymbolen weergegeven. Bij elektrische of elektronische problemen worden de betreffende componenten met de benaming van het component weergegeven. Voorbeeld: Noodstop tractor ingedrukt! Noodstop sorteerstand ingedrukt!
  • Pagina 437: Overzicht Diagnosemenu's

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1 Overzicht diagnosemenu's Versie Programmatoetsen Diagnose Basisinstellingen Afstemmen Speciale functies Teach In Bedrijfsgegevens Stamgegevens Video Hardware vervangen AUXILIARY ISOBUS Service Daarna tonen we u afbeeldingen van de beschikbare diagnosemenu's in de Tractor- terminal.
  • Pagina 438: Ingangen Digitaal Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.2 Ingangen digitaal overlaadbunkermachine Ingangen digitaal Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog S32 Vulpeil hydrauliekolie S54 Noodstop tractor Ingangen toerental S129 Noodstop sorteerstand Druksensoren S130 Rolbodem uitsch. Voor S131 Rolbodem uitsch. Achter Uitgangen PM+ZW S200 Claxon sorteerstand CAN-BUS...
  • Pagina 439: Ingangen Analoog Bunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.3 Ingangen analoog bunkermachine Ingangen analoog Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B02 As B04 Dissel Ingangen toerental B05 Detectie dammidden L Druksensoren B06 Detectie dammidden R B27 Hulpas Uitgangen PM+ZW B34 Bunker hoogte CAN-BUS B35 Bunker in-/uitklappen Foutcodegeheugen...
  • Pagina 440: Ingangen Analoog Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.4 Ingangen analoog overlaadbunkermachine Ingangen analoog Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B02 As B04 Dissel Ingangen toerental B05 Detectie dammidden L Druksensoren B06 Detectie dammidden R B27 Hulpas Uitgangen PM+ZW B34 Losband hoogte CAN-BUS B35 Losband in-/uitklappen Foutcodegeheugen...
  • Pagina 441: Ingangen Toerental

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.5 Ingangen toerental Ingangen toerental Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B15 Toerental aftakas B47 Rijsnelheid Ingangen toerental B167 Toerental wielmotor Druksensoren B521 Toerental zeefk. 1 B522 Toerental zeefk. 2 Uitgangen PWM+SW B523 Toerental loofketting CAN-BUS B524 Toerental egelband 1...
  • Pagina 442: Druksensoren

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.6 Druksensoren Druksensoren Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B07 DS damdrukreg. L B08 DS damdrukreg. R Ingangen toerental B26 DS rijaandrijving voorw. Druksensoren B58 DS bunker legen B68 DS damdrukontl. R Uitgangen PWM+SW B69 DS damdrukontl.
  • Pagina 443: Uitgangen Pwm + Sw Bunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.7 Uitgangen PWM + SW bunkermachine Uitgangen PM+ZW Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog Y10 Rijpomp voorw. Y11 Rijpomp achterw. Ingangen toerental Y14 Opname neerlaten R. Druksensoren Y15 Opname neerlaten L. Y16 Hydrauliekolieventilator Uitgangen PM+ZW Y18 Ontlasten rechts CAN-BUS...
  • Pagina 444 Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Uitgangen PWM+SW Nr./naam Y574 Bunkervuldoek Y575 Bunkerklep Y582 Weerdak Y583 Klep opname Y585 Koepelblok voedingsdr. Y586 Koepelblok K2.A Zwaalicht K2.B Centrale smering K2.C Werklampen 444 / 481...
  • Pagina 445: Uitgangen Pwm + Sw Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.8 Uitgangen PWM + SW overlaadbunkermachine Uitgangen PM+ZW Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog Y10 Rijpomp voorw. Y11 Rijpomp achterw. Ingangen toerental Y14 Opname neerlaten R. Druksensoren Y15 Opname neerlaten L. Y16 Hydrauliekolieventilator Uitgangen PM+ZW Y18 Ontlasten rechts CAN-BUS...
  • Pagina 446: Can-Bus

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Uitgangen PM+ZW Nr./naam Y574 Lossen Knik 2 heffen Y575 Lossen Knik 1 neerlaten Y582 Weerdak Y583 Klep opname Y585 Koepelblok voedingsdr. Y586 Koepelblok Y587 Sorteerb. hoger/lager K2.A Zwaailicht K2.B Centrale smering K2.C Werklamp 8.5.1.9 CAN-BUS...
  • Pagina 447: Foutgeheugen

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.10 Foutgeheugen Foutcodegeheugen Ingangen digitaal B523 Sensorfout Ingangen analoog Toerental loofketting Ingangen toerental Druksensoren Uitgangen PM+ZW CAN-BUS Foutcodegeheugen Bedieningselementen 8.5.1.11 Bedieningselementen A10 en A20 Bedieningselementen A10 Ingangen digitaal Ingangen analoog Bedieningselementen A20 Ingangen toerental Druksensoren Uitgangen PM+ZW...
  • Pagina 448: Diagnosemenu's "Bedieningselement Zelf Toewijsbaar

    Let op het verhoogde brandgevaar bij het las- sen in de buurt van brandbare onderdelen of vloeistoffen (brandstof, olie, vet, banden, enz.). Wij wijzen er nadrukkelijk op dat ROPA geen garantie biedt voor schade aan de machine die veroorzaakt wordt door onjuist lassen.
  • Pagina 449: Opkrikken Voor Band Wisselen

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen Opkrikken voor band wisselen GEVAAR Gevaar voor dodelijk letsel! – Om veiligheidsredenen mag de machine altijd slechts op één kant van de as wor- den opgekrikt. – De machine moet worden opgekrikt door deze aan de vangmuil van de tractor te bevestigen en vast te zetten.
  • Pagina 450: Rem Pneumatisch Deactiveren

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen 8.8.1 Rem pneumatisch deactiveren Aftapklep/afwateringsklep GEVAAR – Parkeer het voertuig nooit onbeveiligd als de parkeerrem los is en het luchtreser- voir leeg is. – Beveilig het voertuig met voldoende grote wielblokken tegen wegrollen. –...
  • Pagina 451: Rem Hydraulisch Deactiveren

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen 8.8.2 Rem hydraulisch deactiveren Handpomp hydraulische rem GEVAAR – Parkeer het voertuig nooit onbeveiligd als de parkeerrem los is en de hydraulische remleiding drukloos is. – Beveilig het voertuig met voldoende grote wielblokken tegen wegrollen. –...
  • Pagina 452: Hydraulische Kleppen

    Storingen en problemen oplossen Centraal smeersysteem – ontluchten en en verwijderen van blokkades Hydraulische kleppen Een groot deel van de hydraulische kleppen wordt elektrisch aangestuurd. Problemen aan de magneetkleppen kunnen met de specifieke testkabels worden opgespoord. Deze testkabels mogen alleen door gekwalificeerd en opgeleid personeel worden aan- gesloten op de elektromagnetische kleppen.
  • Pagina 453 Pagina 349) – Als u met de hier beschreven methode geen goed resultaat kunt bereiken, neem dan contact op met uw ROPA-klantenservice. Sommige verdelers zijn van een smeernippel voorzien. Met deze smeernippel kunnen fouten gemakkelijker worden opgespoord. Alle smeerpunten van de onderverdeler kunnen met behulp van deze smeernippel van vet worden voorzien omdat in de uitlaat van de hoofdverdeler een terugslagklep aan- wezig is.
  • Pagina 454: Overzicht Veldinstellingen

    Storingen en problemen oplossen Overzicht veldinstellingen 8.11 Overzicht veldinstellingen Procedure Probleem bij het oog- sten Toerentalverschuiving Hoogte afleidingswalsen Mechanische bescha- loofketting ten opzichte Intensiteit schudder ver- Toerental zeefkettingen en toerental van de egel diging van zeefketting 2 aan- lagen verlagen verlagen passen Gladde...
  • Pagina 455 Storingen en problemen oplossen Overzicht veldinstellingen Procedure Probleem bij het oog- Opmerking sten Proberen materiaalvriendelijk te rooien Mechanische bescha- Rooidiepte verhogen Rooisnelheid verhogen diging Toerental banden niet te hoog Gladde Knollen niet in het midden van de dam of zijdelingse snijlijn uitgroei Aangesne-...
  • Pagina 456: Checklist Voor Het Optimaliseren Van De Rooikwaliteit/Opslagkwaliteit

    Storingen en problemen oplossen Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/opslagkwaliteit 8.12 Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/ opslagkwaliteit Beschadiging van de knollen tijdens het legen kan tot een toename van bacteriën, schimmelinfecties en wortelbrand leiden. Dit kan worden voorkomen door de aard- appelplantjes te verwarmen tot minimaal 10°C en door de aardappelen droog te houden.
  • Pagina 457: Lijsten/Tabellen/Schema's/Grafieken/ Onderhoudsbewijzen

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Lijsten/tabellen/ schema's/grafieken/ onderhoudsbewijzen 457 / 481...
  • Pagina 458 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen 458 / 481...
  • Pagina 459: Smeermiddelen En Brandstoffen

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Smeermiddelen en brandstoffen Smeermiddelen en brandstoffen Vulhoe- veelheid in Component Smeermiddeltype liter Intervallen Aandrijvingsolie Pompverdeleraandrijving ong. 3,2 API GL 5, SAE 90 Hydrauliekolie HVLP 46 (zinkhoudend) Hydraulieksysteem ong. 63 jaarlijks ISO-VG 46 conform DIN51524 deel 3 Hydraulische schijfkouter- Aandrijvingsolie ong.
  • Pagina 460: Onderhoudstabel

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Onderhoudstabel Onderhoudstabel Onder- houdsin- tervallen voor na de Onderhoudswerkzaamheden aanvang eerste iedere 50 van de 50 gebr.- bedrijfsu- indien oogst dagelijks uren nodig jaarlijks Pompverdeleraandrijving Oliepeil controleren Olie vervangen Hydraulische schijfkouteraandrijving links en rechts Oliepeil controleren Olie vervangen Hydraulieksysteem Hydrauliekoliekoeler reinigen Oliepeil controleren Hydrauliekolie eigen hydrauliek...
  • Pagina 461: Onderhoudswerkzaamheden

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Onderhoudstabel Onder- houdsin- tervallen voor na de Onderhoudswerkzaamheden aanvang eerste iedere 50 van de 50 gebr.- bedrijfsu- indien oogst dagelijks uren nodig jaarlijks Toestand van de draagwielen, de keerwielen en de schraper contro- leren Toestand van de bussen en sloten controleren Zeefketting 1 naspannen Zeefketting 2...
  • Pagina 462 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Onderhoudstabel Onder- houdsin- tervallen voor na de Onderhoudswerkzaamheden aanvang eerste iedere 50 van de 50 gebr.- bedrijfsu- indien oogst dagelijks uren nodig jaarlijks Toestand van de bussen en sloten controleren Egelband 3 met afleidingswals 3 Toestand van de aandrijfwielen controleren Toestand van de draagwielen en de keerwielen controleren...
  • Pagina 463 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Onderhoudstabel Onder- houdsin- tervallen voor na de Onderhoudswerkzaamheden aanvang eerste iedere 50 van de 50 gebr.- bedrijfsu- indien oogst dagelijks uren nodig jaarlijks Bunkerrolbodemketting controleren en smeren/invetten Toestand van de draagwielen en de keerwielen losband controleren Bunkerrolbodem, alle kettingen/banden, rest van de machine Vuil- en aarderesten verwijderen Smeerpunten smeren volgens smeerplan...
  • Pagina 464: Smeerplan (Smeren Met Vetspuit)

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Smeerplan (smeren met vetspuit) Smeerplan (smeren met vetspuit) Smeerpunt Aantal alle gebr. nippels uren Scharnierassen Zie de meegeleverde handlei- Tractor naar aandrijfas boven dissel ding van de fabrikant van de scharnieras Zie de meegeleverde handlei- Aandrijfas boven dissel naar machine ding van de fabrikant van de scharnieras Dissel...
  • Pagina 465 Na het met water reinigen van de machine moeten alle smeerpunten ook opnieuw worden gesmeerd. Het optionele centrale smeersysteem moet na het wassen van de machine met ten minste 2 tussentijdse smeercycli worden doorgesmeerd. Smeervet ROPA-artikelnr. 435006200 conform DIN 51825, NLGI-klasse 2, type: KP2K-20, bij zeer lage buitentemperaturen KP2K-30.
  • Pagina 466: Smeermiddel-Conversietabel

    ISO-VG 46 volgens DIN 51524 deel 3 API GL 5, SAE 90 2, type: KP2K-20, bij zeer lage FDA-richtlijn 21 CFR 178.3570 buitentemperaturen KP2K-30 ROPA- ROPA hydroFluid HVLP 46 ROPA gearOil GL5 90 benaming 435001210 = 20 l 435002010 = 20 l 435006200 = 18 kg...
  • Pagina 467: Filterpatronen

    Filterpatronen Filterpatronen Hydraulica ROPA-artikelnr. Retourfilter in olietank 270071500 Hogedruk-filterelement tractorhydrauliek 270043000 Inclusief O-ring 79*3, ROPA-artikelnr. 412045500 Vuldop met geïntegreerde beluchtingsfilter en ontluch- 270070000 tingsfilter Aanzuigfilter in olietank 1/2" AS 010-00 270000900 Aanzuigfilter in olietank 1 1/4" AS 060-01 270007600 Aanzuigfilter in olietank 1 1/2'' AS 080-01...
  • Pagina 468: Aanhaalmomenttabel Voor Schroeven En Moeren (Nm)

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moeren (Nm) Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moeren (Nm) Metrisch schroefdraad DIN 13 Afmeting 10.9 12.9 1050 1220 1100 1550 1800 1200 1450 2100 2450 Metrisch fijn schroefdraad DIN 13 Afmeting 10.9 12.9 M8x1 M10x1 M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5...
  • Pagina 469: Smeerplannen

    Smeerplannen Smeerplannen 9.7.1 Centrale smering (optie) Geleidearm Remas Stuurcilinder binnen Verbindingsstangversteller Balanscilinder Fusee onder Fusee boven Onderverdeler as links ROPA-artikelnr. 360021000 Pendelas achter Pendelas voor Remas Stuurcilinder binnen Verbindingsstangversteller Balanscilinder boven Fusee onder Fusee boven Schuifstuck Schuifstuck Aandrijfas Geleidearm voor Onderverdeler as rechts ROPA-artikelnr.
  • Pagina 470: Onderhoudsinstructies

    Hydraulische schijfkouteraandrijving Aandrijvingsolie Hydrauliekolie Hydrauliekolie Drukfilterelement tractorhydrauliek Retourfilterelement Aanzuigzeef aan binnenkant van olietank gereinigd 9.8.2 Onderhoudsbevestiging _____ Onderhoud na 1. Klantenservice ROPA-machine Norm 50 bedrijfsuren Mag alleen door ROPA-service volledig personeel uitgevoerd op: uitgevoerd uitgevoerd door: worden Handtekening: ______________________________________________ _____...
  • Pagina 471: Software-Updates

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Onderhoudsinstructies 9.8.3 Software-updates Versie Datum Naam 471 / 481...
  • Pagina 472: Bevestiging Van De Instructies Voor De Bestuurder

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Bevestiging van de instructies voor de bestuurder Bevestiging van de instructies voor de bestuurder Mevrouw/ geboren meneer Familienaam en voornaam werd op over de veilige omgang met de machine over het onderhoud van de machine geïnstrueerd. Familienaam en voornaam heeft de vereiste kennis voor de veilige omgang met de machine voor het onderhoud van de machine...
  • Pagina 473: Veiligheidsinstructies

    WAARSCHUWING Wanneer zones rondom de ROPA Keiler 2, die in de onderstaande tekening als geva- renzones zijn aangemerkt, door personen worden betreden terwijl er met de machine wordt gerooid, bestaat gevaar voor ernstig lichamelijk letsel of zelfs levensgevaar voor deze personen.
  • Pagina 474 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen Veiligheidsinstructies Verklaring (Achternaam en voornaam) ben door de eigenaar van de Keiler geïnformeerd over de gevarenzones en de vei- ligheidsaspecten tijdens het rooien. Ik heb de volledige informatie ontvangen en ook begrepen. Ik verplicht mijzelf ertoe de gevarenzones niet te betreden zolang de machine bezig is met rooien.
  • Pagina 475: Ropa Overhandigingsbevestiging

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsbewijzen ROPA Overhandigingsbevestiging 9.11 ROPA Overhandigingsbevestiging ROPA Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH, Sittelsdorf 24, D-84097 Herrngiersdorf Steunpuntadres: FG-nummer: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Klantenadres: Eigenaar: E-mail: Telefoon nr: Mobiel: Overhandigingsbevestiging: Datum van eerste gebruik: Tijdens het proefdraaien werden geen tekortkomingen vastgesteld. Veilige handhaving en onderhoud zijn aan mij uitgelegd.
  • Pagina 476 Het niet geven van toestemming heeft geen invloed op de overdracht van de aangekochte goederen of diensten. U kunt ook slechts een deel van deze toe- stemming geven als u dit wenst. U kunt uw toestemming te allen tijde schriftelijk intrekken bij uw ROPA- steunpunt of ROPA.
  • Pagina 477: Index

    Index Index 477 / 481...
  • Pagina 478 Index 478 / 481...
  • Pagina 479 Index |Algemeen ondersteunde AUX-N-functies van de Damdrukontlasting..........222 machine..............93 Damdrukregeling..........205 Damopname..........194, 377 Damwiel............195, 377 Demontage............423 De opname beveiligen........194 Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moe- Detectie dammidden........... 196 ren............... 468 Diagnosemenu............ 437 Aardappelkneuzer........314, 410 Diepladertransport..........53 Afleidingswals 1..........
  • Pagina 480 Rondomlopende vingerkam (RVK)..... 291, 404 Loofschrapers..........254, 392 Rooidiepte............200 Looftrekwiel..........216, 381 Rooien..............191 Losband overlaadbunker........421 Rooien van afzonderlijke rijen......214 ROPA-videoswitch..........354 Machine aankoppelen........164 Machine loskoppelen.......... 167 Scharen............198, 378 Machineterminal..........148 Scheepstransport..........53 Menu akkermodus..........103 Menu Banden handmatig........
  • Pagina 481 Index Telefoon klantenservice........15 Telefoon onderdelenservice......... 15 Telescoopas............183 Te voorzien verkeerd gebruik....... 26 Tractorterminal..........69, 92 Transportschema..........51, 52 Trapje..............34 Trapje links............64 Trapje rechts............66 Tussentijdse smering.......... 349 Typeplaatje en belangrijke gegevens....17 Uitgangen PWM + SW bunkermachine....443 Uitgangen PWM + SW overlaadbunkermachine.

Inhoudsopgave