Onderhoud
Hakselaar
Wanneer de hakselaar in de onderhoudsstand is geklapt, kan de driepuntsophanging
niet vanuit de cabine met de mini-joystick (1) naar de grond worden neergelaten. Hij
1
stop automatisch op een bepaalde hoogte boven de grond. De driepuntsophanging
kan alleen verder worden neergelaten, wanneer de mini-joystick (1) na het bereiken
van deze hoogte wordt losgelaten, waarna de mini-joystick (1) opnieuw naar voren
wordt geduwd. De driepuntsophanging wordt langzaam verder neergelaten. Het doel
van deze functie is de bescherming van de stelspindels en het walsenbed.
De rooier mag nooit bij omhooggeklapte hakselaar op het walsenbed op de
grond worden gezet. De stelspindels van het walsenbed knikken daardoor om.
De rooier mag alleen op de ploegscharen of de tastwals op de grond worden
gezet.
7.8.2
Sensor van de bladtaster instellen
Voor aanvang van ieder rooiseizoen moet de afstelling van de bladtaster op de vol-
gende manier worden gecontroleerd en eventueel bijgesteld:
Hiervoor zijn twee personen nodig. Eén persoon beweegt de bladtaster, de tweede
persoon leest op R-Touch de waarde af.
– Contact inschakelen maar de motor niet starten.
– Roep op R-Touch de Expertmodus op
De volgende waarden moeten worden weergegeven:
Wanneer andere waarden worden weergegeven, moet de middenpositie via de basis-
instelling van de stangen worden ingesteld.
– Lijn daarvoor de tastveren nauwkeurig uit met het midden van de bietenrij. Deze
432 / 580
OPGELET
"Besturing"
(Zie Pagina
Links
ong. -10000
3
bevindt zich in het midden van de houderconsole (gemarkeerd met een pijl (3)).
(Zie Pagina
113).
Midden
0
122) en open het displayveld
Rechts
ong. 10000