7.14.3.4
Aandrijfketting
De beide aandrijfkettingen van de bodemkettingaandrijving en de aandrijfketting van
de reinigingswals moeten na 100 bedrijfsuren worden ingevet en de kettingspanning
moet worden gecontroleerd.
Aandrijfketting bodemketting in de
breedterichting en reinigingswals
(3)
Spanklossen
– Voor het naspannen van deze aandrijfkettingen draait u de bevestigingsschroeven
van de kunststof spanklossen (3) los. Draai de spanklos zo, dat de ketting weer
strak gespannen is. Draai de bevestigingsschroeven weer vast.
3
3
Aandrijfketting bodemketting in de
lengterichting
(4)
Steun oliemotor (niet afstellen!)
Onderhoud
Bunker
3
4
469 / 580