Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Originele gebruiksaanwijzing
E901430NL
Keiler 2 Classic
Generatie 1
Versie 3.1
Softwareversie: 22RK21014
Gedrukt in Duitsland: 06/2022

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor ROPA Keiler 2 Classic

  • Pagina 1 Originele gebruiksaanwijzing Keiler 2 Classic Generatie 1 Softwareversie: 22RK21014 Versie 3.1 Gedrukt in Duitsland: 06/2022 E901430NL...
  • Pagina 2 ROPA GmbH worden gekopieerd, gereproduceerd of op enige andere wijze worden verspreid. Elke vorm van vermenigvuldiging, verspreiding of opslag op informatiedragers - in welke vorm of op welke manier dan ook - die niet door ROPA GmbH is geautoriseerd, is een schending van de toepasselijke nationale en internatio- nale auteursrechten en zal worden vervolgd.
  • Pagina 3 Inhoud Inhoud 3 / 494...
  • Pagina 4 Inhoud 4 / 494...
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord..............13 Typeplaatje en belangrijke gegevens............17 Serienummers van de opnames............. 19 Conformiteitsverklaring................20 Uitgebreide documentatie................21 1.4.1 Gebruiksaanwijzing leveranciersdocumentatie/ingekochte onderdelen....................21 Veiligheid..............23 Algemeen....................25 Plichten van de ondernemer..............25 Algemene symbolen en aanwijzingen............. 26 2.3.1 Veiligheidsborden..................27 Beoogd gebruik..................28 2.4.1 Te voorzien verkeerd gebruik:..............
  • Pagina 6 Inhoud Bedieningselementen..........65 Trapjes..................... 67 5.1.1 Trapje links....................67 5.1.2 Trapje rechts.................... 68 Overzicht bedieningselementen tractor........... 69 5.2.1 Tractorterminal..................70 5.2.2 Bedieningselement Rooien..............71 5.2.3 Bedieningselement Bunker (bunkermachine)..........73 5.2.4 Bedieningselement vrij toewijsbaar............76 Overzicht bedieningselementen machine..........77 5.3.1 Bedieningselement boven sorteerband........... 77 Bediening..............79 Eerste inbedrijfstelling................82 6.1.1 Aanpassing van het trekoog..............83...
  • Pagina 7 Inhoud 6.3.2.1.1 Sorteerstandmenu 1................156 6.3.2.1.2 Sorteerstandmenu 2................157 6.3.2.1.3 Sorteerstandmenu 3................158 6.3.2.1.4 Sorteerstandmenu 4................159 6.3.3 Bedieningselement vrij toewijsbaar............160 Steunpoot....................168 Machine aankoppelen/loskoppelen............169 6.5.1 Machine aankoppelen................169 6.5.2 Machine loskoppelen................172 Rijden op de openbare weg..............174 6.6.1 Algemeen....................
  • Pagina 8 Inhoud 6.13.1.2 Roestvrijstalen platen in zeefkanaal (optie).......... 242 6.13.1.3 Kluitenbreker zeefketting 1 (optie)............242 6.13.1.4 Reinigingswals zeefketting 1 (optie)............243 6.13.1.5 Rubbervleugelwals zeefketting 1 (optie)..........244 6.13.1.6 Schudder....................244 6.13.1.7 Zeefketting 2..................247 6.13.1.8 Kluitenbreker zeefketting 2 (optie)............251 6.13.1.9 Afdekking overgang zeefketting 2 (optie)..........251 6.13.1.10 Synchrone afstelling zeefkettingen............252 6.13.1.11...
  • Pagina 9 Hydraulieksysteem.................350 6.21 Persluchtsysteem...................353 6.21.1 Persluchttank..................353 6.22 Centraal smeersysteem (optie)............. 354 6.22.1 Tussentijdse smering................356 6.23 Videosysteem (optie)................357 6.23.1 ROPA-videoswitch (optie)..............361 6.24 Elektrisch systeem.................364 6.24.1 Spanningsbewaking................364 6.24.2 Zekeringen..................... 364 6.25 Stilzetten....................365 Verzorging en onderhoud........367 Pompverdeleraandrijving............... 370 Hydraulieksysteem.................371 7.2.1...
  • Pagina 10 Inhoud 7.7.3 Afvaluitvoerband..................403 7.7.3.1 Spanning en gelijkloop afstellen............403 7.7.4 Egelband 2.....................404 7.7.4.1 Spanning....................404 7.7.4.2 Gelijkloop afstellen.................405 7.7.5 Egelband 1/2 hellingshoek..............405 7.7.6 Rondomlopende vingerkam (RVK)............406 7.7.6.1 Spanning en gelijkloop afstellen............406 Sorteerband................... 407 7.8.1 Spanning afstellen................. 407 Bijproductenband................... 408 7.9.1 Spanning afstellen.................
  • Pagina 11 Centrale smering (optie)................478 Onderhoudsattesten................479 9.8.1 Onderhoudsattest olie + filter vervangen..........479 9.8.2 Onderhoudsbevestiging................. 480 9.8.3 Software-updates................... 481 Bevestiging van de instructies voor de bestuurder....... 482 9.10 Veiligheidsinstructies................483 9.11 ROPA Overhandigingsbevestiging............485 9.12 ROPA Protocol eerste gebruik.............. 487 Index................489 11 / 494...
  • Pagina 12 Voorwoord 12 / 494...
  • Pagina 13: Voorwoord

    Voorwoord Voorwoord 13 / 494...
  • Pagina 14 Voorwoord 14 / 494...
  • Pagina 15 Ze voldoen aan de strikte ROPA-normen voor veiligheid en betrouwbaar- heid. Wij wijzen erop dat onderdelen of accessoires die niet zijn goedgekeurd door ROPA niet voor ROPA machines mogen worden gebruikt, omdat de veiligheid en het operationele gebruik van de machine daardoor kunnen worden beïnvloed. Voor dergelijke inbouw-, aanbouw- of ombouwwerkzaamheden kunnen wij geen enkele verantwoordelijkheid nemen.
  • Pagina 16 Wij wijzen er nadrukkelijk op dat eventuele schade die voortvloeit uit het feit dat deze gebruiksaanwijzing niet of niet volledig is nageleefd, niet door de garantie van ROPA wordt gedekt. Dit handboek biedt uitgebreide beschrijvingen, maar het is het in uw eigen belang om deze handleiding volledig en rustig door te lezen en vertrouwd te raken met de machine.
  • Pagina 17: Typeplaatje En Belangrijke Gegevens

    Voorwoord Typeplaatje en belangrijke gegevens Typeplaatje en belangrijke gegevens Het typeplaatje (1) van de machine bevindt zich tot en met fabrieksnummer 2H0063 op de voorste bunkerstaander, onder het fabrieksnummer (2). Het typeplaatje (3) van de machine bevindt zich vanaf fabrieksnummer 2H0064 op de voorste bunkerstaander, boven het fabrieksnummer (4).
  • Pagina 18 Voorwoord Typeplaatje en belangrijke gegevens Vul in de volgende afbeelding van het typeplaatje de gegevens van uw machine in. Deze gegevens heeft u nodig bij het bestellen van reserveonderdelen. Typeplaatje tot bouwjaar 2020 Typeplaatje bouwjaar 2021 18 / 494...
  • Pagina 19: Serienummers Van De Opnames

    Voorwoord Serienummers van de opnames Typeplaatje vanaf bouwjaar 2022 Serienummers van de opnames Het serienummer (1) bevindt zich bij alle modellen van de opname vanaf bouwjaar 2019 altijd op de zijcontour rechtsboven op de opname, gezien in de rijrichting. Voorbeeld damopname op de Keiler 2 19 / 494...
  • Pagina 20: Conformiteitsverklaring

    Voorwoord Conformiteitsverklaring Conformiteitsverklaring De conformiteitsverklaring maakt deel uit van de afzonderlijk verstrekte documentatie en wordt overhandigd bij de levering van de machine. De CE-markering van de machine is een onderdeel van het typeplaatje. 20 / 494...
  • Pagina 21: Uitgebreide Documentatie

    Deze gebruiksaanwijzingen van de ingekochte onderdelen moeten in acht worden genomen en worden samen met de technische documentatie meegeleverd. Er is ook een overzicht met de optionele componenten. Leverancier Componenten Beschrijving Müller Elektronik ROPA Tractorterminal Aanbouw- en gebruiksaan- Standaard wijzing BASIC-terminal Müller Elektronik ROPA Tractorterminal Aanbouw- en gebruiksaan-...
  • Pagina 22 Veiligheid 22 / 494...
  • Pagina 23: Veiligheid

    Veiligheid Veiligheid 23 / 494...
  • Pagina 24 Veiligheid 24 / 494...
  • Pagina 25: Algemeen

    Veiligheid Plichten van de ondernemer Algemeen De machine is geproduceerd op basis van de huidige stand van de techniek en getest op veiligheid. De machine is CE-conform en voldoet dus aan de relevante Europese richtlijnen voor het vrije verkeer van goederen binnen de Europese Unie of de Europese Economi- sche Ruimte.
  • Pagina 26: Algemene Symbolen En Aanwijzingen

    Veiligheid Algemene symbolen en aanwijzingen Algemene symbolen en aanwijzingen De volgende symbolen en aanwijzingen worden in deze handleiding voor gebruikt om veiligheidsinstructies weer te geven. Ze waarschuwen voor mogelijke verwondingen, materiële schade of geven aanwijzingen die het werken met de machine eenvoudiger maken.
  • Pagina 27: Veiligheidsborden

    Veiligheid Algemene symbolen en aanwijzingen 2.3.1 Veiligheidsborden Veiligheidsborden laten een visuele weergave zien van een gevarenbron. Waarschuwing voor algemeen gevaar Dit waarschuwingsbord staat voor werkzaamheden waarbij meerdere oorzaken tot gevaar kunnen leiden. Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Dit waarschuwingsbord staat voor werkzaamheden waarbij gevaren voor elektrische schokken, mogelijk met dodelijke afloop, kunnen ontstaan.
  • Pagina 28: Beoogd Gebruik

    Veiligheid Beoogd gebruik Beoogd gebruik Deze machine is uitsluitend bedoeld voor: het rooien van aardappelen en vergelijkbare veldgewassen. het op een hoop stapelen van de veldgewassen bij de rand van de akker, het los- sen van de gerooide veldgewassen op een direct ernaast stilstaand begeleidend voertuig bij de bunkermachine, of voor het lossen van de gerooide veldgewassen op een ernaast rijdend begeleidend voertuig bij de overlaadbunkermachine.
  • Pagina 29: Gevarenzone

    Veiligheid Gevarenzone Gevarenzone Gevarenzone bunkermachine Gevarenzone overlaadbunkermachine Tijdens gebruik van de machine mogen zich geen personen in de gevarenzone bevin- den. Bij gevaar moet de bediener de machine onmiddellijk uitschakelen en de betref- fende persoon duidelijk maken dat hij/zij de gevarenzone onmiddellijk moet verlaten. Hij mag de machine pas opnieuw in gebruik nemen als er zich geen personen meer in de gevarenzone bevinden.
  • Pagina 30 De betekenis van de pictogrammen wordt hieronder uitgelegd. Daarnaast staat bij elk pictogram een zes- of negencijferig nummer. Dit is het ROPA-bestelnum- mer. Onder vermelding van dit nummer kunt u het betreffende pictogram bij ROPA bij- bestellen. 30 / 494...
  • Pagina 31: Veiligheidsstickers Op De Machine

    Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine Veiligheidsstickers op de machine Bunkermachine aanzicht linksvoor Bunkermachine aanzicht rechtsachter 31 / 494...
  • Pagina 32 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine Overlaadbunkermachine aanzicht linksvoor Overlaadbunkermachine aanzicht rechtsachter 32 / 494...
  • Pagina 33 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine 355044900 355045000 Wielbouten vastdraaien Vóór de inbedrijfstelling overeenkomstig het moet u de gebruiksaan- schema. wijzing en/of onderhouds- handleiding lezen en alle veiligheidsinstructies in acht nemen. 355045100 355008000 Voor onderhouds- en Gevaar voor explosies. reparatiewerkzaamhe- Drukaccumulator staat den motor uitschakelen onder zeer hoge druk.
  • Pagina 34 Veiligheid Veiligheidsstickers op de machine 355046300 355046900 Let op, niet onder de bun- Parkeerrem bij het keruitlaatband plaatsen! uitschakelen van de Gevaar door neerklap- machine aantrekken en pende bunker. Gevaren- lossen bij wegrijden. zone van omhoog gehe- ven en onbeveiligde bun- ker nooit betreden.
  • Pagina 35: Veiligheid En Bescherming Van De Gezondheid

    Veiligheid Veiligheid en bescherming van de gezondheid Veiligheid en bescherming van de gezondheid De volgende bepalingen en voorschriften moeten strikt worden nageleefd om het risico van lichamelijk letsel en/of materiële schade te beperken. Daarnaast moeten de plaatselijke voorschriften en eisen voor werkveiligheid en een veilige omgang met getrokken machines in acht worden genomen.
  • Pagina 36: Vereisten Voor Het Bedienings- En Onderhoudspersoneel

    Diverse activiteiten mogen alleen worden uitgevoerd door personen die hier- voor uitdrukkelijk door ROPA zijn geautoriseerd. In geval van twijfel vraagt u bij de pro- ducent na of u een bepaalde activiteit zelf op een veilige manier kunt uitvoeren.
  • Pagina 37: Omgang Met Oude Onderdelen, Bedrijfs- En Hulpstoffen

    – Bevestig in geen geval bedieningselementen met een magneet in de tractorcabine. – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. 37 / 494...
  • Pagina 38: Gevaren Door Elektriciteit

    Veiligheid Gevaren door elektriciteit 2.15 Gevaren door elektriciteit GEVAAR Levensgevaar door elektrische spanning. Kabels en componenten staan onder spanning met gevaar voor dodelijk letsel. Gelei- derklemmen staan ook na het uitschakelen onder spanning. – Alle werkzaamheden aan de elektrische apparatuur van de machine moeten altijd door professionele elektriciens worden uitgevoerd.
  • Pagina 39: Gevaren Door Brandstoffen

    Veiligheid Gevaren door lawaai 2.16 Gevaren door brandstoffen WAARSCHUWING Olie en vetten kunnen de volgende schade veroorzaken: Vergiftiging door inademing van dampen. Allergieën door huidcontact met olie of vet. Brand- en explosiegevaar door roken, gebruik van vuur of open licht tijdens de omgang met olie of vet.
  • Pagina 40: Gevaren Door De Hydraulische Installatie

    Veiligheid Gevaar door hete media/oppervlakken 2.18 Gevaren door de hydraulische installatie WAARSCHUWING Hydraulische olie kan huidirritaties veroorzaken. Uitlopende hydraulische olie kan schade aan het milieu veroorzaken. In hydraulische systemen komen zeer hoge druk en gedeeltelijk hoge temperaturen tot stand. Hydraulische olie die onder druk uitspuit kan door de huid in het lichaam dringen en kan leiden tot zeer ernstige beschadiging van het weefsel en brandwonden.
  • Pagina 41: Gevaren Door Cardanassen

    Veiligheid Stabiliteit bij de zijdelings geleide rooier 2.21 Gevaren door cardanassen Let op de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanassen. Er mogen alleen cardanassen worden gebruikt die voldoen aan de specificaties van de fabrikant. Let in de straat- en werkstand op de verplichte buisafdekkingen van de cardanas- sen.
  • Pagina 42: Persoonlijke Beschermingsmiddelen

    Veiligheid Verbod op niet-geautoriseerde wijzigingen en modificaties 2.23 Persoonlijke beschermingsmiddelen Om ongevallen te voorkomen draagt u strakke kleding. Met name stropdassen, sjaals, ringen of kettingen kunnen in de bewegende machineonderdelen bekneld raken. Draag geschikte hoofdbedekking wanneer u lang haar heeft. Stop licht ontvlambare voorwerpen, zoals bijv.
  • Pagina 43: Veiligheids- En Beschermingsinrichtingen

    Veiligheid Veiligheids- en beschermingsinrichtingen 2.26 Veiligheids- en beschermingsinrichtingen Na het uitvoeren van werkzaamheden aan de veiligheidsinrichtingen een gedocumen- teerde functietest uitvoeren. Regelmatige de werking van de veiligheidsinrichtingen controleren, onderhoudsintervallen in acht nemen. De veiligheidsinrichting van de machine bestaat uit: Noodstop-schakelaar op het bedieningselement Rooien. Noodstop-schakelaar op de bedieningsconsole van de sorteerstand.
  • Pagina 44: Overzicht

    Veiligheid Veiligheids- en beschermingsinrichtingen Overzicht Noodstop-schakelaar op de bedieningsconsole van de sorteerstand Zwaailicht (optie) Afdekdoek achterzijde Afdekdoek loofketting Waarschuwingsbord Veiligheidsbeugel op trapje Noodstop-schakelaar op het bedieningselement Rooien 44 / 494...
  • Pagina 45: Wegrijbeveiliging

    Veiligheid Wegrijbeveiliging 2.27 Wegrijbeveiliging Er zijn mechanische beschermingsinrichtingen aangebracht, die koppeling met de tractor tegengaan. Deze wordt met een hangslot vergrendeld. Wanneer het slot en de beschermingsinrichting worden verwijderd, kan de machine aan de tractor worden gekoppeld. Wegrijbeveiliging bij kogeltrekoog Wegrijbeveiliging bij hitchtrekoog 45 / 494...
  • Pagina 46 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens 46 / 494...
  • Pagina 47: Overzichtsafbeeldingen En Technische Gegevens

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens 47 / 494...
  • Pagina 48 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens 48 / 494...
  • Pagina 49: Overzichtsafbeelding

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Overzichtsafbeelding Overzichtsafbeelding Dit overzicht zal u vertrouwd maken met de namen van de belangrijkste componenten van uw machine. Bedieningselement boven sorteerband Bunker Kistvuller Scharniercomponent bunker Dissel Opname Zeefketting 1 Schudder Sorteerstand rechts met trapje (10) Voorste loofschrapers (11) Centrale elektriciteitskast (12)
  • Pagina 50 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Overzichtsafbeelding (16) Bunkervulband (17) Sorteerband (18) Band voor toegevoegde hoeveelheden (19) Egelband 2 met rondomlopende vingerkam (20) Afvaluitvoerband (21) Teleskopachse (22) Sorteerstand links met trapje (23) Verzamelkist (24) Hydrauliekolietank (25) Pompverdelertransmissie (26) Steunpoot (27) Trekoog Machine in stand voor de openbare weg 50 / 494...
  • Pagina 51 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Overzichtsafbeelding 51 / 494...
  • Pagina 52: Technische Gegevens

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Technische gegevens Technische gegevens Omschrijving: Bunkermachine Overlaadbunkermachine zonder hulpas met hulpas Maximale snelheid: 40 km/h of 25 km/h Bedrijfsdruk pneumatische rem 5 - 8 bar met twee leidingen: Hydraulisch remsysteem bedrijfs- 100 - 150 bar druk (export): Toegestaan totaalgewicht: 13.000 kg 14.500 kg**...
  • Pagina 53 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Technische gegevens OPMERKING De EU-typegoedkeuring vanaf bouwjaar 2021 geldt alleen voor de modellen met 40 km/u en de uitrusting met pneumatische rem. De EU-typegoedkeuring vanaf bouwjaar 2021 geldt niet voor modellen met 25 km/u en voor de uitrusting met hydraulische rem. Vereisten tractor Omschrijving: Bunkermachine...
  • Pagina 54: Bandenspanning

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Bandenspanning Bandenspanning Aanbeveling Bandentype bar/psi 850/50 R 30.5 2,8 / 41 650/65 R 30.5 2,8 / 41 Aanbevolen Overige bar/psi Zwadopname 6,25 / 91 Hulpas 8,0 / 116 De waarden voor de bandenspanning van de assen staan vermeld bij volledige belas- ting van de bunker.
  • Pagina 55: Transportschema Voor Transport Met Dieplader

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Transportschema voor transport met dieplader Transportschema voor transport met dieplader Zonder hulpas Alle waarden in mm. 3 300 Maximale breedte van de machine. 8 150 Maximale lengte koppelingspunt tot midden van wiel. 3 750 Maximale lengte van midden van wiel tot achterzijde. 1 180 Minimale afstand (afhankelijk van de bandbreedte).
  • Pagina 56 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Transportschema voor transport met dieplader Met hulpas Alle waarden in mm. 3 300 Maximale breedte van de machine. 8 150 Maximale lengte koppelingspunt tot midden van wiel. 3 750 Maximale lengte van midden van wiel tot achterzijde. 1 180 Minimale afstand (afhankelijk van de bandbreedte).
  • Pagina 57: Vastzetogen Voor Transport Op Dieplader/Schip

    Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Vastzetogen voor transport op dieplader/schip Vastzetogen voor transport op dieplader/schip Op de machine bevinden zich achter de as op het hoofdframe links en rechts ogen, daarmee kan de machine aan de vloer kan worden vastgesjord. De spankettingen enz.
  • Pagina 58 Overzichtsafbeeldingen en technische gegevens Vastzetogen voor transport op dieplader/schip Bevestiging op het hoofdframe onder de dissel Sjorpunt machine links Sjorpunt machine rechts De machine heeft geen bevestigingspunten waaraan deze kan worden opgeheven. Om bijv. op een schip te takelen, moeten speciale aanbouwdelen voor heffen met een kraan op de machine worden bevestigd en moet TÜV-gecertificeerde hefapparatuur worden gebruikt.
  • Pagina 59: Algemene Beschrijving

    Algemene beschrijving Algemene beschrijving 59 / 494...
  • Pagina 60 Algemene beschrijving 60 / 494...
  • Pagina 61: Functie

    Algemene beschrijving Functie Functie De machine is een getrokken werkmachine voor het rooien van aardappelen. De gerooide aardappelen worden in de bunker verzameld. Zodra de bunker van de bunkermachine is gevuld, kunnen de aardappelen naar keuze stilstaand op een begeleidend voertuig worden overgeladen of op een hoop worden gelost.
  • Pagina 62: Levering Bunkermachine

    1 bedieningselement Bunker met bevestigingsmaterialen. Diverse kabels voor het aansluiten van de bedieningselementen. 2 wielblokken. 1 sleutel centrale elektriciteitskast. 1 originele gebruiksaanwijzing Keiler 2 Classic. 1 originele reserveonderdelenlijst Keiler 2 Classic. 1 vuilhaak. 1 vuilschraper. 2 sleutels zijdeksel behuizing.
  • Pagina 63: Levering Overlaadbunkermachine

    1 zelf toewijsbaar bedieningselement met bevestigingsmaterialen. Diverse kabels voor het aansluiten van de bedieningselementen. 2 wielblokken. 1 sleutel centrale elektriciteitskast. 1 originele gebruiksaanwijzing Keiler 2 Classic. 1 originele reserveonderdelenlijst Keiler 2 Classic. 1 vuilhaak. 1 vuilschraper. 2 sleutels zijdeksel behuizing.
  • Pagina 64 Bedieningselementen 64 / 494...
  • Pagina 65: Bedieningselementen

    Bedieningselementen Bedieningselementen 65 / 494...
  • Pagina 66 Bedieningselementen 66 / 494...
  • Pagina 67: Trapjes

    Bedieningselementen Trapjes Trapjes GEVAAR – Op het platform van de sorteerstand links eb rechts mogen zich bij gebruik van de machine alleen personen bevinden, zie zijn ingezet voor het sorteren van de oogst- producten. – Klim alleen de trapjes van de sorteerstand op wanneer de machine stil staat. –...
  • Pagina 68: Trapje Rechts

    Bedieningselementen Trapjes 5.1.2 Trapje rechts Veiligheidsbeugel op trapje rechts Ontregelingshendel trapje rechts Trapje rechts werkstand Het trapje rechts wordt met de ontgrendelingshendel trapje rechts (2) in de werkstand (3) en de straatstand gezet. In de werkstand is het trapje uitgeklapt en in de straat- stand is het trapje ingeklapt en staat loodrecht naar boven.
  • Pagina 69: Overzicht Bedieningselementen Tractor

    Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor Overzicht bedieningselementen tractor Overzicht bedieningselementen tractor Keiler 2 Touchscreen Tractorterminal Bedieningselement Bunker Bedieningselement Rooien met noodstopschakelaar Videomonitor Een uitgebreide uitleg vindt u in hoofdstuk 6 "Bediening" (Zie Pagina 79). De hardware van de bedieningselementen Keiler 1 en Keiler 2 zijn identiek. Hier wor- den de bedieningselementen van de tractor weergegeven bij de Keiler 2 met Touchs- creen Tractorterminal (1), bedieningselement Bunker (2), bedieningselement Rooien met noodstopschakelaar (3) en de optionele videomonitor (4).
  • Pagina 70: Tractorterminal

    Tractorterminal ROPA ISOBUS Tractorterminal Touchscreen ROPA biedt standaard een touchscreen-terminal (1) aan voor de bediening. Hier kunnen de instellingen worden gewijzigd door op het beeldscherm te tikken (touch). Omdat dit een capacitief touchscreen (PCAP) is, reageert het scherm ook op aanra- kingen met speciale pennen of handschoenen.
  • Pagina 71: Bedieningselement Rooien

    – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Het bedieningselement Rooien bevat de belangrijkste functies voor de besturing van het rooien.
  • Pagina 72 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (4) Automatische hellingcompensatie: Zet de Automatische hellingcompensatie in de status "geactiveerd" en omge- keerd. De Automatische hellingcompensatie is actief, wanneer de LED brandt. (Zie Pagina 186) (5) Veldbegin: Wanneer deze knop wordt ingedrukt, daalt de opname en de voorgeselecteerde auto- maten worden geactiveerd.
  • Pagina 73: Bedieningselement Bunker (Bunkermachine)

    – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Het bedieningselement Bunker bevat de belangrijkste functies voor de besturing van de bunker van de bunkermachine.
  • Pagina 74 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (1) Automatische detectie asmidden: Zet de Automatische detectie asmidden in de status "geactiveerd" en omgekeerd. De automatische detectie asmidden is actief, wanneer de LED brandt. (Zie Pagina 184) (2) Dissel automatische positie: Bij kort indrukken beweegt de dissel naar de ingeleerde positie. Bij langer dan 3 seconden indrukken wordt de positie opnieuw ingeleerd.
  • Pagina 75 Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen tractor (12) Bovenste mini-joystick boven: Boven As naar links (Zie Pagina 184) Beneden As naar rechts Links Dissel naar rechts Machine naar links (Zie Pagina 182) Rechts Dissel naar links Machine naar rechts (13) Mini-joystick beneden: Boven Bunker heffen (Zie Pagina 315)
  • Pagina 76: Bedieningselement Vrij Toewijsbaar

    – Bevestig in geen geval bedieningselementen met een magneet in de tractorcabine. – Neem een veilige afstand in acht tot bijv. zendmasten of onder stroom staande hoogspanningskabels. De door Ropa gebruikte terminals en bedieningselementen zijn getest voor elektro- magnetische compatibiliteit (EMV) conform DIN EN ISO 14982. Bedieningselement vrij toewijsbaar Het bedieningselement vrij toewijsbaar werkt alleen met terminals die voldoen aan de norm AUX-N –...
  • Pagina 77: Overzicht Bedieningselementen Machine

    Bedieningselementen Overzicht bedieningselementen machine Overzicht bedieningselementen machine 5.3.1 Bedieningselement boven sorteerband Sorteerstandterminal Noodstop-schakelaar sorteerstand Claxon Tractorterminal Toerental sorteerband (Zie Pagina 301) RVK 2 neerlaten RVK 1 neerlaten Afleidingswals 1 neerlaten Afleidingswals 1 heffen (Zie Pagina 279) RVK 1 heffen (Zie Pagina 287) (10) RVK 2 heffen...
  • Pagina 78 Bediening 78 / 494...
  • Pagina 79: Bediening

    Bediening Bediening 79 / 494...
  • Pagina 80 Bediening 80 / 494...
  • Pagina 81 Bediening In dit hoofdstuk leest u alle informatie over de werking van de machine. Bij de meeste werkzaamheden in de agrarische sector wordt de manier van werken en het resul- taat door vele en uiteenlopende factoren beïnvloedt. Het beschrijven van alle denk- bare omstandigheden (bodemgesteldheid, aardappelsoorten, weersomstandighe- den, plaatselijke terreinomstandigheden etc.), gaat aan het doel van deze gebruiks- aanwijzing voorbij.
  • Pagina 82: Eerste Inbedrijfstelling

    Bediening Eerste inbedrijfstelling Eerste inbedrijfstelling Om veiligheidsredenen controleert u alle oliepeilen. Daarnaast moeten bij de eerste ingebruikname alle werkzaamheden worden uitgevoerd en maatregelen worden geno- men, die ook op de dagelijkse ingebruikname van toepassing zijn. Alle schroefverbindingen moeten na de eerste 10 bedrijfsuren worden gecontro- leerd of ze goed vastzitten en evt.
  • Pagina 83: Aanpassing Van Het Trekoog

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.1 Aanpassing van het trekoog Trekkoppeling vastgeschroefd Kogeltrekoog vastgezet Het hoofdframe van de machine moet wanneer aangekoppeld altijd parallel aan de ondergrond of licht omhoog wijzen in de richting van de tractor. Om het hoofdframe aan de tractor aan te passen, kan het trekoog (2) in drie verschillende standen op de dissel worden geschroefd.
  • Pagina 84: Kogeltrekoog

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.1.1 Kogeltrekoog De trekkogelkoppeling op de tractor bij de bunkermachine tot en met bouwjaar 2020 moet zijn toegelaten voor een verticale belasting van 3.000 kg. De trekkogelkoppeling op de tractor bij de bunkermachine vanaf bouwjaar 2021 en bij de overlaadbunkermachine moet zijn toegelaten voor een verticale belasting van 3.500 kg.
  • Pagina 85: Hitchtrekoog (Export)

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.1.2 Hitchtrekoog (export) De hitchkoppeling op de tractor bij de bunkermachine moet zijn toegelaten voor een verticale belasting van 3.000 kg. Hitchtrekoog Om de hoogte van het hitchtrekoog aan te passen, gaat u als volgt te werk: –...
  • Pagina 86: Aanpassing Van De Scharnieras

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.2 Aanpassing van de scharnieras De lengte van de scharnieras tussen de tractor en de machine moet bij het inbou- wen worden aangepast. Bij gebruik van meerdere tractoren voor dezelfde machine, moet de lengte van de scharnieras worden gecontroleerd. Bij levering van de machine is voor de breedhoek-scharnieras (1) een gebruiksaanwijzing bijgevoegd.
  • Pagina 87 Bediening Eerste inbedrijfstelling Stelschroef op 7-voudig LVS-blok Het hydraulieksysteem van de machine moet aan het hydraulieksysteem van de trac- tor worden aangepast. In de gebruiksaanwijzing van de tractor kunt u lezen wat de vereiste bedrijfsmodus voor de machine is. – Draai de stelschroef (1) op het 7-voudige LVS-blok tot aan de aanslag in om de machine in te stellen op Load Sensing System.
  • Pagina 88: Kentekenplaat

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.4 Kentekenplaat Aan de achterkant van de machine moet overeenkomstig de regionaal geldende voor- schriften onder de kentekenplaatverlichting een kentekenplaat worden aangebracht. De afmetingen van de kentekenplaat mogen maximaal 255 mm x 165 mm zijn. Kentekenplaat, afmetingen 255 mm x 130 mm in Duitsland 88 / 494...
  • Pagina 89: Elektrische Leidingen In De Tractor Aanleggen

    Bediening Eerste inbedrijfstelling 6.1.5 Elektrische leidingen in de tractor aanleggen Tractor zonder ISOBUS: modificatieset ISOBUS Houder ISOBUS-aansluiting InCab-aansluiting Bedieningselement ISOBUS bunkerbesturing Bedieningselement ISOBUS rooierbesturing Kabel InCab-bedieningselementen Kabel videoswitch (optie) Videomonitor (optie) Videoswitch (optie) (10) Tractorterminal (11) Aansluiting Tractorterminal (12) Aardingsaansluiting modificatieset ISOBUS (13) Voedingsaansluiting modificatieset ISOBUS Ga als volgt te werk:...
  • Pagina 90 Bediening Eerste inbedrijfstelling – Bedieningselement ISOBUS-rooierbesturing (5) aan het korte uiteinde van de kabel voor InCab-bedieningselementen (6) monteren, de houder voor de nood- schakelaar en de noodschakelaar op het bedieningselement monteren en het bedieningselement ISOBUS-rooierbesturing(5) in de tractorcabine monteren. – Bevestig bedieningselement ISOBUS-bunkerbesturing (4) aan het lange uiteinde van de kabel voor InCab-bedieningselementen (6) en monteer in de tractorcabine.
  • Pagina 91 Bediening Eerste inbedrijfstelling – Bevestig bedieningselement ISOBUS-bunkerbesturing (18) aan het lange uiteinde van de kabel voor InCab-bedieningselementen (17) en monteer in de tractorcabine. – Tractorterminal (22) met kabel InCab Tractorterminal (23) op kabel Y InCab-aan- sluiting Terminal (24) monteren en Tractorterminal in de cabine monteren. 91 / 494...
  • Pagina 92: Veiligheidsvoorschriften Bij Het Gebruik Van De Machine

    Bediening Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine – Voordat u begint te werken met de machine moet u zich vertrouwd maken met de bedieningselementen. Laat u eventueel inlichten door een persoon die al vol- doende ervaring heeft in de omgang met de machine.
  • Pagina 93 Bediening Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine – Voordat u begint moet u er altijd voor zorgen dat er zich in de onmiddellijke nabij- heid van de machine geen personen bevinden. Informeer deze personen over uw bedoelingen en zorg dat ze op een veilige afstand blijven. –...
  • Pagina 94: Werken In De Buurt Van Elektrische Bovenkabels

    Bediening Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine 6.2.1 Werken in de buurt van elektrische bovenkabels GEVAAR Levensgevaar door elektrische stroom! Door de afmetingen van de machine, de terreingesteldheid en de constructie van de hoogspanningskabels, wordt de veiligheidsafstand tijdens het werken in de buurt van of onder de elektriciteitskabels mogelijk te klein.
  • Pagina 95: Richtlijnen Bij Of Na Contact Met Een Elektriciteitsleiding

    Bediening Veiligheidsvoorschriften bij het gebruik van de machine 6.2.2 Richtlijnen bij of na contact met een elektriciteitsleiding – Probeer onmiddellijk door achteruit te rijden het contact met de elektrische boven- kabels te onderbreken. – Probeer de bunker van de bunkermachine te laten zakken wanneer deze omhoog geheven is en contact maakt met de elektrische bovenleiding.
  • Pagina 96: Bedieningsconcept Via Isobus

    ISOBUS en de verschillende waarschuwings- en statusmeldingen om de machine vei- lig en effectief te kunnen gebruiken. Hier wordt de optioneel bij ROPA verkrijgbare Touchscreen Tractorterminal beschre- ven. Omdat de machine via ISOBUS werkt, kunnen andere Tractorterminals afwijken van deze beschrijving.
  • Pagina 97: Aux-N - Auxillary Control (Nieuw)

    6.3.1.1 AUX-N – Auxillary Control (nieuw) De machine en de bij ROPA verkrijgbare Tractorterminal voldoen aan de vereisten van AUX-N uit de ISOBUS-norm. Er kunnen externe bedieningselementen, zoals joysticks die aan AUX-N uit de ISOBUS-norm voldoen, op de machine worden aangesloten en er kunnen op de Tractorterminal functies worden toegewezen.
  • Pagina 98 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Asbesturing naar rechts. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing. Asbesturing analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de asbesturing. Automatische detectie asmidden. Als de functie wordt ingedrukt, wordt de automatische detectie asmidden geactiveerd. Bij nogmaals indrukken wordt de automatische detectie asmidden gedeactiveerd. Machine naar links kantelen.
  • Pagina 99: Ondersteunde Aux-N-Functies Van De Bunkermachine

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Opname neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de opname. Geselecteerde/geactiveerde automatische diepteregeling damdrukregeling of damdrukontlasting. Activeert en deactiveert de geselecteerde automatische diepteregeling. Automatische detectie dammidden. Activeert en deactiveert de automatische detectie dammidden. Bunkervulband heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de sorteerband. Bunkervulband neerlaten.
  • Pagina 100: Ondersteunde Aux-N-Functies Van De Overlaadbunkermachine

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Scharnierende bunkerklep heffen/neerlaten analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de bunker. Scharnierende bunkerklep heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de scharnierende bunkerklep. Scharnierende bunkerklep neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de scharnierende bunkerklep. Kistvuller heffen.
  • Pagina 101 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Losband heffen/neerlaten analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt de losband. Losbandklep 1 heffen/neerlaten analoog. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandklep 1. Losbandklep 1 heffen. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandklep 1. Losbandklep 1 neerlaten. Zolang de functie wordt ingedrukt, beweegt losbandklep 1.
  • Pagina 102: Task-Controller Basic (Optie)

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Losbandhoogte 1. Door kort op deze knop te drukken beweegt de losband automatisch naar de hoogte die op dat moment in de knop is opgeslagen. Terwijl de losband naar de opgeslagen losbandhoogte beweegt, knippert de LED in de knop. Zodra de opgeslagen losband- hoogte is bereikt, brandt de LED continu.
  • Pagina 103: Displayonderdelen Tractorterminal

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3 Displayonderdelen Tractorterminal Displayonderdeel waarschuwingen Displayonderdeel werkpagina's Displayonderdeel automaten Displayonderdeel softkeys Displayonderdeel Terminal Touch800 Aan/uit-schakelaar [A] Displayonderdeel waarschuwingen (Zie Pagina 150) B522 Sensorfout Toerental zeefketting 2 103 / 494...
  • Pagina 104 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS [B] Displayonderdeel werkpagina's In het displayonderdeel Werkpagina's worden alle machinestatussen weergegeven en kunnen alle elektrisch aangestuurde kleppen worden afgesteld. Via de betreffende softkeys komt u op de verschillende werkpagina's. [C] Displayonderdeel automaten Damdrukontlasting (Zie Pagina 233) Damdrukregeling (Zie Pagina 210)
  • Pagina 105: Esc-Knop

    De weergave van de softkeys op de tractorterminal is afhankelijke van het type gebruikte ISOBUS-terminals. Hier wordt de indeling van de softkeys rechts aan de zij- kant bij de bij ROPA verkrijgbare ISOBUS-terminal met twaalf knoppen weergegeven. Doordat andere ISOBUS-terminals meer of minder knoppen kunnen hebben, kunnen de posities van de softkeys voor de afzonderlijk functies verschuiven.
  • Pagina 106: Straatmodus

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.2 Straatmodus Noodstop tractor ingedrukt! De machine mag alleen in de straatmodus op de openbare weg rijden (Zie 174). Alleen in deze modus kan worden gegarandeerd dat de machine is Pagina ingeklapt en er geen stroom staat op de uitgangen van de computer. Daardoor kun- nen er geen onbedoelde stuurbewegingen optreden.
  • Pagina 107: Menu Akkermodus

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.3 Menu Akkermodus Menu Akkermodus zonder de opties drijfwiel en ROPA-videoswitch Menu Akkermodus met de opties drijfwiel en ROPA-videoswitch Softkey Omklapmenu Softkey Opname Softkey Zeefkanaal Softkey Scheiding Softkey Sorteertafel Softkey Hoofdmenu Softkey Machine handmatig aan/uit Softkey Sorteerstandterminal...
  • Pagina 108 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS In het menu Opname (2) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 113): Damdrukontlasting. Damdrukregeling. Rooidiepte. Hydraulische schijfkouter. Zwadopname. Rooien van afzonderlijke rijen. In het menu Zeefkanaal (3) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 119): Instellen waarschuwingsdruk banden.
  • Pagina 109 Met de softkey ROPA-videoswitch (11) wordt de optionele ROPA-videoswitch geac- tiveerd en gedeactiveerd (Zie Pagina 361): De ROPA-videoswitch is gedeactiveerd De ROPA-videoswitch is geactiveerd De ROPA-videoswitch in de uitrusting is geactiveerd, maar wordt niet herkend of is niet aangesloten 109 / 494...
  • Pagina 110: Menu Klapmodus

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.4 Menu Klapmodus WAARSCHUWING Gevaar voor zeer ernstig letsel. – Zorg ervoor dat er zich geen personen in de gevarenzone bevinden. – De sorteerplatforms mogen tijdens het klappen van de bunker/overlaadbunker niet worden betreden. Met de softkey gaat u vanuit het menu Akkermodus naar het menu Klapmodus.
  • Pagina 111 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Met de softkey wordt de bunker in de straatstand gezet. De waarschuwing dat de bunker wordt ingeklapt moet daarbij worden bevestigd. Daarna moet u de softkey ingedrukt houden. Met de softkey wordt het optionele zwaailicht in- en uitgeschakeld. Bij ingeschakeld zwaailicht is de softkey groen.
  • Pagina 112 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Klapmodus overlaadbunkermachine: Klapmenu Straatstand Klapmenu Doorrooistand (10) Klapmenu rooistand/overlaadstand In het menu Klapmodus worden de overlaadbunker en de telescopische as voor werk- zaamheden vanuit de Straatstand in de Akkermodus of voor rijden op de openbare weg vanuit de Akkermodus in de Straatstand (8) gezet. In de Akkermodus kan de tele- scopische as in de stand voor doormiddenrooien (9), bijv.
  • Pagina 113: Menu Opname

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Met de softkey wordt de telescopische as uitgeschoven. de softkey moet daarvoor ingedrukt blijven. De machine moet daarbij langzaam worden gereden. Met de softkey wordt de telescopische as ingeschoven. de softkey moet daarvoor ingedrukt blijven. De machine moet daarbij langzaam worden gereden. Met de softkey worden de optionele LED-werklampen in- en uitgeschakeld.
  • Pagina 114 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Damdrukontlasting (Zie Pagina 233) Softkey damdrukontlasting links verhogen Softkey damdrukontlasting links verlagen Softkey damdrukontlasting rechts verlagen Softkey damdrukontlasting rechts verhogen Softkey synchrone afstelling damdrukontlasting De druk van de damdrukontlasting wordt met de softkey geopend en kan voor beide kanten van de opname tussen 0 bar en 50 bar worden ingesteld.
  • Pagina 115 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Damdrukregeling (Zie Pagina 210) Softkey Damdrukregeling links verhogen Softkey Damdrukregeling links verlagen Softkey Damdrukregeling rechts verlagen Softkey Damdrukregeling rechts verhogen Softkey Synchrone afstelling damdrukregeling De druk van de damdrukregeling wordt met de softkey geopend en kan voor beide kanten van de opname tussen 5 bar en 35 bar worden ingesteld.
  • Pagina 116 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Rooidiepte (Zie Pagina 205) Softkey rooidiepte links vlakker Softkey rooidiepte links dieper Softkey Rooidiepte rechts dieper Softkey rooidiepte rechts vlakker Softkey Synchrone afstelling rooidiepte De afstelling van de rooidiepte wordt met softkey geopend en kan voor beide kan- ten afzonderlijk worden afgesteld.
  • Pagina 117 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS De afstelling van het toerental van de zwadopname wordt met softkey geopend. Het toerental van de zwadopname wordt traploos ingesteld. Met de softkey Toeren- tal zwadopname verhogen (1) wordt het toerental verhoogd, met de softkey Toeren- tal zwadopname verlagen (2) wordt het toerental verlaagd.
  • Pagina 118 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Rooien van afzonderlijke rijen (Zie Pagina 219) Softkey rooidiepte links vlakker Softkey rooidiepte links dieper Softkey Rooien van afzonderlijke rijen links actief Softkey Rooien van afzonderlijke rijen rechts actief Softkey Rooidiepte rechts dieper Softkey rooidiepte rechts vlakker Rooien van afzonderlijke rijen wordt met de softkey geopend.
  • Pagina 119: Menu Zeefkanaal

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.6 Menu Zeefkanaal Softkey instellen waarschuwingsdruk banden Softkey toerentallen zeefkanaal Softkey schudder Softkey Loofschrapers Softkey Banden handmatig Het menu Zeefkanaal is geopend wanneer softkey Zeefkanaal groen is. In het menu Zeefkanaal kunnen de instellingen voor Waarschuwingsdruk banden , Toe- rentallen zeefkanaal , Schudder...
  • Pagina 120 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Instellen waarschuwingsdruk banden (Zie Pagina 147) Softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 1 verhogen Weergave huidige druk/waarschuwingsgrens Waarschuwingsgrens Huidige druk Softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 2 verhogen Softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 2 verlagen Softkey Waarschuwingsdruk egelband 2 verhogen Softkey Waarschuwingsdruk egelband 2 verlagen Softkey Lastafhankelijke regeling egelband 1 (10) Softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 1 verlagen...
  • Pagina 121 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Zeefkettingen synchrone afstelling Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey toerental zeefkettingautomaat Softkey toerental Loofketting verlagen Softkey toerental Loofketting verhogen Softkey toerental zeefketting 2 verlagen Softkey toerental zeefketting 2 verhogen Softkey toerental zeefketting synchroon gedeactiveerd Softkey toerental zeefketting verhogen (10) Softkey toerental zeefketting verlagen...
  • Pagina 122 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Schudder (Zie Pagina 244) Softkey toerental schudder verhogen Softkey toerental schudder verlagen De schudder wordt met softkey geopend. Het toerental van de schudder wordt trapsgewijs van 0 tot 20 ingesteld, waarbij 0 Schudder uit is en 20 het maximale toe- rental van de schudder.
  • Pagina 123 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS In het menu Banden handmatig (5) zijn de volgende functies ondergebracht (Zie Pagina 129): Minimale aansturing van kettingen en banden. Maximale aansturing van de kettingen en banden. Selectie voor welke banden en kettingen moeten worden aangestuurd. 123 / 494...
  • Pagina 124: Menu Scheiding

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.7 Menu Scheiding Menu Scheiding zonder optioneel drijfwiel Menu Scheiding met optioneel drijfwiel Softkey Instellen waarschuwingsdruk banden (Zie Pagina 147) Softkey egelbanden toerentallen Softkey afleidingswalsen hoogte Softkey egelbanden hoogte Softkey Rondomlopende vingerkam Softkey Sorteertafel (Zie Pagina 128) Het menu Scheiding is geopend wanneer de softkey Scheiding groen is.
  • Pagina 125 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden toerentallen Egelbanden afzonderlijke afstelling Egelbanden synchrone afstelling Softkey toerental egelband 2 verhogen Softkey toerental egelband 2 verlagen Softkey toerental egelband 1 verlagen Softkey toerental egelband 1 verhogen Softkey toerental egelbanden synchroon gedeactiveerd Softkey toerental egelbanden verhogen Softkey toerental egelbanden verlagen Softkey toerental egelbanden synchroon geactiveerd 125 / 494...
  • Pagina 126 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden toerental wordt met softkey geopend. Hier worden de toerentallen van egelband 1 (Zie Pagina 272) en egelband 2 (Zie Pagina 283) afgesteld. Daarbij wordt het toerental van de egelbanden ingesteld in min De toerental van de egelbanden kunnen afzonderlijk worden afgesteld, maar ook in gezamenlijk, wanneer de softkey Toerental zeefketting synchroon geactiveerd (8) groen is.
  • Pagina 127 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Egelbanden hoogte (optie) Softkey Egelband 1/2 hoger Softkey Egelband 1/2 lager Egelbanden hoogte wordt met softkey geopend. Bij de machine kan de hellings- hoek van egelband 1/2 (Zie Pagina 293) optioneel worden afgesteld van stand 0 tot en met 20.
  • Pagina 128: Menu Sorteertafel

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS De rondomlopende vingerkam (Zie Pagina 287) wordt met de softkey geopend. Hier wordt het toerental van rondomlopende vingerkam 1 (RVK 1), het toerental van rondomlopendevingerkam 2 (RVK 2), de hoogte van RVK 1 en de hoogte van RVK 2 ingesteld.
  • Pagina 129: Menu Banden Handmatig

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Het menu Sorteertafel wordt met softkey Sorteertafel geopend. In het menu Sor- teertafel wordt het toerental van de sorteerband (Zie Pagina 301) ingesteld tussen 0 % en 100 %. Hier wordt het toerental met de softkey Toerental sorteerband verho- gen (1) verhoogd en met de softkey Toerental sorteerband verlagen (2) verlaagd.
  • Pagina 130 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Druk op de softkey om egelband 2 voor te selecteren. Na selectie wordt de softkey groen. De rondomlopende vingerkam, de sorteerband en de bijproductenband wor- den automatisch aangestuurd met de ingestelde toerentallen. Druk op de softkey om het minimale bandtoerental voor de voorgeselecteerde ket- tingen en banden te selecteren.
  • Pagina 131: Menu Drijfwiel

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.3.10 Menu Drijfwiel Softkey Automatisch drijfwiel Softkey Druk drijfwiel verhogen Softkey Druk drijfwiel verlagen Softkey Drijfwiel vooruit Softkey Drijfwiel achteruit Weergave huidige druk drijfwiel Weergave ingestelde gewenste druk drijfwiel Snelafstelling maximale druk drijfwiel Automatisch drijfwiel veldbegin/veldeinde Het menu Drijfwiel is geopend wanneer de softkey Drijfwiel groen is.
  • Pagina 132: Hoofdmenu

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4 Hoofdmenu Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Service Alle submenu's van het hoofdmenu kunnen door aantikken op de Tractorterminal wor- den geselecteerd. Grijs weergegeven menu-items kunnen niet worden geselecteerd. Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS...
  • Pagina 133: Menu Programmaknoppen

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.1 Menu Programmaknoppen OPMERKING De beschreven functies zijn alleen beschikbaar in de bedrijfsmodus "Akker". Programmaknop P1 Programmaknop P2 Programmaknop P3 Programmaknop P4 Programmaknop P5 Programmaknop P6 Door één van de zes programmaknoppen in te drukken, kan één van de zes verschil- lende machine-instellingen worden geactiveerd.
  • Pagina 134 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Zodra u een met de programmaknop ingestelde waarde verandert, wordt bijv. het sym- bool "P1" op de Tractorterminal wit. Machine-instellingen opslaan Om onder de zes programmaknoppen een machine-instelling op te slaan, moet de knop langer dan 3 seconden worden ingedrukt. De op dat moment ingestelde druk- waarschuwingsgrenzen, huidige toerentallen en huidige hoogtes worden automa- tisch opgeslagen.
  • Pagina 135: Menu Basisinstellingen

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS De naam van het programma kan op ieder gewenst moment worden gewijzigd. Kies daarvoor de te wijzigen programmanaam door te tikken. Er wordt nu een invoer- scherm weergegeven. Voer de nieuwe programmanaam in en sla deze op of annu- leer.
  • Pagina 136 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu bandbesturing Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Aanlooptijden TIM ISOBUS Vertragingstijden Overige Automatische zeefketting Automatische egel In het submenu Bandbesturing kunnen de aanloop- en uitlooptijden van alle elektrisch aangestuurde kettingen en banden worden ingesteld. U dient er hierbij voor te zorgen dat de tijden bij het uitschakelen in de doorstroomrichting van de machine en bij het inschakelen tegen de doorstroomrichting in moeten worden ingesteld.
  • Pagina 137 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Automatische zeefketting Min. zeefketting [1/min] Max. zeefketting [1/min] In de zeefkettingautomaat kunnen de minimale en maximale toerentallen van de zeef- kettingen voor de automaat worden ingesteld. Automatische egel Min. egel [1/min] Max. egel [1/min] In de egelautomaat kunnen de minimale en maximale toerentallen van de egelbanden voor de automaat worden ingesteld.
  • Pagina 138 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Bunker Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Bunker TIM ISOBUS Vertragingstijd sorteerband [s] Overige Afstand ultrasoonsensor Bunkervulniveau [%] Blokkeringstijd rolvloer [s] Rolvloersnelh. 1 AUX [%] Zwaailicht Dissel Rolvloersnelheid [%] Bunker vol Rolvloer Vertragingstijd sorteerband. (Zie Pagina 301) Afstand ultrasoonsensor.
  • Pagina 139 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Diepteregeling Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Diepteregeling TIM ISOBUS Reactiesnelheid Overige Damdrukregeling. (Zie Pagina 210) Damdrukontlasting. (Zie Pagina 233) Damdrukontlasting opname zonder damrollen. (Zie Pagina 226) Submenu Niveauregeling Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers...
  • Pagina 140 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Containerdisplay Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers TIM ISOBUS Overige In het submenu Weergave containers kunnen de 4 weergegeven containers in het menu Akkermodus zelf worden vastgelegd. Met de knop wordt gereset naar de fabrieksinstellingen.
  • Pagina 141 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Overige Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Overige TIM ISOBUS Smeertijd [min] Overige Rijsnelheid Rijafstand [mm] Bedbreedte [mm] Toerental loofketting Bedieningselementen draaiknop as Smeertijd [min]. (Zie Pagina 354) In het submenu Overige kunt u vastleggen, waar de machine het signaal voor de rij- snelheid krijgt.
  • Pagina 142: Menu Speciale Functies

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.3 Menu Speciale functies Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Speciale functies Service Centrale smering Slipbewaking Centrale smering. (Zie Pagina 354) 6.3.1.4.4 Menu Gebruiksgegevens Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Dagstatistieken Service Seizoenstatistieken Machinestatistieken 142 / 494...
  • Pagina 143 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Submenu Dagstatistieken Dagstatistieken Seizoenstatistieken Machinestatistieken Dagstatistieken Statistieken op nul zetten Hectaren Traject rooien Bedrijfsuren De "Dagstatistieken" kunnen alleen worden gewist wanneer u dit na het indrukken van de knop om te wissen nogmaals bevestigt. Hiermee wordt voorkomen dat deze onbe- doeld worden verwijderd.
  • Pagina 144: Menu Video

    Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Video Service Achteruitrijcamera Egel 1/2 Knikbunker Zeefketting 2 Sorteerband Wanneer de optionele ROPA-videoswitch is ingebouwd, wordt in het menu Video de toewijzing van de camera's geregeld (Zie Pagina 361). 144 / 494...
  • Pagina 145: Menu Auxiliary Isobus

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.6 Menu AUXILIARY ISOBUS Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS AUXILIARY ISOBUS Service Bedieningselementen In het menu AUXILIARY ISOBUS kunnen de toewijzingen van "Bedieningselement vrij toewijsbaar" worden vastgelegd en de standaard instellingen worden opgeroepen (Zie Pagina 160).
  • Pagina 146: Menu Service

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.4.7 Menu Service Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Versie Service Diagnose Afstelling Teach-in Basisgegevens Hardware vervangen Submenu Versie In het menu Service zijn voor de bestuurder alleen de submenu's Versie en Diagnose (zie hoofdstuk Storingen en problemen oplossen Zie Pagina 429) van belang.
  • Pagina 147: Waarschuwingsgrenzen Afstellen

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.5 Waarschuwingsgrenzen afstellen Instellen waarschuwingsdruk menu Zeefkanaal Instellen waarschuwingsdruk menu Scheiding De drukbewaking kan direct op de tractorterminal worden geselecteerd door in het menu zeefkanaal (1) de grijze knoppen of softkeys te selecteren, of door in het menu Scheiding (2) de grijze knoppen of softkeys te selecteren.
  • Pagina 148: Automatische Regeling Lastafhankelijke Zeefketting 2 En Egel 1

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS De functie Instellen waarschuwingsdruk banden wordt met de softkey geopend. De huidige druk (6) in bar, de met softkeys instelbare waarschuwingsgrenzen (5) in bar en de combinatie huidige druk en waarschuwingsgrens (4) worden grafisch weergegeven. Met de softkey Waarschuwingsdruk zeefketting 1 verhogen (3) wordt de waar- schuwingsgrens voorzeefketting 1 verhoogd.
  • Pagina 149 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Automatische zeefketting Automatische egel Min. zeefketting [1/min] Min. egel [1/min] Max. zeefketting [1/min] Max. egel [1/min] OPMERKING Wanneer de automatische toerentalafhankelijke regeling van de zeefketting en de egel tegelijkertijd actief is met de automatische lastafhankelijke regeling van zeefket- ting 2 en egel 1, dan heeft de lastafhankelijke regeling voorrang.
  • Pagina 150: Waarschuwings- En Statusmeldingen Op De Tractorterminal

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.1.6 Waarschuwings- en Statusmeldingen op de Tractorterminal B522 Sensorfout Toerental zeefketting 2 Bij operationele storingen worden foutmeldingen weergegeven op de Tractortermi- nal. Tegelijkertijd wordt een vermelding opgeslagen in het foutgeheugen. Bij rode waarschuwingen moet de machine direct worden uitgeschakeld om schade aan de machine te voorkomen.
  • Pagina 151 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Overige waarschuwingen en instructies voor de bediening Dissel niet voor rijden op de open- As niet in middelste stand bare weg Zet de as in de middelste stand Dissel naar rechts draaien Toerental aftakas te laag Noodstop niet ingeschakeld Toerental aftakas verhogen Noodstop tractor inschakelen...
  • Pagina 152 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Statusindicator van de automaten Damdrukontlasting uit Damdrukontlasting aan Damdrukontlasting voorgeselecteerd Damdrukregeling uit Damdrukregeling aan Damdrukregeling voorgeselecteerd Detectie dammidden uit Detectie dammidden aan Detectie dammidden voorgeselecteerd Egelband 1/2 automaat uit Egelband 1/2 automaat aan Egelband 1/2 automaat voorgeselecteerd Vulautomaat uit Vulautomaat aan Vulautomaat voorgeselecteerd...
  • Pagina 153: Machineterminal

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2 Machineterminal Machineterminal De bediening van de machine is onderverdeeld in twee belangrijke elementen: de bediening op de tractor en de bediening op de machine. Op de machine bevindt zich de gebruikersvriendelijke Machineterminal (1) met het ISOBUS-bedieningsconcept en andere elektrische instelmogelijkheden met knoppen.
  • Pagina 154: Displayonderdelen Machineterminal

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1 Displayonderdelen Machineterminal Displayonderdeel werkpagina's Displayonderdeel softkeys [A] Displayonderdeel werkpagina's In het displayonderdeel Werkpagina's worden de vanuit de sorteerstand instelbare machinestatussen weergegeven. 154 / 494...
  • Pagina 155 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS [B] Displayonderdeel softkeys De softkeys worden links en rechts van het displayonderdeel Werkpagina's weergege- ven. 155 / 494...
  • Pagina 156: Sorteerstandmenu 1

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.1 Sorteerstandmenu 1 Sorteerstandmenu 1 Terminal geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 1 vrijgegeven Softkey toerental zeefketting 1 Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental loofketting Softkey toerental zeefketting 2 Softkey toerental zeefketting synchroon In Sorteerstandmenu 1 kunnen na vrijage op de Tractorterminal de toerentallen van zeefketting 1 (3)
  • Pagina 157: Sorteerstandmenu 2

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.2 Sorteerstandmenu 2 Sorteerstandmenu 2 Terminal geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 2 vrijgegeven Softkey toerental egelband 2 Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental egelband 1 In Sorteerstandmenu 2 kunnen na vrijgave op de tractorterminal de toerentallen van egelband 1 (6) (Zie Pagina 272) en egelband 2 (3)
  • Pagina 158: Sorteerstandmenu 3

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.3 Sorteerstandmenu 3 Sorteerstandmenu 3 Terminal geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 3 vrijgegeven Softkey schudder Softkey toerental RVK 2 Softkey werklampen Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey toerental RVK 1 In Sorteerstandmenu 3 kunnen na vrijgave op de tractorterminal de toe- rentallen van rondomlopende vingerkammen 1 (8) (Zie Pagina...
  • Pagina 159: Sorteerstandmenu 4

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.2.1.4 Sorteerstandmenu 4 Sorteerstandmenu 4 Terminal geblokkeerd Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Terminal Sorteerstandmenu 4 vrijgegeven Softkey hellingshoek egelband 1/2 Softkey voorste loofschrapers Softkey rooidiepte links Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links Softkey rooidiepte rechts Softkey achterste loofschrapers In Sorteerstandmenu 4 kunnen na vrijgave op de tractorterminal de hoogtes van...
  • Pagina 160: Bedieningselement Vrij Toewijsbaar

    Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS 6.3.3 Bedieningselement vrij toewijsbaar Met de knoppen "Informatie toewijzing bedieningselement links" en "Informatie toe- wijzing bedieningselement rechts" op het betreffende linker of rechter bedienings- element worden de toewijzingen van de bedieningselementen weergegeven. De informatie wordt weergegeven zolang de knop ingedrukt wordt gehouden. De eerste keer dat u deze knop indrukt wordt het bovenste toewijzingsgedeelte van het bedieningselement weergegeven, de tweede keer dat u drukt wordt het onderste gedeelte van het bedieningselement weergegeven.
  • Pagina 161 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Weergave Fabrieksinstellingen rechts Weergave boven Weergave onder 161 / 494...
  • Pagina 162 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Weergave Fabrieksinstellingen bunkermachine links Weergave boven Weergave onder 162 / 494...
  • Pagina 163 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS "Bedieningselement vrij toewijsbaar" aanpassen Het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" kan als linker of als rechter bedieningsele- ment worden gebruikt. Er kan voor beide kanten een "Bedieningselement vrij toewijs- baar" worden gebruikt. Om ervoor te zorgen dat de besturing herkent als welk bedie- ningselement het wordt gebruikt, moet het "Bedieningselement vrij toewijsbaar"...
  • Pagina 164 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Om het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" om te zetten van de ene kant naar de andere kant, wordt de weergegeven AUX-N-functie van het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" aan de linkerkant geselecteerd. Daarna selecteert u de softkey . Op de volgende pagina kan het bedieningselement als linker of als rechter bedieningsele- ment worden gedefinieerd.
  • Pagina 165 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Toewijzing "Bedieningselement vrij toewijsbaar" wijzigen Om de toewijzing van het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" te wijzigen, wordt in het menu "Service" het submenu "Auxiliary" geopend. Service Service Terminal Plug-ins Besturingsprogramma LightBar Auxiliary IsoPrinter Open Data Interface Connection Center Objectpool Licenties USB 1...
  • Pagina 166 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Om een nieuwe functie op het bedieningselement toe te wijzen, wordt een toewijs- bare functie geselecteerd en door nog een keer aantikken bevestigd. Er verschijnt een overzicht met alle mogelijke bij de functie passende AUX-N-knoppen voor digitale functies of mini-joysticks voor analoge functies.
  • Pagina 167 Bediening Bedieningsconcept via ISOBUS Instellingen laden en opslaan Om instellingen te laden of op te slaan, wordt in het hoofdmenu het menu "AUXILIARY ISOBUS" geopend. Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS AUXILIARY ISOBUS Service Bedieningselementen De fabrieksinstellingen zijn opgeslagen onder geheugenplaats .
  • Pagina 168: Steunpoot

    Bediening Steunpoot Steunpoot Steunpoot werkstand machine Steunpoot borgbout met borgpen Steunpoot afsluitkraan Steunpoot parkeerstand machine De machine is uitgerust met een hydraulische steunpoot. Deze is bedoeld voor het veilig parkeren van de machine. De afsluitkraan (3) moet altijd in de gesloten stand worden gehouden, behalve wan- neer de steunpoot direct daarna wordt in- of uitgeschoven.
  • Pagina 169: Machine Aankoppelen/Loskoppelen

    Bediening Machine aankoppelen/loskoppelen Machine aankoppelen/loskoppelen 6.5.1 Machine aankoppelen Om de machine aan een daarvoor geschikte tractor te koppelen, gaat u als volgt te werk: – Rij met de tractor achteruit in de richting van de koppeling van de machine en blijft kort ervoor staan.
  • Pagina 170 Bediening Machine aankoppelen/loskoppelen Cardanas vastgezet – Sluit de breedhoek-cardanas (3) bij uitgeschakelde tractor aan totdat deze vast- klikt. Let daarbij op de aangebrachte draaivergrendeling/kettingbeveiliging van de cardanasbescherming. LS-schroef 7-voudig LVS-blok – Sluit de hydrauliekslangen van de tractorhydrauliek op de machine aan. Bij gebruik van de tractor-LS schroeft u de LS-schroef (4) op het 7-voudige LVS-blok volle- dig in.
  • Pagina 171 Bediening Machine aankoppelen/loskoppelen OPGELET Gevaar voor schade aan het hydraulieksysteem! Wanneer de LS-schroef op de ingangsplaat van het 7-voudige LVS-blok verkeerd is ingesteld, kan dit tot grote schade aan het hydraulieksysteem van de machine leiden. De LS-schroef moet altijd tot één van de beide aanslagen zijn ingesteld en mag nooit worden afgesteld wanneer de tractor is ingeschakeld.
  • Pagina 172: Machine Loskoppelen

    Bediening Machine aankoppelen/loskoppelen 6.5.2 Machine loskoppelen Om de machine van een tractor los te koppelen, gaat u als volgt te werk: – Zet de machine op een vlakke ondergrond. – De optionele hulpas tot de aanslag heffen en de afsluitkraan van de hulpas sluiten. –...
  • Pagina 173 Bediening Machine aankoppelen/loskoppelen OPMERKING Sluit altijd na het loskoppelen van de machine de heenleidingslang en de retourlei- dingslang van de tractorhydrauliek op elkaar aan! In de retourslang is om veiligheidsredenen een terugslagklep ingebouwd. Door zon- nestraling wordt in de retourslang tussen de koppeling en de terugslagklep druk opge- bouwd en de tractor kan niet meer worden aangekoppeld.
  • Pagina 174: Rijden Op De Openbare Weg

    OPMERKING De firma ROPA wijst er nadrukkelijk op dat zowel de chauffeur als de eigenaar van de machine altijd persoonlijk verantwoordelijk zijn om ervoor te zorgen dat de geldende bepalingen en voorwaarden van de bevoegde instanties voor het wegverkeer worden nageleefd.
  • Pagina 175 Bediening Rijden op de openbare weg Voor de bondsrepubliek Duitsland geldt algemeen: Vóór rijden op de openbare weg: – moet de bunker worden geleegd. – moet de telescoopas volledige worden ingeschoven. – moet de bunker in de transportstand worden geklapt. Doe hiervoor het volgende: –...
  • Pagina 176 één jaar bewaren. Een formu- lier voor deze instructie vindt u in hoofdstuk 9 (Zie Pagina 482). ROPA raadt aan om het formulier te kopiëren voordat u het invult. Zoals reeds aangehaald kunnen de regionaal bevoegde wegeninstanties aanvul- lende voorwaarden vastleggen, die afwijken van de bestaande bepalingen.
  • Pagina 177: Remsysteem

    Bediening Remsysteem Remsysteem Het remsysteem van de machine is standaard uitgevoerd met een remsysteem met perslucht op twee leidingen uitgevoerd, voor de export in bepaalde landen echter met een hydraulisch remsysteem en met een parkeerrem. De bedrijfsrem wordt via het rempedaal op de vloer van de cabine van de tractor bediend.
  • Pagina 178 Bediening Remsysteem De remkracht wordt vanuit de membraancilinder door de overbrenging op de wiel- remmen overgebracht. De remkracht wordt door de opgebouwde druk in de remlei- ding nauwkeurig en fijngevoelig aangestuurd. In de remklep van de aanhanger is een "voorloop" ingesteld, d.w.z. dat de machine eerder en sterker remt dan het trekvoer- tuig, zodat de combinatie recht blijft rijden.
  • Pagina 179: Bedrijfsrem Hydraulisch

    Bediening Remsysteem 6.7.2 Bedrijfsrem hydraulisch De hydraulische bedrijfsrem wordt via het rempedaal op de cabinevloer van de trac- tor bediend. Deze rem werkt in op de assen van de tractor en op de assen van de machine. Hij werkt alleen als er voldoende druk in het hydraulieksysteem is opge- bouwd.
  • Pagina 180: Parkeerrem

    Bediening Remsysteem 6.7.3 Parkeerrem Spindel-parkeerrem De parkeerrem (1) bevindt zich aan de linkerkant in het midden onder het grote raam van de machine, onder de as, zodat de oogstmachine wanneer geparkeerd kan wor- den vastgezet. Om de machine veilig te parkeren of aan te koppelen, moet bij gebruik van de par- keerrem op de volgende punten worden gelet.
  • Pagina 181: Besturing

    Bediening Besturing Besturing 6.8.1 Sturen in de bedrijfsmodus "Straat" GEVAAR Gevaar voor dodelijk letsel bij misbruik van de bedrijfsmodus "Straat". Wanneer u op de openbare weg rijdt, moet de bedrijfsmodus "Straat" zijn ingescha- keld. Als u dat niet doet, kunnen andere verkeersdeelnemers door onbedoelde stuur- bewegingen van de machine in gevaar komen of dodelijk gewond raken.
  • Pagina 182: Disselbesturing

    Bediening Besturing 6.8.2.1 Disselbesturing Sensor disselbesturing De stand van de disselbesturing wordt bewaakt door een sensor (1). De disselbestu- ring heeft 4 basisstanden. In de stand Rijden op de openbare weg is de dissel zover naar binnen gedraaid, dat de dissel in het midden van het spoor van de machine staat en na het starten van de bedrijfsmodus "Straat"...
  • Pagina 183: Dissel Botsbeveiliging (Optie)

    Bediening Besturing Met de AUX-N-functies op het "Bedieningselement zelf toewijsbaar" kan de dissel handmatig worden bestuurd. 6.8.2.1.1 Dissel botsbeveiliging (optie) Dissel botsbeveiliging Optioneel kan de dissel met een botsbeveiliging (1) zijn uitgerust. 6.8.2.1.2 Dissel gereedschapsvak (optie) Dissel gereedschapsvak Optioneel kan de dissel met een gereedschapsvak (1) zijn uitgerust. 183 / 494...
  • Pagina 184: Asbesturing

    Bediening Besturing 6.8.2.2 Asbesturing Sensor asstand Sensor asstand veiligheid De positie van de as wordt door de beide sensoren voor de asstand (1) en voor de asstand veiligheid (2) gemonitord. Asbesturing heeft twee basisstanden. In de stand Rijden op de openbare weg moet de telescoopas zijn ingeschoven en de as in de "rechtdoorstand"...
  • Pagina 185 Bediening Besturing Met de mini-joystick links op het bedieningselement Rooien kan de as handmatig worden bestuurd. Daarbij wordt de as met de mini-joystick naar boven naar rechts gestuurd en met de mini-joystick beneden naar links. Met de bovenste mini-joystick op het bedieningselement Bunker kan de as handma- tig worden bestuurd.
  • Pagina 186: Onderstel

    Bediening Onderstel Onderstel 6.9.1 Displayveld Hellingcompensatie in de Tractorterminal De machine mag alleen op niet-openbare wegen worden gekanteld. Op de openbare weg moet de machine altijd loodrecht boven de pendelas staan. Displayveld Kanteling machine Displayveld Automatische hellingcompensatie De automatische hellingcompensatie is uitgeschakeld. De machine staat recht boven de pendelas en heeft geen actieve kanteling ten opzichte van het terrein.
  • Pagina 187 Bediening Onderstel Handmatige hellingcompensatie: De machine kan met de mini-joystick rechts op het bedieningselement Rooien handmatig naar links en rechts worden gekanteld. Bij een handmatige ingreep in de kanteling bij geactiveerde automatische hellingcompensatie wordt de automatische hellingcompensatie teruggezet naar de status "Geselecteerd" .
  • Pagina 188: Telescoopas

    Bediening Onderstel 6.9.3 Telescoopas Telescoopas ingeschoven Telescoopas uitgeschoven De telescoopas moet bij rijden op de openbare weg en in de doorrooistand volle- dig zijn ingeschoven. In de rooistand en voor het legen van de bunker moet de tele- scoopas volledig zijn uitgeschoven. Met de softkey komt u in het menu Klapmodus.
  • Pagina 189: Drijfwiel (Optie)

    Bediening Onderstel 6.9.4 Drijfwiel (optie) Pomp voor drijfwiel Wanneer het optionele drijfwiel is ingebouwd, is op de pompverdeleraandrijving een extra pomp (1) gemonteerd. Deze pomp is bedoeld voor de aansturing van de rijrich- ting van het drijfwiel vooruit en achteruit. Displayveld Drijfwiel Weergave huidige druk drijfwiel Weergave ingestelde gewenste druk drijfwiel...
  • Pagina 190 Bediening Onderstel Softkey menu Drijfwiel geselecteerd Softkey Automatisch drijfwiel (10) Softkey Drijfwiel achteruit (11) Softkey Drijfwiel vooruit (12) Softkey Druk drijfwiel verlagen (13) Softkey Druk drijfwiel verhogen (14) Statusweergave "Wheel-based machine direction" Statusweergave "Wheel-based machine direction" "0": achteruit. "1": vooruit. "2": fout.
  • Pagina 191 Bediening Onderstel OPMERKING Het automatische drijfwiel werkt alleen wanneer de tractor met ISOBUS is uitgerust en het rijsnelheidssignaal van de tractor via het ISO-bericht beschikbaar is. De softkey-functies Drijfwiel vooruit , Drijfwiel achteruit en Automatisch drijfwiel kunnen niet tegelijkertijd actief zijn. Er kan altijd maar één van de drie softkey-func- ties actief zijn.
  • Pagina 192: Hulpas (Optie)

    Bediening Onderstel 6.9.5 Hulpas (optie) Hulpas straatstand Hulpas terreinstand Afsluitkraan hulpas stand open Afsluitkraan hulpas stand gesloten De hulpas (1) moet voor het rijden op de openbare weg worden neergelaten. Contro- leer VOORDAT u de hulpas neerlaat of er zich geen personen in de buurt van de hul- pas bevinden.
  • Pagina 193 Bediening Onderstel Hulpas voorbereiden voor rijden op de openbare weg: – De afsluitkraan van de steunpoot sluiten. – De afsluitkraan van de hulpas openen (3). – Via de controller van de tractorhydrauliek de hulpas volledig neerlaten (1). – De controller tractorhydrauliek vervolgens in de zweefstand zetten. –...
  • Pagina 194: Zonnedak/Weerdak (Optie)

    Bediening Zonnedak/weerdak (optie) 6.10 Zonnedak/weerdak (optie) Zonnedak in werkstand Knop Dakhuif sorteerstand heffen Knop Dakhuif sorteerstand neerlaten Veiligheidsbouten dak links parkeerstand 194 / 494...
  • Pagina 195: Verlichting Dak (Optie)

    Bediening Zonnedak/weerdak (optie) De dakhuif van de sorteerstand is beschikbaar in de uitvoeringen zonnedak (1) en weerdak met zijdelen. Met de knop Dakhuif sorteerstand heffen (2) op het rechter trapje van de sorteerstand wordt het weerdak hydraulisch in de werkstand (1) geheven. Met de knop Dakhuif sor- teerstand neerlaten (3) op het rechter trapje van de sorteerstand wordt het weerdak hydraulisch in de straatstand neergelaten.
  • Pagina 196: Rooien

    Bediening Rooien 6.11 Rooien 6.11.1 Voorbereidingen voor rooien Voordat u met de werkzaamheden begint, moet u zich vertrouwd maken met de plaat- selijke bodem- en terreingesteldheid. Zorg ervoor dat u goed overzicht heeft over het te rooien aardappelveld. Informeer de aanwezige personen voor aanvang van de werkzaamheden over de belangrijkste veiligheidsvoorschriften en in het bijzonder over de vereiste veiligheidsaf- standen.
  • Pagina 197: Rooimodus

    Bediening Rooien 6.11.2 Rooimodus – Langzaam en voorzichtig de akker oprijden, zodat de damwielen na het instellen van de dissel in de rooistand zijn uitgelijnd vóór de beide te rooien aardappeldam- men. – Machineaandrijving inschakelen. – Rooitoerental zeefkanaal (zeefketting 1, zeefketting 2, loofketting) de intensiteit van de schudder op de Tractorterminal of de Sorteerstandterminal instellen.
  • Pagina 198: Opname

    Bediening Opname 6.12 Opname GEVAAR Gevaar voor letsel! Levensgevaar door slingerende onderdelen! Bij alle werkzaamheden aan de opgeheven opname bestaat de kans dat de opname plotseling naar beneden komt. Personen die zich in dat geval in de buurt bevinden, kunnen daarbij ernstig gewond raken. Voor aanvang van de werkzaamheden moet de opname volledig uit de grond worden geheven en met veiligheidskabels worden vastgezet.
  • Pagina 199: Model Damopname

    Bediening Opname Beveiliging opname Veiligheidskabel opname rechts aangebracht Veiligheidskabel opname links aangebracht – Voordat de opname wordt neergelaten, moeten de beide veiligheidskabels worden verwijderd. – Vóór rijden op de openbare weg moeten de beide veiligheidskabels worden aange- bracht en vastgezet. –...
  • Pagina 200: Damrol

    Bediening Opname 6.12.1.1 Damrol Schraper damrol Vlakke damrol Afhankelijk van de vorm van de aardappeldam zijn de damrollen verkrijgbaar in ver- schillende uitvoeringen: de vlakke damrol (2), de diepe damrol en halve damrollen. Beide zijden van de damopname links en rechts zijn altijd uitgerust met damrollen van hetzelfde type.
  • Pagina 201: Detectie Dammidden

    Bediening Opname 6.12.1.2 Detectie dammidden Sensor detectie dammidden rechts Sensor detectie dammidden links Cilinder disselbesturing Detectie dammidden stuurt via de middenwaarde van de sensoren voor detectie dam- midden rechts (1) en detectie dammidden links (2) op de damwielophanging de elek- tromagnetische stuurkleppen van de disselcilinder (3) aan en houdt het zeefkanaal altijd in het midden van de aardappeldammen.
  • Pagina 202 Bediening Opname Automatische detectie dammidden In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de Detectie dammidden (4) weergegeven. De automatische detectie dammidden is gedeactiveerd. De automatische detectie dammidden is voorgeselecteerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement wordt neergelaten, wordt de detectie dammidden geactiveerd.
  • Pagina 203: Scharen

    Bediening Opname Reactiesnelheid instellen Op de Tractorterminal in het menu "Basisinstellingen", submenu "Detectie dammid- den" kan de reactiesnelheid worden ingesteld tussen 1 en 10, Basisinstelling 5. Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Detectie dammidden TIM ISOBUS Reactiesnelheid Overige 6.12.1.3 Scharen Tweebladschaar gekanteld kort...
  • Pagina 204 Bediening Opname Borgplaat Borgschroef schaar rechts Moer schaarhoek rechts Contramoer rechts Damrol Rooidiepte Schaarhoek Schaar – Instellingen uitvoeren aan beide zijden. – Borgplaat (2) demonteren. – Borgschroef schaar (3) losdraaien. – Contramoer (5) losdraaien. – De schaarhoek met de moer (4) afstellen. –...
  • Pagina 205: Rooidiepte En Damdrukregeling

    Bediening Opname 6.12.1.4 Rooidiepte en damdrukregeling 6.12.1.4.1 Rooidiepte Cilinder rooidiepte rechts Cilinder rooidiepte links De rooidiepte is de afstand tussen het damwiel en de schaar. Met de hydraulische hoogteafstelling van de cilinder boven het damwiel wordt de rooidiepte van beide zij- den onafhankelijk van elkaar ingesteld.
  • Pagina 206 Bediening Opname Displayveld Rooidiepte Softkey Rooidiepte Op het displayveld Rooidiepte (3) wordt de huidige positie van de rooidiepte voor beide zijden van de opname weergegeven. Door de grijze knop in het displayveld Rooidiepte te selecteren (3) komt u in het submenu Rooidiepte. Met de softkey Rooidiepte komt u in het submenu Rooidiepte.
  • Pagina 207 Bediening Opname Druk op de knop om de rooidiepte rechts vlakker te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooi- diepte is. Druk op de knop om de rooidiepte rechts dieper te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooi- diepte is.
  • Pagina 208 Bediening Opname Afstelling rooidiepte via de Sorteerstandterminal (13) Softkey hellingshoek egelband 1/2 (14) Softkey voorste loofschrapers (15) Softkey rooidiepte links (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey rooidiepte rechts (19) Softkey achterste loofschrapers Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 209 Bediening Opname Druk op de knop om de rooidiepte rechts dieper te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooi- diepte is. Druk op de knop om de rooidiepte links vlakker te maken. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooi- diepte is.
  • Pagina 210: Damdrukregeling

    Bediening Opname 6.12.1.4.2 Damdrukregeling Hoe hoger de regeldruk is, hoe hoger ook de druk die op de dam inwerkt is. Cilinder opname links Sensor damdrukregeling links Sensor damdrukregeling rechts Cilinder opname rechts Bij de damdrukregeling wordt de laaddruk van de damwielen via druksensoren in de rooidieptecilinders links (2) en rechts (3) voor iedere rij afzonderlijk vastgesteld.
  • Pagina 211 Bediening Opname Voorbeeld: Bij natte weersomstandigheden of fijn zand. – Minimaler laaddruk ong. 17 bar. Bij droge weersomstandigheden voor veilige aanvoer en voor het breken van kor- sten. – Maximale laaddruk ong. 25 bar. OPMERKING Afhankelijk van de omstandigheden kunnen de damdrukregeling of de damdrukontlas- ting (Zie Pagina 233) in verschillende situaties soms beter functioneren.
  • Pagina 212 Bediening Opname Displayveld damdrukregeling Softkey damdrukregeling Op het displayveld Damdruk (6) wordt de huidige druk van de damdrukregeling voor beide zijden van de opname weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu voor het afstellen van de damdrukregeling. Op het displayveld Dam- druk (6) wordt de druk van de damdrukregeling weergegeven, wanneer de automati- sche damdrukregeling is voorgeselecteerd of geactiveerd.
  • Pagina 213 Bediening Opname Druk op de knop om de druk rechts te verhogen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 5 bar de minimale belastingsdruk en 35 bar de maximale belastings- druk. Druk op de knop om de druk rechts te verlagen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 5 bar de minimale belastingsdruk en 35 bar de maximale belastings- druk.
  • Pagina 214 Bediening Opname Met de knop Automatische diepteregelaar op het bedieningselement Rooien kan de damdrukregeling worden geactiveerd. Het kan bij neergelaten opnamen vanuit de automaatstatus Voorgeselecteerd worden geactiveerd. Dit is nodig wanneer de opname niet met de knop Veldbegin wordt neergelaten. Wanneer de knop Automa- tische diepteregeling op het bedieningselement Rooien bij geactiveerde automati- sche damdrukregeling...
  • Pagina 215: Schijfkouter

    Bediening Opname 6.12.1.5 Schijfkouter OPGELET Gevaar voor schade aan de schijfkouter. Als u niet deze aanwijzing niet in acht neemt, kunnen de schijfkouter, de opname en het voorste gedeelte van het zeefkanaal beschadigd raken. – De dissel mag bij neergelaten opname en bij stilstand of lage rijsnelheid van de tractor niet worden gestuurd.
  • Pagina 216 Bediening Opname Damopname met hydraulisch aangedreven schijfkouter rechts Damopname met hydraulisch aangedreven schijfkouter links Optioneel zijn de rechter schijfkouter (4), de middelste schijfkouter en de linker schijf- kouter (5) hydraulisch aangedreven. Alle vier de schijfkouters, de beide buitenste schijfkouters of alleen de rechter schijfkouter kunnen hydraulisch zijn aangedre- ven.
  • Pagina 217 Bediening Opname Displayveld Schijfkouter Softkey Schijfkouter Op het displayveld Schijfkouter (6) wordt het huidige toerental van de schijfkouter in procenten aangegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Schijfkouter, hier kan het percentage van het toerental worden afgesteld. Met de softkey Schijfkouter komt u in het submenu Schijfkouter.
  • Pagina 218 Bediening Opname Druk op de knop (8) om het toerental te verhogen. Het toerental van de schijfkou- ter kan tussen 20% en 100% worden afgesteld. Daarbij is 20% het minimale toerental van de hydraulische schijfkouter en 100% het maximale toerental van de hydraulische schijfkouter.
  • Pagina 219: Rooien Van Afzonderlijke Rijen

    Bediening Opname (14) Extra schijfkouter rechts De extra schijfkouter rechts (14) kan extra worden ingebouwd bij een normale en bij een hydraulische schijfkouter. De diepte wordt net als bij de normale schijfkouter inge- steld. 6.12.1.6 Rooien van afzonderlijke rijen Het rooien van afzonderlijke rijen wordt in het menu Opname ingesteld. Daarvoor selecteert u de softkey Opname op de Tractorterminal.
  • Pagina 220 Bediening Opname Softkey Opname links heffen Softkey Opname links neerlaten Softkey Rooien van afzonderlijke rijen links actief/niet actief Softkey Rooien van afzonderlijke rijen rechts actief/niet actief Softkey Opname rechts neerlaten Softkey Opname rechts heffen Druk op de softkey om de rooidiepte voor de rechterkant minder diep in te stellen. De rooidiepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooidiepte is.
  • Pagina 221 Bediening Opname Druk op de softkey om de rooidiepte voor de linkerkant dieper in te stellen. De rooi- diepte wordt trapsgewijs afgesteld, waarbij 0 volledig vlakke rooidiepte en 100 volledig diepe rooidiepte is. Druk op de softkey om de linker zijde van de opname voor rooien van afzonder- lijke rijen te deactiveren.
  • Pagina 222: Looftrekwiel

    Bediening Opname 6.12.1.7 Looftrekwiel Looftrekwiel rechts Gatenpatroon looftrekwiel rechts Spanner looftrekwiel rechts Spanner looftrekwiel rechts De looftrekwielen rechts (1) en links bevinden zich op de damopname, tussen de beide buitenste schijfkouters en de zijwand van het zeefkanaal. Beide looftrekwielen zijn identiek, maar in spiegelbeeld ten opzichte van elkaar ingebouwd. De veerspanning (4) moet zo worden ingesteld, dat de looftrekwielen goed door zeefketting 1 worden aangedreven.
  • Pagina 223: Rijafstand Instellen

    Bediening Opname 6.12.1.8 Rijafstand instellen Rijafstand mechanisch instellen GEVAAR Gevaar voor zeer ernstig letsel door aanlopende machine. – Schakel voordat u de instelling van de rijafstand aanpast de motor van de tractor altijd uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten (de contactsleutel eruit halen)! –...
  • Pagina 224: Model Opname Zonder Damrollen

    Bediening Opname 6.12.2 Model opname zonder damrollen Retentieklep links Sensor Besturing links Loopwiel links Sensor hoogte links Afstandsbuis Sensor hoogte rechts Loopwiel rechts Sensor Besturing rechts Retentieklep rechts Met de opname zonder damrollen worden de aardappeldammen via de schaar naar zeefketting 1 geleid.
  • Pagina 225: Rooidiepte En Damdrukontlasting

    Bediening Opname 6.12.2.1 Rooidiepte en damdrukontlasting Bij de opname zonder damrollen kan de rooidiepte hydraulisch aan de hand van de hoogte van de steunwieltjes worden afgesteld. Met de opname zonder damrollen kan de frontconstructie alleen met behulp van de damdrukontlasting worden ontlast. De damdrukregeling met de opname zonder dam- rollen werkt niet.
  • Pagina 226: Damdrukontlasting Opname Zonder Damrollen

    Bediening Opname 6.12.2.1.2 Damdrukontlasting opname zonder damrollen Cilinder opname links Sensor damdrukontlasting links Sensor damdrukontlasting rechts Cilinder opname rechts Bij de opname zonder damrollen werkt de damdrukregeling niet. De opname zonder damrollen werkt alleen met de damdrukontlasting. Voor het afstellen van de damdrukontlasting met de Tractorterminal moeten de instructies in het hoofdstuk Damdrukontlasting (Zie Pagina 233) in acht worden...
  • Pagina 227: Rijafstand Instellen

    Bediening Opname 6.12.2.3 Rijafstand instellen Rijafstand mechanisch instellen GEVAAR Gevaar voor zeer ernstig letsel door aanlopende machine. – Schakel voordat u de instelling van de rijafstand aanpast de motor van de tractor altijd uit en beveilig deze tegen onbedoeld starten (de contactsleutel eruit halen)! –...
  • Pagina 228: Model Zwadopname Met Rooi-As En Opraapband

    Bediening Opname 6.12.3 Model zwadopname met rooi-as en opraapband Toerental opraapband zwadopname Hoogteverstelling zwadopname Bij de zwadopname met rooi-as en opraapband wordt het toerental opraapband zwad- opname (1) op de Tractorterminal afgesteld. De werkdiepte van de zwadopname kan mechanisch via de beide krukken (2) voor de hoogteverstelling voor de zijkanten onaf- hankelijk van elkaar worden afgesteld.
  • Pagina 229 Bediening Opname Met de softkey Zwadopname komt u in het submenu Zwadopname. Softkey Zwadopname toerental verhogen Softkey Zwadopname toerental verlagen Softkey Zwadopname automatisch Druk op de knop (5) om het toerental te verhogen. Het toerental van de opraap- band-zwadopname kan tussen 50 min en 200 min worden afgesteld.
  • Pagina 230 Bediening Opname Bedbreedte instellen in de software In de software kan de bedbreedte traploos worden ingesteld tussen 750 mm en 3.000 mm, de basisinstelling is 1.500 mm. In de Tractorterminal in het menu "Basisinstellingen", submenu "Overige" de bed- breedte instellen. De instelling is noodzakelijk voor correcte oppervlaktemeting. Bandbesturing Bunker Detectie dammidden...
  • Pagina 231: Model Zwadopname Met Schaar

    Bediening Opname 6.12.4 Model zwadopname met schaar Hoogteverstelling zwadopname met schaar De werkdiepte van de zwadopname kan mechanisch via de beide krukken (1) voor de hoogteverstelling voor de zijkanten onafhankelijk van elkaar worden afgesteld. OPMERKING De opname functioneert alleen met de damdrukontlasting. Bij geactiveerde damdruk- ontlasting moet de damdrukontlasting worden ingesteld op zweefstand (0 bar) of tus- sen 8 bar en 20 bar.
  • Pagina 232: Model Wortelopname

    Bediening Opname 6.12.5 Model wortelopname Hoogteverstelling wortelopname De werkdiepte van de opname kan mechanisch via de beide krukken (1) voor de hoogteverstelling zijkanten onafhankelijk van elkaar worden afgesteld. OPMERKING De opname functioneert alleen met de damdrukontlasting. Bij geactiveerde damdruk- ontlasting moet de damdrukontlasting worden ingesteld op zweefstand (0 bar) of tus- sen 8 bar en 20 bar.
  • Pagina 233: Damdrukontlasting

    Bediening Opname 6.12.6 Damdrukontlasting Hoe hoger de ontlastingsdruk is, hoe lager de druk die op de dam inwerkt is. Cilinder opname links Sensor damdrukontlasting links Sensor damdrukontlasting rechts Cilinder opname rechts Bij de damdrukontlasting kunnen beide zijden van de opname afzonderlijk met behulp van de cilinder opname van de bijbehorende drukaccumulator hydraulisch worden ont- last.
  • Pagina 234 Bediening Opname Voorbeeld: 0 bar komt overeen met de zweefstand. Bij natte weersomstandigheden of zwaar begaanbare bodem. – Maximale ontlastingsdruk 50 bar. Bij droge weersomstandigheden voor veilige aanvoer en voor het breken van kor- sten. – Minimale ontlastingsdruk 20 bar. OPMERKING Afhankelijk van de omstandigheden kunnen de damdrukregeling (Zie Pagina...
  • Pagina 235 Bediening Opname Displayveld Damdruk Softkey Damdrukontlasting Op het displayveld Damdruk (6) wordt de huidige druk van de geactiveerde automati- sche diepteregelaar, de damdrukregeling of de damdrukontlasting weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu van de geacti- veerde automatische diepteregelaar, daar kan de insteldruk worden afgesteld.
  • Pagina 236 Bediening Opname Druk op de knop om de druk rechts te verhogen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 0 bar de zweefstand, 20 bar de minimale ontlastingsdruk en 50 bar de maximale ontlastingsdruk. Druk op de knop om de druk rechts te verlagen. De druk wordt trapsgewijs inge- steld, daarbij is 0 bar de zweefstand, 20 bar de minimale ontlastingsdruk en 50 bar de maximale ontlastingsdruk.
  • Pagina 237 Bediening Opname Met de knop Automatische diepteregeling op het bedieningselement Rooien kan de damdrukontlasting worden geactiveerd. Het kan bij neergelaten opnamen vanuit de automatische status "Geselecteerd" worden geactiveerd. Dit is nodig wanneer de opname niet met de knop Veldbegin wordt neergelaten. Wanneer de knop Automa- tische diepteregeling op het bedieningselement Rooien bij geactiveerde damdruk- ontlasting...
  • Pagina 238: Reiniging

    Bediening Reiniging 6.13 Reiniging De reiniging bestaat uit het zeefkanaal en de loofscheiding, de scheiding en de sor- teerder. 6.13.1 Zeefkanaal en loofscheiding Het zeefkanaal bestaat uit zeefketting 1 met de optionele reinigingswals, de schudder en zeefketting 2, die zich samen met het voorste deel van de loofketting in de over- gang tussen het zeefkanaal en de loofscheiding bevindt.
  • Pagina 239 Bediening Reiniging Afstelling toerental zeefketting 1 via Tractorterminal Het toerental van zeefketting 1 kan in het menu Zeefkanaal worden afgesteld. Daar- voor selecteert u de softkey Zeefkanaal op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v.
  • Pagina 240 Bediening Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Druk op de knop om het toerental te verhogen.
  • Pagina 241 Bediening Reiniging Afstelling toerental zeefketting 1 via Sorteerstandterminal (15) Softkey Zeefketting 1 (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey Loofketting (19) Softkey Zeefketting 2 (20) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 242: Roestvrijstalen Platen In Zeefkanaal (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.1.2 Roestvrijstalen platen in zeefkanaal (optie) Roestvrijstalen plaat links in zeefkanaal In het voorste gedeelte van het zeefkanaal, boven zeefketting 1, kunnen op de zijwan- den links en rechts optioneel roestvrijstalen platen worden ingebouwd. Deze roestvrij- stalen platen dienen als slijtplaten, waardoor het frame van het zeefkanaal minder slijt. Op de roestvrijstalen platen blijft niet zo gemakkelijk aarde plakken.
  • Pagina 243: Reinigingswals Zeefketting 1 (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.1.4 Reinigingswals zeefketting 1 (optie) De reinigingswals is optioneel vanaf bouwjaar 2019 verkrijgbaar en voorkomt bij natte ondergrond dat zich aarde ophoopt op zeefketting 1. Reinigingswals zeefketting 1 bouwjaar 2019 tot en met 2020 De reinigingswals (1) is in de bouwjaar 2019 tot en met 2020 in in de zeefkettingspan- ner geïntegreerd en onafhankelijk van de staafafstand van zeefketting 1.
  • Pagina 244: Rubbervleugelwals Zeefketting 1 (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.1.5 Rubbervleugelwals zeefketting 1 (optie) Rubbervleugelwals zeefketting 1 De rubbervleugelwals is optioneel en kan op de aandrijfas van zeefketting 1 (1) wor- den gemonteerd. De rubbervleugelwals voorkomt dat plakkerige aarde en onkruid aan de aandrijfas van zeefketting 1 vast blijven zitten. 6.13.1.6 Schudder Schudder...
  • Pagina 245 Bediening Reiniging Afstelling rooidiepte via de Tractorterminal De intensiteit van de schudder kan in het menu Zeefkanaal worden afgesteld. Daar- voor selecteert u de softkey Zeefkanaal op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Softkey schudder Displayveld schudder Op het displayveld Schudder wordt het ingestelde niveau van de schudder weergege- ven.
  • Pagina 246 Bediening Reiniging Druk op de knop om de intensiteit te verhogen. De maximale intensiteit van de schudder is niveau 20. Druk op de knop om de intensiteit te verlagen. De minimale intensiteit van de schudder is niveau 1. Niveau 0 is Uit en de schudder staat stil. Afstelling schudder via de Sorteerstandterminal Softkey schudder Softkey toerental RVK 1...
  • Pagina 247: Zeefketting 2

    Bediening Reiniging Druk op de knop om de intensiteit te verhogen. De maximale intensiteit van de schudder is niveau 20. Druk op de knop om de intensiteit te verlagen. De minimale intensiteit van de schudder is niveau 1. Niveau 0 is Uit en de schudder staat stil. 6.13.1.7 Zeefketting 2 Zeefketting 2...
  • Pagina 248 Bediening Reiniging Afstelling toerental zeefketting 2 via Tractorterminal Het toerental van zeefketting 2 kan in het menu Zeefkanaal worden afgesteld. Daar- voor selecteert u de softkey Zeefkanaal op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v.
  • Pagina 249 Bediening Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Druk op de knop om het toerental te verhogen.
  • Pagina 250 Bediening Reiniging Afstelling toerental zeefketting 2 via Sorteerstandterminal (15) Softkey Zeefketting 1 (16) Softkey volgende pagina rechts (17) Softkey volgende pagina links (18) Softkey Loofketting (19) Softkey Zeefketting 2 (20) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 251: Kluitenbreker Zeefketting 2 (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.1.8 Kluitenbreker zeefketting 2 (optie) Kluitenbreker zeefketting 2 De kluitenbreker is optioneel en kan in het voorste keerpunt van zeefketting 2 worden gemonteerd. De kluitenbreker breekt verwijderde kluiten en voorkomt daarmee dat zich aarde ophoopt in het voorste deel van zeefketting 2. 6.13.1.9 Afdekking overgang zeefketting 2 (optie) Afdekking overgang zeefketting 2...
  • Pagina 252: Synchrone Afstelling Zeefkettingen

    Bediening Reiniging 6.13.1.10 Synchrone afstelling zeefkettingen Synchrone afstelling zeefkettingen via Tractorterminal Het toerental wordt in de synchroonmodus in het menu Zeefkanaal afgesteld. Daar- voor selecteert u de softkey Zeefkanaal op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v.
  • Pagina 253 Bediening Reiniging Softkey toerental zeefketting verhogen Softkey toerental zeefketting verlagen Softkey Zeefkettingautomaat Softkey toerental Loofketting verlagen (10) Softkey toerental Loofketting verhogen (11) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen De toerentallen van zeefketting 1 en zeefketting 2 kunnen in synchroonmodus geza- menlijk worden afgesteld. Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verhogen.
  • Pagina 254 Bediening Reiniging Synchrone afstelling zeefkettingen via Sorteerstandterminal (12) Softkey Zeefketting 1 (13) Softkey volgende pagina rechts (14) Softkey volgende pagina links (15) Softkey Loofketting (16) Softkey Zeefketting 2 (17) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 255: Snelheidsafhankelijke Automatische Zeefketting

    Bediening Reiniging Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verlagen. Het minimale toerental van de kettingen is 50 min . Wanneer de ketting dit toerental heeft bereikt en nog ver- der wordt verlaagd, dan komt het toerental in de buurt van de andere ketting. Om de toerentallen van de zeefkettingen synchroon af te stellen, moet de Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen zijn geactiveerd.
  • Pagina 256 Bediening Reiniging Snelheidsafhankelijke automatische zeefketting gedeactiveerd bij afzonderlijke afstelling Snelheidsafhankelijke automatische zeefketting geactiveerd bij afzonderlijke afstelling Softkey Toerental zeefketting 1 verhogen Softkey Toerental zeefketting 1 verlagen Softkey snelheidsafhankelijke automatische zeefketting Softkey toerental Loofketting verlagen (10) Softkey toerental Loofketting verhogen (11) Softkey Toerental zeefketting 2 verlagen (12) Softkey Toerental zeefketting 2 verhogen...
  • Pagina 257 Bediening Reiniging Snelheidsafhankelijke automatische zeefketting gedeactiveerd bij synchrone afstelling Snelheidsafhankelijke automatische zeefketting geactiveerd bij synchrone afstelling (14) Softkey toerental zeefketting verhogen (15) Softkey toerental zeefketting verlagen (16) Softkey snelheidsafhankelijke automatische zeefketting (17) Softkey toerental Loofketting verlagen (18) Softkey toerental Loofketting verhogen (19) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen 257 / 494...
  • Pagina 258: Reiniging

    Bediening Reiniging Met de softkey wordt de snelheidsafhankelijke automatische zeefketting in de afzonderlijke afstelling en in de synchrone afstelling van het toerental zeefketting geac- tiveerd en gedeactiveerd. Als de softkey geactiveerd is, is hij groen, als de softkey gedeactiveerd is, is hij wit. De automatische functie kan tussen -95% en 95% wor- den afgesteld.
  • Pagina 259 Bediening Reiniging De zeefkettingautomaat moet via de Sorteerstandterminal worden afgesteld Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor het afstellen van de toerentallen zeefkanalen. Bij geactiveerde snelheidsafhanke- lijke automatische zeefketting op de Tractorterminal kunnen de toerentallen van zeefketting 1 en zeefketting 2 afzonderlijk of synchroon als percentage van de rijsnel- heid van de machine worden ingesteld.
  • Pagina 260: Loofketting

    Bediening Reiniging 6.13.1.12 Loofketting Loofketting met ingetrokken loofsnoeren De loofketting is verkrijgbaar met de staafafstanden 200, 250 en 300. De loofketting scheidt de plantrestanten. De oogstproducten passeren de mazen, daarbij worden stelen en bladeren via de mazen naar buiten afgevoerd. De loofketting bestaat uit zijriemen, middenriemen en berubberde meenemers.
  • Pagina 261 Bediening Reiniging Afstelling toerental loofketting via Tractorterminal De procentuele afwijking van het toerental van zeefketting 2 kan in het menu Zeefka- naal worden afgesteld. Daarvoor selecteert u de softkey op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen. Displayveld toerentallen zeefkanaal Weergave toerental zeefketting 1 Weergave toerental zeefketting 2 Weergave afwijking loofketting t.o.v.
  • Pagina 262 Bediening Reiniging Softkey toerental zeefketting 1 verhogen Softkey toerental zeefketting 1 verlagen Softkey Zeefkettingautomaat (10) Softkey toerental Loofketting verlagen (11) Softkey toerental Loofketting verhogen (12) Softkey toerental zeefketting 2 verlagen (13) Softkey toerental zeefketting 2 verhogen (14) Softkey Synchrone afstelling toerental zeefketting (15) Softkey toerental zeefketting verhogen (16)
  • Pagina 263 Bediening Reiniging Synchrone loop van loofketting ten opzichte van zeefketting 2 instellen Als in de Tractorterminal met een afwijking van 0% wordt ingesteld dat ze gelijk lopen, maar de omloopsnelheid van de loofketting wijkt toch af van zeefketting 2, dan kan het toerental van de loofketting ten opzichte van zeefketting 2 in het "Hoofdmenu", in het menu "Basisinstellingen", het submenu "Overige"...
  • Pagina 264 Bediening Reiniging Afstelling toerental loofketting via de Sorteerstandterminal (17) Softkey Zeefketting 1 (18) Softkey volgende pagina rechts (19) Softkey volgende pagina links (20) Softkey Loofketting (21) Softkey Zeefketting 2 (22) Softkey Synchrone afstelling toerentallen zeefkettingen (23) Softkey toerental zeefketting verhogen (24) Softkey toerental zeefketting verlagen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina...
  • Pagina 265 Bediening Reiniging (25) Softkey toerental Loofketting verhogen (26) Softkey toerental Loofketting verlagen Druk op de knop om het toerental te verhogen. Wanneer de loofketting gelijk loopt met zeefketting 2 is het maximale toerental van de loofketting bereikt en wordt een afwijking van 0% weergegeven.
  • Pagina 266: Loofschrapers

    Bediening Reiniging 6.13.1.13 Loofschrapers Voorste loofschrapers Achterste loofschrapers Boven de loofketting bevinden zich 7 rijen met verstelbare loofschrapers met afzon- derlijke loofveren, om de aardappelen die in het loof zijn achtergebleven tegen te hou- den. De aardappelen vallen door de loofketting heen direct op zeefketting 2 of op de daarlangs lopende egelband 1.
  • Pagina 267 Bediening Reiniging Displayveld Loofschrapers Weergave voorste loofschrapers hoogte Weergave achterste loofschrapers hoogte Softkey Loofschrapers In het displayveld Loofschrapers (3) worden de hoogtes van de voorste loofschrapers (4) en de hoogtes van de achterste loofschrapers (5) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u in het submenu Loofschrapers. Met de softkey Loofschrapers komt u in het submenu Loofschrapers.
  • Pagina 268 Bediening Reiniging Druk op de knop om de voorste loofschrapers te heffen. Bij waarde 0 bevinden de loofschrapers zich zeer dicht in de buurt van de loofketting en bij waarde 20 bevinden de loofschrapers zich zeer ver weg van de loofketting. Druk op de knop om de voorste loofschrapers neer te laten.
  • Pagina 269 Bediening Reiniging (18) Softkey voorste loofschrapers heffen (19) Softkey voorste loofschrapers neerlaten (20) Softkey achterste loofschrapers neerlaten (21) Softkey achterste loofschrapers heffen Druk op de knop om de voorste loofschrapers te heffen. Bij waarde 0 bevinden de loofschrapers zich zeer dicht in de buurt van de loofketting en bij waarde 20 bevinden de loofschrapers zich zeer ver weg van de loofketting.
  • Pagina 270: Scheidingsstangen In De Loofscheiding

    Bediening Reiniging 6.13.1.14 Scheidingsstangen in de loofscheiding Werkstand scheidingsstangen Opbergplek scheidingsstangen Scheidingsstangen onder Wanneer de aardappelen ondanks agressief afgestelde loofschrapers niet loskomen, kunt u scheidingsstangen boven (1) inbouwen op maximaal 3 posities. Hierdoor wor- den de aardappelen opgevangen tussen de scheidingsstangen, de loofvangers en de loofketting, waardoor ze loskomen van het loof.
  • Pagina 271 Bediening Reiniging OPGELET Verhoogde slijtage en beschadigingen van de oogstproducten. Wanneer de scheidingsstangen worden gebruikt, is de kans op slijtage van de loofket- ting en de loofvangers groter. Ook wordt de kans op beschadigingen van de oogstpro- ducten groter. 271 / 494...
  • Pagina 272: Scheiding

    Bediening Reiniging 6.13.2 Scheiding De scheiding is opgebouwd uit egelband 1 met afleidingswals 1 en de afvaluit- voerband, egelband 2 met de rondomlopende vingerkam (RVK) en de helling van egelband 1/2. 6.13.2.1 Egelband 1 Egelband 1 Afleidingswals 1 Egelband 1 is verkrijgbaar in de stangafstanden 36, 40 en 45. Egelband 1 (1) is standaard voorzien van met rubber beklede vingervormige staafjes in de vorm van een V-profiel.
  • Pagina 273 Bediening Reiniging Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Softkey Toerentallen egelbanden In het displayveld Toerentallen egelbanden (3) worden de toerentallen van egelband 1 (4) en egelband 2 (5) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu Toerentalinstellingen egelbanden.
  • Pagina 274 Bediening Reiniging Druk op de knop om het toerental te verhogen. Het maximale toerental van egelband 1 is 250 min Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 1 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 1 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd.
  • Pagina 275 Bediening Reiniging (16) Softkey toerental egelband 1 verhogen (17) Softkey toerental egelband 1 verlagen Druk op de knop om het toerental te verhogen. Het maximale toerental van egelband 1 is 250 min Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 1 is 50 min 275 / 494...
  • Pagina 276: Snelheidsafhankelijke Automatische Egel

    Bediening Reiniging 6.13.2.2 Snelheidsafhankelijke automatische egel Egelautomaat via de tractorterminal activeren en afstellen De snelheidsafhankelijke automatische egel wordt in het menu Scheiding onder het menu-item Egelband toerentallen geactiveerd en gedeactiveerd. Daarvoor selecteert u de softkey Scheiding op de Tractorterminal. Na selectie wordt de softkey groen.
  • Pagina 277 Bediening Reiniging Egelautomaat gedeactiveerd Egelautomaat geactiveerd Softkey toerental egelband 2 verhogen Softkey toerental egelband 2 verlagen Softkey snelheidsafhankelijke automatische egel Softkey toerental egelband 1 verlagen Softkey toerental egelband 1 verhogen Met de softkey wordt de snelheidsafhankelijke automatische egel geactiveerd en gedeactiveerd.
  • Pagina 278: Reiniging

    Bediening Reiniging Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Aanlooptijden TIM ISOBUS Vertragingstijden Overige Automatische zeefketting Automatische egel Automatische egel Min. egel [1/min] Max. egel [1/min] In het hoofdmenu in het menu Basisinstellingen, submenu Bandbesturing onder Auto- matische egel kunnen de minimale en de maximale toerentallen van egelband 1 bij geactiveerde automatische egel worden ingesteld.
  • Pagina 279: Afleidingswals 1

    Bediening Reiniging Egelautomaat via de sorteerstandterminal afstellen Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor het afstellen van de toerentallen egelbanden. Wanneer de snelheidsafhankelijke auto- matische egel in de Tractorterminal is geactiveerd, kan het toerental van egelband 1 worden ingesteld als percentage van de snelheid van de machine.
  • Pagina 280 Bediening Reiniging OPGELET Gevaar voor verliezen en schade aan de machine. Hoe groter de ingestelde spleet tussen egelband 1 en afleidwals 1 is, hoe groter de kans op verlies van oogstproducten. Hoe kleiner de ingestelde spleet tussen egelband 1 en afleidwals 1 is, hoe groter de kans op verhoogde slijtage, omdat afleidwals 1 en egelband 1 elkaar door vastgekoekte aarde kunnen raken.
  • Pagina 281 Bediening Reiniging Softkey Hoogte afleidingswals 1 verhogen Softkey Hoogte afleidingswals 1 verlagen Druk op de knop om de afleidingswals 1 te heffen. De maximale afstand tussen egelband 1 en afleidingswals 1 is 20. Druk op de knop afleidingswals 1 neer te laten. De minimale afstand tussen egelband 1 en afleidingswals 1 is 0.
  • Pagina 282: Afvaluitvoerband (Optie)

    Bediening Reiniging Als de softkey groen wordt weergegeven op de Tractorterminal, kan afleidwals 1 vanaf de sorteerstand worden afgesteld. 6.13.2.4 Afvaluitvoerband (optie) Afvaluitvoerband De afvaluitvoerband (1) is hydraulisch in serie geschakeld met het toerental van egelband 1. Wanneer het toerental van egelband 1 wordt afgesteld, wordt daardoor ook het toerental van de afvaluitvoerband afgesteld.
  • Pagina 283: Egelband 2

    Bediening Reiniging 6.13.2.5 Egelband 2 Egelband 2 Egelband 2 is verkrijgbaar in de stangafstanden 36 en 40. Egelband 2 (1) is standaard van vingervormige staafjes in de vorm van een H-profiel voorzien. Optioneel is egelband 2 met vingervormige staafjes in de vorm van een V- profiel verkrijgbaar.
  • Pagina 284 Bediening Reiniging Displayveld toerentallen egelbanden Weergave toerental egelband 1 Weergave toerental egelband 2 Softkey Toerentallen egelbanden In het displayveld Toerentallen egelbanden (2) worden de toerentallen van egelband 1 (3) en egelband 2 (4) weergegeven. Door de grijze knop te selecteren, komt u hier vandaan direct in het submenu Toerentalinstellingen egelbanden.
  • Pagina 285 Bediening Reiniging Druk op de knop om het toerental te verhogen. Het maximale toerental van egelband 2 is 250 min Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 2 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 2 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd.
  • Pagina 286 Bediening Reiniging (15) Softkey toerental egelband 2 verhogen (16) Softkey toerental egelband 2 verlagen Druk op de knop om het toerental te verhogen. Het maximale toerental van egelband 2 is 250 min Druk op de knop om het toerental te verlagen. Het minimale toerental van egelband 2 is 50 min Voor het verstellen van toerental egelband 2 moet de synchrone afstelling toerental- len egelbanden zijn gedeactiveerd.
  • Pagina 287: Rondomlopende Vingerkam (Rvk)

    Bediening Reiniging 6.13.2.6 Rondomlopende vingerkam (RVK) Rondomlopende vingerkam 2 (RVK 2) Egelband 2 Rondomlopende vingerkam 1 (RVK 1) De machine is standaard uitgerust met een rondomlopende vingerkam (RVK). De rondomlopende vingerkam (RVK) bestaat uit 4 rijen vingers, die per 2 rijden afzon- derlijk worden aangedreven en waarvan het toerental kan worden afgesteld.
  • Pagina 288 Bediening Reiniging Displayveld Toerentallen/hoogtes rondomlopende vingerkam (RVK) Softkey afstelling RVK Weergave hoogte RVK 1 Weergave toerental RVK 1 Weergave toerental RVK 2 Weergave hoogte RVK 2 Met de softkey Afstelling RVK komt u in het submenu Rondomlopende vingerkam (RVK). (10) Softkey toerental RVK 1 verhogen (11) Softkey toerental RVK 1 verlagen...
  • Pagina 289 Bediening Reiniging Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verhogen. Het maximale toerental van RVK 1 is 100%. Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verlagen. Het minimale toerental van RVK 1 is 1%, 0% is stilstand van RVK 1. Druk op de knop om de hoogte van RVK 1 te verhogen.
  • Pagina 290 Bediening Reiniging Afstelling toerental rondomlopende vingerkam (RVK) via de sorteerstandtermi- (18) Softkey schudder (19) Softkey RVK 2 (20) Softkey werklampen (21) Softkey volgende pagina rechts (22) Softkey volgende pagina links (23) Softkey RVK 1 Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 291 Bediening Reiniging Druk op de knop om het toerental van RVK 1 te verlagen. Het minimale toerental van RVK 1 is 1%, 0% is stilstand van RVK 1. Druk op de knop om het toerental van RVK 2 te verhogen. Het maximale toerental van RVK 2 is 100%.
  • Pagina 292: Afleidingswals 2

    Bediening Reiniging 6.13.2.7 Afleidingswals 2 Afleidingswals 2 mechanisch verstelbaar Afstelhendel afleidingswals 2 omhoog/omlaag Afleidingswals 2 is standaard diagonaal boven egelband 2 aangebracht, zodat de bij- producten op de bijproductenband worden geschoven. Deze wordt hydraulisch aange- dreven en het toerental ervan wordt samen met dat van egelband 2 afgesteld. De hoogte van afleidingswals 2 kan in 10 standen worden afgesteld.
  • Pagina 293: Egelband 1/2 Hellingshoek

    Bediening Reiniging 6.13.2.8 Egelband 1/2 hellingshoek Hydraulische cilinder egelband 1/2 hellingshoek (optie) Egelband 1/2 is standaard uitgerust met een topstang voor het afstellen van de hel- ling. Hiermee wordt de hellingshoek van egelband 1/2 handmatig afgesteld door aan de topstang te draaien. GEVAAR Levensgevaar door bewegende machineonderdelen! Het afstellen van de topstang van egelband 1/2 is alleen toegestaan wanneer de...
  • Pagina 294 Bediening Reiniging Softkey egelbanden hoogte Met de softkey Hoogte egelbanden komt u in het submenu Hoogte egelbanden. Softkey Egelband 1/2 heffen Softkey Egelband 1/2 neerlaten Druk op de knop om egelband 1/2 te heffen. De maximale hoogte van egelband 1/2 is 20. Druk op de knop om egelband 1/2 neer te laten.
  • Pagina 295 Bediening Reiniging Afstelling hellingshoek egelband 1/2 via Sorteerstandterminal Softkey hellingshoek egelband 1/2 Softkey voorste loofschrapers Softkey rooidiepte links Softkey volgende pagina rechts Softkey volgende pagina links (10) Softkey rooidiepte rechts (11) Softkey achterste loofschrapers Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 296: Synchrone Afstelling Egelbanden

    Bediening Reiniging Druk op de knop om egelband 1/2 neer te laten. De minimale hoogte van egelband 1/2 is 0. 6.13.2.9 Synchrone afstelling egelbanden Synchrone afstelling egelbanden via Tractorterminal Het toerental wordt in de synchroonmodus in het menu Scheiding afgesteld. Daarvoor selecteert u de softkey Scheiding op de Tractorterminal.
  • Pagina 297 Bediening Reiniging Softkey toerental egelbanden verhogen Softkey toerental egelbanden verlagen Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden / automatische egelban- De toerentallen van egelband 1 en egelband 2 kunnen in synchroonmodus gezamen- lijk worden afgesteld. Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verhogen. Het maximale toeren- tal van de egelbanden is 250 min .
  • Pagina 298 Bediening Reiniging Synchrone afstelling egelbanden via Sorteerstandterminal Softkey toerental egelband 2 Softkey volgende pagina rechts (10) Softkey volgende pagina links (11) Softkey toerental egelband 1 (12) Softkey Synchrone afstelling toerentallen egelbanden Wanneer de Sorteerstandterminal is vrijgegeven, bladert u met de softkey Pagina omslaan rechts of met de softkey Pagina omslaan links naar de pagina voor...
  • Pagina 299 Bediening Reiniging Druk op de knop om de toerentallen synchroon te verlagen. Het minimale toeren- tal van de egelbanden is 50 min . Wanneer een egelband dit toerental heeft bereikt en nog verder wordt verlaagd, dan komt het toerental in de buurt van de andere egelban- den.
  • Pagina 300: Sorteren

    Bediening Reiniging 6.13.3 Sorteren Uitwerpschacht rechts Sorteerband Band voor toegevoegde hoeveelheden Uitwerpschacht bijproductenband Uitwerpschacht links Het sorteersysteem bestaat uit de sorteerband (2) en de bijproductenband (3). De oogstproducten kunnen hier worden gecontroleerd en verkeerd doorgestuurde oogst- producten kunnen uit worden gesorteerd. Aan de rechterkant van de sorteerband bevindt zich een grote uitwerpschacht, uit- werpschacht rechts (1).
  • Pagina 301: Sorteerband

    Bediening Reiniging 6.13.3.1 Sorteerband Sorteerband zonder sortering Sorteerband met sortering Uitwerpschacht rechts Sorteerband Band voor toegevoegde hoeveelheden Uitwerpschacht bijproductenband Uitwerpschacht links Sorteerwalsen De sorteerband (2) wordt hydraulisch aangedreven en vormt een eenheid met de bun- kervulband. Het toerental van de sorteerband kan vanuit de Tractorterminal of direct vanuit de sor- teerstand worden aangepast.
  • Pagina 302 Bediening Reiniging Softkey Omklapmenu Softkey Opname Softkey Zeefkanaal (10) Softkey Scheiding (11) Softkey Sorteertafel (12) Softkey Hoofdmenu (13) Softkey Machine handmatig aan/uit (14) Softkey Sorteerstandterminal (15) Softkey Snelafstelling sorteerstand Alle snelafstellingen op de sorteerband zijn geblokkeerd. De snelafstellingen voor de hoogte van afleidingswals 1, rondomlopende vingerkam 1 en rondomlopende vingerkam 2 op de sorteerstand zijn vrijgegeven.
  • Pagina 303 Bediening Reiniging Afstelling sorteerband via Tractorterminal Softkey Sorteertafel zonder optioneel Softkey Sorteertafel met optioneel drijfwiel drijfwiel Met de softkey Sorteertafel komt u in het submenu Sorteertafel. Afhankelijk van de uitrusting van de machine, zonder of met het optionele drijfwiel, bevindt de softkey Sorteertafel zich in het menu Akkermodus of in het menu Scheiding.
  • Pagina 304 Bediening Reiniging Afstelling sorteerband via sorteerstand machine (18) Sorteerband stilstand (19) Sorteerband maximaal toerental Na vrijgave van de afstelling sorteerband op de sorteerstand moet altijd bij de eerste keer afstellen het daarvoor ingestelde toerental op de tractorterminal worden opge- zocht. Daarna kan het toerental van de sorteerband fijn, maar ook zeer snel worden afgesteld.
  • Pagina 305: Bijproductenband

    Bediening Reiniging 6.13.3.2 Bijproductenband Sorteerband Sortering Uitwerpschacht bijproductenband Band voor toegevoegde hoeveelheden Draaiknop toerental bijproductenband Uitwerpschacht links De bijproductenband (4) wordt hydraulisch aangedreven en loopt hydraulisch in serie met de sorteerband (1). De bijproductenband neemt de afgescheiden bijproducten over van egelband 2. Hier kunnen verkeerd doorgestuurde oogstproducten alsnog worden uitgesorteerd.
  • Pagina 306: Bijproductenuitvoerband

    Bediening Reiniging 6.13.3.3 Bijproductenuitvoerband Bijproductenuitvoerband De bijproductenuitvoerband wordt hydraulisch aangedreven en loopt hydraulisch in serie met de sorteerband. Wanneer het toerental van de sorteerband wordt bijgesteld, wordt ook het toerental van de bijproductenuitvoerband bijgesteld. 6.13.3.4 Bijproductenretourband Bijproductenretourband De bijproductenretourband wordt hydraulisch aangedreven en loopt hydraulisch in serie met de sorteerband.
  • Pagina 307: Sorteerbak (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.3.5 Sorteerbak (optie) Hendel klep sorteerbak Sorteerbak Klep sorteerbak Sorteerwalsen Afstelhendel sorteerwalsen De optionele sorteerbak (2) bevindt zich onder de optionele sorteerwalsen (4). Hier kunnen de door de sorteerwalsen uitgesorteerde bijproducten en te kleine aardappe- len tijdelijk worden opgeslagen. Met de hendel sorteerbak (5) wordt de afstand tussen de sorteerwalsen ingesteld.
  • Pagina 308: Verzamelkist (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.3.6 Verzamelkist (optie) Verzamelkist De optionele verzamelkist bevindt zich aan de linkerkant de van de machine, vóór de as. Hier kunnen stenen en bijproducten worden verzameld en aan de rand van het veld worden gelost. De verzamelkist wordt met de knop op het bedieningselement Bunker geopend.
  • Pagina 309: Aardappelkneuzer (Optie)

    Bediening Reiniging 6.13.3.7 Aardappelkneuzer (optie) Toevoerband aardappelkneuzer Aardappelkneuzer De optionele aardappelkneuzer bevindt zich aan de linkerkant van de machine voor de as. Kleine aardappelen worden grotendeels via het spoor voor bijproducten uitgesorteerd. Daarnaast worden rotte, groene of misvormde knollen door de sorteermedewerkers via de uitworpschacht of het spoor voor bijproducten uitgesorteerd.
  • Pagina 310 Bediening Reiniging De aardappelkneuzer draait altijd, wanneer zeefketting 1 is ingeschakeld. De beide banden van de aardappelkneuzer lopen met verschillende toerentallen in tegenge- stelde richting. Met de regelaar voor het afstellen van de toerentallen (7) kan het pro- centuele toerentalverschil tussen de banden van de aardappelkneuzer en zeefketting 1 worden ingesteld.
  • Pagina 311: Bunker

    Bediening Bunker 6.14 Bunker De bunker is er uitsluitend voor bedoeld voor de tijdelijke opslag van gerooide aard- appelen, totdat ze worden gelost in een stilstaand transportvoertuig. De aardappe- len kunnen ook op een hoop worden gelost aan de rand van de akker. De bunker is in geen geval bedoeld als laadruimte voor het transport van goederen of voorwerpen.
  • Pagina 312: Bunkermodellen

    XL-bunker (2) met een breedte van 3,30 meter zijn uitgevoerd. Beide bunkermodellen kunnen optioneel met een kistvuller, een bunkerscharnier of roestvrijstalen platen (Silver Edition) zijn uitgerust. OPMERKING Vanaf bouwjaar 2021 is de Keiler 2 Classic standaard uitgerust met de XL-bunker. 312 / 494...
  • Pagina 313: Bunkerklepcomponent En Bunkerklep

    Bediening Bunker 6.14.2 Bunkerklepcomponent en bunkerklep Bunker in transportstand Bunker in werkstand De stand van de bunker bepaalt in principe of de machine in de transportstand (1) of in de werkstand (2) staat. De bunker kan pas worden ingeklapt, wanneer de bunker en de bunkervulband volledig zijn neergelaten (onderste stand), de bunkerklep open en de telescoopas ingeschoven is.
  • Pagina 314 Bediening Bunker Omklapmenu Straatstand Omklapmenu Doorrooistand Omklapmenu Rooistand/afbunkerstand Druk op de knop om het bunkerklepcomponent in de werkstand te zetten. Wanneer op de Tractorterminal de weergave op 100% staat en het beeldscherm is omgescha- keld, staat het bunkerklepcomponent in de werkstand. Voordat het bunkerklepcomponent in de transportstand kan worden gezet, moeten de bunker en de bunkervulband in de onderste stand (volledig neergelaten) zijn en de bunkerklep volledig open.
  • Pagina 315: Bunker Heffen/Neerlaten

    Bediening Bunker 6.14.3 Bunker heffen/neerlaten De bunker kan vanaf de bestuurdersstoel met de onderste mini-joystick op het bedie- ningselement Bunker worden geheven en neergelaten. Alleen in de werkstand kan de bunker worden geheven en neergelaten. De stand van de bunker wordt bewaakt door een sensor.
  • Pagina 316: Bunkerrolbodem

    Bediening Bunker 6.14.4 Bunkerrolbodem Het toerental van de bunkerrolbodem kan traploos worden afgesteld vanaf de bestuur- dersstoel. De bunkerrolbodem is bedoeld voor het legen van de bunker, maar wordt ook aangestuurd voor optimale vulling van de bunker. De bunkerrolbodem is stan- daard een doekbodem.
  • Pagina 317: Bunkervulband

    Bediening Bunker 6.14.5 Bunkervulband Ultrasoonsensor vulautomaat Bunkervulband D bunkervulband (2) kan vanaf de bestuurdersstoel worden geheven en neergelaten. De positie van de bunkervulband wordt bewaakt door een sensor. Wanneer de vulau- tomaat (1) geactiveerd is, gaat de bunkervulband automatisch omhoog op basis van het vulniveau van de bunker.
  • Pagina 318: Bunkervulling Bunkermachine

    Bediening Bunker 6.14.6 Bunkervulling bunkermachine Ultrasoonsensor vulautomaat De bunker kan handmatig of automatisch worden gevuld. Handmatige bunkervulling Bij handmatige bunkervulling moet u zelf op de valhoogte van de oogstproducten van de bunkervulband in de bunker in de gaten houden. Ook moet u erop letten dat de bunkervulband niet wordt bedekt met oogstproducten.
  • Pagina 319 Bediening Bunker Eindstandschakelaar bunkerdoek achter Eindstandschakelaar bunkerdoek voor Bunkervulautomaat In het displayveld Automaten wordt de huidige toestand van de vulautomaat (4) weer- gegeven. Door het aantikken van de tractorterminal kan de automatische bunkervul- ling worden voorgeselecteerd, geactiveerd en gedeactiveerd. De bunkervulautomaat is gedeactiveerd. De bunkervulautomaat is voorgeselecteerd.
  • Pagina 320 Bediening Bunker De bunkervulautomaat is geactiveerd. Wanneer de opname met de knop Veldbegin op het bedieningselement Rooien wordt geheven, blijft de vulautomaat geacti- veerd. De vulautomaat kan op de tractorterminal onder Automaten weer op gedeacti- veerd worden ingesteld. Door het activeren van de eindstandschakelaars op het bun- kerdoek schakelt de bunkervulautomaat uit.
  • Pagina 321 Bediening Bunker Automatisch vulmechanisme bij ingeschoven as Het automatisch vulmechanisme functioneert bij ingeschoven as slechts beperkt. Zolang de telescopische as niet in de werkstand staat, niet volledig uitgeschoven is, kan de aandrijving van de rolvloer niet worden geactiveerd. Het automatische vulme- chanisme stuurt de vulband nog steeds aan, maar de rolvloer wordt bij het bereiken van de bovenste eindstand niet geactiveerd.
  • Pagina 322: Bunkerleging Bunkermachine

    Bediening Bunkerleging bunkermachine 6.15 Bunkerleging bunkermachine Procedure voor het legen van de bunker – Hef de opname, schakel de aftakas van de tractor uit en zet de dissel "rechtuit". – Rij naar de losplaats en hef de bunker pas wanneer u dicht bij de aanhanger bent. Hef de bunker niet hoger dan nodig is.
  • Pagina 323: Bunkerscharniercomponent (Optie)

    Bediening Bunkerleging bunkermachine OPMERKING Door op de knop Veldbegin te drukken, wordt de knop Bunkerrolbodem star- ten/stoppen automatisch gedeactiveerd. 6.15.1 Bunkerscharniercomponent (optie) Bunkerscharniercomponent werkstand Bunkerscharniercomponent legingsstand Het optionele bunkerscharniercomponent kan vanaf de bestuurdersstoel van de tractor worden afgesteld. De stand van het bunkerscharniercomponent wordt niet bewaakt.
  • Pagina 324: Kistvuller (Optie)

    Bediening Bunkerleging bunkermachine 6.15.2 Kistvuller (optie) Kistvuller voorgedraaid Kistvuller weggedraaid De optionele kistvuller kan vanaf de bestuurdersstoel worden voorgedraaid (1) en weggedraaid (2). De stand van kistvuller wordt niet bewaakt. De kistvuller is bedoeld voor het vullen van kisten, maar kan ook worden ingezet als valrem. Aan de binnen- kant van de kistvuller zijn negen rubberen doeken aangebracht die als valrem dienen.
  • Pagina 325: Bunkerdoek Terugzetten

    Bediening Bunkerleging bunkermachine 6.15.3 Bunkerdoek terugzetten Haak bunkerdoek terugzetten De haak (1) voor het terugzetten van het bunkerdoek wordt vanuit de bestuurdersstoel bediend. Met de knop Bunkerdoek terugzetten op het bedieningselement Bunker wordt de haak aan de loskant van de bunker geactiveerd. Daardoor kan het bunkerdoek na het legen en bij volledig geheven bunker probleemloos naar de werkstand terugglijden.
  • Pagina 326: Bunkerweegsysteem (Optie)

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16 Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.1 Opbouw en functie Dit is een statisch elektronisch weegsysteem. Dit systeem gebruikt zeer gevoelige elektronische meetbouten om het gewicht te meten van de bunkerinhoud, inclusief bij- producten zoals bijv. aarde. De nauwkeurigheid van elk afzonderlijk weegproces wordt voornamelijk beïnvloed door de juiste bediening van het weegsysteem.
  • Pagina 327: Wegen

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2 Wegen Houd rekening met de volgende punten om een zo optimaal mogelijk weegresultaat te bereiken: – De bunker regelmatig reinigen. Wanneer de toestand van de ondergrond daarom vraagt, zelfs meerdere keren per dag reinigen. – Tijdens het wegen moet goed op de gesteldheid van de ondergrond worden gelet. Er moet altijd op een effen ondergrond en in stilstand worden gewogen.
  • Pagina 328: Bediening Weegsysteem

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2.1 Bediening weegsysteem Displayveld Weegsysteem Het weegproces starten/stoppen De op dat moment afgewogen hoeveelheid resetten Op dat moment gewogen hoeveelheid Opbrengst in dt/ha op dat moment gewogen hoeveelheid Menu "Weegsysteem" Opbrengst per dag in dt/ha Daghoeveelheid (teller wordt niet automatisch op 0 gezet) Som van op dat moment gewogen hoeveelheid ISOBUS-toepassing Potato Scale (10)
  • Pagina 329: Inbedrijfstelling Na Ontvangst Van De Machine

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2.2 Inbedrijfstelling na ontvangst van de machine Als u het weegsysteem voor de eerste keer gebruikt, is het absoluut noodzakelijk het weegsysteem te kalibreren. Het kalibreren bestaat uit twee stappen die in de beschre- ven volgorde moeten worden uitgevoerd. (Zie Pagina 331) OPMERKING...
  • Pagina 330: Op Dat Moment Gewogen Hoeveelheid Op 0 Zetten

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2.4 Op dat moment gewogen hoeveelheid op 0 zetten U kunt na het wisselen van het afvoervoertuig de weergave van het op dat moment gewogen totaal (2) en de opbrengst op dat moment in dt/ha (3) op één manier op de terminal op 0 zetten.
  • Pagina 331: Weegsysteem Kalibreren

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2.6 Weegsysteem kalibreren Reinig de bunker. Voer een nulstelling uit (Zie Pagina 330). Zet de weergave van het gewicht van het weegsysteem op "0.00" en weeg de eerste lading. Noteer deze waarde. Laat het werkelijke gewicht van de lading met een geijkte weegschaal berekenen bij de afnemer.
  • Pagina 332: Continu Gebruik Van Het Weegsysteem

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) Gewicht [kg] Keiler Gewicht[kg] weegsysteem ext. Voer het werkelijke gewicht van de lading in dat werd bepaald met de geijkte externe weegschaal en bevestig de invoer. Het systeem bepaalt nu de nieuwe kalibratiewaarde en toont zowel de oude als de nieuwe kalibratiewaarde.
  • Pagina 333: Totalenteller

    Bediening Bunkerweegsysteem (optie) 6.16.2.8 Totalenteller Als u één van de totalentellers wilt verwijderen, moet u het weegproces eerst beëindi- (Zie Pagina 329). Dagtotaal Kies in het menu "Weegsysteem" het submenu "Dagtotaal" om de dagteller te wissen. Dagtotaal Statistieken op nul zetten Totaal [to] Opbrengst [dt/ha] Tik op de schermknop "Statistieken op nul zetten".
  • Pagina 334: Overlaadbunker (Optie)

    Bediening Overlaadbunker (optie) 6.17 Overlaadbunker (optie) De overlaadbunker is uitsluitend voor bedoeld voor de tijdelijke opslag van gerooide aardappelen, totdat ze worden gelost in een stilstaand transportvoertuig. De aardap- pelen kunnen ook op een hoop worden gelost aan de rand van de akker. De bunker is in geen geval bedoeld als laadruimte voor het transport van goederen of voorwerpen.
  • Pagina 335: Losband En Bunkerachterwand

    Bediening Overlaadbunker (optie) 6.17.1 Losband en bunkerachterwand Losband transportstand Bunkerachterwand gesloten De stand van de overlaadbunker bepaalt in principe of de machine in de transport- stand of in de werkstand staat. In de transportstand is de losband volledig ingeklapt (1) en de bunkerachterwand gesloten (2). Losband opgeklapt Losband rooistand Bij het opklappen van de losband moet erop worden gelet dat er voldoende ruimte is...
  • Pagina 336 Bediening Overlaadbunker (optie) Bunkerachterwand opgeklapt De bunkerachterwand (5) klapt automatisch omhoog wanneer de losband wordt opge- klapt. Afsluitkraan bunkerachterwand open Afsluitkraan bunkerachterwand gesloten Wanneer de bunkerachterwand gesloten moet blijven, bijv. om langs de rand van het veld te rooien langs een rij bomen, kan de bunkerachterwand met de afsluitkraan (7) worden vergrendeld.
  • Pagina 337 Bediening Overlaadbunker (optie) OPGELET Gevaar voor schade aan de machine. De losband mag alleen worden ingeklapt, wanneer de bunkervulband en de sor- teerband volledig zijn neergelaten. Wanneer dit niet in acht wordt genomen, kun- nen machinecomponenten met elkaar in botsing komen waardoor de machine zware beschadigingen kan oplopen.
  • Pagina 338 Bediening Overlaadbunker (optie) Voordat de losband in de transportstand kan worden gezet, moeten de sorteerband en de bunkervulband in de onderste stand (volledig neergelaten) zijn. Druk op de knop om de losband in de transportstand te zetten. De waarschuwing dat de bunker wordt ingeklapt moet daarbij worden bevestigd. Daarna moet u de soft- key ingedrukt houden.
  • Pagina 339: Rolvloer Bunkerbak En Losband

    Bediening Overlaadbunker (optie) 6.17.2 Rolvloer bunkerbak en losband Rolvloer bunkerbak Losband Met de AUX-N-functie Losband aan/uit op het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" links worden de losband en de rolvloer van de bunkerbak geactiveerd en gedeacti- veerd. Daardoor kan de losband bijv. bij het vullen in de hoeken van de aanhanger snel worden gestopt.
  • Pagina 340: Bunkervulband En Sorteerband

    Bediening Overlaadbunker (optie) 6.17.3 Bunkervulband en sorteerband Sorteerband neergelaten Sorteerband geheven Softkey Toerental sorteertafel verhogen Softkey Toerental sorteertafel verlagen Softkey Sorteerband omlaag Softkey Sorteerband omhoog Druk op de knop om de sorteerband te heffen. De sorteerband kan pas worden geheven wanneer de losband in de werkstand staat. Het automatische vulmechanisme werkt alleen wanneer sorteerband volledig is geheven.
  • Pagina 341: Bunkervulling Overlaadbunkermachine

    Bediening Overlaadbunker (optie) 6.17.4 Bunkervulling overlaadbunkermachine Ultrasoonsensor bunkervulband Ultrasoonsensor bunkerbak Ultrasoonsensor losband De bunker kan handmatig of automatisch worden gevuld. Handmatige bunkervulling Bij handmatige bunkervulling moet u zelf op de valhoogte van de oogstproducten van de bunkervulband in de bunker in de gaten houden. Ook moet u erop letten dat de bunkervulband niet wordt bedekt met oogstproducten.
  • Pagina 342 Bediening Overlaadbunker (optie) hoogste stand heeft bereikt en de ultrasoonsensor oogstproducten detecteert. Wan- neer de ultrasoonsensor de losband (3) activeert, krijgt de bestuurder op de tractorter- minal het signaal "Bunker vol!" en wordt gemeld dat het maximale vulniveau van de bunker is bereikt.
  • Pagina 343 Bediening Overlaadbunker (optie) Bandbesturing Bunker Detectie dammidden Diepteregeling Niveauregeling Weergave containers Bunker TIM ISOBUS Vertragingstijd sorteerband [s] Overige Afstand ultrasoonsensor Bunkervulniveau [%] Blokkeringstijd rolvloer [s] Rolvloersnelh. 1 AUX [%] Zwaailicht Dissel Rolvloersnelheid [%] Bunker vol Rolvloer In het hoofdmenu onder het menu Basisinstellingen in het submenu Bunker kun- nen de gevoeligheid van de vulautomaat, het maximale bunkervulniveau en de blok- keertijd van de bunkertoevoer worden ingesteld.
  • Pagina 344 Bediening Overlaadbunker (optie) Automatisch vulmechanisme bij ingeschoven as Het automatisch vulmechanisme functioneert bij ingeschoven as slechts beperkt. Zolang de telescopische as niet in de werkstand staat, niet volledig uitgeschoven is, kan de aandrijving van de rolvloer / aandrijving van de losband niet worden geacti- veerd.
  • Pagina 345: Bunkerleging Overlaadbunker

    Bediening Bunkerleging overlaadbunker 6.18 Bunkerleging overlaadbunker Procedure bij het legen van de overlaadbunker – Om de overlaadbunker te legen, transporteert de rolbodem de aardappelen via een geleidewals naar de losband. – Vanaf de losband worden de aardappelen uit de overlaadbunker op een ernaast rij- dend voertuig of op een hoop gestort.
  • Pagina 346 Bediening Bunkerleging overlaadbunker Met de AUX-N-functie Losbandknik 1 heffen op het "Bedieningselement zelf toe- wijsbaar" links wordt de losbandknik 1 geheven. Met de AUX-N-functie Losbandknik 2 heffen/neerlaten analoog op het "Bedienings- element zelf toewijsbaar" links wordt losbandknik 2 geheven en neergelaten. Bandbesturing Bunker Detectie dammidden...
  • Pagina 347: Kistvuller Overlaadbunker (Optie)

    Bediening Bunkerleging overlaadbunker 6.18.1 Kistvuller overlaadbunker (optie) Kistvuller ingeklapt Kistvuller uitgeklapt Gat voor werkstand vóór Gat voor transportstand voor De optionele kistvuller moet met de hand in de transportstand of de werkstand worden gezet. Voor de transportstand moeten beide kettingen voor en achter op de kistvuller (1) worden losgemaakt en de borgpennen moeten in het gat voor de transportstand voor (4) en achter worden gestoken.
  • Pagina 348: Pompverdeleraandrijving

    Bediening Pompverdeleraandrijving 6.19 Pompverdeleraandrijving Pompverdelertransmissie De pompverdeleraandrijving (1) is direct aan de flenzen op de cardanas, die op de aftakasaandrijving van de tractor is aangesloten, bevestigd en draagt het motorver- mogen van de tractor over op de hydraulische pomp van de eigen hydraulica van de machine.
  • Pagina 349 Bediening Pompverdeleraandrijving Toerental aftakas te laag Ideaal toerental aftakas Toerental aftakas te hoog Weergave bewaking toerental aftakas: Het ingangstoerental van de aftakas van de tractor wordt bij de pompverdeleraandrij- ving bewaakt. Hoe hoger het aftakastoerental van de tractor is, hoe hoger is ook het toerental van de pompverdeleraandrijving, waardoor de pompen meer hydrauliekolie ter beschikking kunnen stellen.
  • Pagina 350: Hydraulieksysteem

    Bediening Hydraulieksysteem 6.20 Hydraulieksysteem WAARSCHUWING Het hydraulieksysteem staat onder hoge druk. Uit lekkages kan onder hoge druk hete hydrauliekolie lopen en zware verwondingen veroorzaken! De voorspandruk in de drukaccumulatoren is inherent aan de construc- tie en houdt aan, zelfs als de rest van het hydraulieksysteem al drukloos is. Zodra vuil - zelfs in zeer kleine hoeveelheden - in het hydraulieksysteem raken, kan dit leiden tot ernstige schade aan de gehele hydraulica.
  • Pagina 351 Temperatuur hydraulieksysteem Controleer de leidingen van het hydraulieksysteem regelmatig! Vervang beschadigde of verouderde slangen onmiddellijk. Gebruik alleen originele slangen van ROPA of slangen die volledig voldoen aan de technische specificaties van de originele slangen! Neem de plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften met betrekking tot de levens- duur van de hydraulische leidingen in acht.
  • Pagina 352 Bediening Hydraulieksysteem Hydraulische pompen: Functie Zeefketting 1, optie: aardappelkneuzer Egelband 1, afleidingswals 1, afvaluitvoerband, overloopas loofketting Zeefketting 2, loofketting Egelband 2, afleidingswals 2, rondomlopende vingerkam (RVK) Schudder, ventilatoraandrijving Hydraulische schijfkouter, zwadopname met rooi-as en dekband Optie: rijpomp drijfwiel 352 / 494...
  • Pagina 353: Persluchtsysteem

    Bediening Persluchtsysteem 6.21 Persluchtsysteem Het persluchtsysteem van de machine is alleen bedoeld voor het remsysteem met perslucht op twee leidingen en wordt door het remsysteem met perslucht op twee leidingen onder druk gezet. 6.21.1 Persluchttank Persluchttank met aftapklep De persluchttank (1) bevindt zich achter de asophanging onder het hoofdframe. Deze voorziet de bedrijfsrem van perslucht, bijv.
  • Pagina 354: Centraal Smeersysteem (Optie)

    Bediening Centraal smeersysteem (optie) 6.22 Centraal smeersysteem (optie) De machine is optioneel uitgerust met een centraal smeersysteem en beschikt in dat geval over een smeercircuit. Smeercircuit 1 Alle aangesloten smeerpunten worden automatisch van smeervet voorzien. De smeerpomp pompt het vet naar de hoofdverdelers, de hoofdverdelers verspreiden het vet naar de onderverdelers en van daaruit worden de afzonderlijke smeerpunten van vet voorzien.
  • Pagina 355 Bediening Centraal smeersysteem (optie) Vul het reservoir van de vetpomp met een inhoud 1,9 kg nooit volledig. Vul het reser- voir van de vetpomp tot maximaal 90%. OPMERKING Zorg er altijd voor dat er voldoende vet in het reservoir zit. Het vet mag nooit zover worden opgebruikt, dat lucht in de leidingen kan raken! 355 / 494...
  • Pagina 356: Tussentijdse Smering

    Bediening Centraal smeersysteem (optie) 6.22.1 Tussentijdse smering Het smeersysteem kan op elk moment handmatig worden geactiveerd. Hier- voor verandert u in de Tractorterminal in het menu "Speciale functies" in de regel "Centrale smering" de optie van "AUTO" naar "AAN". Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens...
  • Pagina 357: Videosysteem (Optie)

    Bediening Videosysteem (optie) 6.23 Videosysteem (optie) WAARSCHUWING Het videosysteem dient alleen als hulpmiddel en toont hindernissen mogelijk ver- vormd, onduidelijk of helemaal niet. Het systeem betekent dus niet dat u zelf niet op hoeft te letten. Het videosysteem kan niet alle objecten weergeven die zich boven of erg dicht bij de achteruitrijcamera bevinden.
  • Pagina 358 Bediening Videosysteem (optie) Optioneel kan de machine worden uitgerust met maximaal twee videomonitors en maximaal acht videocamera's. Daarbij kunnen op één videomonitor tot vier videoca- mera's worden weergegeven. Er zijn zeven cameraposities vastgelegd, één camera- positie kan vrij worden gekozen. Er bevindt zich een camera bovenop de achterkant van de machine, deze dient als achteruitrijcamera.
  • Pagina 359 Bediening Videosysteem (optie) Videocamera afvaluitvoerband Videocamera bunkeruitvoer Videocamera zeefketting 2 Videocamera wiel rechts ingeklapt Videocamera overloopas overlader Videocamera uitloop overlader 359 / 494...
  • Pagina 360 Bediening Videosysteem (optie) Videomonitor Monitor aan/uit Openen en omschakelen van het menu doet u in deze volgorde: Helderheid Helderheid - 0(MIN) ... 60 (MAX) Contrast Contrast - 0(MIN) ... 60 (MAX) Kleur Kleurverzadiging - 0(MIN) ... 60 (MAX) Standaard Terugzetten naar fabrieksinstellingen Taal Taal - Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Itali- aans, Pools...
  • Pagina 361: Ropa-Videoswitch (Optie)

    Bediening Videosysteem (optie) 6.23.1 ROPA-videoswitch (optie) Met de Ropa-videoswitch kunnen de achteruitrijcamera, de camera egel 1/2, de camera knikbunker, de camera zeefketting 2 en de camera sorteerband automatisch worden geactiveerd. Er kunnen maximaal 4 camera's zijn aangesloten. Softkey ROPA-videoswitch Met de softkey ROPA-videoswitch wordt de optionele ROPA-videoswitch inge- schakeld en uitgeschakeld.
  • Pagina 362 147). Wanneer de waarde weer onder de ingestelde "Waar- schuwingsdruk egelband 1" of de ingestelde "Waarschuwingsdruk egelband 2" komt, schakelt de ROPA-videoswitch na een uitlooptijd van 3 seconden terug naar het daarvoor getoonde camerabeeld. Camera zeefketting 2 en camera egel 1/2 hebben samen de tweede prioriteit.
  • Pagina 363 Bediening Videosysteem (optie) In het hoofdmenu onder het menu-item "Video" kunnen de cameraposities, bijv. na modificaties, voor de ROPA-videoswitch worden ingesteld. Programmaknoppen Basisinstellingen Speciale functies Gebruiksgegevens Video AUXILIARY ISOBUS Video Service Achteruitrijcamera Egel 1/2 Knikbunker Zeefketting 2 Sorteerband Daarvoor wordt de betreffende camera geselecteerd en aan de positie toegewezen.
  • Pagina 364: Elektrisch Systeem

    De elektrische zekeringen bevinden zich in de kast van de centrale elektronica (1) op de sorteerstand rechts. Op stickers aan de binnenkant van de metalen behuizing staan de zekeringswaarden vermeld. Bij problemen met het elektrische systeem of de elektronica neemt u contact op met de servicedienst van ROPA. 364 / 494...
  • Pagina 365: Stilzetten

    Bediening Stilzetten 6.25 Stilzetten De machine moet zo worden geparkeerd, dat niemand gehinderd wordt of in gevaar wordt gebracht. Let ook op de veilige afstand tot bovengrondse elektriciteitsleidingen. – De opname volledig heffen en vastzetten. – Zonne-/weerdak volledig laten zakken en de linkerkant van het dak inklappen. Bunkermachine: –...
  • Pagina 366 Bediening Stilzetten OPMERKING Overweeg eventueel een extra kinderbeveiliging. 366 / 494...
  • Pagina 367: Verzorging En Onderhoud

    Verzorging en onderhoud Verzorging en onderhoud 367 / 494...
  • Pagina 368 Verzorging en onderhoud 368 / 494...
  • Pagina 369 Verzorging en onderhoud WAARSCHUWING Tijdens het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden bestaat gevaar voor ernstig of zeer ernstig letsel en gevaar voor schade aan de machine. – Klim nooit over de relingen van de sorteerstand. – Tijdens alle onderhoudswerkzaamheden moet u ervoor zorgen dat niemand de machine onbedoeld kan starten (contactsleutel uit de tractor trekken, bestuurders- cabine van de tractor afsluiten, contactsleutel altijd meenemen en indien mogelijk de ISOBUS-aansluitingen van de tractor losmaken).
  • Pagina 370: Pompverdeleraandrijving

    Verzorging en onderhoud Pompverdeleraandrijving Pompverdeleraandrijving De pompverdeleraandrijving is links van het hoofdframe, in het voorste deel van de behuizing onder de bunker gemonteerd. Het draagt het vermogen van de aftakas van de tractor via een cardanas over op de afzonderlijke hydraulische pompen. Vulschroef voor olie Kijkglas Aftapschroef voor olie...
  • Pagina 371: Hydraulieksysteem

    Vervang beschadigde of verouderde slangen onmiddellijk. Gebruik ter vervanging alleen slangen die voldoen aan de technische specificaties van de originele slangen! Om kosten te besparen, raden wij u aan om reserveslangen direct bij ROPA te bestel- len, omdat de originele hydraulische slangen van ROPA meestal aanzienlijk goedko- per worden aangeboden dan concurrerende producten.
  • Pagina 372 Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem Koeler voor hydrauliekolie Ventilator Het eigen hydraulieksysteem van de machine wordt met een hydrauliekoliekoeler (2) gekoeld en de tractorhydrauliek van de machine wordt met de tractor gekoeld. De hydrauliekoliekoeler (2) en de ventilator (3) moeten regelmatig op vervuiling wor- den gecontroleerd en zo nodig schoongemaakt.
  • Pagina 373: Hydrauliekolietank Eigen Hydraulieksysteem

    – Wanneer u de vuldop voor de hydrauliekolie opent, is het mogelijk dat u een "sis- send geluid" hoort. Dit geluid is normaal. De vuldop (ROPA-artikelnr. 270070000) (2) dient ook als beluchtings- en ontluch- tingsfilter. Deze zorgt voor de noodzakelijke luchtbalans bij een schommelend olie- peil (bijv.
  • Pagina 374: Hydrauliekolie Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem OPMERKING Stel bij het gebruik van een vacuümpomp niet meer dan 0,2 bar onderdruk in. 7.2.1.1 Hydrauliekolie vervangen De hydrauliekolie moet één keer per jaar – het beste direct voor het begin van het sei- zoen – worden vervangen. Gebruik hiervoor een vat dat groot genoeg is. Voor het ver- vangen van de hydrauliekolie draait u de aftapschroef los.
  • Pagina 375 – Leg de afdichting en het metalen deksel erop. – Smeer de schroeven vóór het bevestigen van het metalen deksel in met kit (ROPA-artikelnr. 017002600) en draai de schroeven vast. – Vernieuw vóór het vullen met verse hydrauliekolie alle filters in het hydraulieksys- teem.
  • Pagina 376: Retourfilterelement Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem 7.2.1.2 Retourfilterelement vervangen Op de hydrauliekolietank bevindt zich een retourfilter (1). (Filterelement ROPA artikelnr. 270071500). Het filterelement moet voor het eerst worden vervangen na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna één keer per jaar. Retourfilter OPMERKING Zoals bij alle werkzaamheden aan het hydraulieksysteem, moet u ook bij het vervan- gen van het filterelement altijd zorgen voor een zo schoon mogelijke omgeving.
  • Pagina 377 – Gebruik bij het plaatsen van een nieuw filterelement de meegeleverde O-ring. – Plaats het nieuwe filterelement (6) in de filterbehuizing (5). Let op: gebruik alleen originele ROPA-filterelementen (ROPA artikelnr. 270071500). – Plaats de filterbehuizing (5) met het filterelement (6) in de kop (1), let daarbij goed op de pakkingsring (4).
  • Pagina 378: Drukfilterelement Tractorhydrauliek Vervangen

    Verzorging en onderhoud Hydraulieksysteem 7.2.2 Drukfilterelement tractorhydrauliek vervangen Drukfilter tractorhydrauliek Drukfilter tractorhydrauliek Het drukfilter van de tractorhydrauliek bevindt zich aan de linkerkant van de machine onder de bunker, tussen de oliekoeler en het hoofdframe. Het filterelement moet voor het eerst worden vervangen na de eerste 50 bedrijfsuren, daarna één keer per jaar. Naast een oliebestendige en voldoende grote opvangbak, heeft u voor het onderhoud een ring- of steeksleutel van 32 mm nodig.
  • Pagina 379: Zuigfilterelement Drijfwiel Vervangen

    Elementen inbouwen – Indien nodig afdichtingsvlakken op de filterpot/-kop, O-ring op de pot en het ele- ment met verse hydrauliekolie invetten. – Nieuw element (ROPA-artikelnr. 270043000) inbouwen. – Filterelement voorzichtig op de centrale opnamepen monteren. – Filterpot tot de aanslag inschroeven.
  • Pagina 380 Elementen inbouwen – Indien nodig afdichtingsvlakken op de filterpot/-kop, O-ring op de pot en het ele- ment met verse hydrauliekolie invetten. – Nieuw element (ROPA-artikelnr. 270081800) inbouwen. – Filterelement voorzichtig op de centrale opnamepen monteren. – Filterpot tot de aanslag inschroeven.
  • Pagina 381 Verzorging en onderhoud De wielmoeren moeten regelmatig worden gecontroleerd en met een geschikte momentsleutel met een aanhaalmoment van 510 Nm worden aangedraaid. De eerste keer vastdraaien moet gebeuren na 10 bedrijfsuren, de tweede keer na 50 bedrijfsuren en daarna iedere 50 bedrijfsuren. De waarden voor de bandenspanning van de as moeten iedere 50 bedrijfsuren wor- den gecontroleerd.
  • Pagina 382: Pneumatieksysteem

    Verzorging en onderhoud Pneumatieksysteem Pneumatieksysteem Bij het pneumatieksysteem zijn alleen onderhoudswerkzaamheden voor de perslucht- tanks noodzakelijk. De persluchttank bevindt zich onder het hoofdframe achter de as. Het condenswater moet na iedere 50 gebruiksuren uit de persluchttanks worden afge- tapt. Als de machine langere tijd (meer dan een week) niet wordt gebruikt, moet ook het condenswater uit de persluchttanks worden afgetapt.
  • Pagina 383: Opname

    Verzorging en onderhoud Opname Opname GEVAAR Gevaar voor letsel! Levensgevaar door slingerende onderdelen! Bij alle werkzaamheden aan de opgeheven opname bestaat de kans dat de opname plotseling naar beneden komt. Personen die zich in dat geval in de buurt bevinden, kunnen daarbij ernstig gewond raken.
  • Pagina 384: Sensor Detectie Dammidden Instellen

    Verzorging en onderhoud Opname Schraper voor damrol vlak: ROPA-artikelnr. 520016904 Schraper voor damrol diep: ROPA-artikelnr. 510100201 Schraper voor halve damrol: ROPA-artikelnr. 520137101 7.5.1.1.2 Sensor detectie dammidden instellen Sensor damrolbesturing rechts Sensor damrolbesturing links Stelschroeven aanslagen damrollen De gevoeligheid van de detectie dammidden kan in het hoofdmenu onder Basisinstel- lingen/Detectie dammidden tussen 1 en 10 worden ingesteld, de basisinstelling is 5.
  • Pagina 385: Model Opname Zonder Damrollen

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.2 Model opname zonder damrollen De opname zonder damrollen moet dagelijks worden gecontroleerd of deze goed werkt en niet beschadigd is. De opname moet bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen. Sensor Besturing links Sensor hoogte links Sensor hoogte rechts...
  • Pagina 386: Model Zwadopname

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.3 Model zwadopname De zwadopname moet dagelijks worden gecontroleerd of deze goed werkt en niet beschadigd is. De zwadopname moet bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen. 7.5.3.1 Spanning en gelijkloop van de opraapband instellen Spanner opraapband zwadopname rechts Spanner opraapband zwadopname links Hoogteverstelling opraapband rechts...
  • Pagina 387: Transmissie Zwadopname

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.3.2 Transmissie zwadopname De transmissie zwadopname is links vóór de zwadopname gemonteerd en draagt de kracht over op de rooi-as van de zwadopname. Vulschroef voor olie met ontluchtingsplug transmissie zwadopname Aftapschroef voor olie transmissie zwadopname De transmissie zwadopname moet dagelijks visueel worden gecontroleerd. Let daarbij op zweten van de transmissie en vettige plekken op de transmissie.
  • Pagina 388: Scharen

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.4 Scharen Tweebladschaar Wanneer de machine gedurende langere tijd wordt geparkeerd, moeten de scharen met milieuvriendelijk vet worden ingesmeerd. Verroeste scharen slijten aanzienlijk sneller en het trekken van de machine verloopt zwaarder. Versleten scharen moeten tijdig worden vervangen om beschadigingen aan de oogst- producten en de machine te voorkomen.
  • Pagina 389: Hydraulische Schijfkouter (Optie)

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.6 Hydraulische schijfkouter (optie) Vulschroef voor olie schijfkouteraandrijving rechts Aftapschroef voor olie schijfkouteraandrijving rechts Kijkglas schijfkouteraandrijving rechts De mechanische instellingen van de hydraulische schijfkouter links en rechts moeten worden geconfigureerd zoals die van een mechanische schijfkouter (Zie Pagina 388).
  • Pagina 390: Looftrekwiel

    Verzorging en onderhoud Opname 7.5.7 Looftrekwiel Looftrekwiel rechts Loofafvoerkuip rechts Gatenpatroon looftrekwiel rechts Spanner looftrekwiel rechts De veerspanning moet voor beide zijden zo worden ingesteld, dat de looftrekwiel goed door zeefketting 1 worden aangedreven. Wanneer de spanning van het looftrekwiel verkeerd is ingesteld, leidt dit tot meer slijtage.
  • Pagina 391: Zeefkanaal En Loofscheiding

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1 Zeefketting 1 OPGELET Alle wielen van zeefketting 1 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed wer- ken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct wor- den vervangen door nieuwe wielen. Zeefketting 1 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 392: Gelijkloop Afstellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1.2 Gelijkloop afstellen Duwstang rechts Contramoer afstelling duwstang rechts Stelmoer duwstang rechts Als zeefketting 1 links of rechts tegen de zeefkanaalwand aanloopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat zeefketting 1 anders sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 393: Zeefketting 1 Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.1.3 Zeefketting 1 vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om zeefketting 1 te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer zeefketting 1 nooit in uw eentje te vervangen. Tijdens het vervangen van zeefketting 1 bewegen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 394: Zeefketting 2

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3 Zeefketting 2 OPGELET Alle wielen van zeefketting 2 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed wer- ken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct wor- den vervangen door nieuwe wielen. Zeefketting 2 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 395: Gelijkloop Afstellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3.2 Gelijkloop afstellen Als zeefketting 2 links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat zeefketting 2 sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 396: Zeefketting 2 Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.3.3 Zeefketting 2 vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om zeefketting 2 te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit in uw eentje zeefketting 2 te vervangen. Tijdens het vervangen van zeefketting 2 bewe- gen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 397: Spanning

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.1 Spanning Loofkettingspanner rechts Loofkettingspanner links De loofketting wordt door een oliemotor aangedreven. Om ervoor te zorgen dat de loofketting met de aandrijfwielen niet doorslipt op de riem, wordt de loofketting met twee verstelbare wielen, voor iedere kant één, op spanning gehouden. De loofkettingspanner rechts (1) en de loofkettingspanner links (2) moeten altijd zo worden afgesteld, dat de loofketting gelijkmatig is opgespannen.
  • Pagina 398: Gelijkloop Afstellen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.2 Gelijkloop afstellen Als de loofketting links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat de loofketting sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 399: Loofketting Vervangen

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.4.3 Loofketting vervangen GEVAAR Gevaar voor letsel! Om de loofketting te vervangen moet u altijd met z'n tweeën werken, probeer nooit in uw eentje de loofketting te vervangen. Tijdens het vervangen van de loofketting bewe- gen sommige onderdelen van de machine.
  • Pagina 400: Loofschrapers

    Verzorging en onderhoud Zeefkanaal en loofscheiding 7.6.5 Loofschrapers WAARSCHUWING Gevaar voor vallen! Stap nooit over het beloopbare deel van de sorteerstand heen op de andere onderde- len van de machine. Door vuil, loof en weersinvloeden kunt u behalve op de sorteer- stand niet veilig op de machine staan.
  • Pagina 401: Scheiding

    Verzorging en onderhoud Scheiding Scheiding 7.7.1 Egelband 1 OPGELET Alle wielen van egelband 1 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 1 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 402: Afleidingswals 1

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.2 Afleidingswals 1 OPGELET Bij zware omstandigheden bij het rooien blijven vuil, aarde en loof aan afleidingswals 1 plakken. Deze vervuiling moet regelmatig, zo nodig zelfs meerdere malen tijdens een dienst worden verwijderd. Daarbij moet de machine worden uitge- schakeld en worden beveiligd tegen opnieuw inschakelen (de sleutel eruit trekken).
  • Pagina 403: Afvaluitvoerband

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.3 Afvaluitvoerband OPGELET Alle wielen van de afvaluitvoerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Afvaluitvoerband en wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 404: Egelband 2

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.4 Egelband 2 OPGELET Alle wielen van egelband 2 moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Egelband 2 en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijde- ren.
  • Pagina 405: Gelijkloop Afstellen

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.4.2 Gelijkloop afstellen Afstelling gelijkloop egelband 2 Als egelband 2 links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat egelband 2 anders sterk kan slijten. Ga als volgt te werk: –...
  • Pagina 406: Rondomlopende Vingerkam (Rvk)

    Verzorging en onderhoud Scheiding 7.7.6 Rondomlopende vingerkam (RVK) OPGELET Alle wielen en vingers van de rondomlopende vingerkam (RVK) moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bescha- digde of afgebroken RVK-vingers moeten worden vervangen.
  • Pagina 407: Sorteerband

    Verzorging en onderhoud Sorteerband Sorteerband OPGELET Alle wielen van de sorteerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De sorteerband en de wielen moeten boven- dien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwer- pen te verwijderen.
  • Pagina 408: Bijproductenband

    Verzorging en onderhoud Bijproductenband Bijproductenband OPGELET Alle wielen van de bijproductenband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De bijproductenband en de wielen moe- ten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 409: Bijproductenuitvoerband

    Verzorging en onderhoud Bijproductenuitvoerband 7.10 Bijproductenuitvoerband OPGELET Alle wielen van de bijproductenuitvoerband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bijproductenuitvoerband en wielen moe- ten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 410: Bijproductenretourband

    Verzorging en onderhoud Bijproductenretourband 7.11 Bijproductenretourband OPGELET Alle wielen van de bijproductenretourband moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Bijproductenretourband en wielen moe- ten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 411: Verzamelbak

    Verzorging en onderhoud Verzamelbak 7.12 Verzamelbak OPGELET Alle wielen van de verzamelbak moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of beschadigde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. De uitvoerband van de verzamelbak en de wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 412: Aardappelkneuzer

    Verzorging en onderhoud Aardappelkneuzer 7.13 Aardappelkneuzer OPGELET Alle bewegende onderdelen van de aardappelkneuzer moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of bescha- digde onderdelen moeten direct worden vervangen door nieuwe onderdelen. De wie- len van de aardappelkneuzer moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 413: Spanning Afstellen

    Verzorging en onderhoud Aardappelkneuzer 7.13.2 Spanning afstellen Op de afbeelding is de aardappelkneuzer in een Keiler 2 (machine met 4 egels) zonder beschermingsinrichting te zien Afstelling veerspanner buiten Als de kwaliteit van het kneuzen niet voldoende is, is de voorspanning van de 6 veren tussen de wielen te laag, deze voorspanning kan met de afstelling voor de veerspan- ner worden verhoogd.
  • Pagina 414: Toevoerband Aardappelkneuzer

    Verzorging en onderhoud Aardappelkneuzer 7.13.3 Toevoerband aardappelkneuzer OPGELET Alle wielen van de toevoerband van de aardappelkneuzer moeten dagelijks worden gecontroleerd of ze goed werken en niet beschadigd zijn. Geblokkeerde of bescha- digde wielen moeten direct worden vervangen door nieuwe wielen. Toevoerband en wielen moeten bovendien dagelijks worden gereinigd door ingeklemde stenen of andere vreemde voorwerpen te verwijderen.
  • Pagina 415: Sloten

    Verzorging en onderhoud Sloten 7.14 Sloten Slotverbinding zeefketting 1 met verbindingsstang Slotverbinding egelband 2 met verbindingsbout In de standaard uitrusting zijn zeefketting 1 (1), egelband 1, egelband 2 (2), de sor- teerband, de bijproductenband, de bijproductenuitvoerband, de afvaluitvoerband en de uitvoerband van de verzamelkist uitgerust met een slot.
  • Pagina 416: Bunker

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.15 Bunker De bunker (alle wanden en de rolvloer) moet eenmaal per dag op aangekoekt vuil worden gecontroleerd en zo nodig worden schoongemaakt. Aangekoekte aarde ver- mindert de capaciteit van de bunker en verhoogt het eigen gewicht van de machine! 7.15.1 Ultrasoonsensor Ultrasoonsensor...
  • Pagina 417: Bunkerrolbodem

    De bunkerrolbodem (2) bestaat standaard uit een doekbodem, die uit 8 afzonderlijke doeksegmenten bestaat. Er moet op worden gelet dat er geen scheuren in het rolbo- demdoek zitten. Als de rolbodemdoek (ROPA-artikelnr. 520045400) is versleten, kun- nen de segmenten worden vervangen.
  • Pagina 418: Spanning Bunkerrolbodemketting

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.15.2.1 Spanning bunkerrolbodemketting Bunkerketting spanner voor Spanner bunkerketting achter OPGELET Controleer de spanning van de bunkerrolbodemketting regelmatig. Verkeerd opge- spannen bunkerrolbodemkettingen kunnen tot aanzienlijke schade aan de machine leiden! De kettingen van de bunkerrolbodem moeten zo worden opgespannen, dat de bun- kerrolbodemkettingen bij het in- en uitklappen niet breken.
  • Pagina 419: Aandrijfketting

    Verzorging en onderhoud Bunker 7.15.2.2 Aandrijfketting De beide aandrijfkettingen van de bunkerrolvloeraandrijving moeten na 100 bedrijfsuren worden ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting voor Spanklos aandrijfketting voor Bunkerrolvloer aandrijfketting naspannen – Klap de bunker in de werkstand, zet de motor van de tractor uit en beveilig de trac- tor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 420: Overlaadbunker

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.16 Overlaadbunker De overlaadbunker (alle wanden en de rolvloer) en de losband moeten eenmaal per dag op aangekoekt vuil worden gecontroleerd en zo nodig worden schoongemaakt. Aangekoekte aarde vermindert de capaciteit van de overlaadbunker en verhoogt het eigen gewicht van de machine! 7.16.1 Ultrasoonsensoren...
  • Pagina 421: Rolbodem

    Wij adviseren een synthetische kettingolie op esterbasis te gebruiken con- form de FDA-zuiverheidsvereisten van richtlijn 21 CFR 178.3570, die geschikt is voor incidenteel, technisch niet te vermijden contact met levensmiddelen (Ropa-artikelnr. 435015100), voor het smeren van bunkerrolvloerkettingen. Het gegevensblad kan wanneer nodig worden opgevraagd. 421 / 494...
  • Pagina 422: Spanning Rolbodem

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.16.2.1 Spanning rolbodem Bunkerketting spanner voor Spanner bunkerketting achter OPGELET Controleer de spanning van de bunkerrolvloerketting regelmatig. Verkeerd opgespan- nen bunkerrolvloerkettingen kunnen tot aanzienlijke schade aan de machine leiden! De kettingen van de rolbodem moeten zo worden opgespannen, dat de rolbodemket- tingen niet kunnen overslaan.
  • Pagina 423: Rolvloer Aandrijfketting

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.16.2.2 Rolvloer aandrijfketting De aandrijfketting van de rolvloeraandrijving moet na 100 bedrijfsuren worden gesmeerd/ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting Tandwiel spanning aandrijfketting Rolvloer aandrijfketting naspannen – Zet de motor van de tractor uit en beveilig de tractor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 424: Ontlaadband

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.16.3 Ontlaadband Losband overlaadbunker De losband (1) bestaat uit een met rubber beklede ketting met meenemers. De los- band spant zichzelf door zijn eigen gewicht zelf op. 7.16.3.1 Gelijkloop losband instellen Als de losband links of rechts sterker tegen de brug van het aandrijfwiel loopt, moet de gelijkloop direct worden afgesteld, omdat de losband anders sterk kan slijten.
  • Pagina 425: Aandrijfketting Van De Losband

    Verzorging en onderhoud Overlaadbunker 7.16.3.2 Aandrijfketting van de losband De aandrijfketting van de losbandaandrijving moet na 100 bedrijfsuren worden gesmeerd/ingevet en de kettingspanning moet worden gecontroleerd. Schroeven beschermkap aandrijfketting Tandwiel spanning aandrijfketting Aandrijfketting van de losband naspannen – Klap de losband volledig naar beneden, zet de motor van de tractor uit en beveilig de tractor tegen opnieuw starten en de machine tegen wegrollen.
  • Pagina 426: Smeerpunten Cardanassen

    Verzorging en onderhoud Smeerpunten cardanassen 7.17 Smeerpunten cardanassen OPMERKING Wij verwijzen u naar de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanassen. Vóór inbedrijfstelling moet iedere gebruiker de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de fabrikant van de cardanassen zorgvuldig lezen en in acht nemen. Alle instructies voor onderhoud van de cardanassen moeten in acht worden genomen.
  • Pagina 427: Langere Tijd Stilzetten

    Verzorging en onderhoud Demontage en afvoer 7.18 Langere tijd stilzetten Als de machine meer dan vier weken niet wordt gebruikt, moeten de volgende werk- zaamheden worden uitgevoerd: – Machine grondig reinigen. Voorkom dat water direct op lagers en draagwielen spat. –...
  • Pagina 428 Storingen en problemen oplossen 428 / 494...
  • Pagina 429: Storingen En Problemen Oplossen

    Storingen en problemen oplossen Storingen en problemen oplossen 429 / 494...
  • Pagina 430 Storingen en problemen oplossen 430 / 494...
  • Pagina 431: Veiligheidsschakelaars

    – Bij de geringste twijfel moet u vakkundig personeel inschakelen of contact opne- men met een onderhoudsmonteur van ROPA. – Voer geen reparaties uit aan de machine als u niet over de nodige vakkennis of ervaring beschikt.
  • Pagina 432: Elektrisch Systeem

    Storingen en problemen oplossen Elektrisch systeem Elektrisch systeem 8.2.1 Smeltzekeringen Centrale elektronica Reservezekeringen Smeltzekeringen printplaat A Smeltzekeringen printplaat B Smeltzekeringen printplaat C De elektrische zekeringen bevinden zich in de kast van de centrale elektronica (1) op de rechter sorteerstand. Er zijn voornamelijk gebruikelijke vlakzekeringen (smeltzeke- ringen) gebruikt in de machine.
  • Pagina 433: Lijst Met Zekeringen (Smeltzekeringen)

    F10.C Kl. 30 processor ESR C (A03) ROPA-artikelnr. 3550566NL De omschrijvingen van de zekeringen F01.A tot en met F10.A, F01.B tot en met F10.B en F01.C tot en met F10.C bestaan uit de omschrijving van de zekering op de printplaat en de beschrijving van de print-...
  • Pagina 434: Elektronische Zekeringen

    Storingen en problemen oplossen Elektrisch systeem plaat voor de computer. De machine beschikt over 3 computers, deze computers zijn aangeduid met de omschrijvingen A, B en C. 8.2.3 Elektronische zekeringen Centrale elektronica Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat A Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat B Zelf-resettende elektronische zekeringen printplaat C De zekeringen Fr01.A tot en met Fr28.A, Fr01.B tot en met Fr28.B en Fr01.C tot en met Fr28.C zijn zelf-resettende elektronische zekeringen.
  • Pagina 435: Lijst Met Zelf-Resettende Elektronische Zekeringen Met Led

    100 mA B07 Druksensor damdrukregeling links 12 V Fr26.A 100 mA B08 Druksensor damdrukregeling rechts 12 V Fr27.A 100 mA B69 Druksensor damdrukontlasting links 12 V Fr28.A 100 mA B68 Druksensor damdrukontlasting rechts 12 V ROPA-artikelnr. 3550750NL 435 / 494...
  • Pagina 436 B504 Druksensor egelband 1 12 V Fr26.B 100 mA B505 Druksensor egelband 2 12 V Fr27.B 100 mA B58 Druksensor legen van de bunker (bunker) 12 V Fr28.B 100 mA B36 Ultrasoon bunkervulband 12 V ROPA-artikelnr. 3550751NL 436 / 494...
  • Pagina 437 Geen functie 12 V ROPA-artikelnr. 3550752NL De omschrijvingen van de zekeringen Fr01.A tot en met Fr28.A, Fr01.B tot en met Fr28.B en Fr01.C tot en met Fr28.C bestaan uit de omschrijving van de zelf-resettende elektronische zekering op de printplaat en de beschrijving van de printplaat voor de computer.
  • Pagina 438: Relais-Lijst

    Storingen en problemen oplossen Relais-lijst Relais-lijst Relais K01.A Relais K02.A (optie) Relais K02.B (optie) Relais K01.B Relais K02.C (optie) Relais K01.C Relais K03 ROPA- Omschrijving Positie van de machine Opmerking art.- nr. Centrale elektronica Relais nooduitschakeling Belastingsrelais, vermogen K01.A printplaat A onderste...
  • Pagina 439: Kleurcode Voor Elektriciteitskabels

    Storingen en problemen oplossen Kleurcode voor elektriciteitskabels De omschrijvingen van de relais K01.A, K02.A, K01.B, K02.B, K01.C en K02.C be- staan uit de omschrijving van het relais op de printplaat en de beschrijving van de printplaat voor de computer. De machine beschikt over 3 computers, deze computers zijn aangeduid met de omschrijvingen A, B en C.
  • Pagina 440: Storingen Zoeken Met De Tractorterminal

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Storingen zoeken met de Tractorterminal B522 Sensorfout Toerental zeefketting 2 Operationele storingen worden voor een deel op de Tractorterminal met waarschu- wingssymbolen weergegeven. Bij elektrische of elektronische problemen worden de betreffende componenten met de benaming van het component weergegeven. Voorbeeld: Noodstop tractor ingedrukt! Noodstop sorteerstand ingedrukt!
  • Pagina 441: Overzicht Diagnosemenu's

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1 Overzicht diagnosemenu's Versie Programmaknoppen Diagnose Basisinstellingen Afstelling Speciale functies Teach-in Gebruiksgegevens Basisgegevens Video Hardware vervangen AUXILIARY ISOBUS Service Daarna tonen we u afbeeldingen van de beschikbare diagnosemenu's in de Tractor- terminal.
  • Pagina 442: Ingangen Digitaal Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.2 Ingangen digitaal overlaadbunkermachine Ingangen digitaal Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog S32 Vulpeil hydrauliekolie S54 Noodstop tractor Ingangen toerental S129 Noodstop sorteerstand Druksensoren S130 Rolvloer uitsch. Voor S131 Rolvloer uitsch. Achter Outputs PWM+SW S200 Claxon sorteerstand CAN-BUS...
  • Pagina 443: Inputs Analoog Bunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.3 Inputs analoog bunkermachine Ingangen analoog Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B02 As B04 Dissel Ingangen toerental B05 Det. dammidden L/loopwiel Druksensoren B06 Detectie dammidden R B27 Hulpas Outputs PWM+SW B34 Bunker hoogte CAN-BUS B35 Bunker in-/uitklappen Foutcodegeheugen...
  • Pagina 444: Inputs Analoog Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.4 Inputs analoog overlaadbunkermachine Ingangen analoog Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B02 As B04 Dissel Ingangen toerental B05 Det. dammidden L/loopwiel Druksensoren B06 Detectie dammidden R B27 Hulpas Outputs PWM+SW B34 Losband hoogte CAN-BUS B35 Losband in-/uitklappen Foutcodegeheugen...
  • Pagina 445: Inputs Toerental

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.5 Inputs toerental Ingangen toerental Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B15 Toerental aftakas B47 Rijsnelheid Ingangen toerental B167 Toerental wielmotor Druksensoren B521 Toerental zeefketting 1 B522 Toerental zeefketting 2 Outputs PWM+SW B523 Toerental loofketting CAN-BUS B524 Toerental egelband 1...
  • Pagina 446: Druksensoren

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.6 Druksensoren Druksensoren Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog B07 DS damdrukregeling L B08 DS damdrukregeling R Ingangen toerental B26 DS rijaandrijving voorw. Druksensoren B58 DS bunker legen B68 DS damdrukontlasting R Outputs PWM+SW B69 DS damdrukontlasting L CAN-BUS...
  • Pagina 447: Outputs Pwm + Sw Bunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.7 Outputs PWM + SW bunkermachine Outputs PWM+SW Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog Y10 Rijpomp voorw. Y11 Rijpomp achterw. Ingangen toerental Y14 Opname neerlaten R. Druksensoren Y15 Opname neerlaten L. Y16 Hydrauliekolieventilator Outputs PWM+SW Y18 Ontlasten rechts CAN-BUS...
  • Pagina 448 Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Outputs PWM+SW Nr./naam Y574 Bunkervuldoek Y575 Bunkerklep Y582 Regendak Y583 Bypass zeefketting 1 Y585 Koppelblok klepv. Y586 Koppelblok K2.A Zwaailicht K2.B Centrale smering K2.C Werklamp 448 / 494...
  • Pagina 449: Outputs Pwm + Sw Overlaadbunkermachine

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.8 Outputs PWM + SW overlaadbunkermachine Outputs PWM+SW Ingangen digitaal Nr./naam Ingangen analoog Y10 Rijpomp voorw. Y11 Rijpomp achterw. Ingangen toerental Y14 Opname neerlaten R. Druksensoren Y15 Opname neerlaten L. Y16 Hydrauliekolieventilator Outputs PWM+SW Y18 Ontlasten rechts CAN-BUS...
  • Pagina 450 Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal Outputs PWM+SW Nr./naam Y574 Lossen Klep 2 heffen Y575 Lossen Klep 1 neerlaten Y582 Regendak Y583 Bypass zeefketting 1 Y585 Koppelblok klepv. Y586 Koppelblok Y587 Sorteerband hoger/lager K2.A Zwaailicht K2.B Centrale smering K2.C Werklamp 450 / 494...
  • Pagina 451: Can-Bus

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.9 CAN-BUS ESR A01 Ingangen digitaal I-CAN: Foutstatus Ingangen analoog Ontvangstteller Zendteller Ingangen toerental Foutteller Druksensoren F-CAN: Foutstatus Ontvangstteller Outputs PWM+SW Zendteller Foutteller CAN-BUS Foutcodegeheugen Bedieningselementen ESR A03 ESR A02 I-CAN: Foutstatus I-CAN: Foutstatus...
  • Pagina 452: Foutgeheugen

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.1.10 Foutgeheugen Foutcodegeheugen Ingangen digitaal B523 Sensorfout Ingangen analoog Toerental loofketting Ingangen toerental Druksensoren Outputs PWM+SW CAN-BUS Foutcodegeheugen Bedieningselementen 8.5.1.11 Bedieningselementen A10 en A20 Ingangen digitaal Bedieningselementen A10 Bedieningselementen A20 Ingangen analoog Ingangen toerental Druksensoren Outputs PWM+SW...
  • Pagina 453: Diagnosemenu's "Bedieningselement Vrij Toewijsbaar

    Storingen en problemen oplossen Storingen zoeken met de Tractorterminal 8.5.2 Diagnosemenu's "Bedieningselement vrij toewijsbaar" De indeling van de diagnosemenu's van het "Bedieningselement vrij toewijsbaar" zijn bij alle drie de modellen van dit bedieningselement identiek. Hier wordt het voorbeeld van het linker bedieningselement van de overlaadbunkerma- chine getoond.
  • Pagina 454: Diagnosemenu "Bunkerweegsysteem

    Let op het verhoogde brandgevaar bij het las- sen in de buurt van brandbare onderdelen of vloeistoffen (brandstof, olie, vet, banden, enz.). Wij wijzen er nadrukkelijk op dat ROPA geen garantie biedt voor schade aan de machine die veroorzaakt wordt door onjuist lassen.
  • Pagina 455: Het Voertuig Opkrikken

    Storingen en problemen oplossen Het voertuig opkrikken Het voertuig opkrikken GEVAAR Gevaar voor dodelijk letsel! – Om veiligheidsredenen mag het voertuig altijd slechts aan één kant van de gemar- keerde kriksteunen worden opgekrikt. – De as moet worden opgekrikt door van het voertuig in de vangmuil van de tractor te bevestigen en vast te zetten.
  • Pagina 456 Storingen en problemen oplossen Het voertuig opkrikken OPGELET Gevaar voor schade aan de machine Bij het plaatsen van de krik dient u erop te latten dat er geen hydrauliekleidingen of sensoren in de buurt van de as worden beschadigd. – Om het voertuig op te krikken moet hij op een vlakke ondergrond met voldoende draagkracht worden geplaatst.
  • Pagina 457: De Rem Met De Hand Lossen

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen De rem met de hand lossen Werkzaamheden aan het remsysteem zijn gevaarlijk en mogen alleen door perso- nen worden uitgevoerd die voor dergelijke werkzaamheden zijn opgeleid en die op de hoogte zijn van remsystemen.
  • Pagina 458: Rem Pneumatisch Deactiveren

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen 8.8.1 Rem pneumatisch deactiveren Aftapklep/afwateringsklep GEVAAR – Parkeer het voertuig nooit onbeveiligd als de parkeerrem los is en het luchtreser- voir leeg is. – Beveilig het voertuig met voldoende grote wielblokken tegen wegrollen. –...
  • Pagina 459: Rem Hydraulisch Deactiveren

    Storingen en problemen oplossen De rem met de hand lossen 8.8.2 Rem hydraulisch deactiveren Handpomp hydraulische rem GEVAAR – Parkeer het voertuig nooit onbeveiligd als de parkeerrem los is en de hydraulische remleiding drukloos is. – Beveilig het voertuig met voldoende grote wielblokken tegen wegrollen. –...
  • Pagina 460: Hydraulische Kleppen

    Storingen en problemen oplossen Hydraulische kleppen Hydraulische kleppen Een groot deel van de hydraulische kleppen wordt elektrisch aangestuurd. Problemen met de magneetkleppen kunnen met speciale testkabels worden opgespoord. Deze testkabels mogen alleen door gekwalificeerd en opgeleid personeel worden aangeslo- ten op de magneetkleppen. Als een elektrisch bediende klept niet functioneert, moet in alle gevallen en zonder uit- zondering een expert worden geraadpleegd.
  • Pagina 461: Centraal Smeersysteem - Ontluchten En En Verwijderen Van Blokkades

    – Zodra u vaststelt dat de leiding doorloopt, kunt u de leiding weer met de verbruiker verbinden. Controleer de vrije doorgang met een tussensmering. (Zie Pagina 356) – Als de hier beschreven methode niet het gewenste resultaat heeft, neem dan con- tact op met uw ROPA-klantenservice. 461 / 494...
  • Pagina 462 Storingen en problemen oplossen Centraal smeersysteem – ontluchten en en verwijderen van blokkades Sommige verdelers zijn van een smeernippel voorzien. Met deze smeernippel kunnen fouten gemakkelijker worden opgespoord. Alle smeerpunten van de onderverdeler kunnen met behulp van deze smeernippel van vet worden voorzien omdat in de uitlaat van de hoofdverdeler een terugslagklep aan- wezig is.
  • Pagina 463 Storingen en problemen oplossen Centraal smeersysteem – ontluchten en en verwijderen van blokkades 463 / 494...
  • Pagina 464: Overzicht Veldinstellingen

    Storingen en problemen oplossen Overzicht veldinstellingen 8.11 Overzicht veldinstellingen Procedure Probleem bij het oog- sten Toerentalverschuiving Hoogte afleidwalsen en Mechanische bescha- loofketting ten opzichte Intensiteit schudder ver- Toerental zeefkettingen toerental van de egel diging van zeefketting 2 aan- lagen verlagen verlagen passen Gladde...
  • Pagina 465 Storingen en problemen oplossen Overzicht veldinstellingen Procedure Probleem bij het oog- Opmerking sten Proberen materiaalvriendelijk te rooien Mechanische bescha- Rooidiepte verhogen Rooisnelheid verhogen diging Toerental banden niet te hoog Gladde Knollen niet in het midden van de dam of zijdelingse snijlijn uitgroei Aangesne-...
  • Pagina 466: Checklist Voor Het Optimaliseren Van De Rooikwaliteit/Opslagkwaliteit

    Storingen en problemen oplossen Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/opslagkwaliteit 8.12 Checklist voor het optimaliseren van de rooikwaliteit/ opslagkwaliteit Beschadiging van de knollen tijdens het legen kan tot een toename van bacteriën, schimmelinfecties en wortelbrand leiden. Dit kan worden voorkomen door de aard- appelplantjes te verwarmen tot minimaal 10°C en door de aardappelen droog te houden.
  • Pagina 467: Lijsten/Tabellen/Schema's/Grafieken/ Onderhoudsattesten

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Lijsten/tabellen/ schema's/grafieken/ onderhoudsattesten 467 / 494...
  • Pagina 468 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten 468 / 494...
  • Pagina 469: Smeermiddelen En Brandstoffen

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Smeermiddelen en brandstoffen Smeermiddelen en brandstoffen Hoeveel- Component Smeermiddeltype heid in liter Intervallen Hydrauliekolie HVLP 46 (zinkhoudend) Hydraulisch systeem ong. 63 ISO-VG 46 conform DIN51524 deel 3 Pompverdeleraandrijving ong. 3,2 jaarlijks Hydraulische schijfkouter- Transmissieolie ong. 0,6 aandrijving API GL 5, SAE 90 Transmissie zwadopname ong.
  • Pagina 470: Onderhoudstabel

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudstabel Onderhoudstabel Onderhouds- intervallen voor Onderhoudswerkzaamheden aanvang van na de eerste iedere 50 indien de oogst dagelijks 50 gebr.-uren bedrijfsuren nodig jaarlijks Pompverdelertransmissie Oliepeil controleren Olie vervangen Hydraulische schijfkouteraandrijving Oliepeil controleren Olie vervangen Transmissie zwadopname Visuele controle transmissiebehui- zing op zweten Olie vervangen Hydraulieksysteem Hydrauliekoliekoeler reinigen...
  • Pagina 471 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudstabel Onderhouds- intervallen voor Onderhoudswerkzaamheden aanvang van na de eerste iedere 50 indien de oogst dagelijks 50 gebr.-uren bedrijfsuren nodig jaarlijks Zeefketting 1 naspannen Zeefketting 2 Toestand van de aandrijfwielen controleren Toestand van de draagwielen, de keerwielen en de schraper controle- Zeefketting 2 naspannen Loofketting en afvaluitvoerband Toestand van de aandrijfwielen...
  • Pagina 472 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudstabel Onderhouds- intervallen voor Onderhoudswerkzaamheden aanvang van na de eerste iedere 50 indien de oogst dagelijks 50 gebr.-uren bedrijfsuren nodig jaarlijks Spanning van de rolbodemketting controleren, evt. naspannen Spanning van de aandrijfketting na elke 100 bedrijfsur. controleren, evt. naspannen Aandrijfketting smeren/invetten na elke 100 bedrijfsur.
  • Pagina 473: Smeerplan (Smeren Met Vetspuit)

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Smeerplan (smeren met vetspuit) Smeerplan (smeren met vetspuit) Smeerpunt Aantal alle gebr. nippels uren Scharnierassen Zie de meegeleverde handlei- Tractor naar aandrijfas boven dissel en ding van de fabrikant van de aandrijfas boven dissel naar machine cardanas en (Zie Pagina 426) Dissel Kogeltrekoog...
  • Pagina 474 Nadat de machine met water is schoongemaakt moeten alle smeerpunten opnieuw worden doorgesmeerd. Het optionele centrale smeersysteem moet na het wassen van de machine met ten minste 2 tussentijdse smeercycli worden doorgesmeerd. Smeervet ROPA-artikelnr. 435006200 conform DIN 51825, NLGI-klasse 2, type: KP2K-20, bij zeer lage buitentemperaturen KP2K-30.
  • Pagina 475: Smeermiddel-Conversietabel

    ISO-VG 46 volgens DIN 51524 deel 3 API GL 5, SAE 90 2, type: KP2K-20, bij zeer lage FDA-richtlijn 21 CFR 178.3570 buitentemperaturen KP2K-30 ROPA- ROPA hydroFluid HVLP 46 ROPA gearOil GL5 90 benaming 435001210 = 20 l 435002010 = 20 l 435006200 = 18 kg...
  • Pagina 476: Filterpatronen

    Filterpatronen Filterpatronen Hydraulisch systeem ROPA-artikelnr. Retourfilter in olietank 270071500 Hogedruk-filterelement tractorhydrauliek 270043000 Inclusief O-ring 79*3, ROPA-artikelnr. 412045500 Vuldop met geïntegreerde beluchtingsfilter en ontluch- 270070000 tingsfilter Aanzuigfilter in olietank 1/2" AS 010-00 270000900 Aanzuigfilter in olietank 1 1/4" AS 060-01 270007600...
  • Pagina 477: Aanhaalmomenttabel Voor Schroeven En Moeren (Nm)

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moeren (Nm) Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moeren (Nm) Metrisch schroefdraad DIN 13 Maat 10.9 12.9 1050 1220 1100 1550 1800 1200 1450 2100 2450 Metrisch fijn schroefdraad DIN 13 Maat 10.9 12.9 M8x1 M10x1 M12x1,5 M14x1,5 M16x1,5 M18x1,5...
  • Pagina 478: Smeerschema's

    Smeerschema's Smeerschema's 9.7.1 Centrale smering (optie) Geleidearm Remas Stuurcilinder binnen Remhefboom Balanscilinder Fusee onder Fusee boven Onderverdeler as links ROPA-artikelnr. 360021000 Pendelas achter Pendelas voor Remas Stuurcilinder binnen Remhefboom Balanscilinder boven Fusee onder Fusee boven Schuifstuk Schuifstuk Aandrijfas Geleidearm voor Onderverdeler as rechts ROPA-artikelnr.
  • Pagina 479: Onderhoudsattesten

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudsattesten Onderhoudsattesten 9.8.1 Onderhoudsattest olie + filter vervangen Datum: Datum: Datum: Datum: Datum: Bedrijfsuren Bedrijfsuren Bedrijfsu- Bedrijfsu- Bedrijfsu- Pompverdeleraandrijving Transmissieolie Hydraulische schijfkouteraandrijving Transmissieolie Transmissie zwadopname Transmissieolie Hydrauliekolie Hydrauliekolie Drukfilterelement tractorhydrauliek Retourfilterelement Aanzuigzeef aan binnenkant van olietank gereinigd Zuigfilterelement drijfwiel 479 / 494...
  • Pagina 480: Onderhoudsbevestiging

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudsattesten 9.8.2 Onderhoudsbevestiging _____ Onderhoud na 1. Klantenservice ROPA-machine Norm 50 bedrijfsuren Mag alleen door ROPA-service- volledig personeel uitgevoerd op: uitgevoerd uitgevoerd door: worden Handtekening: ______________________________________________ _____ 480 / 494...
  • Pagina 481: Software-Updates

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Onderhoudsattesten 9.8.3 Software-updates Versie Datum Naam 481 / 494...
  • Pagina 482: Bevestiging Van De Instructies Voor De Bestuurder

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Bevestiging van de instructies voor de bestuurder Bevestiging van de instructies voor de bestuurder Mevrouw/ geboren meneer Achternaam en voornaam werd op over de veilige omgang met de machine over het onderhoud van de machine door geïnstrueerd. Achternaam en voornaam heeft de vereiste kennis over de veilige omgang met de machine over het onderhoud van de machine...
  • Pagina 483: Veiligheidsinstructies

    WAARSCHUWING Wanneer de gebieden rondom de ROPA Keiler 2 Classic, die in de onderstaande tekening als gevarenzone's zijn aangegeven, door personen worden betreden terwijl met de machine wordt gerooid, bestaat gevaar voor zeer ernstig lichamelijk letsel of zelfs levensgevaar voor deze personen.
  • Pagina 484 Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten Veiligheidsinstructies Verklaring (achternaam en voornaam) ben door de eigenaar van de Keiler geïnformeerd over de gevarenzones en de vei- ligheidsaspecten tijdens het rooien. Ik heb de volledige informatie ontvangen en ook begrepen. Ik verplicht mijzelf ertoe de gevarenzones niet te betreden zolang de machine bezig is met rooien.
  • Pagina 485: Ropa Overhandigingsbevestiging

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten ROPA Overhandigingsbevestiging 9.11 ROPA Overhandigingsbevestiging ROPA Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH, Sittelsdorf 24, D-84097 Herrngiersdorf Steunpuntadres: FG-nummer: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Hulptoestelnr: Type: Klantenadres: Eigenaar: E-mail: Telefoon nr: Mobiel: Datum van overdracht: Tijdens het proefdraaien werden geen tekortkomingen vastgesteld. Veilige handhaving en onderhoud zijn aan mij uitgelegd.
  • Pagina 486 Het niet geven van toestemming heeft geen invloed op de overdracht van de aangekochte goederen of diensten. U kunt ook slechts een deel van deze toe- stemming geven als u dit wenst. U kunt uw toestemming te allen tijde schriftelijk intrekken bij uw ROPA- steunpunt of ROPA.
  • Pagina 487: Ropa Protocol Eerste Gebruik

    Lijsten/tabellen/schema's/grafieken/onderhoudsattesten ROPA Protocol eerste gebruik 9.12 ROPA Protocol eerste gebruik ROPA Fahrzeug- und Maschinenbau GmbH, Sittelsdorf 24, D-84097 Herrngiersdorf ROPA-partner: Klant / plaats van gebruik: Chassisnr.: Bedrijfsuren: Machinetype: Rooi-/laaduren: Softwareversie: Rooioppervlakte: Datum eerste gebruik: Protocol: Eventuele klachten van klant: De klant is geïnformeerd over veilig gebruik en onderhoud.
  • Pagina 488 Index 488 / 494...
  • Pagina 489: Index

    Index Index 489 / 494...
  • Pagina 490 Index 490 / 494...
  • Pagina 491 Index Aanhaalmomenttabel voor schroeven en moe- Damdrukontlasting..........233 ren............... 477 Damdrukregeling..........210 Aardappelkneuzer........309, 412 Damopname..........199, 383 Afleidingswals 1.......... 279, 402 Damrol............200, 383 Afvaluitvoerband......... 282, 403 Demontage............427 Algemeen ondersteunde AUX-N-functies van de De opname beveiligen........199 machine..............97 Detectie dammidden...........
  • Pagina 492 Rondomlopende vingerkam (RVK)..... 287, 406 Rooidiepte............205 Rooien..............196 Machine aankoppelen........169 Rooien van afzonderlijke rijen......219 Machine loskoppelen.......... 172 ROPA-videoswitch..........361 Machineterminal..........153 Menu akkermodus..........107 Menu Banden handmatig........129 Menu Klapmodus..........110 Scharen............203, 388 Menu Opname............ 113 Scheiding............
  • Pagina 493 Index Task-Controller basic (optie)....... 102 Telefoon klantenservice........15 Telefoon onderdelenservice......... 15 Telescoopas............188 Te voorzien verkeerd gebruik....... 28 Toevoerband aardappelkneuzer......414 Tractorterminal..........70, 96 Transmissie zwadopname........387 Transport op dieplader......... 57 Transport op schip..........57 Transportschema..........55 Trapje..............36 Trapje links............67 Trapje rechts............
  • Pagina 494 Index 494 / 494...

Inhoudsopgave