7.16.3
Aanzuigfilter voor lucht
De aanzuigfilter voor verse lucht (1) voor de bestuurderscabine bevindt zich rechts
buiten aan de achterwand van de bestuurderscabine.
De filter moet indien nodig worden gereinigd. Daarvoor:
– Afdekking openen.
– Kartelschroef eruit draaien en filter uit het steunframe nemen.
– Filterelement reinigen met perslucht.
– Gereinigd filterelement weer in steunframe plaatsen en met kartelschroef vast-
draaien.
– Afdekking sluiten.
Dit filterelement (ROPA-artikelnr. 352033200) moet minimaal één keer per jaar worden
vernieuwd.
7.16.4
Condensafvoer
Controleer de condensafvoer van de airconditioning aan de onderkant van de cabine
regelmatig. Als u ziet dat er geen water wordt afgevoerd, moet de condensafvoer wor-
den gereinigd.
Onderhoud
Airconditioning en ventilatiesysteem
477 / 580