Bediening
Rooier
6.14.15
Draairichting van de laatste (gladde) rooiwals (wringerwals)
De druk in de hydraulische aandrijving van de gladde rooiwals wordt permanent
bewaakt. Als de gladde rooiwals wordt overbelast (aandrijvingsdruk hoger dan
ong. 200 bar), wordt dit op R-Touch aangegeven met het volgende waarschuwings-
symbool:
Wanneer de gladde rooiwals door een vreemd voorwerp wordt geblokkeerd, dan wordt
dat op R-Touch met het volgende waarschuwingssymbool aangegeven:
een geluidssignaal te horen. De rooierhoofdaandrijving en de rijaandrijving stoppen
daarbij automatisch. Om een dergelijke blokkering op te heffen, drukt u op toetsenveld
II op de knop (18) "Draairichting van de gladde rooiwals omkeren".
De draairichting van de gladde rooiwals kan worden omgekeerd door op toetsenveld II
op de knop (18) te drukken. Als de knop
ting van de gladde rooiwals omgekeerd.
Wanneer de LED in de knop brandt, draait de rooiwals in tegengestelde richting ten
opzichte van de naastgelegen wals. Daarmee kunnen aarde en bladeren beter wor-
den gereinigd (wringerwalseffect).
Bij grond met veel stenen leidt dit echter tot verhoogde slijtage van deze wals.
Wanneer u voor het heffen het wringerwalseffect hebt ingeschakeld (wals omge-
keerd), wordt de draairichting tijdens het heffen gedurende korte tijd omgekeerd. Tij-
dens deze korte omkeerfase knippert de LED in de knop.
6.14.16
Korte rooiwalsen / 2-voudige peddel
Het toerental van de korte rooiwalsen en de 2-voudige peddels verandert samen met
het afstellen van het toerental van de hakselaaras. Wanneer de aandrijving van de 2-
voudige peddel plotseling stopt, kan dit onder andere zijn veroorzaakt door een blok-
kade van de korte rooiwals.
282 / 580
. Er is ook een geluidssignaal te horen.
OPMERKING
kort wordt ingedrukt, wordt de draairich-
18
. Er is ook