Bedieningselementen
Stuurkolom
5.3
Stuurkolom
1
2
3
GEVAAR
Gevaar voor dodelijke letsels als de afstelling van de stuurkolom wordt veran-
derd tijdens het rijden.
De machine kan de controle verliezen en bijzonder ernstige schade aanrichten.
– Stel de stuurkolom daarom NOOIT anders in tijdens het rijden!
Draaigreep (1) hoogteverstelling
Draaigreep (1) losdraaien (naar links draaien), de stuurkolom op de gewenste hoogte
zetten, de draaigreep weer vastdraaien (naar rechts draaien) en de stuurkolom ver-
grendelen. Controleer of de stuurkolom stevig in de gewenste stand is vastgezet.
Hendel (2) hoekafstelling boven
Hendel (2) omhoog drukken en de stuurkolom in de gewenste stand duwen of trekken.
Hendel (2) weer loslaten. Controleer of de stuurkolom stevig in de gewenste stand is
vastgezet.
Hendel (3) hoekafstelling onder
Hendel (3) met de voet indrukken en de stuurkolom in de gewenste zetten. Hendel (3)
weer loslaten. Controleer of de stuurkolom stevig in de gewenste stand is vastgezet.
67 / 580