Bediening
Joystick
(6) Knop machineaandrijving AAN/UIT
6
Door op deze knop te drukken, worden de aandrijvingen van hakselaar, rooier, zeef-
band, zeefzon, elevator en bunkervijzel ingeschakeld.
Op R-Touch verschijnt symbool
Als de knop nogmaals wordt ingedrukt, wordt de aandrijving weer uitgeschakeld.
De machineaandrijving kan alleen worden ingeschakeld wanneer aan de volgende
voorwaarden is voldaan: bedrijfsmodus "Akker" ingeschakeld, losbandkleppen zijn uit-
ON /
geklapt en de bestuurder zit op de bestuurdersstoel.
OFF
Als voorafgaande aan het indrukken van deze knop (6) de knop (42) "Dieselmotor toe-
rental verlagen" wordt ingedrukt en in deze stand wordt vastgehouden, wordt de rege-
ling tot het minimale rooiertoerental onderdrukt.
(4) (5) (7) (8) (9) Functieknoppen
5
4
Onder de knoppen (7), (8) en (9) kunnen verschillende functies worden opgeslagen,
die daarna met één druk op de knop kunnen worden opgeroepen. Door de kruisknop-
pen (4) en (5) recht naar beneden te drukken, kunnen de toegewezen functies even-
eens worden opgeroepen. Als de multifunctionele knop (11) in combinatie met de
8
9
7
knoppen (7), (8) of (9) wordt ingedrukt, kunnen daarmee nog meer functies worden
opgeroepen.
De volgende functies zijn standaard toegewezen:
• Knop (4): automatische hoogteregeling van de hakselaar R-Trim aan/uit
• Knop (5): automatische regeling afzonderlijke rijen R-Contour aan/uit
• Knop (7): snel legen van de hakselaar
• Knop (8): bochtenmodus aan/uit
• Knop (9): ruitenwissers
• Knop (7) + (11): programmaknop 1
• Knop (8) + (11): programmaknop 2
• Knop (9) + (11): programmaknop 3
154 / 580
42
.