7.13
Elevator
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding!
Levensgevaar door bewegende machineonderdelen.
– Vóór het betreden van de bunker moet de machine stilstaan en moet de motor wor-
den afgezet.
– De machine moet tegen onbedoeld starten van de motor worden beveiligd.
– Alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moeten door vakkundig personeel
worden uitgevoerd.
Elevatorband opspannen:
1 Verlaat de bunker en controleer of er zich personen in de bunker bevinden.
2 Start de motor en klap de elevator volledig uit. Schakel de machineaandrijving en
laat de elevator ongeveer een halve minuut lopen.
De elevatorband wordt na de eerste keer inschakelen van de machineaandrijving
opgespannen. De beide steuncilinders bewegen zich pas tot aan de aanslag, wanneer
de machine is ingeschakeld en de elevator loopt. De spanning van de elevatorband
kan alleen worden gecontroleerd, wanneer de beide steuncilinders tot aan de aanslag
zijn uitgeschoven.
Schakel de machineaandrijving en de motor altijd weer uit en beveilig de machine
tegen onbedoeld starten.
3 Controleer de lengte van de cilinders van de rechter elevatorarm, de cilinders (13)
moeten tot aan de aanslag zijn uitgeschoven. De cilinders zijn tot aan de aanslag
uitgeschoven, wanneer ze een lengte hebben van 1385 mm vanaf het midden van
de schroefkop tot aan het midden van de schroefkop.
OPMERKING
13
13
Onderhoud
Elevator
13
457 / 580