Rugleuning-instelling
OPGEPAST
Verhoogd gevaar voor verwondingen doordat de rugschaal versneld naar voor kan
komen!
– Vóór het verstellen de rugschaal met de hand tegenhouden.
Bedieningselementen
De aanpassing van de rugleuning gebeurt
via de vergrendelingshendel (pijl).
De vergrendelingshendel moet in de
gewenste positie klikken. Na het vergren-
delen mag de rugleuning niet meer een
andere positie schuiven.
Horizontale lengtevering
Onder bepaalde bedrijfsomstandigheden
kan het zinvol zijn om de horizontale leng-
tevering in te schakelen. Daardoor kun-
nen stootbelastingen in de rijrichting beter
worden opgevangen door de bestuurders-
stoel.
Positie 1 = Horizontale lengtevering aan
Stand 2 = horizontale lengtevering uit
Schokdemping
De demping van de stoel kan worden
aangepast aan de toestand van de weg of
het terrein. Het veringscomfort is daarom
individueel instelbaar.
De hendel tot de gewenste instelling
draaien en loslaten.
Positie 1 = zacht
Positie 2 = middelhard
Positie 3 = hard
Stand 2 is de door de producent aanbe-
volen basisinstelling voor een bestuurder
met een gemiddeld gewicht.
Bestuurdersstoel
73 / 580