Bediening
Bedrijfsmodi "Akker" en "Straat"
6.6.3
Differentieelblokkering
Het in- of uitschakelen van de differentieelblokkering heeft altijd betrekking op alle
assen tegelijk. De differentieelblokkering kan niet voor een afzonderlijk as worden in-
of uitgeschakeld.
Gevaar voor zware schade aan de assen.
Als u niet deze aanwijzing niet volgt, kunnen de klauwenkoppelingen van de differenti-
eelblokkeringen stukgaan.
– De differentieelblokkering mag UITSLUITEND ingeschakeld worden als de
– De differentieelblokkering mag alleen in uitzonderingsgevallen en voor korte tijd
– Bij ingeschakelde differentieelblokkering de wielen nooit sterk draaien! Vóór het
Differentieelblokkering inschakelen:
– Om de differentieelblokkering in te schakelen, rijpedaal volledig loslaten en voertuig
– Druk op knop (30) in toetsenveld III. De LED brandt.
– Het symbool
– Symbool
Differentieelblokkering uitschakelen:
– Druk op knop (30) in toetsenveld III. De LED brandt niet.
– Wanneer na het uitschakelen van de differentieelblokkering één van de volgende
Bij het activeren van bedrijfsmodus "Straat" worden de differentieelblokkeringen auto-
matisch uitgeschakeld.
170 / 580
OPGELET
machine volledig stil staat (0,0 km/u).
worden ingeschakeld.
aanschakelen de wielen in rechtuitstand zetten! De krachtoverbrengende onderde-
len (differentieelaandrijving, cardanas, planeetaandrijving etc.) worden erg zwaar
belast.
stoppen.
verschijnt op R-Touch, wanneer één van de assen niet in de stand
voor vastklikken staat.
verschijnt op R-Touch als de differentieelblokkering voor alle assen
ingeschakeld is.
symbolen op R-Touch verschijnt:
blokkering niet volledig uitgeschakeld. Het getal in het symbool geeft aan welke as
klemt. Door deze as voorzichtig heen en weer te sturen, kan de spanning worden
losgemaakt.
-
-
klemt er een as en is de differentieel-
30