Bediening
Elevator
(1)
Voor het rooien moet de elevator altijd tot aan de aanslag zijn uitgeklapt. De elevator
wordt in dat geval door de beide steuncilinders (1) in de bovenste stand vastgezet. De
beide steuncilinders worden gevoed door de elevatoraandrijving en na het inschake-
len van de aandrijving altijd tot de aanslag uitgeschoven.
Klap de elevator alleen uit en in, wanneer er geen bieten meer in de elevator zitten.
Als de elevator is verstopt, of als er om een andere reden nog bieten in de elevator
zitten en hij wordt toch geheven, kan dit tot ernstige schade aan de elevatorarm lei-
den. Dergelijke schade wordt veroorzaakt door nalatigheid en u kunt geen aanspraak
maken op garantie of een versoepelde regeling.
312 / 580
1
1
Steuncilinder
OPGELET