Bediening
Besturing
6.10.3.3
Autopiloot achterwielen activeren
De automatische achterasbesturing wordt automatisch geactiveerd.
De autopiloot achteras wordt automatisch ingeschakeld op het moment dat na het
inschakelen van de autopiloot vooras de achterassen de uiteindelijke positie van de
offsetbesturing hebben bereikt.
Autopiloot alleen vooras actief
De autopiloot achteras kan als volgt worden uitgeschakeld:
De volledige autopiloot kan als volgt worden uitgeschakeld:
De autopiloot achteras kan weer worden geactiveerd door de knop (3) op de joystick
in te drukken, of door kort op de voetschakelaar voor "Autopiloot"
drukken.
3
Bij het activeren van de automatische achterasbesturing bewegen de achterassen
naar de vooraf ingestelde positie voor de offsetbesturing. Er kan worden ingesteld of
de bochtenmodus daarbij actief moet zijn of niet
212 / 580
door de joystick naar rechts/links te bewegen,
door het draaiwieltje achterasbesturing achteruit te draaien.
door de driepuntsophanging te heffen,
door aan het stuur te draaien.
OPMERKING
Autopiloot voor- en achteras actief
(Zie Pagina
(Zie Pagina
215).
210) te