Bediening
Joystick
Joystick naar links drukken:
Als de hoofdstuurschakelaar is ontgrendeld, sturen de achterassen naar links.
Joystick naar rechts drukken:
Als de hoofdstuurschakelaar is ontgrendeld, sturen de achterassen naar rechts.
(1) Mini-joystick (1) voor-/achteruit (driepuntsophanging neerlaten/driepuntsophan-
ging heffen, alleen bij draaiende dieselmotor)
1
NAAR VOREN: Driepuntsophanging (rooier en hakselaar) laten zakken en dieptere-
NAAR ACHTE-
REN:
Wanneer u de mini-joystick (1) naar achteren trekt, wordt de rooier (driepuntsophan-
ging) geheven. Het heffen gaat zolang door, totdat u de mini-joystick (1) naar achteren
trekt. Hoe verder u de mini-joystick (1) naar achteren trekt, hoe sneller de rooier
wordt geheven. Zodra de driepuntsophanging kort wordt geheven door aan de mini-
joystick (1) te trekken, stopt de diepteregeling. Selecteer hiervoor in het menu "Basis-
instellingen", in het submenu "Overige", in de regel "Modus automatische uitschake-
ling" de optie "AAN".
150 / 580
geling activeren (ALLEEN in de bedrijfsmodus "Akker").
Machineaandrijving is uitgeschakeld:
Om de rooier langzaam proportioneel te laten zakken, drukt u de
mini-joystick (1) naar voren. Hoe verder u de mini-joystick (1) naar
voren drukt, hoe sneller de rooier zakt.
Machineaandrijving is ingeschakeld:
Door de mini-joysticks (1) kort naar voren te schuiven, zakt de
rooier (driepuntsophanging) volledig. Daarbij blijft de rooier zolang
in de "neerlaatstand" staan, totdat de diepteregeling wordt geacti-
veerd. Om het neerlaten te activeren, moet de mini-joystick (1) kort
naar achteren worden getrokken en direct weer losgelaten.
Driepuntsophanging (rooier en hakselaar) heffen en tegelijkertijd
diepteregeling uitschakelen.
Overige
Minimaal rooiertoerental
Maximaal rooiertoerental
Modus automatische uitschakeling
Modus rijaandrijving
Interval ruitenwisser
Waarschuwing reserve brandstof
Waarschuwing reserve AdBlue
Kanteling compensatie centrifugaalkracht
1100
omw/min
1500
omw/min
Aan
Standaard
3
15
%
10
%
Aan