6.18
Bunker
De bunker is er uitsluitend voor bedoeld voor de tijdelijke opslag van gerooide sui-
kerbieten, totdat ze kunnen worden uitgestort op een hoop bij de akkerrand. Bij zeer
lange kavels kan ook worden in een ernaast rijdend transportvoertuig worden gestort.
De bunker is in geen geval bedoeld als laadruimte voor het transport van goederen of
voorwerpen.
Zodra de bunkerdeur geopend wordt, wordt de dieselmotor om veiligheidsredenen uit-
geschakeld. Als de bunkerdeur geopend is, kan de dieselmotor niet worden gestart.
Betreed de bunker nooit wanneer de motor van loopt. Daarbij bestaat zeer groot
levensgevaar omdat de bodemkettingen kunnen aanlopen.
– Bij werkzaamheden in de bunker moet de motor worden uitgeschakeld en worden
beveiligd tegen onbedoeld starten (bijv. door de contactsleutel eruit te trekken en
bij u te houden, bijv. in uw broekzak).
– De veiligheidsschakelaars mogen in geen geval worden overbrugd of op een
andere wijze buiten werking worden gesteld.
In de bunker bevindt zich een bunkervijzel. Met deze transportvijzel worden de suiker-
bieten gelijkmatig over de bunker verdeeld. De bunkervijzel kan voor en achter afzon-
derlijk worden neergelaten of geheven. De bunkervijzel transporteert eerst de bieten
naar achteren.
Bij rijden op de openbare weg moet de bunkervijzel worden neergelaten, de ringele-
vator worden ingeklapt, de bunkerbeugel worden ingeklapt, de losband moet loodrecht
staan en de losbandkleppen moeten zijn ingeklapt.
In de rooistand is de ringelevator uitgeklapt, de bunkervijzel zo ingesteld dat de sui-
kerbieten gelijkmatig worden verdeeld, de losband staat loodrecht en de losbandklep-
pen staan in de rooistand. De bunkervijzel is daarbij normaal gesproken tot de aan-
slag geheven.
GEVAAR
Bediening
Bunker
315 / 580