5.4
Bestuurdersstoel
Veiligheidsvoorschriften:
Om rugletsels te voorkomen moet vóór elke inbedrijfstelling van het voertuig en bij
elke bestuurderswissel het individuele gewicht van de bestuurder worden ingesteld
via de gewicht-instelling.
Om letsels te voorkomen mogen geen voorwerpen in het veerbereik van de
bestuurdersstoel worden gedeponeerd.
Om gevaar voor ongevallen te voorkomen moet vóór de inbedrijfstelling van het
voertuig worden gecontroleerd of alle instellingen juist werden ingeklikt.
De instellingsvoorzieningen van de bestuurdersstoel mogen niet worden bediend
tijdens het rijden.
Als het rugkussen verwijderd is, mag de instelling van de rugleuning alleen worden
gedaan als de rugschaal bijv. met de hand wordt tegengehouden. Wordt dit niet in
acht genomen bestaat een verhoogd gevaar voor verwondingen doordat de rug-
schaal versneld naar voor kan komen.
Elke wijziging aan de fabrieksmatige uitvoering van de bestuurdersstoel (bijv. door
het aanbrengen van niet-originele uitbouw- en reserveonderdelen van Fa. Gram-
mer) kan de goedgekeurde toestand van de bestuurdersstoel tenietdoen. Er kun-
nen functies van de bestuurdersstoel worden worden beïnvloed en uw veiligheid in
gevaar brengen. Daarom moet elke constructieve verandering van de bestuurders-
stoel door Fa. Grammer worden vrijgegeven.
Schroefverbindingen moeten regelmatig op een goede bevestiging worden gecon-
troleerd. Een onstabiele stoel kan wijzen op loszittende schroefverbindingen of
andere gebreken. Indien onregelmatigheden in de functionaliteit van de stoel wor-
den geconstateerd (bijv. bij het inveren van de stoel), moet onmiddellijk een gespe-
cialiseerde service-werkplaats worden ingeschakeld om de oorzaak vast te stellen
en het probleem op te lossen.
De bestuurdersstoel mag uitsluitend door gespecialiseerde vakkrachten worden
geïnstalleerd, onderhouden en gerepareerd.
Wordt dit niet in acht genomen bestaat gevaar voor uw gezondheid en een verhoogd
gevaar voor ongevallen.
Bedieningselementen
Gewichtsinstelling
De stoel dient op het gewicht van de
bestuurder te worden ingesteld door kort
aan de bedieningshendel van de automa-
tische gewichts- en hoogte-instelling (pijl)
te trekken, waarbij het voertuig stil dient
te staan en de bestuurdersstoel belast
dient te zijn.
De stoel wordt ingesteld in een rustige zit-
positie.
Stel voordat u het gewicht instelt de
instelling van de vering in op zacht.
Om schade aan de gezondheid te voorko-
men moet vóór de ingebruikname van het
voertuig de persoonlijk instelling voor het
gewicht van de bestuurder worden gecon-
troleerd en aangepast.
Bestuurdersstoel
69 / 580