vacon • 87
4.1.2
Instellingen motorregeling
Index
Parameter
P3.1.2.2
Motortype
P3.1.2.3
Schakelfrequentie
P3.1.2.4
Identificatie
Magnetiserings-
P3.1.2.5
P3.1.2.6
Motorschakelaar
Overspanning
P3.1.2.10
besturing
Onderspanning
P3.1.2.11
besturing
4
Tabel 14. Instellingen motorregeling
Min.
0
1,5
Varieert
0
0,0
stroom
0
0
0
Een-
Stan-
Max.
heid
daard
1
0
kHz
Varieert
2
0
2*IH
A
0,0
1
0
1
1
1
1
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
Menu Parameters
ID
Beschrijving
0 = Inductiemotor
650
1 = PM-motor
Het verhogen van scha-
kelfrequentie betekent het
verlagen van de capaciteit
van de frequentieregelaar.
Het is raadzaam om bij een
lange motorkabel een lagere
601
frequentie te gebruiken om
de capacitieve stromen in de
kabel tot een minimum te
beperken. Een hogere scha-
kelfrequentie betekent ook
minder motorgeluid.
Tijdens de identificatierun
worden automatisch de
parameters gemeten of
berekend die nodig zijn voor
optimale regeling van de
motor en snelheid.
0 = Geen actie
631
1 = Bij stilstand
2 = Met rotatie
OPMERKING! De parame-
ters van de motornaamplaat
in menu M3.1.1 Motor naam-
plaat moeten zijn ingesteld
voordat de identificatie kan
worden uitgevoerd.
Motormagnetiserings-
stroom (nullaststroom).
De waarden van de U/f-
parameters worden afgeleid
van de magnetiserings-
612
stroom mits deze vooraf-
gaand aan de identificatie is
opgegeven. Als deze waarde
is ingesteld op nul, wordt de
magnetiseringsstroom
intern berekend.
Het inschakelen van deze
functie verhindert dat
de frequentieregelaar
uitschakelt wanneer de
653
motorschakelaar wordt
gesloten en geopend zoals
bij een vliegende start.
0 = Geblokkeerd
1 = Vrijgegeven
0 = Geblokkeerd
607
1 = Vrijgegeven
0 = Geblokkeerd
608
1 = Vrijgegeven