Beschrijving van controlewaarden en parameters
vacon • 220
Referentie
Werkelijke waarde
SoftFill-niveau
Frequentie
Rustig vullen frequentie
9105.emf
Zachte aanloop-modus
Reguleermodus
Afbeelding 95. SoftFill-functie
P3.13.8.1
S
F
-
(ID 1094)
OFT
ILL
FUNCTIE
Met deze parameter kunt u werking van de SoftFill-functie instellen.
Het wordt aanbevolen om de zachte-aanloopfunctie te gebruiken in multipompsystemen om
waterslag te voorkomen, waarbij de leiding beschadigd kan raken.
0 = Geblokkeerd
De SoftFill-functie is uitgeschakeld en wordt niet gebruikt.
1 = Ingeschakeld (niveau)
De SoftFill-functie is ingeschakeld. Wanneer de regelaar wordt gestart, werkt de regelaar met een
constante frequentie (P3.13.8.2 Rustig vullen frequentie) totdat het terugkoppelsignaal van de PID
het niveau voor zachte aanloop bereikt (P3.13.8.3 Niveau rustig vullen). Wanneer het niveau voor
zachte aanloop is bereikt, neemt de PID-regelaar de regeling over.
Als het niveau voor zachte aanloop niet binnen de time-out voor zachte aanloop (P3.13.8.4 Time-out
Rustig Vullen) wordt bereikt, wordt er een SoftFill-fout gegenereerd (als P3.13.8.4 Time-out Rustig
Vullen is ingesteld op een waarde groter dan nul).
De zachte-aanloopmodus wordt veel toegepast in verticale installaties.
2 = Ingeschakeld (time-out)
De SoftFill-functie is ingeschakeld. Wanneer de regelaar wordt gestart, werkt de regelaar met
een constante frequentie (P3.13.8.2 Rustig vullen frequentie) totdat de tijd voor zachte aanloop
(P3.13.8.4 Time-out rustig vullen) is verlopen. Na de tijd voor zachte aanloop neemt de PID-regelaar
de regeling over.
In deze modus kan geen SoftFill-fout worden gegenereerd.
De modus Rustig Vullen wordt veel toegepast in horizontale installaties.
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
8