vacon • 163
8.3
Motorinstellingen
P3.1.1.2
OPMERKING! Als u deze parameter wijzigt, worden parameters P3.1.4.2 Frequentie
veldverzwakkingspunt en P3.1.4.3 Spanning veldverzwakkingspunt automatisch geïnitialiseerd
op basis van het geselecteerde motortype in P3.1.2.2. Zie tabel 102.
P3.1.2.2
Met deze parameter kunt u het gebruikte motortype instellen.
Optie
0
Inductiemotor (IM)
1
Permanente-magneetmotor (PM) Selecteer deze optie als een motor met permanente
Als u deze parameter wijzigt, worden parameters P3.1.4.2 en P3.1.4.3 automatisch geïnitialiseerd
op basis van het geselecteerde motortype.
Zie tabel 102 voor de initialisatiewaarden:
Parameter
P3.1.4.2
(Frequentie veldver-
zwakkingspunt)
P3.1.4.3
(Spanning op het veld-
verzwakkingspunt)
8
N
OMINALE MOTORFREQUENTIE
M
(ID 650)
OTORTYPE
Naam optie
Inductiemotor (IM)
Nominale motorfrequentie
100,0%
Beschrijving van controlewaarden en parameters
(ID 111)
Tabel 101.
Selecteer deze optie als een inductiemotor
wordt gebruikt.
magneten wordt gebruikt.
Tabel 102.
Permanente-magneetmotor (PM)
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
Beschrijving
Intern berekend
Intern berekend