vacon • 253
8.17.4
Antiblokkeringsfunctie
De antiblokkeringsfunctie voorkomt dat de pomp geblokkeerd raakt wanneer deze gedurende
langere tijd stilstaat door de pomp regelmatig te starten terwijl de slaapstand actief is.
Het antiblokkeringsinterval, de draaitijd en het toerental kunnen worden ingesteld.
P3.21.4.1
Wanneer de pomp zich in de slaapmodus bevindt, geeft deze parameter aan na hoeveel tijd de
motor met de ingestelde snelheid (P3.21.4.3 Antiblokkeringfrequentie) en gedurende de ingestelde
tijd (P3.21.4.2 Antiblokkering-runtime) wordt gestart om te voorkomen dat de pomp geblokkeerd
raakt wanneer deze zich gedurende lange tijd in de slaapmodus bevindt.
De antiblokkeringsfunctie kan worden gebruikt in zowel SingleDrive- als MultiDrive-systemen
en kan alleen worden gewijzigd wanneer de pomp zich in de slaapstand of stand-bymodus
(in MultiDrive-systemen) bevindt.
OPMERKING! De antiblokkeringsfunctie is ingeschakeld wanneer de ingestelde waarde van deze
parameter groter is dan nul en uitgeschakeld wanneer de waarde nul is.
P3.21.4.2
Met deze parameter kunt u instellen hoelang de pomp draait wanneer de antiblokkeringsfunctie
wordt geactiveerd.
P3.21.4.3
Met deze parameter kunt u de frequentiereferentie instellen die wordt gebruikt wanneer de
antiblokkeringsfunctie wordt geactiveerd.
8.17.5
Vorstbescherming
De functie Vorstbescherming wordt gebruikt om de pomp te beschermen tegen vorstschade door
de pomp continu op een vorstbeschermingsfrequentie te draaien als deze zich in de slaapmodus
bevindt en de gemeten temperatuur van de pomp beneden de ingestelde beschermingstemperatuur
zakt. Voor deze functie moet een temperatuuromvormer of -sensor zijn geïnstalleerd op het
pompdeksel of op de pijplijn in de buurt van de pomp.
8
A
NTIBLOKKERINGINTERVAL
A
-
NTIBLOKKERING
RUNTIME
A
NTIBLOKKERINGFREQUENTIE
Beschrijving van controlewaarden en parameters
(ID 1696)
(ID 1697)
(ID 1504)
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205