Beschrijving van controlewaarden en parameters
P3.21.1.2
A
CTIVERING REINIGEN
Als de functie Autoreinigen is ingeschakeld met parameter P3.21.1.1, kan de autoreinigingsprocedure
worden gestart met het digitale ingangssignaal dat is ingesteld met parameter P3.21.1.2.
P3.21.1.3
H
UIDIGE LIMIET WISSEN
P3.21.1.4
H
UIDIGE VERTRAGING WISSEN
Deze parameters worden alleen gebruikt wanneer P3.21.1.1 = 2.
De reinigingsprocedure wordt gestart wanneer de motorstroom langer dan is ingesteld met
P3.21.1.4 hoger is dan de ingestelde stroomlimiet (P3.21.1.3). De stroomlimiet kan worden
ingesteld als percentage van de nominale motorstroom.
P3.21.1.5
W
ERKDAGEN WISSEN
P3.21.1.6
T
IJDSTIP WISSEN
Deze parameters worden alleen gebruikt wanneer P3.21.1.1 = 3.
OPMERKING! Voor deze modus moet een klokbatterij (RTC) in de frequentieregelaar zijn geplaatst.
P3.21.1.7
R
EINIGEN CYCLI
De cyclus van voorwaartse/achterwaartse draairichting wordt zo vaak herhaald als is ingesteld met
deze parameter.
P3.21.1.8
V
OORUIT REINIGEN FREQUENTIE
P3.21.1.9
V
OORUIT REINIGEN TIJD
P3.21.1.10
O
MGEKEERD REINIGEN FREQUENTIE
P3.21.1.11
O
MGEKEERD REINIGEN TIJD
De reinigingsfunctie is gebaseerd op het snel laten draaien en weer afremmen van de pomp. Met
deze parameters kan de gebruiker de tijd voor de voorwaartse en omgekeerde cyclus instellen.
P3.21.1.12
A
CCELERATIETIJD REINIGEN
P3.21.1.13
D
ECELERATIETIJD REINIGEN
De gebruiker kan bovendien aparte acceleratie- en deceleratieramps instellen voor de functie
Autoreinigen met deze parameters.
24-hour support +358 (0)201 212 575 • Email: vacon@vacon.com
(ID 1715)
(ID 1712)
(ID 1713)
(ID 1723)
(ID 1700)
(ID 1716)
(ID 1717)
(ID 1718)
(ID 1719)
(ID 1720)
(ID 1721)
(ID 1722)
vacon • 250
8