vacon • 241
P3.15.17.1
Met deze parameter kunt u instellen via welke digitale ingang de frequentieregelaar het
vergrendelingssignaal (terugkoppeling) van pomp 1 uitleest.
Als de functie Pompvergrendeling (P3.15.5) is ingeschakeld, zal de frequentieregelaar de status
van de digitale ingangen voor pompvergrendeling (terugkoppeling) uitlezen. Als de ingang gesloten
is (WAAR), is de motor beschikbaar voor het multipompsysteem. Anders wordt de pomp niet
opgenomen in het multipompsysteem.
Als de functie Pompvergrendeling (P3.15.5) niet wordt gebruikt, worden de statussen van
de digitale terugkoppelingangen voor pompvergrendeling niet uitgelezen en neemt het
multipompsysteem aan dat alle pompen in het systeem beschikbaar zijn.
OPMERKING!
• In de modus SingleDrive geeft het digitale ingangssignaal dat met deze parameter wordt
geselecteerd, de vergrendelingsstatus van pomp 1 in het multipompsysteem aan.
• In de modi Multi-slaaf en Multi-master geeft het digitale ingangssignaal dat met deze
parameter is geselecteerd de vergrendelingsstatus aan van de pomp die is verbonden
met deze frequentieregelaar.
P3.15.17.2
P3.15.17.3
P3.15.17.4
P3.15.17.5
P3.15.17.6
P3.15.17.7
P3.15.17.8
Met deze parameters kunt u instellen via welke digitale ingangen van de regelaar de
vergrendelingssignalen (terugkoppeling) van pompen 2...8 worden uitgelezen.
OPMERKING! Deze parameters worden alleen gebruikt in de modus SingleDrive.
Als de functie Pompvergrendeling (P3.15.5) is ingeschakeld, zal de frequentieregelaar de status
van de digitale ingangen voor pompvergrendeling (terugkoppeling) uitlezen. Als de ingang gesloten
is (WAAR), is de motor beschikbaar voor het multipompsysteem. Anders wordt de pomp niet
opgenomen in het multipompsysteem.
Als de functie Pompvergrendeling (P3.15.5) niet wordt gebruikt, worden de statussen van de
digitale terugkoppelingangen voor pompvergrendeling niet uitgelezen en neemt het
multipompsysteem aan dat alle pompen in het systeem beschikbaar zijn.
8.13.5
Overdrukbewaking
De functie Overdrukbewaking wordt gebruikt voor drukbewaking in een multipompsysteem.
Wanneer bijvoorbeeld de hoofdklep van een pompsysteem snel wordt gesloten, loopt de druk
in de leidingen snel op. De druk kan zelfs sneller stijgen dan de PID-regelaar kan reageren.
Overdrukbewaking wordt gebruikt om te voorkomen dat leidingen barsten door het snel stoppen
van hulpmotoren in het multipompsysteem.
8
P
1
(ID 426)
OMP
VERGRENDELING
P
2
(ID 427)
OMP
VERGRENDELING
P
3
(ID 428)
OMP
VERGRENDELING
P
4
(ID 429)
OMP
VERGRENDELING
P
5
(ID 430)
OMP
VERGRENDELING
P
6
(ID 486)
OMP
VERGRENDELING
P
7
(ID 487)
OMP
VERGRENDELING
P
8
(ID 488)
OMP
VERGRENDELING
Beschrijving van controlewaarden en parameters
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205