vacon • 217
P3.13.5.7
Zie de beschrijving van parameter P3.13.5.1.
P3.13.5.8
Zie de beschrijving van parameter P3.13.5.2.
P3.13.5.9
P3.13.5.10
Zie de beschrijvingen van parameters P3.13.5.3 en P3.13.5.4.
P3.13.5.11
Zie de beschrijving van parameter P3.13.5.5.
8.12.3
Terugkoppelbewaking
Terugkoppelbewaking wordt gebruikt om te controleren of de
proceswaarde) binnen de vastgestelde limieten blijft. Met deze functie kunt u bijvoorbeeld een grote
leidingbreuk detecteren en onnodige waterschade voorkomen.
De onder- en bovengrenzen rond de referentiewaarde zijn ingesteld. Wanneer de werkelijke
waarde boven of onder deze limiet gaat, begint een teller op te tellen naar de vertragingswaarde
(P3.13.6.4). Wanneer de werkelijke waarde binnen het toegestane gebied is, telt deze teller echter
af. Wanneer de teller hoger is dan de vertragingswaarde, wordt een alarm of een fout gegenereerd
(afhankelijk van de respons die is ingesteld met parameter P3.13.6.5).
Bovengrens-
waarde
(ID736)
Ondergrens-
waarde
(ID758)
P3.13.6.1
Met deze parameters kunt u het bereik instellen waarin het PID-terugkoppelsignaal onder normale
omstandigheden geacht wordt te blijven. Als het PID-terugkoppelsignaal langer dan is ingesteld als
Vertraging
de
onder of boven het ingestelde bewakingsbereik gaat, wordt een PID-bewakingsfout
(F101) gegenereerd.
8
R
2
(ID 1075)
EF
SLAAPFREQUENTIE
R
2
(ID 1076)
EF
SLAAPVERTRAGING
R
2
(ID 1077)
EF
ONTWAAKNIVEAU
SP2
(ID 1020)
ONTWAAKMODUS
SP2,
(ID 1794)
SLAAPBOOST
Vertraging (ID737)
Afbeelding 92. Terugkoppelbewaking
T
ERUGKOPPELBEWAKING INSCHAKELEN
Beschrijving van controlewaarden en parameters
PID-terugkoppelwaarde
Werkelijke waarde
Reguleermodus
(ID 735)
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
(werkelijke
Referentie
Alarm of fout