Download Print deze pagina

Vacon 100 Flow Handleiding pagina 236

Applicatie
Verberg thumbnails Zie ook voor 100 Flow:

Advertenties

vacon • 233
P3.15.4
Deze parameter bepaalt of de signalen voor de startopdracht en procesterugkoppeling
(PID-terugkoppeling) zijn verbonden met de desbetreffende regelaar.
0 = Start- en PID-terugkoppelsignaal niet verbonden met de desbetreffende regelaar
1 = Alleen startsignaal verbonden met de desbetreffende regelaar
2 = Zowel het start- als PID-terugkoppelsignaal is verbonden met de desbetreffende regelaar
OPMERKING! De parameter bepaalt de bedrijfsmodus van de regelaar (master of slave) in
het multipompsysteem. De frequentieregelaars die zijn verbonden met zowel het start- als het
PID-terugkoppelingssignaal, kunnen optreden als master in het multipompsysteem. Als er zijn
meerdere frequentieregelaars in het multipompsysteem met beide signalen verbonden zijn, treedt
de pomp met het laagste Pomp ID-nummer (P3.15.3) op als master.
8.13.3
Vergrendeling
De vergrendelingsfunctie kan worden gebruikt om multipompsystemen via digitale signalen te
informeren over de beschikbaarheid van pompen in het systeem. Het multipompsysteem stuurt
alleen pompen aan met actieve vergrendelingsgegevens.
Met deze functie kan in het multipompsysteem worden aangegeven dat een van de pompen is
uitgeschakeld voor onderhoud. De vergrendelingssignalen worden meestal verzonden door
motorschakelaars.
P3.15.5
Vergrendelingen kunnen worden gebruikt om aan het multipompsysteem aan te geven dat een
motor niet beschikbaar is, bijvoorbeeld omdat de motor wegens onderhoud uit het systeem is
gehaald of handmatig wordt bestuurd.
Schakel deze functie in om vergrendelingen te kunnen gebruiken. Kies de gewenste status voor
elke motor via digitale ingangen (parameters P3.5.1.42 t/m P3.5.1.49). Als de ingang is gesloten
(WAAR), is de motor beschikbaar voor het multipompsysteem. Anders wordt deze niet opgenomen
in de multipomplogica.
8.13.4
Verbinding van terugkoppelsensor met een MultiDrive-systeem
In multipompsystemen kunt u de beste nauwkeurigheid en redundantie realiseren door afzonderlijke
(feedback-)sensoren aan elke frequentieregelaar te koppelen. Zie afbeelding 104 hieronder.
8
C
-
ONFIGURATIE START
EN TERUGKOPPELINGSSIGNAAL
P
(ID 1032)
OMPVERGRENDELING
Beschrijving van controlewaarden en parameters
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
(ID 1782)

Advertenties

loading