vacon • 97
4.4
Groep 3.4: instellingen voor ramps en remmen
4.4.1
Ramp 1 instellen
Index
Parameter
P3.4.1.1
Curvevorm 1
P3.4.1.2
Acceleratietijd 1
P3.4.1.3
Deceleratietijd 1
4.4.2
Ramp 2 instellen
Index
Parameter
P3.4.2.1
Curvevorm 2
P3.4.2.2
Acceleratietijd 2
P3.4.2.3
Deceleratietijd 2
P3.4.2.4
Ramp 2 selectie
Frequentiedrempel
P3.4.2.5
curvevorm 2
4
Tabel 23. Ramp 1 instellen
Een-
Min.
Max.
heid
0,0
100,0
%
0,1
3000,0
s
0,1
3000,0
s
Tabel 24. Ramp 2 instellen
Een-
Min.
Max.
heid
0,0
100,0
%
0,1
300,0
s
0,1
300,0
s
Varieert
Varieert
0,0
P3.3.1.2
Hz
Stan-
ID
Beschrijving
daard
Het begin en het einde van de
acceleratie- en de decelera-
0,0
500
tieramps kunnen met deze
parameter worden afgevlakt.
Hiermee kunt u de tijd instel-
len die de uitgangsfrequen-
5,0
103
tie nodig heeft om van nul tot
de ingestelde maximumfre-
quentie op te lopen.
Hiermee kunt u de tijd instel-
len die de uitgangsfrequen-
5,0
104
tie nodig heeft om van de
maximumfrequentie tot de
nulfrequentie terug te lopen.
Stan-
ID
Beschrijving
daard
Het begin en het einde van de
acceleratie- en de decelera-
0,0
501
tieramps kunnen met deze
parameter worden afgevlakt.
Hiermee kunt u de tijd instel-
len die de uitgangsfrequen-
10,0
502
tie nodig heeft om van nul tot
de ingestelde maximumfre-
quentie op te lopen.
Hiermee kunt u de tijd instel-
len die de uitgangsfrequen-
10,0
503
tie nodig heeft om van de
maximumfrequentie tot de
nulfrequentie terug te lopen.
Hiermee kunt u wisselen tus-
sen ramp 1 en ramp 2.
ONWAAR = Curvevorm 1,
DigIN
Acceleratietijd 1 en
408
Slot0.1
Deceleratietijd 1.
WAAR = Curvevorm 2,
Acceleratietijd 2 en Decele-
ratietijd 2.
Hiermee kunt u de frequentie
instellen waarboven de tijden
0,0
533
en vormen van de tweede
ramp worden gebruikt.
0 = Niet gebruikt
Tel. +358 (0) 201 2121 • Fax +358 (0)201 212 205
Menu Parameters